transcriptie: Wim

Lennaert Nijgh

Misschien ben ik een cultuurpessimist

auteur: niet bekend
geplaatst in: Utrechts Nieuwsblad/29 juli 1974

HEEMSTEDE - "Heel lang geleden, inmiddels meer dan tien jaar, toen ik nog jong en mooi was, heb ik eens bij de Haarlemse Toneelclub een gastrolletje gespeeld als jeugdig minnaar in een stuk van De Beaumarchais. Met een mooie korte broek aan. De NCRV heeft het geheel nog uitgezonden. Daarna speelde ik nooit meer iets op het toneel."

Dit zegt de welbespraakte Lennaert Nijgh, om wie het een lange tijd stil is geweest na zijn bijdragen aan de elpee 'Hoe Sterk Is De Eenzame Fietser' van Boudewijn de Groot. In oktober krijgt hij de cultuurprijs van Hilversum, een aanmoediging voor jongeren tot 31 jaar. Toch heeft hij allerminst stilgezeten en zit beslist niet om werk verlegen. Begin maart van dit jaar werd hij zelfs opgebeld door Willy van Hemert, die hem vroeg een rol te spelen in het door hem ontworpen spel 'Dynastie der Kleine Luyden', hetwelk een NCRV-jubileumproduktie gaat worden. "Het avontuurlijke trok me wel. Kijk, ik ben iemand die dat dan gewoon doet en later wel ziet of het verkeerd uitpakt of niet".
"Het is een zevendelige dramaserie. Ik speel de hoofdrol in deel twee. Het systeem is gewoon zo, dat het de lijn volgt van vader op zoon. Het begint met een vondeling in de abdij van Elten in 1270, waar het kind door de nonnen wordt opgevoed. Een kind van heel gewone mensen. Die krijgt dan weer een zoon en dat ben ik. Het verhaal is uiteraard fictief, maar de genoemde politiek en religieuze tendenzen niet. Van Hemert heeft daar ontzettend veel research voor gedaan. Ik maak er dan weer de romanuitgave van, bewerk de serie tot een boek. Dus eigenlijk het omgekeerde van hetgeen te doen gebruikelijke is met grote produkties. Het wordt dus in roman vertaald door mij. Maar eerst zijn er de opnamen, waaraan dacht ik bijna duizend mensen zullen meedoen, dus ik ken ze echt niet allemaal. Op koninginnedag was er een opname in Leiden met alleen al vijfhonderd figuranten. Een absoluut uniek gebeuren".
"Het speelt onder mensen die beslist niets in de pap te brokkelen hebben. Enfin, de titel zegt genoeg. De gebeurtenissen die de mensen ontregelen zijn trouwens wel historisch, hoewel je die niet ziet. Die vallen buiten 't beeld. De moord op Willem van Oranje bijvoorbeeld en de Hoekse en Kabeljauwse twisten, dat zijn motorische krachten die de zaak sturen. Het speelt dus zuiver onder mensen die te lijden hebben onder, of profiteren van degenen die het allemaal te vertellen hebben oftewel de "big shot". Het interessante vind ik inderdaad dat je het allemaal zo van vader op zoon blijft volgen. Soms worden ze oud en soms sterven ze jong. Dit gaat zo door tot in het jaar 1566".
De opnamen van 'Dynastie der Kleine Luyden' zijn in volle gang. Daarna zullen Lennaert en zijn vriendin Anja in de Jonge Jacob (een stalen Urker Kotter van achttien meter met een 135 pk dieselmotor) de wal verlaten voor een vakantie op het water. Een uitrustvakantie, want Lennaert schrijft nooit aan boord. Ook niet in de kroeg, waar hij toch door de week bijna altijd te vinden is. "Die kroeg, dat is een soort thuis voor me. Ik voel me er erg geborgen. Ik ben er niet alleen. Er heerst een soort verbondenheid. Ja en ik kan me misschien ook meer permitteren dan anderen om er te komen; uiteindelijk verkeer ik in een gebied dat nog steeds zo vogelvrij is als kermisartiesten en wat dies meer zij".

