bron: http://www.haarlemsdagblad.nl

Kippen

Geachte mevrouw Mimi Rietdijk. Wat een eer om naar aanleiding van mijn column zo'n mooie Open Brief in deze krant te mogen lezen. Betreffende de verwilderde stadskippen in Schalkwijk.

Maar, mevrouw Rietdijk! Ik begrijp best dat u zich, als inwoonster van dat deel van Haarlem, gegriefd voelt door mijn wat ruwe aanpak van uw leefomgeving. Echter, ik blijf van mening dat de aanwezigheid van de scharrelkippen ter plaatse niet een dergelijke bedreiging van vrede en veiligheid vormde dat er moest worden ingegrepen alsof het mond-en-klauwzeer betrof. Dus om het juridisch uit te drukken: ik persisteer.

Kijk, ik geloof u onmiddellijk als u stelt dat er ook in Schalkwijk plekken zijn waar van alles leeft en groeit en altijd weer boeit - dat weet ik ook wel. Maar die zijn ver van de door mij geschetste gruwelijke lokatie. Daarmee komt het nooit meer goed, gelooft u mij. (Tussen het verschijnen van mijn column en uw ingezonden brief in kopte deze krant: 'Kamermeisje Aangerand Door Marokkaanse Voetballers'. Of had dat iets te maken met het motto van de Boekenweek?)

Zoals ik schreef, ben ik opgegroeid in allerlei buurten met kraaiende hanen. En met het stille, bekommerlijke getokkel van kippen in buurmans tuin. Een dromerig, zomers geluid. Met het hanengekraai hadden ook in mijn jeugd wel eens mensen enige moeite. En als klein jongetje had ik helemaal niets met hanen, zeker niet met die grote, die bij de Ruïne van Brederode rondliep en bijna tot mijn middel kwam. Hanen zijn en blijven nu eenmaal intens domme mannetjesdieren, die alles en iedereen in de buurt van hun vrouwvolk te lijf gaan, zonder acht te slaan op biologische grenzen.

De haan van onze buren vergreep zich, lang geleden, eens aan de jongste dochter des huizes. En stond de volgende dag gebraden op tafel. Dat had tot gevolg dat zijn weduwen elkaars achterste kaal begonnen te pikken. Mijn vriendje en ik hadden de taak om, tegen een geringe vergoeding, de dames hun reet in te smeren met een soort teerzalf. Nu ik dit opschrijf ruik ik die penetrante lucht weer. Dus het was destijds ook niet allemaal zo idyllisch als het lijkt.

Ik herinner me overigens geen kippen die opgesloten waren in een te klein kippenhokje in een stadsachtertuin. Onze buren hadden een lange kippenren. Maar dat is ook al weer zo'n woord waar kinderen van nu geen raad meer mee weten, vrees ik. En zouden ze nog begrijpen waar het woord 'kippengaas' vandaan komt? Nee, met een 'kip-met-vijf-poten, kant en klaar in braadzak', heeft dat niets uitstaande.

Ach, mevrouw Rietdijk. Wij ontlopen elkaar niet zoveel, qua romantische gevoelens over de natuur en de naderende lente. En wat de politiek betreft: is het niet uitermate ironisch dat onze kleine pennenstrijd samenviel met het PvdA-congres. Dat zo onweerstaanbaar veel aan een heel groot kippenhok deed denken? Waarbij aangetekend kan worden, dat er een haan als voorzitter uit de bus kwam en de kip werd weggestemd. Ooit begonnen de uitzendingen van de VARA met het trotse kraaien van een echte haan. Die is inmiddels ook in de pan gegaan, samen met de Arbeiders Radio Amateurs.

En hoe heet degene die tenslotte victorie kraaide op het congres?

Kok.

What's in a name, zullen we maar zeggen.


 "(c) 2000 Haarlems Dagblad" [(c) 2001 Haarlems Dagblad]

Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email