- bron: http://www.haarlemsdagblad.nl
Bladerend in het logboek van mijn goede schip kwam ik ineens een avontuur tegen
dat zich verleden jaar heeft afgespeeld. Ik voer van Spaarndam naar Haarlem, teneinde
drinkwater in te nemen bij het Havenkantoor en gasolie bij het bunkerstation van
Arthur Velu aan de Hooimarkt. Ja, ik wéét wat u denkt, maar het was echt 'blanke'
diesel. Geen rooie.
Ik herinner me die dag heel goed. Mooi, warm en toch erg Hollands weer, met grote
zeventiende-eeuwse stapelwolken. Achter Arthur z'n olieboot lag tot mijn verbazing
een groot plat vaartuig gemeerd, dat in een vorig leven bedoeld was geweest als
Amsterdamse Afvalschuit. Die S en die R met die drie kruisjes stonden er nog op.
Twee keer zo breed als mijn schip en anderhalf keer zo lang. Met weinig geld en
veel liefde omgeknutseld tot iets dat het midden hield tussen een vakantiewoning
en een landingsvaartuig.
Aan dek krioelde een aantal kinderen rond. Voornamelijk kleine meisjes, te weinig
in leeftijd schelend om tot één gezin te behoren. De schipper van dit alles was
een grote man van een jaar of vijfenveertig, met ogen die een lief en absoluut
eerlijk karakter verrieden. Naast hem zijn vrouw, zo mogelijk nog liever, met
aandoenlijke vlechten. Niet mooi, maar een mens om lief te hebben. Geloof me,
bedoel dit niet sarcastisch.
Of ik ze wilde slepen. Naar de Mooie Nel, naar hun vakantieplekje. Ze lagen daar
al twee dagen, midden in Haarlem achter Velu z'n boot en tot nu toe wilde niemand
ze helpen. Want de motor was stuk. Of de brandstofpomp, of zo. Het was geen probleem
voor het goede schip. Ik verordonneerde een paar autobanden voor hun kop en sleepte
het gebeuren dat 'm.s. Olifant' bleek te heten, op gekruiste touwen door de Spoorbrug
en de Prinsenbrug en de Waarderbrug heen - tot aan hun plekje in het riet bij
de rioolwaterzuiveringsinstallatie aan de Mooie Nel.
Wat ik er voor moest hebben, vroegen ze besmuikt. Beerenburg? Nee, dat hadden
ze niet. Eigengemaakte vlierbessenwijn dan? Een kopje kruidenthee? Mag ik niet
hebben van de dokter, zei ik. Ik zwaaide nog een keer naar ze en alle lieve kleine
meisjes zwaaiden terug.
Pas toen drong tot me door wat er aan die motor of brandstofpomp van ze in wezen
mankeerde: het waren ontzettend lieve mensen, maar ze hadden geen gulden te makken.
Dat was het probleem. Ze hadden daar al twee dagen liggen te tobben, midden in
Haarlem, bijna de Nieuw Gracht versperrend. Naast Arthur, die er ook niks aan
kon doen. Ja, dan moet je maar niet gaan rondvaren met een ongeorganiseerd dinges
ter grootte van een halve tennisbaan, waarvan de tjakkerdeplof, zijnde een ondeskundig
ingebouwde vrachtwagenmotor, het natuurlijk af laat weten.
Dertig jaar geleden togen mijn eerste vrouw Astrid en ik, beiden stralend jong
en niet gehinderd door enige ervaring, met de geheel verroeste UK 114 de wateren
op. En werden daar enige malen in totale paniek vanaf gehaald. Alles ging stuk,
van niks begrepen we iets. En wat het ergste was: we hadden nooit geld! Van onze
weliswaar niet onbemiddelde, maar zuinig aangelegde ouders was niets te verwachten
- we wilden niet luisteren, dus moesten we maar voelen.
En steeds als de nood het hoogst was, daagden er ineens reddende engelen op uit
de nevelen rond het IJsselmeer, of uit de diepten van het Haarlemse Rozenprieël,
of zomaar uit de verre verten. Geen snelle jongens met grote jachten. Deftige
mensen, die een beetje eigenaardig waren en mooie klassieke scheepjes bevoeren
of rare achterafbedrijfjes hadden. Die ons in krakkemikkige auto's rondsleepten
tot diep in de binnenlanden van West-Friesland, in een vergeefse poging geheel
verouderde motoronderdelen te doen vervangen door een oud mannetje dat ze kenden.
Terwijl ik er al achter was dat we een kat in de zak gekocht hadden: een roestig
kottertje, voortgestuwd door een totaal opgestookte dieselmotor uit 1957.
Derhalve, begrijpt u, voelde ik mij verplicht het m.s. Olifant onmiddellijk te
hulp te schieten.
"(c) 2000 Haarlems Dagblad" [(c) 2001 Haarlems Dagblad]
Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.