Boudewijn de Groot met de try-out van
'Een Nieuwe Herfst'.
M.m.v. Jakob Klaasse, orkestleider; Jan Hendriks, toetsen en
backing vocals; Jan de Hont, gitaar; Peter van Straten, bas en
cello; Monique Lansdorp, viool en mandoline; Ernst Jansz, toetsen
en Mark Stoop, drums. Geluid: Ben Haaksman;
licht: Mark Bouma. Gezien
woensdag 15 januari in 't Speelhuis in Helmond.
Nog te zien in o.a.
de Schalm in Veldhoven op 23 januari
en Stadsschouwburg Eindhoven op 2 april.
Boudewijn de Groot, na dertien jaar weer op tournee. Een blik
in het programma leert dat er uiteraard veel van de laatste cd
'Een Nieuwe Herfst'
gespeeld wordt, daarnaast wat oudere nummers, weinig echt
jeugdsentiment. Maar wie weet.
Dromerig klinken de strijkers, het spotlicht gaat aan en
daar is hij. Boudewijn de Groot, wat ouder, grijzer, maar, zoals
snel genoeg blijkt, nog steeds dezelfde. Breekbare ballads en
swingende nummers wisselen elkaar af, onderbroken door een
minimum aan tekst.
De combinatie Boudewijn de Groot/Lennaert Nijgh blijkt weer
ijzersterk. De teksten van Nijgh - eenvoudig, maar van een
poëtische schoonheid - vormen met De Groots muziek
samengesmeed een onwrikbare eenheid. En de poëzie komt tot
leven in die niet te omschrijven stem, die je grijpt en die in
alle soberheid de emotie weet te vatten.
Boudewijn de Groot is omringd door een zevental musici, die
werkelijk een dijk van een band vormen. Een paar sologitaristen
om u tegen te zeggen en een violiste om te zoenen. Ze drukken
een duidelijk stempel op het optreden. Het resultaat is wat
minder subtiel dan op de cd, maar daar staat tegenover, dat
het regelmatig feest is op het podium. En het is eveneens
feest voor het publiek.
Als dan op de valreep die hits van toen komen, weet je dat
het eigenlijk niet meer hoeft. Kleinoden als
'Testament'
en 'Verdronken vlinder' mogen
in het doosje jeugdsentiment blijven. Ze hebben waardige
opvolgers gevonden in prachtige nummers als
'De roos' en
'De Engel is gekomen'. Boudewijn de
Groot is overtuigend, zoals hij altijd was, met muziek die
vertrouwd klinkt, maar toch anders is. Laat de winter maar komen.
De Nieuwe Slof in Beverwijk is een van die provincietheatertjes
waar het er gemoedelijk aan toe gaat. Niet zoals in de stad, waar
het hautaine volk alleen de deur uit gaat voor de nieuwste trends.
De dorpelingen uit omliggende plaatsjes als Heemstede,
Santpoort, Driehuis en Bloemendaal zijn nog oprecht
geïnteresseerd in sterren uit het grijze verleden, oude
glorie en de mindere goden van de popmuziek. Zij hebben, in
tegenstelling tot de stedelingen, nog ontzag voor de cultuur.
Zij zijn trouw aan oeuvres en volgen hun helden op de voet.
Vanavond zijn ze en masse
speciaal gekomen voor die bekende zanger van weleer, de vertolker van
beroemd geworden liedjes als Testament,
Jimmy, Het land van Maas en Waal of
Prikkebeen. Voor die in Heemstede
opgegroeide jongen met zijn gitaar, die ruim dertig jaar geleden
voor het eerst de hoofden op hol bracht, in dit soort theaters
in de provincie, en die nu weer hier staat, voor het
thuispubliek.
Boudewijn de Groot, voormalig tieneridool, protestzanger en
lentekind van de Nederlandstalige popmuziek, is terug van
weggeweest. Na lange tijd maakte hij weer een CD,
Een nieuwe herfst. Met
zijn nieuwe zeskoppige formatie, onder wie de ex-Doe Maar-leden
Ernst Jansz en Jan Hendriks.
Na dertien jaar afwezigheid staat hij deze maand weer op
Nederlandse en Vlaamse podia - gerijpt, volwassen en vooral
zeker van zijn zaak. Het zijn nog maar de try-outs voor zijn
On Tour-programma waarmee
hij straks de rest van het land zal bestormen, uiteraard met nieuwe
liedjes van Lennaert Nijgh. [...]