TACHTIG TEKSTEN
In het najaar verschijnt bij uitgeverij Strengholt het boekje getiteld 'Tachtig Teksten'. Alle op de plaat verschenen teksten zullen erin staan, behalve de vertalingen. Het bestrijkt de tien jaar dat Lennaert nu bezig is, tot en met de elpee 'In De Uren Van De Middag' van Rob de Nijs. Hij heeft sommige refreinen weggelaten, opdat het een wat leesbaarder geheel wordt. Maar er zitten ook een aantal nieuwe teksten bij. Teksten die nimmer op de plaat verschenen, teksten ook met een wat zuiverden politieke lading. Over het in zekere zin falen van de in 1966 begonnen revolutie bijvoorbeeld, of een als uitgangspunt genomen citaat van Mao Tsetoeng. "Er is mij misschien wel eens een sociale desinteresse verweten, maar neem nou het hoorspel 'De Muizen' (in 1972 door de AVRO uitgezonden, red.). Dat is een brok sociale gerichtheid. Het is een ontroering die ik teweegbreng. Misschien ben ik wel een cultuurpessimist, maar ik heb niet voor niets de opbouw in de gedaante ven de klassieke tragedie weergegeven. Het is de morele overwinning van de held verheffen voor diens fysieke ondergang. Zie Allende in Chili en zoiets gebeurt er in dat hoorspel ook, dat overigens oorspronkelijk een toneelspel was. Maar ik geloof niet dat de tijd rijp is voor het schrijven van een stuk voor het beroepstoneel".
"De Nederlandse toneelsituatie is daar te instabiel voor. Ik wacht op de volheid des tijds, ik heb geen haast. Die mensen hebben het al moeilijk genoeg en zitten niet te wachten op mijnheer Nijghs toneeldebuut. Laat ze nog maar even darren. Ik ben nu eenmaal geen vormvernieuwer. Ik grijp niet terug naar het klassieke, maar dat wat men onder klassieke verstaat is eeuwig. Ik wil mijn publiek nooit vervelen. Je moet de mensen kunnen laten lachen en huilen. Een man als Brecht wist dat, zijn epigonen niet. De meest treurige misverstanden die daardoor ontstaan zijn, zijn nog vrijwel dagelijks te zien en horen in tot theaters verbouwde panden in gans Europa. Vorm is ondergeschikt aan hetgeen ik wil en daarom neem ik uitsluitend de vormen die ik beheers. Maar dat tijdloze, dat zal me nooit loslaten. Ik voel Shakespeare aan en Euripides, die hebben hetzelfde gevoeld".
"De idee van wat een katarsis eigenlijk is en een stuk gedramatiseerde propaganda kan dat volgens mij nooit. Zoiets boeit volgens mij alleen maar een groep gelijkgestemden. Een dramaturg zou Allendes ondergang kunnen gebruiken voor een stuk, en daarmee een monument creëren. Allende is ten onder gegaan aan zaken die mij niet vreemd voorkomen. Daarvoor heb ik een te lage dunk van de Latijnsamerikaanse sfeer. Politiek is geen aparte zaak. Het zit overal, het zijn de mensen. Ik ben geen lid van iets. Ik ben toeschouwer en voel me transparant en zie toe. Ik zwijg. Ik spreek pas als ik het gevoel heb ergens iets zinnigs over te kunnen zeggen. Er ontgaat mij weinig."

ROMANUITGAVE
"Wat ik bijvoorbeeld ook erg vind, is dat men zo weinig nadenkt over de reactie van de platenmaatschappijen op het in de zeer nabije toekomst wegvallen van de zeezenders. Want die vallen weg, dat weten we allemaal. En dat zal z'n weerslag hebben, zoals dat in Engeland gebeurde, en de platenmaatschappijen zullen zich terugtrekken op veilig. De ruimte voor experimenten met nieuwe artiesten en met andere zaken in die richting zal wegvallen."
Lennaert Nijgh zal voorlopig niet meer schrijven. Hij moet zich zoals hij zelf zegt "weer opladen". De intensiteit van de vorm, daar moet volgens hem de tijd aan sleutelen. "Zo'n tekst is zo gecomprimeerd, dat dat spanningen opwekt. Na die opnamen is er die vakantie en misschien ga ik daarna eindelijk eens aan het boek over het water beginnen. Daar wil ik eigenlijk vier maanden onafgebroken aan werken, maar ja, de belasting. Ik ben bijna uit die belastingschuld. Ik heb het de afgelopen twee jaar financieel verdomd moeilijk gehad en daardoor weinig tijd gehad om aan dingen te werken die ik graag wilde doen. Maar losgezien van hare majesteits ambtenaren kan ik ervan bestaan, dus zuiver van het schrijven van liedjes."

MINDER PRAATS
"Ik ben nu tien jaar bezig en voel me er een beetje deemoedig door. Op een gegeven moment krijg je hoe langer hoe minder praats. En daarom zeggen de mensen misschien dat mijn teksten minder in het vlees snijden dan vroeger. Maar er komt een nieuw soort teksten. Een tekst als 'De Reiziger' is daar dacht ik wel een van de eerste van."

DE REIZIGER
(fragment)

geef de reiziger een stoel
geef hem brood en droge kleren
laat hem zitten bij de haard
hij is overal geweest
hij die alles heeft verloren
hij die nooit iets heeft bewaard
haal flessen uit de kelder
en haal muziek in huis
laat iedereen het horen
de reiziger is thuis

"Daarin streef ik naar een uiterste eenvoud van woorden. De mensen horen een liedje en lezen het niet. Je kunt het niet onmiddellijk terughoren op de radio. Ja, de economie van woorden, dat is wat ik me probeer eigen te maken. Het versimpelen van de teksten. De rol van de muziek is veel groter en daarom streef ik naar die eenheid tussen muziek en tekst. Kijk, het Nederlandse lied lijdt een tikkeltje aan aanstellerij, omdat men soms naar omschrijvingen zoekt in een poging artistiek te wezen, maar eigenlijk uit schaamte voortkomend. Ik gebruikte ineens "ik hou van jou" en dat is geen weerbericht, het is een perfecte mededeling waar niets meer bij kan. Ik onderga alleen maar eerlijke emoties, en voor mensen die daarvan houden, daarvoor schrijf ik".




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email