De rode draad
[ 1967-1984 ]
 
bron: Tekst en Uitleg/1991 (1e druk)


Tekst en Uitleg is uit de roulatie.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tekst en Uitleg
transcriptie: Wim / Daniël

Ik doe wat ik doe [Tekst en Uitleg]

Nou doe je jas uit en warm maar eerst je handen,
want kouwe jatten aan me lijf, daar ril ik van,
het lijkt wel winter,
'k heb de kachel laten branden,
die regen hè, daar vind ik ook niks an.
Zeg wees 's lief, wil je niet effe langer blijven?
Dan leg je d'r gewoon een meier bij,
wees maar gerust, ik ben niet als die wijven
die veel beloven en niks doen, da's niks voor mij.
Ik doe wat ik doe
en vraag me niet waarom,
ik doe wat ik doe
en misschien is dat dom,
maar ik vraag toch ook niet aan jou,
waarom jij 't hier doet
en niet bij je vrouw...
Kom nou, we doen wat we doen.
Nee, 't is niet druk, je bent vandaag de tweede,
ja, 't einde van de maand hè, altijd stil.
Nou ja, ik ben vandaag alweer tevreden,
vooral wanneer je nog wat extra's wil
Weet je, het komt vast van die sexboetieken,
ze geven d'r geld uit aan die smerigheid,
ze zijn de hele rotzooi aan 't verzieken
en wat heb je nou aan zo'n papieren meid?

Ik heb m'n moeder laatst een reis cadeau gegeven,
anders had ze d'r eigen zuster nooit gezien,
die tien jaar terug naar Canada ging voor 't leven,
ik mag die ziel nou eenmaal graag gelukkig zien.
En met me zussie ben ik kleren wezen kopen,
je had d'r moeten zien, die kleine meid!
Ik hoop niet dat zij net zo als ik er in zal lopen,
want kerels, da's niks als rottigheid.

Laatst kwam zo'n juffrouw met sociale kreten,
want ons gezin is een probleem, zoals dat heet,
nou die hebben we twee trappen afgesmeten,
ik laat me ouders niet beledigen
door zo'n stuk sekreet!
Nee, ik wil echt niet op de centen kijken,
maar wees 's tof, we leven maar één keer!
Wat wil je? Op z'n Frans of plaatjes kijken?
Toe kom maar hier en geniet maar 's een keer.

Ik doe wat ik doe
en vraag me niet waarom,
ik doe wat ik doe
en misschien is dat dom,
maar ik vraag toch ook niet aan jou,
waarom jij 't hier doet
en niet bij je vrouw...
Kom nou, we doen wat we doen.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tekst en Uitleg
transcriptie: Wim / Daniël

Oudezijds

De stad spoelt in het donker dicht,
de Oude Kerk slaat twaalf uur
en langs de grachten vonkt rood licht,
het sein staat vrij voor avontuur.
Je loopt het plein rond, heen en terug,
met zoveel anderen zonder naam,
diep in hun kraag, gebogen rug,
hun voetstap aarzelt bij elk raam.
Soms wenkt een meisje: kom er in
en altijd wind je dat weer op,
al heb je helemaal geen zin
in haar berekenende kop.
Je zoekt een lichaam, jaagt op buit,
een vrouw kan mooi zijn in dit licht,
toch zoek je niet de mooiste uit,
maar eentje met een lief gezicht.

Ze neemt je bij zich als een kind,
dat in het donker is verdwaald,
je wordt verwend, maar niet bemind,
want daarvoor wordt ze niet betaald.
Je weet wel dat het haar niet raakt,
haar blik gaat langs je, strak en grijs,
maar ze is ècht en warm en naakt
- de rest maak je jezelf wel wijs.
Heel even, als je bij haar ligt,
voel je haar hart tegen je aan,
maar zij houdt stijf haar ogen dicht;
dan sta je op en kleed je aan.
Je krijgt nooit liefde voor je geld,
maar wel de troost van het moment
van tederheid dat even telt
waarna je dubbel eenzaam bent.

Straks wordt de hemel porselein
en met de slaap komt ook de spijt,
bij 't wachten op de eerste trein,
het doden van de eerste tijd.
De automaat op het station
schenkt bekers koffie: slap, maar heet
en suffig denk je na waarom
je dit nu allemaal weer deed.
De mensen in de eerste trein
zijn onderweg naar hun fabriek,
ze lijken oud en moe te zijn,
je voelt je slapeloos en ziek.
Maar in het westen wacht het strand
de zomer en de zonnegloed
de trein rijdt door het groene land
de nieuwe morgen tegemoet.



bron: Tekst en Uitleg
transcriptie: Daniël

Malle Babbe [1970]