Glorieuze tijden herleven
vanavond in de Nieuwe Slof. Bij
de toegiften gaat het publiek alvast staan. Boudewijn de Groot komt
op, alleen met zijn gitaar. De mensen joelen en haken in, klappen
mee op het ritme van de muziek. Hits van een ver verleden klinken
door het theater. Boudewijn de Groot is terug.
En Lennaert Nijgh? Boudewijns hofdichter, is die ook in
Beverwijk? "Die zit geloof ik in de zaal," zegt de Groot
halverwege zijn optreden. "Lennaert, waar zit je?" vraagt de grijs
geworden zanger. Het overwegend grijze publiek applaudisseert
driftig, maar een zekere Nijgh is niet te bespeuren. Voor het
Slofpubliek geen reden om er niet een lekker doordeweeks avondje
uit van te maken; het blijft ook na de voorstelling in het theater
voor de bitterballen en het bier.
Terwijl een schare fans zich voor een handtekening rond
Boudewijn verdringt, ontwaren we Lennaert, die toch ergens in
de zaal heeft gezeten - klein, iel, ingevallen bekkie. Zijn
kunstgebit, vervelend gevolg van de oorlogswinter'44/'45, valt
van ellende uit elkaar. Moet dringend iets aan gedaan worden,
vindt ook hij. Later, in de auto op weg naar zijn woonplaats
Haarlem, merkt hij binnensmonds op: "Het schijnt dat ze nog
voor me geklapt hebben. Was ik godverdomme net even pissen!"
Boudewijn de Groot.
Een nieuwe herfst.
Van 19 februari tot en met
30 mei door het hele
land.
Een nieuwe cd, een nieuwe
begeleidingsband, een hernieuwde samenwerking met tekstschrijver
Lennaert Nijgh, een cd-box met
verzameld oud werk en een
nieuw theaterprogramma met de titel Een nieuwe herfst.
Boudewijn de Groot is terug. "Ik heb het idee op
hetzelfde punt te zitten als 35 jaar geleden."
DE NIEUWE HERFST van
Boudewijn de Groot begint geruisloos. Na een lange reeks 'try-outs' is
zijn eerste 'normale' voorstelling
vanavond in theater De Warande Turnhout.
De eerste Nederlandse niet-try-out speelt zich ook al ver van zijn
woonplaats Heemstede af, op
19 februari in Emmen.
Toeval noemt De Groot het. "Misschien is de lijst van try-outs
wel te lang geweest en heeft de voorstelling haar première
al achter de rug. Ik hoef niet zo nodig een officiële avond
voor genodigden en pers. Ik geloof dat ze in Turnhout na afloop van
de show wat hapjes en drankjes willen serveren. Dat is mooi
genoeg." [...]
Over belangstelling heeft Boudewijn de Groot tot dusver ook geen
klagen. De
try-out in theater De Willem in Papendrecht -
afgelopen vrijdag - is geheel uitverkocht. Publiek is er van alle leeftijden,
al is de generatie die het liedje Testament
uit 1966 woord voor woord kan meeneurieën in de meerderheid. De
Groot laat zich begeleiden door zeven door de wol geverfde muzikanten
onder wie de ex-Doe Maarleden Ernst Jansz en Jan Hendriks en
éminence grise van de Nederpop Jan de Hont.
Bijzonder is het fraai uitgelichte decor van gestapelde pallets.
Zonder vooraf ingestudeerde sketches weet De Groot zijn voorstelling
gemakkelijk aan elkaar te praten. In Papendrecht maakt hij grapje
over de cabaretiers die er het gastenboek hebben getekend. "Ze
schrijven dat het publiek hier moeilijk op gang komt, maar dat zegt
waarschijnlijk meer over het Nederlands cabaret dan over u."
Een dag later, thuis in Heemstede: "Nee hoor, daarmee spreek ik
geen waardeoordeel uit over het Nederlands cabaret. Mij kan het in
elk geval niet erg boeien.' Ik ben een paar keer naar Youp van 't Hek
geweest. Ik heb het nu alweer gehad met hem."
