transcriptie: Wim

OPKNAPBEURT VOOR GRAF TROMPETTER JAN CLAESEN

auteur: Annemieke Besseling
geplaatst in Brabants Dagblad/21 maart 1995

Jan Claesen ligt begraven in Andel. Jan Claesen, de trompetter in het leger van de prins. Hoewel, vast staat niet dat die Jan Claesen de trompetter was. Maar het verhaal is mooi. En Jan Claesen verdient een opgeknapte grafzerk.
Het was 's avonds 'ontrent sonien onderganck'. Toen die donderdagavond, toen de zon onderging, werd Jan Claesen 'geplondert' en 'vermoort'. Deze avond speelt de wind om de oude kerktoren met de stenen spits. Het is guur. Een blaadje danst nog even in de wind, valt dan midden op de grafzerk. 'Hier leyt begraven Jan Claesen', vertellen de uitgehouwen letters. De bewoonde wereld van Andel is dichtbij en veraf tegelijk, daar op het oude kerkhof. Het is stil. Het was in 1634 dat Jan Claesen werd vermoord, op 8 oktober. Bruut moet het zijn gebeurd. 'Eenen moordenaar van Bredae' vermoordde hem met zijn eigen 'pertye'. Jan Claesen heeft 'zyn bloet onschuldich gestort' na die steken, vertelt de mossige grafzerk. In moeilijke stukjes en beetjes. De wind heeft de letters vervlakt, scheuren doorklieven de tekst. Regendruppels zijn samen een plasje boven 'sonien onderganck'.

Herstel

De grafzerk ligt er nu al 361 jaar. Er komt herstel. De scheuren worden gedicht, de letters krijgen weer diepte. Het is het steentje dat de gemeente Woudrichem waar Andel bijhoort, bijdraagt aan de viering van 200 jaar Brabant in 1996. Het is zo mooi, zo heeft de provincie geschreven, als monumenten die anders tussen de wal en het schip vallen ter ere van die verjaardag een opknapbeurt krijgen. In Woudrichem zal het de grafzerk van Jan Claesen zijn. Het is een best leuk idee, vindt iedereen in Woudrichem. En dat best leuke idee komt van Teus van Tilborg, ambtenaar bij de gemeente Woudrichem en secretaris van de gemeentelijke monumentencommissie. Hij vertelt: "De grafzerk is echt oud. Generaties voor ons moeten er iets in hebben gezien juist die steen te laten liggen, terwijl zo veel andere stenen werden weggehaald. Dat is al reden genoeg om er mee om te gaan. En ten tweede is er natuurlijk een aardig verhaal bij de zerk. In Andel wordt nu eenmaal niet iedere dag iemand beroofd en vermoord."

Trompetter

Een glimlach speelt om zijn mond. Een glimlach om dat andere verhaal. Over Jan Claesen, dé trompetter in het leger van de prins. Het liedje klinkt, stil in gedachten: Jan Claesen was trompetter in het leger van de prins. Hij marcheerde van Den Helder tot Den Briel. En hij was geen held en had geen geld en hij hield niet van het krijgsgeweld. Maar trompetter was hij wel in hart en ziel.
De gemeentelijke monumentenman wil dat verhaal het voordeel van de twijfel geven. Het tegendeel is immers nooit bewezen. En het verhaal is natuurlijk ook leuk voor de toeristische promotie. Een bewering met nuchterheid: "We weten alleen dat het een Jan Claesen is. Er moeten veel Jan Claesens zijn geweest. Net zoals nu veel Jan Jansens. Dat hij trompetter was in het leger van de prins, is maar een verhaal. Een leuk verhaal. Ja, dat wel."