Ik schuim de straten af
en volg het dievenspoor,
met schooiers en soldaten,
hun petten op één oor.
Ik til mijn rokken op
en lacht naar iedere man
die in het donker wel durft
wat overdag niet kan
en bij nacht, in de kroegen hier,
gaat mijn naam in 't rond
bij het blond schuimend bier:
Malle Babbe komt, Malle Babbe is hier,
lekker stuk, malle meid,
lekker dier van plezier,
Malle Babbe is rond, Malle Babbe is blond,
een zoen op je mond, Malle Babbe,
je lekkere...
Ik ken ze een voor een,
de heren van fatsoen,
ik zal ze nooit vergeten,
zoals ze mij wel doen.
Hoe vaak heb ik zo'n kop,
bezopen, stom en geil,
niet aan mijn borst gedrukt,
mijn lijf nat van z'n kwijl;
en bij nacht, in de kroegen hier,
gaat mijn naam in 't rond
bij het blond schuimend bier:
Malle Babbe komt, Malle Babbe is hier,
lekker stuk, malle meid,
lekker dier van plezier,
Malle Babbe is rond, Malle Babbe is blond,
een zoen op je mond, Malle Babbe,
je lekkere...
En zondags in de kerk,
dan zit daar zo'n meneer,
stijf als een houten plank,
met spijkers in z'n kop
te kijken in z'n bank,
een zwart lakens pak aan z'n zondige lijf,
bang voor de duivel en bang voor z'n wijf.
En zuinig één cent in het zakje doen:
zo koopt ie z'n ziel weer terug
en z'n fatsoen
en ik moet ergens staan,
in het donker achteraan,
zoals het hoort.

Maar eens dan komt de dag,
dan luiden ze de klok,
dan draag ik witte bloemen
en linten aan m'n rok.
Dan zal ik met mijn man
gearmd de kerk uitgaan,
wat zullen ze dan kijken,
daar denk ik altijd aan....
Als ik 's avonds de kroeg versier
en mijn naam gaat rond
bij het blond schuimend bier:

Malle Babbe komt, Malle Babbe is hier,
lekker stuk, malle meid,
lekker dier van plezier,
Malle Babbe is rond, Malle Babbe is blond,
een zoen op je mond, Malle Babbe,
je lekkere...


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tekst en Uitleg
transcriptie: Wim / Daniël

Nachtlied

De oude kathedraal,
beroofd van al z'n beelden,
staat hoog boven de weelde
van het leven in de stad,
boven alle tijden,
boven alle dingen,
eenzaam als een wachter in de nacht.

Beneden in de straten gaan de lichten aan
en even later gaan de mensen uit,
snel ergens naar toe, snel ergens vandaan,
't geluk ligt altijd ergens voor ze uit.
Vergeefs een uitvlucht zoeken en niet weten waar,
even iets gaan drinken op de hoek,
vergeefs een beetje lachen,
zitten voelen aan elkaar,
als blinden naar een soortgenoot op zoek.
Jezelf beloven niet weer met dat meisje mee te gaan,
- ze zegt dat ze van Mozart houdt -
en 's morgens weer een smoes verzinnen
om vroeg op te staan,
je hoopt dat ze haar mond maar houdt.

's Avonds laat de stad in met een bloedend hart
en weten dat je daar ook niets mee wint,
behalve dan per ongeluk een spelletje biljart
en doen alsof de avond pas begint.

Vergeefs een tijdje prutsen aan een flipperautomaat,
meer geld kwijtraken dan je wilt,
je probeert de bal te volgen,
maar je bent altijd te laat
en even later sta je zelf op tilt.
De laatste deur gaat bijna dicht,
het is alweer half vier,
nog even en de nacht is weer voorbij,
vergeefs proberen bij te komen na zoveel plezier
en kauwen op een melig broodje ei.

Kijken hoe de hemel blauw wordt en de dag begint,
de stad is groot en grijs, zonder verkeer
en door de straten waait de
eerste koele ochtendwind.
Nu is het stil, er zijn geen mensen meer.
Vergeefs en toch nog koppig
sta je buiten, moet naar bed,
je kijkt naar boven op het plein.
De toren vangt het eerste licht, je laatste sigaret
en morgen zal het beter zijn.

De oude kathedraal,
beroofd van al z'n beelden
staat hoog boven de weelde
van het leven in de stad,
boven alle tijden,
boven alle dingen
de wachter tussen dag en nacht.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tekst en Uitleg
transcriptie: Daniël

Rondeel

En, hoerenloper die ik ben,
ik heb er zoveel liefgehad,
Florence en Brugge, Londen dat
ik even goed als Rome ken.

Omdat ik zo snel aan ze wen,
wordt zelfs de schoonste snel een gat
en, hoerenloper die ik ben,
ik heb er zoveel liefgehad.

Toch is die ik het minste ken
mijn woonplaats en geboortestad,
daar werd ik - en niet meer dan dat -
de zanger met papier en pen
en hoerenloper die ik ben.

1 maart 1984


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email