transcriptie: Wim

Luilekkerland

Vroeg opstaan, het is suikertijd
en 's morgens smaakt het water zoet.
Want dag en nacht braakt de vulkaan
een stoomkolom van overvloed.
En de gemalen pompen wijn,
daar zwemt een vis van marsepijn.
't Is verboden de smoor in de krijgen.
En wie eet, kan niet anders dan zwijgen.

Maar leven in Luilekkerland
is lief lief lief.
Leven in Luilekkerland is lief.

De etalages in de stad
zijn vol met borsten wit en zoet,
en op het plein spuit de fontein
van limonade rood als bloed.
En over alle daken zweeft
de wind die warm van suiker kleeft.
En in 't gebit van de straten
knagen suikeren muizen hun gaten.

Maar leven in Luilekkerland...

't Soezenvolk puilt uit van room
en stopt met room zijn oren vol,
want buiten in de zwarte nacht
daar brult de honger lang en hol.
Dan komt het eind van dit plezier:
de grote rode hongerpier
komt met kaken en scharen en tangen
om de suikeren wereld te vangen.

Maar leven in Luilekkerland...


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email