Hoofdrol

De grafzerk van Jan Claesen in Andel was in ieder geval niet de inspiratie-bron toen Lennaert Nijgh het liedje schreef waarmee Rob de Nijs in 1974 de hitparade beklom. "In het radio-programma 'Wie weet waar Willem Wever woont' is hem ooit die vraag gesteld. Hij zei dat hij nog nooit van Andel had gehoord. Dus laat staan dat de grafzerk hem tot het liedje had geïnspireerd."
Een goede reden was er om destijds in het radio-programma Jan Claesen de hoofdrol te laten spelen. In Woudrichem was een beeldje gekomen van Jan Claesen, een cadeautje van de Rotary ter verfraaiing van de vesting. En dat beeldje was ontvoerd. De dader van de ontvoering in nieuwjaarsnacht van 1980 is nooit gevonden. Wel kreeg de gemeente een brief, uit Andel, met de boodschap: 'Jan Claesen hoort in Andel'. En op de oude kerktoren bij het kerkhof kwam een bord met de leus: 'Jan hoort hier'. Reacties kwamen er op het programma. Bijvoorbeeld van een man uit Utrecht. Die beweerde dat Jan Claesen inderdaad trompetter in het leger van de prins was geweest. Maar dat hij was ontslagen en uiteindelijk met een poppenkast door het land ging trekken om toch aan de kost te komen, samen met Katrijn.
Frederik Hendrik Jan Claesen moet trompetter zijn geweest in het leger van Frederik Hendrik, de jongste telg van Willem van Oranje en zijn vierde vrouw Louise de Coligny. De tachtigjarige oorlog was al zestien jaar aan de gang toen Frederik Hendrik werd geboren. Hij vestigde naam als 'stedenbedwinger' door de geslaagde belegeringen van bijvoorbeeld Den Bosch, Maastricht en Breda. Het waren succesvolle krijgsondernemingen, met een trompetter die de commando-signalen blies.
Het leger van de prins is wel in het Land van Altena geweest. Streekarchivaris Ton van der Aalst in Heusden: "Maar in 1629 zette het leger nadat Den Bosch was gevallen meteen verder koers naar het zuiden. In de buurt van Andel had het leger dus niet veel meer te zoeken toen in 1634 Jan Claesen werd vermoord. En trompetters waren juist nodig op de plekken waar werd gevochten." De streekarchivaris durft er geen slag naar te slaan hoe het verhaal over Jan Claesen die trompetter was in het leger van de prins is ontstaan. "Het is gewoon een verhaal, zoals er zo veel verhalen zijn. Ik zou niet weten wie het de wereld in heeft gebracht. Trouwens, ik zal de laatste zijn die zou zeggen dat mensen niet mogen fantaseren."

Zoektocht

Veel houvast is er niet om te achterhalen wie de in Andel begraven Jan Claesen is. Zo zijn ook de archieven van de schepenen in Woudrichem die destijds recht moeten hebben gesproken over de 'moordenaer van Bredae' verloren gegaan. Van der Aalst: "Daar hebben de Pruisen zich in 1818 na het beleg van Gorinchem mee warm gehouden. Mijn enige hoop is om in het archief van het Hof van Holland nog wat over de moordzaak te vinden. Maar als dat lukt, is dat echt een toevalstreffer."
De streekarchivaris zal als die toevalstreffer niet komt, de zoektocht staken. "Want dan verder gaan, kost veel tijd en die heb ik niet." Toch zou hij graag verder willen spitten. "Uit nieuwsgierigheid. Maar tegelijkertijd schrik ik terug voor het gevoel het antwoord niet te zullen vinden, dat het niet echt zinvol zal zijn. Maar het is natuurlijk mooi dat er restauratie komt van de grafzerk. Ook al was het gewoon een Jan Claesen."

Veer

Het beeldje van Jan Claesen staat inmiddels al weer jaren fier overeind, in Woudrichem. Tegenover het Visserijmuseum en naast een kanon dat de trompetter nooit kan hebben gezien, het komt uit 1818. Jan Claesen als beeldje blaast met bolle wangen op een trompet, de linkerhand stevig in de zij. Een mooi pak heeft hij aan. Een flinke veer op de hoed, een strik onder de kin, een sjerp over het vooruitgestoken buikje en de benen stevig in hoge Gelaarsde Kat-laarzen. Het is een parmantig kereltje. Een Belg is laatst ook naar het beeldje wezen kijken. Een journalist, benieuwd naar het verhaal van Jan Claesen. Hij had geopperd: als het graf wordt geopend, kunnen de mooie kleren van toen het bewijs zijn dat Jan Claesen trompetter was uit het leger van de prins. Veel zal er niet meer onder de grafzerk te vinden zijn en de gemeente Woudrichem piekert er niet over het graf te openen. Van Tilborg: "Want anders is het misschien niet zo leuk meer." En zo blijft het verhaal leven. Het verhaal over Jan Claesen, de trompetter in het leger van de prins.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email