- bron: http://www.haarlemsdagblad.nl
Hoelang geleden was het dat ik in het Heemsteedse wandelbos Groenendaal
rondliep? Suffig probeerde ik mijn geheugen op orde te krijgen. Heel
lang geleden, dat in ieder geval. Ik was een jaar of twintig, of zoiets.
Daarna heb ik er niets meer te zoeken gehad. Daarvoor wel; toen ik een
kleine jongen was, in de winter van 1952. Toen het sneeuwde. En later,
toen ik van mijn ouders zo nodig op tennisles moest. Tennissen heb ik
nooit geleerd. Wel pijnlijk en hopeloos verliefd worden op een meisje
dat drie jaar ouder was dan ik en dus onbereikbaar. Ze woonde vlakbij,
op de Herfstlaan. Tegenover de ingang van de Algemene Begraafplaats.
Vanwaar ik verleden week maandag dus op weg was naar het gezegde
Groenendaal. Nadat we de laatste overlevende van mijn vaders
strijkkwartet, de violist Jan Hesmerg, daar begraven hadden. Nog geen
vijftig meter van mijn vader, mijn moeder en mijn oma vandaan.
Jan Hesmerg, voor mij als kind 'Oom Jan', die de broer was van
Frans Hesmerg, later mijn leraar Nederlands en nog later mijn vriend en
mentor. Maar dat alles is nu ook al lang geleden - ik leef nu, in het
heden van 2001. En dat is veel later dan toen.
Er was zo te zien niets veranderd aan Groenendaal. Het Molentje, het
beeld aan het einde van de Vrijheidsdreef, het lag daar allemaal
onaangeraakt. Alleen de roodwitte linten en de bordjes met 'Mond en
Klauwzeer!', waardoor de hertenkamp en de kinderboerderij waren
afgesloten, zodat iedereen noodzakelijkerwijze midden op de weg moest
gaan lopen. Die waren er destijds niet.
Ergens in mijn herinnering spookte iets rond: hoe ik ooit, nog bij mijn
ouders thuis wonende, een zeer minderjarig meisje achterop mijn brommer
hierheen had gesleept, in het holst van de nacht nog wel, teneinde haar
in het struweel te willen bezitten. Hetgeen voorkomen werd door die ene
politieauto die Heemstede destijds rijk was. Ik voel nog de bundel van
dat zoeklicht over mijn billen scheren. Ooit wel eens tien meter
getijgerd door de brandnetels, met uw broek op uw knieën? Als dat geen
romantiek is! Heerlijk, heerlijk!
Tijdens het condoleren in Restaurant Groenendaal kwam ik een aantal
mensen tegen die ik, drie maanden eerder ook op mijn vaders uitvaart
had gezien. En ik omhelsde Jan Hesmergs dochter, de fluitiste.
Renée Hesmerg. Ooit, in de vorige eeuw, de geheime liefde van Boudewijn
en mij. Op de Crayenesterschool. Niet dat wij dat destijds van elkaar
wisten. Renée wist het evenmin. Kijk, dat was pas liefde. Daar was geen
politieauto voor nodig.
Na die begrafenis was ik nog even in het, nu bijna geheel lege,
ouderlijk huis. En overhandigde daar een deel van de nalatenschap aan
twee goede vrienden. Mijn vaders bladmuziek, zijn vioolstandaard. Zijn
metronoom. Niet zo'n eng modern piepding, maar een echte, die je op moet
winden en die tik-tak zegt. En mijn moeders viool. Net dat ik mijn
moeder ooit viool heb horen of zien spelen. Maar in 1937, toen ze elkaar
pas kenden en verliefd waren, wilde zij natuurlijk ook... Het was maar
een eenvoudig, in Mittenwald vervaardigd fabrieksviooltje. Zo'n
vijfenzestig jaar heeft het ergens in huis rondgeslingerd. Pas na mijn
vaders dood ontdekte ik, dat hij het instrument zorgvuldig had doen
restaureren.
Ik heb de viool aan de dochter van de cellist van mijn vaders
strijkkwartet geschonken, die ook viool speelt. Zo blijft alles toch nog
enigszins bij elkaar. En ik kreeg er iets voor terug: zes verse eitjes,
gelegd door de kippen op Elswout. Waarvan akte.
's Avonds lag ik lang wakker, kon de slaap niet vatten. En half dromend,
werd ik ineens weer tien jaar. En hoorde beneden, in de achterkamer,
mijn vaders strijkkwartet. Af en toe speelden ze samen met een pianist:
Schuberts Forellenquintet. En ik sluimerde in, luisterend naar het
vertrouwde brommen van 'Oom' John de Jong Schouwenburg zijn
cello.
'In einem Bächlein helle,/Da schoss in froher Eil/Die launische
Forelle/Vorüber wie ein Pfeil'. Ik werd wakker en luisterde naar de
stilte van het nu. Alleen, in mijn eigen huis. Dat ik me nu pas, na
zesenvijftig jaar, echt eenzaam voelde. Wat een luxe. Waar had ik het
aan verdiend.
"(c) 2000 Haarlems Dagblad" [(c) 2001 Haarlems Dagblad]
Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.