Geen visserbruiloft in Enkhuizen gaat voorbij zonder de
Zuiderzeeballade.
Muzikanten die het lied niet in de vingers hebben, kunnen bij
die feesten beter thuisblijven. Bijna veertig jaar na het
uitbrengen van de plaat jammert de accordeon nog als vanouds
om het verloren brakke water. En vooral: om die blonde jongen
vooraan bij de fokkeschoot.
Oetze Verschoor was veertien jaar toen hij 'opa' Sylvain Poons
toezong over de foto op zolder. "De tekst kreeg ik pas bij de
opnamen te zien. Na vijf uur stond het erop. Ooit geweten dat
de ode aan de golven bijna gelijktijdig door twee
concurrerende duo's op de plaat is gezet?
Niemand hoefde tekstschrijver Willy van Hemert te vertellen waar Nederland van hield. Wat Van Hemert maakte, trok altijd een miljoenenpubliek. Uit zijn pen vloeiden liedjes als 'Net als toen' en 'Een beetje' waarmee Corrie Brokken en Teddy Scholten in 1957 en 1959 het Eurovisie Songfestival wonnen. Later regisseerde Van Hemert televisieseries als 'De Kleine Waarheid' (met onder meer Sylvain Poons), 'Bartje' en 'Dagboek van een Herdershond': allemaal succesnummers.
Goud
Dat hij met de Zuiderzeeballade
ook goud in handen had, bleek uit de haast waarmee twee concurrerende
duo's het lied op de plaat zetten. "Omdat ook Godert van Colmjon het
nummer in handen had, moest het allemaal snel gebeuren," weet Oetze
Verschoor nog. Hij was destijds een jochie van veertien uit
IJmuiden die bij de radio een liedje had gezongen. Omdat zijn
vader in die tijd beroepsmuzikant was, zat de kleine Verschoor
dicht bij het vuur. Met het nummer 'Kleine Gouden Zonnestraal'
was zijn stem zelfs al op de plaat verschenen, waardoor hij al
een beetje de Jantje Smit van zijn tijd was. 'Opa' Sylvain
Poons had in die jaren een gevestigde naam in het amusement.
Hij acteerde en zong emotionele liedjes over de Amsterdamse
jodenbuurt van voor de oorlog.
Verschoor: "Voor de opname van de Zuiderzeeballade ben ik op een zondagochtend met mijn vader in de trein naar Amsterdam gestapt. Daar zaten Sylvain Poons en een stel ervaren muzikanten in een kerk klaar met de tekst en de muziek. Eigenlijk had ik geen idee wat me daar allemaal te wachten stond, maar deed ik gewoon maar wat van me werd verwacht. We begonnen om tien uur. Om drie uur 's middags waren de Zuiderzeeballade en het orgelliedje dat op de b-kant staat, opgenomen. Er kwam nog snel een fotograaf om een promotieplaatje te schieten en dat was het."
"Optreden hebben we samen nooit gedaan. Alleen twee keer een televisie-opname, maar dat was alweer een paar jaar nadat we de single hadden ingezongen. Toen had ik al de baard in de keel, dus we stonden voor de camera te playbacken."
Concurrentie
Hun Zuiderzee-versie won het met vlag en wimpel van de
concurrentie. "Waarom is me nog steeds een raadsel," moppert
de 'verslagen' Godert van Colmjon bijna veertig jaar na dato.
"Want onze versie was als eerste uit en die was eigenlijk veel
sterker. Er zat meer gevoel in. En ik zong stukken beter dan
Oetze Verschoor." De troostprijs is dat Van Colmjon niet
helemaal anoniem de geschiedenis ingaat: als een van de
Butterflies had hij (voor de
Zuiderzeeballade) al een
hitje met 'Willem wordt wakker'. "Dat liedje is ook nog heel
bekend, hoor."
