bron: http://www.ijmuidercourant.nl

Gat

Het is voorbij. De steen kan weer op z'n plaats. Oneerbiedig gezegd: het gat kan dicht - de leegte blijft. We hebben het allemaal kunnen zien en horen en meebeleven. Ook hier, in Haarlem. Waar de diepe stem van 'Roelant die Groot' vanmiddag uit de toren van de Grote of St. Bavokerk heeft geklonken.

Ik was zelf niet in de stad, overigens. Maar ik ken het geluid, van 4 mei. Ik vraag me opnieuw af of de klank van de bourdon, als bestemd voor vroeger eeuwen, niet in het eigentijdse stadslawaai tenonder is gegaan.

Maar in gedachten was ik er wel degelijk. Op het Klokhuisplein. Of liever nog in de nu afgesloten Damstraat, bij café Koops. Starend naar de grijze Hollandse wolkenlucht boven ons eigen gat, het Gat van Enschedé.

Hoelang bestaat dat nu al? Ruim tien jaar. We weten al niet beter, we zijn eraan gewend geraakt.

Er is heel wat geschreven, gejammerd, vergaderd, gelamenteerd en geprotesteerd over het project en er zal nog oneindig veel langer over gejeremieerd en gedebatteerd worden, eer die open plek in het stadshart dicht is.

Ik zal het missen, dat gat. Dat mysterieuze vergezicht, die blik op de hemel door de seizoenen heen. Dat altijd veranderende licht. De verre bliksemlichtjes van vliegtuigen, hoog boven Spaarndam in de avondschemer. Vervelen doe ik me nooit, op het zomerse terrasje van Koops. Of 's winters binnen, aan het tafeltje voor het raam van wat ooit een brillenwinkel was. Merkwaardig, blijkbaar zit het begrip 'kijken' aan dat pand gebakken, als een lotsbestemming. 'Kijken en bekeken worden bij Koops!' Die slogan mag je van me hebben, Rolf.

Het uitzicht is ook op de begane grond, achter de vervaarlijke hekken met waarschuwingen inzake asbest en dergelijke, nooit hetzelfde. Er gebeurt van alles. Wat het allemaal voorstelt, weet ik niet. Ik ben terzake niet deskundig. Nu heeft het torentje van Teylers Museum weer een aparte witte muts op, als antwoord op de mannen in witte pakken die je soms in de verte ziet rondscharrelen. En sinds kort is er een interessante stalen toren verrezen, met schijnwerpers die in het donker de chaos verlichten, alsof er een griezelige film wordt opgenomen. Verleden week zaten we met z'n allen gebiologeerd te kijken hoe de wagen van een Duits bedrijf voor 'Geophysische Messungen' of iets dergelijks achter de hekken werd gemanoeuvreerd. Waarom dat in het donker moest? Als ze denken dat we niks door hebben, zitten ze er mooi naast. Dan hebben ze buiten de kijkers van Koops gerekend.

Wie zich niets aantrekken van alle afzettingen en hekken, zijn de eendjes, die ik af en toe snaterend zie rondzwemmen in het zwaar vervuilde water achter het traliewerk dat de Damstraat afsluit en waar een speelse geest een bordje 'Melden bij Havendienst' aan heeft bevestigd. Evenmin als de katten uit de buurt. Achter het hek begint het poezenparadijs, asbest of niet.

Katten gaan nu eenmaal hun gangetje. Niet gehinderd door enig protocol. Ze laten zich niet temmen.

Zou Claus van katten hebben gehouden, vraag ik me ineens af. Ik heb er nergens iets over kunnen vinden. Ach, nee. Vorstenhuizen hebben sinds oeroude tijden nu eenmaal meer met honden. Honden gehoorzamen en laten zich aan het lijntje houden, ten voorbeeld aan het lagere volk.

In gedachten zie ik Claus weer z'n stropdas af doen. Hij zal wel geen poes gehad hebben - het zal wel niet gemógen hebben van Hogerhand. Wat een kwaadaardig idee van mij.

Vaarwel, mijn prins. Slaap zacht. Ik hoop, nee, ik weet zeker dat er daarboven geen verschil meer gemaakt wordt tussen hondentrouw en kattenliefde.

15 okt 2002


 © Copyright 2002 IJmuider Courant. Alle rechten voorbehouden

Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email