transcriptie: email van Tony Roos aan Wim [1999?] [herzien of ongewijzigd?]

De eerste trein

Ik wachtte op de eerste trein,
vol van mezelf en van de nacht
die ik alleen had doorgebracht,
ik hield zelfs van mijn eigen pijn.
Toen zat hij naast me op de bank,
hij had kort haar als een soldaat.
We hebben moeizaam wat gepraat,
ik over jou, hij over drank,
die eerste uren van de dag
dat dronken zijn nog even mag,
er zijn geen mensen die het zien.

Hij vroeg me om een sigaret.
Ik vroeg hem: waar kom jij vandaan?
Hij zei: gaat jou geen donder aan,
maar ik had zelfs alleen geen bed.
Hij zei: begrijp me niet verkeerd,
'k had het je liever niet verteld,
want ach, ik speel niet graag voor held,
daarom ben ik gedeserteerd.
Ik wil niet meedoen elke dag
aan wat gebeurt, maar wat niet mag.
Zijn er geen mensen die dat zien?

De trein kwam aan en ik kwam thuis,
ik had mijn krant en mijn ontbijt.
Ik ging weer naar mijn werk op tijd,
ik had mijn ouders en mijn huis.
Ze vroegen mij hoe 't was geweest,
ik zei dat ik het niet meer wist.
En toen dat ik me had vergist,
o ja, het was een heel leuk feest.
Dat zijn de uren van de dag
dat je wilt huilen, maar niet mag
want er zijn mensen die het zien.

Wim: Deze tekst kregen we ge-e-mailed van Tony Roos. Hij en Lennaert waren bevriend in de dagen dat Tony barkeeper was in De Waagtaveerne van Cobi Schreijer. Tony Roos werd in 1964 een heel klein beetje wereldberoemd met het op het MMP-label uitgebrachte liedje 'Tranen helpen niet'. Later is de tekst ook gepubliceerd in Ik doe wat ik doe.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email