EMMEN - De roodzwart geblokte jas die hij dertig jaar droeg op
de hoes van 'Voor de Overlevenden'
hing hij aan een wand van het decor. Of we dat toch wel hebben gezien,
vraagt Boudewijn de Groot na het slotapplaus aan zijn publiek
in Theater De Muzeval in Emmen, waar
zijn nieuwe theatertour
woensdagavond begon. Vervolgens begint hij aan een blokje
toegiftjes, waaronder ook liedjes van die vermaarde
grammofoonplaat, zoals 'Testament',
'Verdronken vlinder' en
'Het Land van Maas en Waal'. Fans
zingen de nummers hardop mee en op dat moment krijgt de avond zijn
onvermijdelijke nostalgisch tintje. Toch is de gote kracht van dit
theaterconcert juist dat de hoge kwaliteit van het afwisselend
geheel het gemakkelijk wint van die goede herinneringen aan
dat vroegere repertoire.
"Voor het eerst sinds dertien jaar weer met een band op
tournee," schrijft De Groot in het programmaboek van
'Een nieuwe herfst',
genoemd naar de cd waarmee
hij vorig jaar zijn comeback als zanger maakte en waarvan deze
theatertour het directe gevolg is.
Boudewijn de Groot is een groot liedjeszanger, maar hij voelde
zich nimmer een artiest. Al eind jaren zestig, op het toppunt
van zijn roem, stopte hij met optreden, omdat hij vond dat
zijn studioliedjes op het podium te veel aan kwaliteit
inboetten. Daarna maakte hij enkele glorieuze comebacks en
ging bij ook weer optreden, zoals begin jaren tachtig met een
vijfmans band. Maar ook toen gaf hij openlijk blijk van
ambivalente gevoelens, want het stoorde hem dat het publiek
grotendeels op zijn vroegere repertoire afkwam en nauwelijks
geïnteressseerd leek in zijn nieuwe werk. Hij is zich
deze ervaringen indachtig geweest toen hij onlangs besloot
toch weer te gaan optreden. Dus boekte hij slechts een
kortlopende tournee van vier maanden, zodat hij de eindstreep
binnen oogbereik heeft. En hij besteedde extra zorg aan een
zeer evenwichtige opbouw van het programma, waarbij hij oud en
nieuw werk aangenaam varieert en steeds naadloos op elkaar
laat aansluiten. Nadrukkelijker dan voorheen bewaart hij de
pure nostalgie van de zanger-met-gitaar tot de staart. Maar de
belangrijkste voorwaarde die hij zichzelf gesteld heeft is dat
de allerbeste studiomusici hem op het podium omringen. Onder
hen zijn de muzikanten die hem begeleidden op de
recente cd:
toetsenist Jakob Klaasse, de gitaristen Jan de Hont en Jan
Hendriks en bassist Peter van Straten. De zevenmans formatie
bestaat verder uit drummer Mark Stoop, violiste Monique
Lansdorp, en natuurlijk multi-instrumentalist Ernst Jansz, met
wie hij al twintig jaar samenwerkt.
Op het kleingemaakte podium (waarbij de apparatuur grotendeels
aan het zicht onttrokken is door een niet erg fraai maar wel
zeer effectief decor van metershoog getimmerde latjes waaraan
de meeste
muziekinstrumenten hangen) vertolken zij met zijn
achten zo'n 25 liedjes uit 32 jaar repertoire van Boudemjn de
Groot. Dat zijn ingetogen ballads (zoals het breekbare nieuwe
lied 'De rover), maar ook veel
uitbundiger en vrolijker songs (zoals het bekende
'Tante Julia'), oude en recente teksten
van De Groots artistieke kompaan Lennaert Nijgh (zoals de klassieker
'Malle Babbe' en de nieuwe single
'Avond), maar ook enkele eigen teksten
(van de onderschatte elpee
'Maalstroom', uit 1984) en
werk van Herman Pieter de Boer, zoals 'Annabel', de Hans de
Booij-hit waarvoor Boudewijn de Groot indertijd de muziek schreef.
Door de fraaie arrangementen van orkestleider Jakob Klaasse
(met Lansdorps viool in een belangrijke sfeerrrol) zijn vroeger en
later werk soms nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Alleen
tijdens die toegiften en in de korte inleidingen op zijn liedjes
laat Boudewijn de Groot het verleden overduidelijk doorklinken. En
de aanblik van die kruinen bij de buiging aan het slot - tja, die
refereren ook aan een voorbije tijd. Maar wat vorm en inhoud, tekst
en muziek betreft, is dit theaterconcert niet alleen van toen of
nu, maar van alle tijden. In dat opzicht is 'Een nieuwe herfst'
een prachttitel.
