In de uren
van de middag

(1969-1973)
 
bron: Tachtig teksten/1975


Tachtig teksten is uit de roulatie.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tachtig teksten
transcriptie: Daniël

Meisje in Engeland

In de uren van de middag,
als de zon naar 't westen draait,
zou hij jou dan kunnen zien,
daar in de heuvels?
Met je haren als een sluier
goud dat in de wind verwaait,
met een varen in je handen,
langs het meer bij Ambleside?
Als misschien de grijze deken
van de regen openwaait
en het bergland wordt nog groener
langs het meer bij Ambleside,
zou jij dan dezelfde zon
als ik zien schijnen?

Dit is misschien geen lied voor jou,
dit is misschien te laat geschreven,
want ik ging terug naar dit land van kou
en jij bent daar gebleven.

Jaren later zijn de gaten
in mijn geest nog niet gedicht
en ik kijk er nog doorheen
naar 't land van vroeger,
waar we liepen in de regen,
samen in het groene licht,
ik hield al m'n lamme aandacht
veel te lang op jou gericht
en je had de hete tranen
van de wind op je gezicht,
toen ik jou voorzichtig kuste
hield je stijf je ogen dicht.
Met de trein ben ik voorgoed
van jou vertrokken.

Dit is misschien geen lied voor jou,
dit is misschien te laat geschreven,
want ik ging terug naar dit land van kou
en jij bent daar gebleven.

Op een mooie zomeravond
met m'n vrienden en m'n vrouw
komt jouw brief dat je weer terugkeert
in september
en op deze warme avond
sluit ik 't venster voor de kou,
uit het westen komt de regen
en de lucht van kil en grauw
en ik vlucht weer naar m'n vrienden
in het huis waar ik van hou
en de allerlaatste vlinder
speld ik op m'n eigen mouw;
laat het feest tot in
de vroege morgen duren!

Dit is misschien geen lied voor mij,
dit is misschien te laat geschreven,
de tijd die komt en gaat voorbij,
maar waar ben ik gebleven?


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tachtig teksten
transcriptie: Daniël

Maria

Maria zit aan de gracht,
- 't is middag en stil - in Courts Mahler te lezen,
ze zou zo graag de gravin willen wezen
die bleek van smart op haar minnaar wacht.
Het theelicht, de lamp, het behang met de rozen,
tekens van net als bij moeder voor jonge matrozen
die buiten passeren en grijnzen en fluiten naar haar.
Maria kijkt niet op, de gravin die wacht.
ze slaat de bladzij om en lacht.

Maria zit voor het raam,
de gracht wordt een park in het maanlicht met bomen,
ze wacht op 't bordes tot het rijtuig zal komen,
langs de vijver, over de oprijlaan.
De baron met z'n mantel van zij komt gereden,
de paarden staan stil en ze gaat naar beneden,
ze valt in zijn armen en buiten staat eenzaam een man op de gracht.
Maria kijkt niet op, nu komt de nacht,
ze slaat de bladzij om en lacht.

Maria ziet zijn gezicht,
een man met zijn kraag op laat geld zien en tanden,
het boek glijdt omlaag op de grond uit haar handen,
ze knikt en doet de gordijnen dicht.
Ze laat hem begaan met zijn starende ogen
en zijn ruwe onhandige lichaam van eindelijk eens mogen
en over zijn schouder staart ze naar 't bonte behang.
Die rozen heeft hij voor haar meegebracht,
ze sluit haar ogen en ze lacht.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tachtig teksten
transcriptie: Daniël

Tegen beter weten in

Ik was klein en ons tuintje was de wereld,
een zandbak met een schutting er omheen,
wat daarachter was dat mocht ik zelf verzinnen:
een grote tuin vol bloemen en een zon die altijd scheen.
En dat bleef zo, al ontdekte ik ook later
dat er niets was dan wat onkruid en wat puin,
want de werkelijkheid had immers niets te maken
met mijn zelfbedachte, èchte bloementuin.
Van de wereld was die schutting wel het einde,
van mijn eigen wereld was hij het begin
en daar bleef ik in geloven,
tegen beter weten in.

