transcriptie: Wim

De Buurt

Malle Babbe

auteur: Siska de Rijke/Bussum
geplaatst in: De Volkskrant/november 2000

In De Buurt schrijven lezers over het belang van hun woonomgeving. Zend uw bijdrage van 450 à 500 woorden aan: Redactie de Voorkant, De Volkskrant, Postbus 1002, 1000 BA Amsterdam. E-mailen kan ook: devoorkant@volkskrant.nl

Zesentwintig keer verhuisde ik en schuimde vervolgens straatjes af in nieuwe buurtjes. Alle buurten hebben er minimaal één. Een buurtkroegje. Zo'n café met een lage zoldering en een vieze wc. Ik heb er leren zuipen, biljarten, huilen, lachen. Sloot er vriendschappen voor het leven,vond en verloor liefdes. Hoorde en zag verhalen die in hun gruwelijke schoonheid op papier nooit te vangen zijn. Ik voerde zwaarmoedige gesprekken met vrienden en bekenden of stond uitgelaten op de bar met mij kont te zwaaien.
De magie, de ontmoetingen, de verhalen. Het licht, de muziek en het gevoel van onsterfelijkheid; de nacht was van ons, de zwarte engelen, en zou eeuwig duren. Het had een onweerstaanbare aantrekkingskracht, ondanks momenten van bezinning en beloften aan mezelf een leven vol rust en reinheid te gaan leiden. Als een zigeurin trok ik jaren van stad naar dorp, van huis naar huis, van kroeg naar kroeg.
Na de komst van mijn kind neem ik afstand van dat onstuimige zigeunermeisje, en begin aan het grote volgende avontuur: een veilige plek voor hem en mij. Ik hoef niets meer te zoeken, vind na mijn roerige meisjesjaren de rijpe, respectabele vrouw en moeder met eigen huis en baan. Maar ook zij heeft die drang naar magie; niet te stuiten schuimt het bloed weer in de buurtkroeg. De uitbater heeft schijt aan alle regels, moet regelmatig op het gemeentehuis komen omdat hij op een spontaan ontstane feestavond de muziek te hard had en veel te laat open is gebleven. Zijn gasten zijn kleurrijk, ondanks de grijze haren en buikjes, de verhalen kronkelen rauw en schoon, de muziek Hollands (*).
Ik sta weer op tafels met mijn kont te schudden. De mannen uit de buurt hebben lol aan de kaarttafel, mobiele telefoontjes rinkelen, melden dat het eten koud is. Ik til mijn rokken op en lach naar ze, ben opnieuw het kroegdier, rood en blond. En koester weer, na jaren, een kop beschonken en geil aan mijn borst. Ik wist het vanaf het moment dat hij tegen mij sprak en ik enkel ja kon zeggen. Ik vond een grote liefde. Een zielsverwand van mij borrelend in een hoekje van de bar. Het verschil is dat ik nu voel dat het tijd wordt om linten aan mijn rok te dragen, voordat ik zo rijp word dat ik eruit barst.
Tijd voor het laatste couplet van mijn favoriete kroeglied. Jammer dat hij getrouwd en bang voor de duivel is, ik inmiddels fatsioenlijk ben en dus in het donker alleen in slaap val, met een stil verlangen naar linten en witte bloemen.
Overdag zie ik de vrouwen uit de buurt, karretjes duwen vol gezond eten. Ze zien er beter uit dan ik. Rust en reinheid. Maar ik kan geen afscheid nemen van de schooiers en soldaten. Blijf geloven in illusies. Ik ben een geboren Malle Babbe.

Wim:

* Hollands, dat moet natuurlijk Nederlands zijn. Zucht.





Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email