HEEMSTEDE - Het zeurende voorwoord in het programmaboekje doet
vrezen dat Boudewijn de Groot eigenlijk helemaal geen zin heeft in zijn
'eerste tournee sinds dertien jaar'.
Mistroostig makende provinciesteden, de gedachte aan de
bitterballen in de foyer na afloop en die vriendelijke mevrouw
die per se wil laten weten hoe goed ze het vond, bezorgen De
Groot kennelijk nu al zweethanden. Nog voor het echt is
begonnen, verlangt het grijsgeworden lentekind naar het moment
dat het er bijna op zit.
Niets is minder waar, zo blijkt de ochtend na de
onoffciële Nederlandse première van
'Een nieuwe herfst'- naar de
gelijknamige cd die vorige zomer
uitkwam -
in een uitverkocht Theater de Muzeval in Emmen.
Thuis in Heemstede zijn de halfhoge zware laarzen (beetje
Beatle-Boots) ingewisseld voor huissloffen met geruite sokken,
de zwartfluwelen broek met dito gillet voor een spijkerbroek
met blauwe bloes. Tot nu toe is de toer voor Boudewijn de
Groot (52) een 'fantastische ervaring'. Maar zoals die dingen
bij hem nu eenmaal gaan: "Ik begon met een hoop aarzelingen.
Over het publiek, de muzikanten, het repertoire. Ik denk dan:
laat mij maar rustig in studio zitten en een mooie plaat
maken. Maar het is me duizend procent meegevallen. We hebben
erg veel plezier op het podium, dat straalt kennelijk uit naar
de zaal. Je hebt ook bands waar die sfeer op het podium blijft
hangen, alsof het publiek er niet aan mee mag doen."
Bij het betreden van
De Muzeval op woensdagavond
krijgt De Groot wat 'de provincie' aangaat even gelijk. Het
'multifuncitonele' theater met zijn automatische schuifdeuren
en kakelbonte inrichting maakt een
verdronken vlinder van de
bezoeker. Maar niets ten nadele van het Emmens publiek dat
volgens de zanger opvallend snel los kwam. De Groot vindt het
niet vervelend dat er nog steeds antieke hits als
'Testament'
en 'Tante Julia'op het repertoire
staan.
"Het is geen verplichting, hoewel ik denk dat het publiek wel
teleurgesteld zou zijn als ik niets uit die tijd zou spelen.
Als ik naar de Stones ga, dan hoop ik ook dat ze
'Satisfaction' spelen. En ik vind het nog steeds mooie
nummers. Wat ik wel opvallend en positief vind: het publiek
van nu is veel ontvankelijker voor nieuwe repertoire. Nu gaan
ook onbekende nummers mee in de waardering."
Inmiddels is het toeren zelfs zó goed bevallen dat er aan
het eind van dit jaar een
tweede tournee gepland is.
Nadat hij zich de afgelopen dertien jaar voornamelijk bezighield
met het produceren van andermans platen, met acteren en het
vertalen van thrillers, is Boudewijn de Groot van plan zich
voorlopig weer met zijn eigen muziek bezig te houden. "Ik
krijg aan het eind van dit jaar nieuwe teksten van Lennaert
Nijgh, zodat er naar verwachting medio volgend jaar weer een
nieuwe cd uitkomt."
Maar come-backs zijn vaak in dromen veel mooier dan in realiteit.
Denken we maar aan de draken van de Sexpistols die uit het graf
teruggekeerd zijn om de aardbol teisteren. Het was voor velen dus
met ingehouden adem wachten wat Boudewijn De Groot ervan zou bakken
op het podium.De theaterzaal van De Vooruit was al maanden op voorhand
voor twee opeenvolgende avonden
uitverkocht, dus de mensen met een kaartje mochten van geluk spreken.
Het bleek al gauw dat Boudewijn De Groot werk gemaakt heeft van zijn
Nieuwe Herfst-Tour.
Het podium was mooi aangekleed met een decor opgebouwd uit houten
planken waarachter de spots geplaatst waren, wat voor enkele heel
mooie en sfeervolle effecten zorgde. Op het van verschillende
niveaus voorziene podium stond een zevenkoppige begeleidingsgroep
bestaande uit Mark Stoop, Jakob Klaasse, Jan de Hont, Peter van
Straten, Jan Hendriks, Monique Landsdorp en Ernst Jansz. Allemaal
mensen die een hele lijst van projecten achter hun naam kunnen
schrijven en hun strepen dus meer dan verdiend hebben. De meest
opvallende naam in het rijtje is misschien wel Ernst Janz, die
begin jaren tachtig met Doe Maar menig meisjes-hart verpulverde.