Op 't lyceum zat ik jaren lang gevangen
als een vreemde vage vogel in de klas,
van elk meisje kreeg ik wilde toekomstdromen,
want na het eindexamen begon het leven pas.
En al liep ik later eenzaam vele blauwtjes,
ergens op een koude kamer in de stad,
ik wist zeker: morgen zou het echt beginnen,
het grootse leven dat ik voor me had.
Want van vroeger was vandaag altijd het einde,
van iets beters en iets nieuws steeds het begin
en daar bleef ik in geloven
tegen beter weten in.

En zo kwam ik steeds aan weer een nieuwe schutting,
met daarachter weer een ander paradijs
en al bleek dat steeds opnieuw een veld vol distels,
zo werd ik langzaam ouder en heel erg langzaam wijs.
Maar al ben ik dan toch wat men noemt volwassen
en schuttingen, daar kijk ik overheen,
wanneer ze zeggen: eens wordt alles anders
en eens dan worden alle mensen één,
er is geen einde aan het laatste einde,
er is alleen een eeuwig nieuw begin,
dan zal ik daar onmiddellijk in geloven,
tegen beter weten in.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



Malle Babbe
bron: Tachtig teksten
transcriptie: Daniël

Malle Babbe [1973]

Je schuimt de straten af
en volgt het dievenspoor,
met schooiers en soldaten,
hun petten op één oor.
Je tilt je rokken op
en lacht naar iedere man
die in het donker wel durft
wat overdag niet kan
en bij nacht, in de kroegen hier,
gaat je naam in 't rond
bij het blond schuimend bier.
Malle Babbe komt, Malle Babbe is hier,
lekker stuk, malle meid, lekker dier van plezier,
Malle Babbe is rond, Malle Babbe is blond,
een zoen op je mond, Malle Babbe,
je lekkere kont!

Ik ken ze een voor een,
de heren van fatsoen,
ik zal ze nooit vergeten
zoals ze jou wel doen.
Hoe vaak heb jij zo'n kop,
bezopen, stom en geil,
niet aan je borst gedrukt,
je lijf nat van z'n kwijl.
En bij nacht, in de kroegen hier,
gaat je naam in 't rond
bij het blond schuimend bier . . .

En zondags in de kerk,
dan zit daar zo'n meneer,
stijf als een houten plank,
met spijkers in z'n kop
te kijken in z'n bank.
En zuinig één cent in het zakje doen:
zo koopt ie z'n ziel weer terug
en z'n fatsoen!

Maar eens dan komt de dag,
dan luiden ze de klok,
dan draag jij witte bloemen
en linten aan je rok,
wanneer we met elkaar
gearmd de kerk uitgaan,
wat zullen ze dan kijken . . .
daar denk ik altijd aan
als bij nacht, in de kroegen hier,
ik je naam weer hoor
bij het blond schuimend bier.
Malle Babbe komt, Malle Babbe is hier,
lekker stuk, malle meid, lekker dier van plezier,
Malle Babbe is rond, Malle Babbe is blond,
een zoen op je mond, Malle Babbe . . .


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



Leonardo
bron: Tachtig teksten
transcriptie: Daniël

Leonardo

Leonardo woont boven in een toren
en bouwt vogels van hout en perkament,
hij laat ze vliegen uit het raam
en ziet ze vallen
en zoekt naar het geheim dat niemand kent.

Leonardo, hij gelooft wat hij doet,
 hij gelooft dat het moet,
 de mensen zullen vliegen,
 de mensen zullen vrij zijn.

Niemand houdt van Leonardo,
Leonardo houdt van niemand,
vol van bijgeloof en inteelt,
onder bruine vilten hoeden
kruipt het stadsvolk bij elkaar:
Leonardo is een tovenaar!

