bron: http://www.haarlemsdagblad.nl

Zauberflöte

Eindelijk zijn we van het poldermodel verlost. Nadat iedereen zich jarenlang heeft doodverveeld bij al die slaapverwekkende compromissen, in goed overleg en achter gesloten deuren bereikt, stort het gehele land zich verlekkerd in een groot schuimend bubbelbad. Zonder dat het kwaad kan, want het probleem is niet écht; het is net zo denkbeeldig als een voetbalwedstrijd: het betreft namelijk ons vorstenhuis. Er loopt meteen een kloof door de Nederlandse samenleving heen, van onder tot boven voor zover ons vlakke land dat soort hoogteverschillen kent.

Ik heb lang geaarzeld of ik me nu wel of niet bij het gros van mijn collega’s aan zou sluiten en ook maar een stukje over Willem Alexander en Máxima zou schrijven ik voelde er aanvankelijk niets voor. Ik kan me er namelijk niet over opwinden. Ik herinner me als de dag van gisteren het huwelijk van Beatrix en Claus, de lange hete zomer, de rookbom en de Gouden Koets, enz. Om nog maar te zwijgen van de rellen bij de inhuldiging van de koningin in 1980, enz., enz., enz. In mijn omgeving loopt een aantal ouwe mannen rond dat destijds óók jong is geweest en dat nog steeds tracht te zijn door zich als ’republikeins’ voor te doen. Af en toe zie ik er wel eentje terug op de televisie. Waar blijft de tijd, denk ik dan. Dat ik inmiddels Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw ben en die anderen nog lang niet, dat kan ik ook niet helpen. Goed, dat alles terzijde.

De reden dat ik me toch op het onderwerp stort is dat ik ineens besefte dat ik het verhaal van de Prins en de beeldschone Dame van mindere komaf al lang ken want in dezelfde tijd dat ik in een spijkerpak door Amsterdam holde, meer gedreven door mijn eigen hormonen dan door politiek bewustzijn overigens, draaide ik thuis bij mijn ouders hun klassieke langspeelplaten grijs. In het geniep natuurlijk, want ik kon er toch moeilijk in het openbaar voor uitkomen dat ik eerder uit mijn dak ging van ’Die Zauberflöte’ van Mozart dan van Bob Dylan. Het is altijd mijn lievelingsmuziek gebleven en dat terwijl ik destijds mijn eerste liedje nog moest schrijven.

De monarchie is een sprookje. Zoveel is zeker. Goed, dan zullen we dat sprookje ook hebben: het verschil tussen Mozarts ’Grosse Oper in zwei Akten’ uit 1791 en het verhaal van Willem Alexander en Máxima is alleen hierin gelegen, dat het meisje ditmaal niet een foute moeder heeft de schrikwekkende ’Königin der Nacht’ maar een foute vader. De rest is ongeveer hetzelfde. De reacties na de première ook. De critici vonden er destijds geen bal aan, noch in Oostenrijk, noch in Duitsland en even later in Nederland al evenmin. Dat de arme Mozart, teleurgesteld omdat zijn tijdgenoten evenmin iets aan zijn serieuze opera’s vonden, zich dan maar een paar weken voor zijn dood in de armen had geworpen van Emanuel Schikaneder, een soort van zingende Joop van der Ende, daar hadden de verwende Weense operaliefhebbers geen boodschap aan. Geen wonder dat Mozart op zijn beurt schijt had aan alle hoogdravendheid en zogeheten goede smaak en zijn goddelijke talent leende aan een totaal chaotisch, New Age achtig lariestuk met veel ’speciale effecten’, voor zover ze die in destijds in een met kaarsen verlicht theater dan konden maken.

Dus wees gerust: alles loopt goed af. De ’sternflammende Königin’ zakt aan het einde met een rauwe gil in het toneel weg en het jonge paar sluit elkander in de armen. Hoe ze dat met Pa Máxima op gaan lossen, weet ik ook niet. Als de muziek maar mooi is.

’Es siegte die Stärke und krönet zum Lohn

Die Schönheit und Weisheit mit ewiger Kron!’

En dat onze kroonprins en zijn bruid eerder aan Papageno en Papagena doen denken dan aan Tamino en Pamina dat past toch precies in ons democratisch polderland?


 "(c) 2000 Haarlems Dagblad" [(c) 2001 Haarlems Dagblad]

Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email