Boudewijn De Groot speelde met zijn band die veelvuldig van
instrumenten ruilde en wisselde een set met oude nummers, maar
waar ook het recentste album
Een nieuwe herfst duidelijk
aanwezig was. Voor het eerste nummer verscheen hij alleen op
het podium, en zong Babylon begeleid
door strijkers die zich ofwel achter het podium verstopt zaten
ofwel gewoon op band stonden. Het zal wel het laatste geweest
zijn. Na dat eerste nummer wees hij ook op de symboliek die in
het decor verwerkt zat, aan de muur hing immers het rood-zwart
geblokte hemd van de hoes van
Voor de overlevenden en wat
verder de gitaar-koffer die op de hoes van
Een nieuwe herfst te zien
valt. Tussen de nummers vertelde Boudewijn De Groot uitgebreid
de verhaaltjes die achter nummers als
Malle Babbe,
De drie Mandarijnen, en
De Rover schuilgaan.
Boudewijn de Groot heeft met de jaren een groot deel van zijn
ondeugende onschuld ingeruild voor een groot pak
levenswijsheid, maar dat brengt wel met zich mee dat sommige
van de nummers en de anecdotes niet echt fris meer klonken.
Het verhaal achter
Avond zou trouwens niet misstaan in
een of andere soap zo bleek al gauw. Dat nummer schreef vaste
tekstschrijver Lennart Nijgh ooit voor zijn vrouw, en nu zingt
Boudewijn De Groot het voor diezelfde vrouw waar hij intussen
mee getrouwd is.
Bij het aankondigen van
Een wonderkind van 50 maakt
hij de opmerking dat het overgrote deel van de muzikanten bij
hem op het podium met net als hem ondertussen Abraham ook al
stevig de hand hebben geschud, en hij voegt daar aan toe dat de
meeste mensen uit het publiek waarschijnlijk in het zelfde
bootje zitten. Toch waren er hier en daar wat tieners te
ontwaren in de kleurrijke grijze massa die De Vooruit bezet
hield. Jongens die als straf voor hun slecht rapport mee
moesten met pa die hen nu eens zou laten zien wat echte muziek
was, maar ook jonge mensen die duidelijk heel opgetogen waren
dat ze Boudewijn De Groot toch nog aan het werk zagen. Achter
mij zat er zelfs een groepje chiro-meisjes die de nummers stuk
voor stuk meezongen en die tijdens de bisnummers zich zelfs
aan een dansje waagden. Voor een heuse volksdans was er niet
genoeg plaats, maar de heupen werden stevig gewiegd.
Tegen het einde van de dik twee uur durende set (onderbroken
door de obligate theaterzaal-pauze) en tijdens de bisnummers
kregen de mensen datgene waar ze op zaten te wachten. Hits
zoals daar zijn Jimmy, Als de rook om je hoofd is verdwenen
(opgedragen aan alle hippies die Gent nog rijk is),
Een tip van de sluier en
Testament volgden
elkaar in een angstaanjagend tempo op. Toen Boudewijn De Groot
voor een tweede en laatste keer terugkwam, had hij het publiek
ook te melden dat het optreden opgenomen was voor een eventuele
live-CD en stak toen de vlam
in de spreekwoordelijke pan met het opgewekte hoempa-pa van
Het land van Maas en Waal.
Ik denk dat de jonge mensen die naar deze avond hadden
uitgekeken met een gerust hart naar huis konden, hun held had
er toch een mooie zij het voorspelbare avond van gemaakt.
Boudewijn de Groot bracht zijn nummers met een heel grote
professionaliteit en de band die hij meegebracht had, is er
inderdaad een om de vingers bij af te likken. Maar het klonk
mij misschien allemaal een beetje te afgelikt, te braaf. Ik
heb persoonlijk veel meer respect voor iemand als Herman Van
Veen die ik de avond ervoor aan het werk zag. Die treedt al
een eeuwigheid meer dan honderd keer per jaar op en blijft
zichzelf vernieuwen en het publiek uitdagen in plaats van te
teren op zijn oude hits. Maar appels zijn moeilijk te
vergelijken met peren. Ze zijn beiden gezond en dat is het
belangrijkste.
