bron: Ik doe wat ik doe [boek]
transcriptie: Wim

Het land van Koning Jan

Wij vertelden elkaar vroeger
van het Land van Koning Jan,
heel ver achter in de tuin, waar niemand kwam,
behalve jij en ik en soms jouw poppen en de poes.
Bergen en rivieren en steden eeuwenoud
riepen wij met een paar woorden uit het zand
en we hoorden elkaar denken, buiten ons bestond er niets
en de hele wereld lag in onze hand.

Daar onder de seringen, ver van onze ouders thuis,
lag het Land van Koning Jan op ons te wachten.
En 's avonds kwam de slaap en gingen wij op weg naar huis,
met het Land van Koning Jan in onze ogen
en de geur van de seringen in ons haar.

Jarenlang waren we samen,
broer en zus op school en thuis
en al kregen we dan kamers voor onszelf,
we sliepen toch vaak samen, als in onze kindertijd.
Dan vertelden we verhalen, dicht tegen elkaar aan
en later kwam vanzelf nieuwsgierigheid.
We ontdekten elkaars lichaam als een nieuw opwindend spel
en we kenden wel verbazing, maar geen spijt.

En onder de seringen, ver van alle mensen thuis,
beleefden we een eindeloze zomer.
En 's avonds kwam de nacht ons tegemoet op weg naar huis
met het Land van Koning Jan in onze ogen
en de geur van de seringen in ons haar.

Later heb ik wild gevochten
met een jongen in de klas
die jou zoende en je meenam naar een feest.
Ik werd uitgelachen, niemand die mijn jaloezie begreep.
En jij was ineens een vreemde, wantje lachte met ze mee.
Zo ontdekte jij de wereld en verdween.
Ik bleef achter met een pijn waar ik niet over spreken kon
en die zomer was ik voor het eerst alleen.

Als 's zomers de seringen bloeien bij het oude huis,
dan zou ik daar misschien niet moeten komen.
Wat wij voelden, jij en ik, hoort bij de mensen nergens thuis.
In het Land van Koning Jan sluit ik mijn ogen
voor de grote lege wereld om me heen.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email