transcriptie: Wim

Zuiderzeeballade met de bijklank
van protest tegen inpoldering

auteur: Jan Vriend
geplaatst in: Noordhollands Dagblad/augustus 1998
in het kader van 'Over plaats en plaat'

De bekendste regels kennen we meestal wel. Maar hoe ging dat ene oude liedje nou precies? In de rubriek 'Over plaats en plaat' komt op donderdag en zaterdag een Nederlandstalig lied aan bod waarvan de tekst melding maakt van een stad of een dorp in Noord-Holland. Vandaag aflevering zes, waarin we een beetje smokkelen. In de Zuiderzeeballade (1959) wordt namelijk geen plaats in onze provincie genoemd. Maar het gaat wel over 'onze' Zuiderzee.

Geen visserbruiloft in Enkhuizen gaat voorbij zonder de Zuiderzeeballade. Muzikanten die het lied niet in de vingers hebben, kunnen bij die feesten beter thuisblijven. Bijna veertig jaar na het uitbrengen van de plaat jammert de accordeon nog als vanouds om het verloren brakke water. En vooral: om die blonde jongen vooraan bij de fokkeschoot.
Oetze Verschoor was veertien jaar toen hij 'opa' Sylvain Poons toezong over de foto op zolder. "De tekst kreeg ik pas bij de opnamen te zien. Na vijf uur stond het erop. Ooit geweten dat de ode aan de golven bijna gelijktijdig door twee concurrerende duo's op de plaat is gezet?

Niemand hoefde tekstschrijver Willy van Hemert te vertellen waar Nederland van hield. Wat Van Hemert maakte, trok altijd een miljoenenpubliek. Uit zijn pen vloeiden liedjes als 'Net als toen' en 'Een beetje' waarmee Corrie Brokken en Teddy Scholten in 1957 en 1959 het Eurovisie Songfestival wonnen. Later regisseerde Van Hemert televisieseries als 'De Kleine Waarheid' (met onder meer Sylvain Poons), 'Bartje' en 'Dagboek van een Herdershond': allemaal succesnummers.

Goud
Dat hij met de Zuiderzeeballade ook goud in handen had, bleek uit de haast waarmee twee concurrerende duo's het lied op de plaat zetten. "Omdat ook Godert van Colmjon het nummer in handen had, moest het allemaal snel gebeuren," weet Oetze Verschoor nog. Hij was destijds een jochie van veertien uit IJmuiden die bij de radio een liedje had gezongen. Omdat zijn vader in die tijd beroepsmuzikant was, zat de kleine Verschoor dicht bij het vuur. Met het nummer 'Kleine Gouden Zonnestraal' was zijn stem zelfs al op de plaat verschenen, waardoor hij al een beetje de Jantje Smit van zijn tijd was. 'Opa' Sylvain Poons had in die jaren een gevestigde naam in het amusement. Hij acteerde en zong emotionele liedjes over de Amsterdamse jodenbuurt van voor de oorlog.

Verschoor: "Voor de opname van de Zuiderzeeballade ben ik op een zondagochtend met mijn vader in de trein naar Amsterdam gestapt. Daar zaten Sylvain Poons en een stel ervaren muzikanten in een kerk klaar met de tekst en de muziek. Eigenlijk had ik geen idee wat me daar allemaal te wachten stond, maar deed ik gewoon maar wat van me werd verwacht. We begonnen om tien uur. Om drie uur 's middags waren de Zuiderzeeballade en het orgelliedje dat op de b-kant staat, opgenomen. Er kwam nog snel een fotograaf om een promotieplaatje te schieten en dat was het."

"Optreden hebben we samen nooit gedaan. Alleen twee keer een televisie-opname, maar dat was alweer een paar jaar nadat we de single hadden ingezongen. Toen had ik al de baard in de keel, dus we stonden voor de camera te playbacken."

Concurrentie
Hun Zuiderzee-versie won het met vlag en wimpel van de concurrentie. "Waarom is me nog steeds een raadsel," moppert de 'verslagen' Godert van Colmjon bijna veertig jaar na dato. "Want onze versie was als eerste uit en die was eigenlijk veel sterker. Er zat meer gevoel in. En ik zong stukken beter dan Oetze Verschoor." De troostprijs is dat Van Colmjon niet helemaal anoniem de geschiedenis ingaat: als een van de Butterflies had hij (voor de Zuiderzeeballade) al een hitje met 'Willem wordt wakker'. "Dat liedje is ook nog heel bekend, hoor."