Wie Boudewijn de Groot
opnieuw aan het werk wil zien
moet wachten tot januari,
dan speelt hij weer dezelfde
liedjes in De Vooruit.
Playboy: Jij bent ook op tournee
door Nederland. Is het een bron van inkomsten of hoort het erbij?
De Groot: Het is zeker een bron van inkomsten, maar ook promotie
voor je plaat.
Playboy: Hoe gaat zo'n tournee?
De Groot: Hoogezand, Sappemeer, Schagen, Medemblik, Enkhuizen.
Playboy: Je bedoelt?
De Groot: Het gaat altijd ongeveer hetzelfde. 's Middags rij ik
erheen. In mijn eentje, want iedereen komt ergens anders vandaan. En
dan loop je in zo'n plaatsje door de winkelstraat, luifels en
parkeerhavens en bij het winkelcentrum staan een jongen en een meisje,
hij op zijn brommer. En hij zegt: ben jij niet Boudewijn de
Groot? En dan zegt zo'n meisje: wie?
Playboy: Dat snijdt?
De Groot: Vreselijk! En dan naar de plaatselijke Chinees iets eten,
meestal een laag nummer, babi pangang of zoiets, en dan naar de zaal,
instrumenten opstellen. En als het begint, zit ik altijd een tijdje op
de achterste rij naar mezelf te kijken. Kijken of het goed gaat en het
gekke is, ik zie het wel als het slecht gaat, maar ik kan er niets meer
aan veranderen. En daar komt nog bij dat als je zelf vindt dat het heel
goed gaat, de mensen dat juist niet vinden en omgekeerd.
Playboy: En dan in de pauze de foyer in?
De Groot: Dan moet je wel heel erg ijdel zijn. Nee, in de pauze
laat je je niet zien.
Playboy: Doe je toegiften?
De Groot: Mijn oude hits. En dan naar de foyer. Daar worden wat
dingen verkocht, CD's, T-shirts en zo. Met Rob de Nijs kun je voor
5 gulden op de foto, maar zover gaan wij niet. En als je dan aan de
bar zit, is er altijd die ene aardige mevrouw, die heel aarzelend naar
je toe komt en dan zegt dat ze je niet lastig wil vallen, maar dat ze
je toch wil laten weten dat ze altijd zo van je heeft genoten.
Playboy: Vind je het leuk?
De Groot: Het is leuk als het niet te lang duurt.
Playboy: Zijn het de vermoeienissen?
De Groot: Nee, ik raak erop uitgekeken. Twee jaar achter elkaar
optreden met hetzelfde programma, hetzelfde repertoire. Andere
artiesten komen dan met nieuw repertoire, maar zo snel ben ik niet.
Ik kom met nieuw repertoire als er een plaat moet komen. Ik ben in
eerste instantie een platenartiest. Ik ga het land in om de liedjes
van mijn nieuwe plaat te laten horen. Voor een theateroptreden heb ik
nooit een liedje geschreven.
[Boudewijn:] Meer dan eens ook heb ik mijn heil
gezocht bij andere tekstschrijvers, zonder me af te vragen hoe
[Lennaert] daarover dacht. En eigenlijk pas twee, drie jaar
geleden sloeg het heimwee naar het samen schrijven zoals we dat in
de jaren '60 jaarlijks deden als een uitgehongerd dier toe. Met
"Een Nieuwe Herfst" was het nog
niet zo ver dat we weer een hele plaat samen maakten, maar binnen
afzienbare tijd zal het toch gebeuren. En nu al, tijdens de Tour'97,
heb ik het in de zalen voortdurend over Lennaert alsof we weer als
vanouds "Van Gend & Loos" zijn.
Ik vertel over Haarlem, de lievelingsstad van Lennaert, over de
onbereikbare liefdes die als een rode draad door zijn leven liepen en
nog altijd lopen, over de Haarlemse hoeren, waar hij als chroniqueur
natuurlijk ook over mee kan praten en die hij in de figuur van
Malle Babbe onsterfelijk heeft gemaakt.
Meer dan ooit betrek ik Lennaert bij de liedjes die ik zing. Want de
Tour'97, waarvan op deze CD een
groot deel te beluisteren is, gaat voornamelijk over
"Een Nieuwe Herfst", de CD waarvoor
ik uit heimwee en verlangen naar poëzie en zeggingskracht weer
bij hem heb aangeklopt.