Leonardo, hij gelooft wat hij doet,
 hij gelooft dat het moet,
 de mensen zullen vliegen,
 de mensen zullen vrij zijn!


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tachtig teksten
transcriptie: Daniël

Jan Klaassen de trompetter

Jan Klaassen was trompetter
in het leger van de prins,
hij marcheerde van Den Helder tot Den Briel,
hij had geen geld en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld,
maar trompetter was hij wel in hart en ziel!

Het leger sloeg z'n tenten op
voor Alkmaar in het veld.
En zolang geen vijand zich liet zien,
was iedereen een held.
De kroeg werd als strategisch punt
door 't hoofdkwartier bezet,
de officieren brulden: Jan,
kom speel op je trompet!
Ze werden wakker in de goot,
in de morgen, kil en koud,
maar Jan Klaassen sliep in de armen van
de dochter van de schout.

De prins sprak op inspectie tot
de majoor van de compagnie:
ik zie hier alle stukken wel
van mijn artillerie,
ja zelfs dat kleine in uw kraag
en dat blonde in uw bed,
maar waar zit dat stuk ongeluk
van een Jan met z'n trompet?
En niemand die Jan Klaassen zag,
die bij de stadspoort zat
en honderd liedjes speelde voor
de kinderen van de stad.

Jan Klaassen zei: vaarwel, m'n lief,
tot over volgend jaar,
wanneer de lente terugkomt, dan
zijn wij weer bij elkaar.
De winter ging, de zomer kwam,
de oorlog was voorbij,
maar 't leger is nooit teruggekeerd
van de Mookerhei.
Geen mens, die van Jan Klaassen ooit
iets teruggevonden heeft,
maar alle kinderen kennen hem:
hij is niet dood, hij leeft!

Jan Klaassen was trompetter
in het leger van de prins,
hij marcheerde van Den Helder tot Den Briel,
hij had geen geld en hij was geen held
en hij hield niet van het krijgsgeweld,
maar trompetter was hij wel in hart en ziel!


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tachtig teksten
transcriptie: Daniël

Dan zal ik bij je zijn

Zo zal ik je weg zien gaan:
met grote stappen en je koffer in je hand,
en op de hoek zul je nog even blijven staan,
alsof je aarzelt en je afvraagt: welke kant?
Ik zal proberen om me netjes te gedragen
en niet te zeuren over eenzaamheid en pijn,
je moet maar zien, ik zal je niets meer vragen,
maar als je niet meer verder kunt,
dan zal ik bij je zijn.

Straks ga jij je eigen gang
en voor je 't weet haal je jezelf van alles aan,
als je je eenzaam voelt, dan duurt de nacht zo lang
en soms heb je wel eens zin om terug te gaan.
Dan wordt het je te veel om te verwerken,
de stad die lijkt zo groot en jij zo klein,
ik maak me zorgen, maar je zult er niets van merken
maar als je niet meer verder kunt,
dan zal ik bij je zijn.

Ik weet hoe goed ik alles wist
en wat een bende ik er zelf van heb gemaakt,
maar ik hoop zelfs dat jij je ook vergist
en dat je in dezelfde nesten raakt,
want ik moet niet altijd beter willen weten,
jij leeft zelf en dat is jouw terrein,
als je gelukkig bent, dan mag je me vergeten,
maar als je niet meer verder kunt,
dan zal ik bij je zijn.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tachtig teksten
transcriptie: Daniël

Dag zuster Ursula

Diploma's hangen aan de muur,
m'n bedje ligt gespreid,
maar nu heb ik geen vrijheid meer,
alleen maar vrije tijd,
het gaat niet goed, het gaat niet slecht,
het gaat er tussen in,
maar ik wil niet om het leven heen,
ik wil er midden in!

Dag vader en dag moeder,
dag zuster Ursula,
ik zie het hier niet zitten,
ik ga naar Amerika.

