bron: inlegvel De Razende Bol [LP]
transcriptie: Daniël

De Gulden Hoorn

The Golden Vanity

Daar was ereis een scheepje van het Noorderkwartier,
genaamd de Gulden Hoorn, dat voer zo ver van hier,
maar een Duinkerker kaper kreeg haar in 't vizier,

(refrein)
daar bij de Lage Landen,
daar bij het Noordzeestrand.

Het was het jongste maatje, dat tot den schipper zei:
'Wat zult ge aan mij schenken, wat schenkt gij er mij,
wanneer ik wil gaan zwemmen den Duinkerker langszij.

'Ik heb drie kisten zilver en goud in mijn kajuit,
en ook mijn jongste dochterken, dat krijgt gij er tot bruid,
wanneer gij wilt gaan zwemmen en redden onze schuit.'

't Jongmaatje toog zijn kleren uit, sprong dalijk toen in zee,
een scherpgeslepen avegaar, die nam hij met zich mee
om de Duinkerker kaper te zinken in de zee.

De kapers dronken brandewijn, ze dronken op de buit,
ze wierpen er een teerling, en geen van hen keek uit,
en vierentwintig gaten boorde 't maatje in hun schuit.

't Jongmaatje was zo moe en de eb die zoog hem mee,
al naar De Gulden Hoorn zwom hij door de hoge zee
en de Duinkerker kaper die lag er al benee.

De schipper hield zich liever niet aan zijn dure woord,
hij liet hem in de golven en nam hem niet aan boord,
hij deed als had hij nimmer iets gezegd of iets gehoord.

'O Schipper, ik zal doen, als ik bij de kaper dee,
een scherpgeslepen avegaar die nam ik met me mee,
dan zinkt de Gulden Hoorn al in de diepe zee!'

Toen kwam er onze konstabel, een oude varensgast,
die greep de boze schipper al bij zijn schouders vast,
'Wij zullen u doen hangen, al aan de grote mast!'

Ze haalden toen het maatje terstond het water uit,
hij kreeg goud en zilver en werd schipper van de schuit
en ook de jongste dochter, die kreeg hij tot zijn bruid,

daar voor de Lage Landen,
daar voor het Noordzeestrand.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email