Sylvain Poons overleed op 26 november 1985 als ridder in de
orde van Oranje-Nassau. Hij werd 89 jaar. "Ik heb hem alleen
nog bij interviews ontmoet," vertelt Oetze Verschoor. Zelf is
de jongenssopraan van toen inmiddels 53 jaar. Hij werd vader
van twee muzikale dochters. De kost verdient hij als
afdelingshoofd bij een technisch bedrijf in Brabant, waar hij
ook woont. In 1980 nam hij nog een langspeelplaat op, waarop
onder meer het nummer 'Mijn IJsselmeer' prijkt, maar het werd
niet het succes dat hij ervan verwachtte.
Nooit kwam er een tweede gouden plaat naast glimmende schijf
van de Zuiderzeeballade
die bij hem in de kamer hangt. Maar de band met het water is er
nog steeds. "Ik heb een antiek kruisertje op de plassen bij
Roernond. Varen is mijn lust en mijn leven. Als ik vrije dagen
heb, ga ik er vaak mee richting Noord-Holland voor een tochtje
langs de IJsselmeerhavens.
Ophef
"Als ik terugkijk op alle ophef rond de
Zuiderzeeballade zie
ik plus- en minpunten. Het minpunt is dat het succes niet het
vervolg kreeg dat ik er van had gehoopt. Want als kind leefde
ik echt in de verwachting dat ik het als zanger helemaal zou
maken. Een pluspunt is dat ik in mijn jeugd toch kansen kreeg
die voor en ander niet waren weggelegd. En nog altijd krijg ik
leuke reacties als ik me aan nieuwe mensen voorstel. "Oetze
Verschoor?" zeggen ze "Toch niet dé Oetze Verschoor?
Ja, dus."
Een ander pluspunt zijn de centjes. Sinds een paar jaar
krijgen vertolkers van liedjes een bijdrage voor iedere keer
dat hun lied in het openbaar wordt gedraaid. "Dat loopt niet
in de grote bedragen, hoor. Maar ik kan er eens per jaar een
keer lekker van eten."
Hardop mijmert hij over 'zijn' Zuiderzee. En dan wordt de
zanger zowaar een beetje activist. Opeens maakt de gouden stem
een harde vuist om het water te beschermen. "Nog meer
inpoldering zou in en in triest zijn. Laten ze dat laatste
stukje water alsjeblieft open houden."
Op dit punt kreeg Verschoor steun van tekstschrijver Lennaert Nijgh
die de Zuiderzeeballade ooit
herschreef als Markerwaardballade.
'Eens ging de zee hier tekeer, maar nu hoor je wel meer. Een
Jumbojet komt gierend omlaag. Waar eens de golven het land bedolven,
ligt nu een bulderbaan, dank zij Den Haag. Opa en die kerncentrale,
ginder bij het Ketelmeer? Ja die had wat kinderkwalen en nou zijn
er geen vissies meer.'
Nee, van het IJsselmeer moeten ze afblijven, vinden ook de
Enkhuizer vissers. Voor het varende volkje houdt de
Zuiderzeeballade daarom altijd
een extra bijklank. "Het is een klassieker voor de visserij," zegt
palingvisser Boet Mantel van de EH4 uit de haringstad. "Pure nostalgie."
En bij de vissersfamilie Lub in Enkhuizen ligt het plaatje nog steeds
bij de pick up. Mevrouw Lub: "Als er maar half een feestje is, draaien
we het. En bij elke bruiloft is het een vast verzoeknummer aan de
muzikanten."
De Zuiderzeeballade in de uitvoering van Oetze Verschoor en Sylvain Poons verscheen in 1959 bij Molen Muziek Holland onder het Omega-Label. Tekst: Willy van Hemert, muziek: Joop de Leur. Het lied bereikte in februari 1962 de 18e plaats van de Top veertig en bleef vier maanden in de hitlijst genoteerd staan. Bronnen: HitDossier en de archieven van Hans Beets, Karel Beckmans en Wim van der Mark.
|
|