Inmiddels is het toeren zelfs
zó goed bevallen dat er aan het eind van dit jaar een
tweede tournee gepland is. Nadat
hij zich de afgelopen dertien jaar voornamelijk bezighield met het
produceren van andermans platen, met acteren en het vertalen van
thrillers, is Boudewijn de Groot van plan zich voorlopig weer met zijn
eigen muziek bezig te houden. "Ik krijg aan het eind van dit jaar nieuwe
teksten van Lennaert Nijgh, zodat er naar verwachting medio volgend jaar
weer een nieuwe cd uitkomt."
[Bespreking van Nieuwe Herfst Tournee: Gent (B)]
Wie Boudewijn de Groot
opnieuw aan het werk wil zien
moet wachten tot januari, dan speelt hij
weer dezelfde liedjes in De Vooruit.
Boudewijn de Groot (53) was de eerste protestzanger van Nederland,
voorloper (tegen wil en dank) van een rebellerende sixties-generatie
en peetvader van de Nederlandstalige lichte muziek. Volgende week treedt
hij op in het Concertgebouw. De
omzwervingen van een 'gezapige' landloper: 'Ik heb lang gedacht dat het
geregelde leven van een kantoorbaan mij op het lijf geschreven zou
zijn.' [...]
Over een paar dagen sta ik met mijn band
in het Concertgebouw. Een
jongemannendroom. We krijgen fantastische reacties op onze tour, maar
voor het grote publiek is Boudewijn de Groot nog steeds die jongen met
de Spaanse gitaar. Nummers als 'Testament',
'Verdronken Vlinder' of
'Jimmy/De Eenzame Fietser' leven nog steeds heel sterk. Geen punt voor
mij. De oude Bob Dylan was toch 'Blowing in the Wind', de Rolling
Stones blijven verbonden met 'Satisfaction'. Ik vind het niet erg die
klassiekers een plaats te geven in mijn nieuwe repertoire. Ik hoop wel
dat nummers van nu, zoals
'Een Wonderkind van Vijftig' en
'De Roos', over twintig jaar ook
klassiekers zijn. [...]
Het verleden. Ik heb iets met het verleden. Er zit iets Anton
Pieckerigs in mij. Over het verglijden van de tijd voel ik soms een
wanhopige machteloosheid. Dat je 'gisteren' niet kan terughalen...
zó zonde. Niet dat ik heden en toekomst afzweer en maar domweg
zit te somberen over de vergankelijkheid van het leven, maar ik heb
zeker last van verzengende nostalgievlagen. Vraag niet waarom. Het
overkomt me. Weet je waar ik van hou? Dingen die afgerond zijn. Ik
woon in Heemstede, werk weer samen met Lennaert en sta op het podium
nog immer 'Verdronken Vlinder' en
'Testament' te zingen. De cirkel is rond.
Ik kan doodgaan of opnieuw beginnen. Móói vind ik
dat. [...]
Ik heb lang gedacht dat het geregelde leven van een kantoorbaan
mij op het lijf geschreven zou zijn. Geen verantwoordelijkheden, geen
onzekerheden. Maar nee, dat kan ik toch niet aan: het ligt te veel in
het verlengde van mijn huiselijkheid. De zwerver in mij is getemd,
maar sterven zal hij nimmer. Vanuit mijn vertrouwde basis maak ik
graag uitstapjes naar dingen die een nieuwe, uitdagende wereld
vertegenwoordigen. Daarom reis ik bijna elke avond naar een andere
stad om daar te gaan zingen. Dat is een avontuurtje. Zo ben ik nog
steeds onderweg. In dat licht moet je ook mijn vertaal- en acteerwerk
zien. Ik ga voortdurend de branding in met mijn kop in de golven,
maar kijk wel steeds achterom naar het strand - of mijn moeder er nog
zit, bij de vlag."
[Bespreking van Tour III,
met terugblik op Tour II]
Na het Concertgebouw hoopt
Boudewijn de Groot komende week ook
Carré te vereren met een
zevenmansband, die onder meer werk van zijn laatste cd zal spelen:
'Een nieuwe herfst.' Vanuit Haarlem
geeft hij een korte toelichting. [...]
Is het de eerste keer dat u in
Carré staat?
[Boudewijn:] "Ja, dus het wordt spannend. Maar waar ik nog
meer naar uitgekeken heb, was het optreden dat ik
vorig jaar in het Concertgebouw
heb gedaan. Daar heb ik in de jaren zestig veel nachtelijke popconcerten
meegemaakt. En dan dacht ik altijd: Godver, daar wil ik ook wel eens
staan. Dat doet je dus wel wat."