Rondeel Boudewijn
begint met inleiding over dat je beter een goede verhouding met een
stad kan hebben dan met een vrouw. Want in een stad kun je altijd
terugkomen, terwijl een vrouw echt niet op je staat te wachten,
laat staan: ligt te wachten, zoals een stad. Jan de Hont schiet in
de lach.