transcriptie: Wim

Valentijn

Er heisst Waldemar

Mijn ideaal is groot en blond,
een beetje sensuele mond,
een harde, stoere held.
Zo'n vent uit advertenties
met veel after shave en sigaret
en sowieso veel geld.

Zo ziet de prins van mijn dromen eruit,
zijn naam is dan Rutger of Roel.
Maar de echte, die ziet er heel anders uit,
en dit is wat ik bedoel.

Hij heet Valentijn,
hij is kaal en klein,
hij heeft een hele hoge stem
maar ja ik houd van hem.
Hij heet Valentijn,
leeft van maneschijn.
Ik betaal me aan hem klem
maar toch: ik houdt van hem.

Dat hoofd van hem is kaal
maar daarmee is nog niet verklaard,
waarom de rest van Valentijn
zo woest moet zijn behaard.

Hij heet Valentijn...

Ik moet toch echt wel malend zijn,
ik noem van alles Valentijn,
de slager en de hond.
Ik brabbel domweg Valentijn
ook als het lange negers zijn.
Ik loop echt met hem rond.

Ik weet het, we vallen pas samen op,
dan lijkt het verschil wel te gek.
Laat die mevrouw nu haar hondje uit
of is dat nu Toulouse Lautrec?

Hij heet Valentijn,
hij is kaal en klein,
hij heeft een hele hoge stem
maar ja ik houd van hem.
Zou die Valentijn
een normale zijn?
Ik loop totaal voor schut met hem,
maar toch: ik houd van hem.

Waarom moet ik nou weer zo'n tiep,
hij wil niet uit mijn kop.
Ik ga met Valentijn naar bed
en sta ook weer met hem op.

Hij heet Valentijn,
hij is kaal en klein,
Dat alles laat me verder koud,
hij is mijn schattebout.

Ach, die Valentijn.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email