bron: http://www.haarlemsdagblad.nl

Oorzaak

De schrijfster Nelleke Noordervliet, gisteren in de Volkskrant, over Bin Laden: 'Het gelaat dat ons aankijkt is zachtaardig. Bruine, lankmoedige ogen. Hij draagt het leed van de wereld. Zo zou Jezus eruit hebben kunnen zien.' Gelukkig, dacht ik. Ik ben niet de enige die gek is. Er viel een last van mijn schouders.


Toen ik klein was, had ik iets dat andere kinderen niet kenden: ik had een Oma Boven. Mijn ouders hadden haar tijdens de oorlog in huis genomen. Oma - de moeder van mijn moeder - beschouwde mij als haar oogappel en nam mij steevast in bescherming als ik op mijn donder kreeg. Haar hele leven had ze in allerlei wonderlijk geurende kastjes en doosjes om zich heen verzameld. Niemand mocht ergens aankomen. Behalve ik. Ik pakte al die weemoedige, volstrekt raadselachtige overblijfselen van haar verloren dromen uit om mee te spelen.

Mijn grootmoeder moet op middelbare leeftijd een eenzame vrouw zijn geweest - die om welke reden dan ook verliefd werd op de Amerikaanse filmster Rudolph Valentino, die de hoofdrol speelde in de destijds nog stomme film 'The White Sheik'. Letterlijk de prins op het witte paard, dus. Valentino, een nogal pafferig ogende jongen van Italiaanse afkomst, had het ongeluk kort daarna te overlijden. Tot op de dag van vandaag, aldus de Hollywoodlegende, worden er van tijd tot tijd verse bloemen op zijn graf gelegd. Door onbekende, liefst gesluierde dames. Die moeten dan inmiddels wel onwaarschijnlijk oud zijn.

Zo bont kon mijn grootmoeder het niet maken. Maar ze omgaf zich met een enorme hoeveelheid snuisterijen die iets met Arabieren te maken hadden. En ze verzamelde mooie dikke boeken met bevlogen titels als 'Avonturen in Arabië'. Daar groeide ik dus tussen op, daar speelde ik mee en al die boeken, geschreven door romantische Engelse warhoofden, verslond ik later ook.

Daarnaast was Oma lid van een kerkgenootschap dat haar regelmatig stichtelijke brochures toezond. Die behoorden, samen met foto's van de witte sjeik samengebonden tot bundeltjes met een lintje eromheen, ook tot Oma's geheime schatten. Waarop ik tot de conclusie kwam dat Jezus ook een Arabier was. De prachtige platen in de jeugdbijbel van W. G. van der Hulst bevestigden dat beeld. En aangezien de bijbelse geschiedenis zich ongeveer in dezelfde streken afspeelde als de rest van Oma's bedoeïnenromantiek, vond ik dat allemaal vanzelfsprekend. Zo ben ik dus, als kind van niet-kerkelijke ouders, op wonderbaarlijke wijze met het geloof in aanraking gekomen.

Het is allemaal nooit meer over gegaan. Toen ik verleden week de beelden zag van het interview met Bin Laden, dacht ik onmiddellijk hetzelfde als Nelleke Noordervliet. Als Osama Bin Laden inderdaad degene is die hij voorgeeft te zijn en gedaan heeft waar de Amerikanen hem van beschuldigen - dan staat de wereld nog het één en ander te wachten.

Het is wel een opmerkelijk kronkelige weg, van een Amerikaanse filmster uit de jaren twintig, via mijn grootmoeder naar een hedendaagse terroristenleider. Waarom heb ik dat allemaal opgeschreven? De hele week heb ik moeten horen dat ik me in deze column maar beter tot Haarlem kon beperken, in plaats van met citaten uit de Koran aan te komen. Maar Haarlem is ook een deel van deze bedreigde wereld. Zélfs Haarlem. En het lukt me niet om dat zomaar te laten rusten.

dinsdag, 25-09-2001 14:31


 (c) Copyright 2001 Haarlems Dagblad.

Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email