Dag allerliefste van m'n hart,
ik zeg je nu vaarwel,
ik wou met jou de hemel in,
maar jij koos zelf de hel.
Het spijt me, lieve schoonpapa,
ik dank heel veel aan u,
het huis dat u ons gaf
kwam regelrecht uit Avenue.

Dag vader en dag moeder,
dag zuster Ursula,
ik zie het hier niet zitten,
ik ga naar Amerika.

Dag lieve rest van Nederland,
dag lieve allemaal,
blijf maar rustig zitten
in dit land van Maas en Waal,
ik kan alleen maar lachen,
ik stap eruit, ik ga,
m'n rugzak en m'n tentje mee,
de vlinders achterna.

Dag vader en dag moeder,
dag zuster Ursula,
ik zie het hier niet zitten,
ik ga naar Amerika.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tachtig teksten
transcriptie: Daniël

September komt

Wordt deze zomer zo gauw al oud,
ben ik verveeld door al het groen?
De zwaluwen gaan al trekken
en er zijn geen jonge vogels meer.
Waar is de kracht van het begin,
toen het nog lente was?
Maar de verbazing is voorbij
om al het nieuwe leven, het leven,
mijn nieuwe leven met jou.

En vraag me niet wat er gebeurt,
dat weet jij zelf ook
en huil maar niet, 't is niet jouw schuld,
wees maar niet bang voor de eenzaamheid.

September komt, binnenkort is de zomer voorbij,
de wind zal nu draaien
en het blauw trekt uit de hemel.
September komt, 't is te laat
om je vast te blijven klampen,
't is te laat
om nu nog spijt te gaan krijgen van deze zomer,
het is nu voorbij.

September komt, 'k had gehoopt
dat het langer zou duren,
maar achteraf wist jij net zo goed
dat het niet zo blijven zou.
September komt, 't is te laat
om nog woorden vuil te maken,
het is te laat voor ons,
ik blijf niet bij jou.

Waar is de kracht van het begin,
toen het nog lente was?
Maar de verbazing is voorbij -
wat blijft er dan over?


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.



bron: Tachtig teksten
transcriptie: Daniël

Avond

voor Anja

Nu hoef je nooit je jas meer aan te trekken
en te hopen dat je licht het doet,
laat de stormen buiten nu maar razen in het donker,
binnen is het warm en licht en goed.
Hand in hand naar buiten kijken, waar de regen stroomt,
ik zie het vuur van hoop en twijfel in je ogen
en ik weet waarvan jij droomt.

En je kunt niets zeker weten
en alles gaat voorbij,
Maar ik geloof,
ik geloof
ik geloof,
in jou en mij.

En als je 's morgens opstaat ben ik bij je
en misschien heb ik al thee gezet
en als de zon schijnt buiten gaan we lopen door de duinen
en als het regent gaan we terug in bed.
Uren langzaam wakker worden, liggend rug aan rug,
ik zie het licht door de gordijnen en ik weet:
dit ogenblik komt nooit meer terug.

En je kunt niets zeker weten
en alles gaat voorbij,
maar ik geloof,
ik geloof,
ik geloof
in jou en mij.

Ik doe de lichten uit en
de kamer wordt nu donker,
een straatlantaarn buiten
geeft wat licht
en de dingen in de kamer
worden vrienden die gaan slapen,
de stoelen staan te wachten
op 't ontbijt
en morgen word ik wakker
met de geur van brood en honing
en de glans van 't gouden zonlicht
in jouw haar
en de dingen in de kamer,
ik zeg ze welterusten,
vanavond gaan we slapen
en morgen zien we wel weer.
Maar de dingen in de kamer
zouden levenloze dingen zijn
zonder jou.

En je kunt niets zeker weten
en alles gaat voorbij,
maar ik geloof,
ik geloof,
ik geloof
in jou en mij.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email