Boudewijn de Groot (53) was de eerste protestzanger van Nederland,
voorloper (tegen wil en dank) van een rebellerende sixties-generatie
en peetvader van de Nederlandstalige lichte muziek. Volgende week treedt
hij op in het Concertgebouw. De
omzwervingen van een 'gezapige' landloper: 'Ik heb lang gedacht dat het
geregelde leven van een kantoorbaan mij op het lijf geschreven zou
zijn.' [...]
Over een paar dagen sta ik met mijn band
in het Concertgebouw. Een
jongemannendroom. We krijgen fantastische reacties op onze tour, maar
voor het grote publiek is Boudewijn de Groot nog steeds die jongen met
de Spaanse gitaar. Nummers als 'Testament',
'Verdronken Vlinder' of
'Jimmy/De Eenzame Fietser' leven nog steeds heel sterk. Geen punt voor
mij. De oude Bob Dylan was toch 'Blowing in the Wind', de Rolling
Stones blijven verbonden met 'Satisfaction'. Ik vind het niet erg die
klassiekers een plaats te geven in mijn nieuwe repertoire. Ik hoop wel
dat nummers van nu, zoals
'Een Wonderkind van Vijftig' en
'De Roos', over twintig jaar ook
klassiekers zijn. [...]
[Bespreking van Tour III,
met terugblik op Tour II]
Na het Concertgebouw hoopt
Boudewijn de Groot komende week ook
Carré te vereren met een
zevenmansband, die onder meer werk van zijn laatste cd zal spelen:
'Een nieuwe herfst.' Vanuit Haarlem
geeft hij een korte toelichting. [...]
Is het de eerste keer dat u in
Carré staat?
[Boudewijn:] "Ja, dus het wordt spannend. Maar waar ik nog
meer naar uitgekeken heb, was het optreden dat ik
vorig jaar in het Concertgebouw
heb gedaan. Daar heb ik in de jaren zestig veel nachtelijke popconcerten
meegemaakt. En dan dacht ik altijd: Godver, daar wil ik ook wel eens
staan. Dat doet je dus wel wat."