Zo gek kun je het niet bedenken. Halverwege bedacht ik
definitief dat ik niet naar een musical in de traditionele
vorm zat te kijken. Toen had ik het opeens veel makkelijker en
gaf me ongeremd over aan het idee dat
Nonsens - zoals de titel
woordspelerig is vertaald uit het Amerikaans - zich afspeelt
in de hoek van volslagen kolder.
De dramatische opbouw is minnetjes. Er is een 'onmogelijk'
gegeven, dat in de loop van de avond nauwelijks wordt
uitgewerkt. Stel het je even voor: in een nonnenklooster zijn
48 religieuzen door een foutje met de vissoep vroegtijdig naar
hun Heer afgereisd. Omdat er geen geld is voor de begrafenis
van het hele regiment worden vier overledenen voorlopig in de
diepvries bijgezet. Vijf nonnen, die het er levend hebben
afgebracht, komen op het idee een liefdadigheidsshow te
organiseren om een keurige afwerking alsnog mogelijk te maken.
Dat vormt de bizarre aanleiding tot een reeks cabareteske
liedjes die worden verbonden door schamele dialogen (of wat
daarvoor door moet gaan).
Elders in het land schijnen al weer mensen gekwetst de zaal te
verlaten (welkome rel?), maar in Hoogezand repte niemand van
een godsgeklaagd schandaal of van een belediging der
moederkerk. Waarom zou je het serieus nemen? Het ligt zo voor
het opscheppen: Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh putten
uit het wijwatervat alle voor de hand liggende grappen in de
context van hel, ziel, hemel en zaligheid.
Op het podium is het een komen en gaan van vliegend
nonnenvolk. De dames krijgen alle kans privé lol te
trappen tegen de achtergrond van een wat rommelig musicerend
orkestje. Een dolle boel dus. Vrijwel nergens is ruimte voor
satire, maar met name Nelleke Burg, Nelly Frijda en Milly
Scott gaan prima tekeer. Josine van Dalsum en Sylvia de Leur
hebben met de zangopdrachten enige moeite.
|
|