bron: http://www.haarlemsdagblad.nl

Levi

Met sport heb ik helemaal niks. En al helemaal niet met wielrennen. Laat staan met de Tour. Goeiegodnogantoe, wat haat ik die jaarlijks terugkerende bezoeking. Zeker nu ik door omstandigheden nog niet met vakantie ben.

In de eerste plaats is iedere serieuze radiozender, om nog maar te zwijgen van de televisie, ermee vergiftigd. Als ik ook maar even aan het knopje van mijn wekkerradio zit, krijg ik onmiddellijk het bronstige geschreeuw van Sjak Sjappèl in mijn oor. En dan die aanblik van kwijlende monden op de tv. Of van mannenbillen. Bah.

Toch valt er dit seizoen een naam, die me ondanks mezelf een beetje doet glimlachen: Levi Leipheimer. Sommigen zeggen 'Lievaai', anderen weer 'Laivie', maar ik houd het op Levi.

Ik zal u uitleggen waarom. Een paar maanden geleden hoorde ik die naam voor het eerst vallen. In het café, waar anders. Mijn literaire broer Louis Ferron vertelde dat hij een hond had gekocht. Dat zal wel, dacht ik. Louis roept wel eens meer dat hij een dier gaat aanschaffen, een aap of zo.

Maar neen, het was heus waar. Louis had écht een hond gekocht, een soort van stabij naar ik begreep. Naam: Levi Leipheimer. Niemand in het café had ooit van Levi gehoord.

'Wat een rare naam!'

Het blijkt dus een Amerikaanse wielrenner te zijn. Want Louis houdt wèl van fietsen.

Niet iedereen vond het een leuke naam. Een vriendin van mij, wier zoon Levi heet, maakte ernstig bezwaar. En ik bleef vage twijfel koesteren aan het bestaan van Levi de literaire viervoeter.

Maar inmiddels weet ik beter. Ik heb hem zelf gezien. Het is een jolig dier, jong en levenslustig. Alleen de ravage die Levi Leipheimer aanrichtte in het piepkleine tuintje van de befaamde letterkundige, deed inderdaad denken aan een zeer gecompliceerde valpartij in de Franse Alpen.

Ook het gezag dat Louis en zijn vrouw trachtten uit te oefenen over de jonge sportieveling had nauwelijks enig succes.

Met afgrijzen keken we naar de heldendaden van Levi, die ondanks vermanende woorden telkens olijk uit een ander, door hemzelf gegraven gat opdook, met wéér een daags tevoren liefdevol gepoot plantje in de bek.

Lilian Ferron vertelde op innige toon wat de jonge sportman zoal had aangericht sedert zijn intrede. Aangezien Levi tot een hondenras behoort dat gefokt is om uit de lucht geschoten eenden te bergen, begeeft hij zich meteen te water, als hij dat ziet. Alle water is goed. Wee degene die hem toevallig aan de lijn heeft. Als u in de buurt van het Ramplaankwartier een met groen wier behangen engerd op de wal ziet kruipen, bel dan niet meteen 112. Het kan Louis zijn. Of anders is het Jaap S. wel. Met een beetje geluk gaat u zelf ook nog de plomp in, als u hulp tracht te bieden.

Wie er in ieder geval bovenmatig lol in heeft, is uiteraard Levi Leipheimer himself. Van gele, of van bolletjestruien is in dit verhaal natuurlijk helemaal geen sprake. Van doorweekte kleding wel.

Goed, het is voor mij nog even doorzetten. Zij het niet op de fiets.

Nog even afzien, dan zit die verdomde Tour er weer op.

Voor mij, dan wel te verstaan.

Niet voor Levi.

Die wint van iedereen!

16 jul 2002


 © Copyright 2002 Haarlems Dagblad. Alle rechten voorbehouden

Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email