Maar come-backs zijn vaak in dromen veel mooier dan in realiteit.
Denken we maar aan de draken van de Sexpistols die uit het graf
teruggekeerd zijn om de aardbol teisteren. Het was voor velen dus
met ingehouden adem wachten wat Boudewijn De Groot ervan zou bakken
op het podium.De theaterzaal van De Vooruit was al maanden op voorhand
voor twee opeenvolgende avonden
uitverkocht, dus de mensen met een kaartje mochten van geluk spreken.
Het bleek al gauw dat Boudewijn De Groot werk gemaakt heeft van zijn
Nieuwe Herfst-Tour.
Het podium was mooi aangekleed met een decor opgebouwd uit houten
planken waarachter de spots geplaatst waren, wat voor enkele heel
mooie en sfeervolle effecten zorgde. Op het van verschillende
niveaus voorziene podium stond een zevenkoppige begeleidingsgroep
bestaande uit Mark Stoop, Jakob Klaasse, Jan de Hont, Peter van
Straten, Jan Hendriks, Monique Landsdorp en Ernst Jansz. Allemaal
mensen die een hele lijst van projecten achter hun naam kunnen
schrijven en hun strepen dus meer dan verdiend hebben. De meest
opvallende naam in het rijtje is misschien wel Ernst Janz, die
begin jaren tachtig met Doe Maar menig meisjes-hart verpulverde.
Boudewijn De Groot speelde met zijn band die veelvuldig van
instrumenten ruilde en wisselde een set met oude nummers, maar
waar ook het recentste album
Een nieuwe herfst duidelijk
aanwezig was. Voor het eerste nummer verscheen hij alleen op
het podium, en zong Babylon begeleid
door strijkers die zich ofwel achter het podium verstopt zaten
ofwel gewoon op band stonden. Het zal wel het laatste geweest
zijn. Na dat eerste nummer wees hij ook op de symboliek die in
het decor verwerkt zat, aan de muur hing immers het rood-zwart
geblokte hemd van de hoes van
Voor de overlevenden en wat
verder de gitaar-koffer die op de hoes van
Een nieuwe herfst te zien
valt. Tussen de nummers vertelde Boudewijn De Groot uitgebreid
de verhaaltjes die achter nummers als
Malle Babbe,
De drie Mandarijnen, en
De Rover schuilgaan.
Boudewijn de Groot heeft met de jaren een groot deel van zijn
ondeugende onschuld ingeruild voor een groot pak
levenswijsheid, maar dat brengt wel met zich mee dat sommige
van de nummers en de anecdotes niet echt fris meer klonken.
Het verhaal achter
Avond zou trouwens niet misstaan in
een of andere soap zo bleek al gauw. Dat nummer schreef vaste
tekstschrijver Lennart Nijgh ooit voor zijn vrouw, en nu zingt
Boudewijn De Groot het voor diezelfde vrouw waar hij intussen
mee getrouwd is.
Bij het aankondigen van
Een wonderkind van 50 maakt
hij de opmerking dat het overgrote deel van de muzikanten bij
hem op het podium met net als hem ondertussen Abraham ook al
stevig de hand hebben geschud, en hij voegt daar aan toe dat de
meeste mensen uit het publiek waarschijnlijk in het zelfde
bootje zitten. Toch waren er hier en daar wat tieners te
ontwaren in de kleurrijke grijze massa die De Vooruit bezet
hield. Jongens die als straf voor hun slecht rapport mee
moesten met pa die hen nu eens zou laten zien wat echte muziek
was, maar ook jonge mensen die duidelijk heel opgetogen waren
dat ze Boudewijn De Groot toch nog aan het werk zagen. Achter
mij zat er zelfs een groepje chiro-meisjes die de nummers stuk
voor stuk meezongen en die tijdens de bisnummers zich zelfs
aan een dansje waagden. Voor een heuse volksdans was er niet
genoeg plaats, maar de heupen werden stevig gewiegd.
Tegen het einde van de dik twee uur durende set (onderbroken
door de obligate theaterzaal-pauze) en tijdens de bisnummers
kregen de mensen datgene waar ze op zaten te wachten. Hits
zoals daar zijn Jimmy, Als de rook om je hoofd is verdwenen
(opgedragen aan alle hippies die Gent nog rijk is),
Een tip van de sluier en
Testament volgden
elkaar in een angstaanjagend tempo op. Toen Boudewijn De Groot
voor een tweede en laatste keer terugkwam, had hij het publiek
ook te melden dat het optreden opgenomen was voor een eventuele
live-CD en stak toen de vlam
in de spreekwoordelijke pan met het opgewekte hoempa-pa van
Het land van Maas en Waal.
Ik denk dat de jonge mensen die naar deze avond hadden
uitgekeken met een gerust hart naar huis konden, hun held had
er toch een mooie zij het voorspelbare avond van gemaakt.
Boudewijn de Groot bracht zijn nummers met een heel grote
professionaliteit en de band die hij meegebracht had, is er
inderdaad een om de vingers bij af te likken. Maar het klonk
mij misschien allemaal een beetje te afgelikt, te braaf. Ik
heb persoonlijk veel meer respect voor iemand als Herman Van
Veen die ik de avond ervoor aan het werk zag. Die treedt al
een eeuwigheid meer dan honderd keer per jaar op en blijft
zichzelf vernieuwen en het publiek uitdagen in plaats van te
teren op zijn oude hits. Maar appels zijn moeilijk te
vergelijken met peren. Ze zijn beiden gezond en dat is het
belangrijkste.
Wie Boudewijn de Groot
opnieuw aan het werk wil zien
moet wachten tot januari,
dan speelt hij weer dezelfde
liedjes in De Vooruit.