Sylvain Poons overleed op 26 november 1985 als ridder in de orde van Oranje-Nassau. Hij werd 89 jaar. "Ik heb hem alleen nog bij interviews ontmoet," vertelt Oetze Verschoor. Zelf is de jongenssopraan van toen inmiddels 53 jaar. Hij werd vader van twee muzikale dochters. De kost verdient hij als afdelingshoofd bij een technisch bedrijf in Brabant, waar hij ook woont. In 1980 nam hij nog een langspeelplaat op, waarop onder meer het nummer 'Mijn IJsselmeer' prijkt, maar het werd niet het succes dat hij ervan verwachtte.
Nooit kwam er een tweede gouden plaat naast glimmende schijf van de Zuiderzeeballade die bij hem in de kamer hangt. Maar de band met het water is er nog steeds. "Ik heb een antiek kruisertje op de plassen bij Roernond. Varen is mijn lust en mijn leven. Als ik vrije dagen heb, ga ik er vaak mee richting Noord-Holland voor een tochtje langs de IJsselmeerhavens.

Ophef
"Als ik terugkijk op alle ophef rond de Zuiderzeeballade zie ik plus- en minpunten. Het minpunt is dat het succes niet het vervolg kreeg dat ik er van had gehoopt. Want als kind leefde ik echt in de verwachting dat ik het als zanger helemaal zou maken. Een pluspunt is dat ik in mijn jeugd toch kansen kreeg die voor en ander niet waren weggelegd. En nog altijd krijg ik leuke reacties als ik me aan nieuwe mensen voorstel. "Oetze Verschoor?" zeggen ze "Toch niet dé Oetze Verschoor? Ja, dus."
Een ander pluspunt zijn de centjes. Sinds een paar jaar krijgen vertolkers van liedjes een bijdrage voor iedere keer dat hun lied in het openbaar wordt gedraaid. "Dat loopt niet in de grote bedragen, hoor. Maar ik kan er eens per jaar een keer lekker van eten."
Hardop mijmert hij over 'zijn' Zuiderzee. En dan wordt de zanger zowaar een beetje activist. Opeens maakt de gouden stem een harde vuist om het water te beschermen. "Nog meer inpoldering zou in en in triest zijn. Laten ze dat laatste stukje water alsjeblieft open houden."
Op dit punt kreeg Verschoor steun van tekstschrijver Lennaert Nijgh die de Zuiderzeeballade ooit herschreef als Markerwaardballade. 'Eens ging de zee hier tekeer, maar nu hoor je wel meer. Een Jumbojet komt gierend omlaag. Waar eens de golven het land bedolven, ligt nu een bulderbaan, dank zij Den Haag. Opa en die kerncentrale, ginder bij het Ketelmeer? Ja die had wat kinderkwalen en nou zijn er geen vissies meer.'
Nee, van het IJsselmeer moeten ze afblijven, vinden ook de Enkhuizer vissers. Voor het varende volkje houdt de Zuiderzeeballade daarom altijd een extra bijklank. "Het is een klassieker voor de visserij," zegt palingvisser Boet Mantel van de EH4 uit de haringstad. "Pure nostalgie." En bij de vissersfamilie Lub in Enkhuizen ligt het plaatje nog steeds bij de pick up. Mevrouw Lub: "Als er maar half een feestje is, draaien we het. En bij elke bruiloft is het een vast verzoeknummer aan de muzikanten."

De Zuiderzeeballade in de uitvoering van Oetze Verschoor en Sylvain Poons verscheen in 1959 bij Molen Muziek Holland onder het Omega-Label. Tekst: Willy van Hemert, muziek: Joop de Leur. Het lied bereikte in februari 1962 de 18e plaats van de Top veertig en bleef vier maanden in de hitlijst genoteerd staan. Bronnen: HitDossier en de archieven van Hans Beets, Karel Beckmans en Wim van der Mark.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email