Hij heeft me teksten gegeven die weer gaan over een onbereikbare
liefde, zoals ooit het geval was bij
"Voor de overlevenden", en die
Haarlem als decor hebben. En net als vroeger was het schrijven van
muziek bij die teksten een fluitje van een cent. Een nummer als
"De Roos" was binnen een kwartier klaar en
is een van de allermooiste geworden die we ooit hebben geschreven. In
"De Rover" hoor je de Haarlemse
Damiaatjes, kleine klokjes die boven in de St. Bavo hangen en iedere
avond tussen negen en halftien hun monotone, melancholieke melodietje
van twee tonen laten horen. En zo schemert Lennaert als een soort
sub-ego door de hele voorstelling heen.
Gewoonlijk wanneer ik ga touren vraag ik de muzikanten mee die
op de meest recente plaat hebben gespeeld. Op
"Een Nieuwe Herfst" waren dat
voor een deel de jongens die ook Jan Rot begeleidden op zijn CD
"Schout bij nacht", een van de beste Nederlandstalige platen die
er gemaakt zijn. Zijn producer werd ook de mijne: Jakob Klaasse.
En Jakob bracht dus broer Leon Klaasse op drums, bassist Peter van
Straten en gitarist Jan de Hont mee naar de studio. Leon kon helaas
wegens verplichtingen met The Pilgrims niet mee toen we Tour'97
startten, maar op aanraden van Peter zocht ik contact met Mark
Stoop en dat was een gouden greep. Ook wilde ik heel graag een
violist bij de band, maar degenen die ik kende, althans van naam,
waren niet vrij. En zo kwam ik via via op Monique Lansdorp, die
in het circuit van de Oost-europese en Israëlische volksmuziek
tourde. Ik zocht haar op om haar te horen spelen en ze bleek
fantastisch te kunnen improviseren. Daarbij had ze een klassieke
opleiding, dus "mooi" spelen kon ze ook. Het was precies de
combinatie die ik zocht. Ik heb er nog geen moment spijt van gehad
en de reacties vanuit het publiek op haar spel en haar aanwezigheid
op het podium geven me iedere avond gelijk. Jan de Hont kende
ik natuurlijk uit de tijd van "ZZ en de Maskers", maar we
hadden nog nooit samen iets gedaan. Gelukkig kan ik nu van
zijn talenten en ervaring gebruik maken.
Een gelukkige bijkomstigheid van Peter van Straten is dat hij
behalve basgitaar ook cello speelt. Samen met Monique vormt hij
onze strijkerssectie. Tevens zorgt hij er met Mark voor, aangezien
ze allebei tot een jongere generatie behoren, dat de nummers die
anders wellicht zouden blijven steken in een door de jaren wat
vastgeroest arrangement een ander geluid krijgen. Overigens is wat
dat betreft de hele band van onschatbare waarde: iedereen bouwt
mee aan de arrangementen en waar nodig aan de renovatie.
Ernst Jansz en Jan Hendriks hebben al eerder met me meegespeeld.
Jan op de plaat "Van een afstand"
en Ernst natuurlijk op meer platen en bovenal als pianist gedurende
een aantal jaren van rondtrekken door Nederland en België.
Jakob Klaasse maakt het zevental compleet als muzikant.
Bovendien spelen we op een aantal nummers arrangementen die
door hem zijn geschreven, zoals
"De Roos",
"De Rover" en
"De Engel is gekomen"
(dat niet op deze CD staat). Zo
reizen we door de Lage Landen, met z'n achten, maar eigenlijk met
z'n negenen, want net als dertig jaar geleden reist Lennaert weer
mee. En als het een keer wat minder gaat, vraag ik zonder dat
iemand het hoort: "Wat is er, Loos?"
[Boudewijn:] "Ik speelde na de eerste Tsjechov een rol
in Het dagboek van Anne Frank, deed wat kleine optredens met een
pianist, bracht een nieuwe cd uit en
toerde met Een Nieuwe Herfst.
Al die activiteiten hebben ertoe bijgedragen, dat ik het nu aandurf om
Tsjechov wat rijker te maken. Ik bedoel niet te zeggen dat ik King Lear
zou kunnen spelen. Maar ik ben in deze Tsjechov wel meer acteur dan
voorheen".
[Boudewijn:] "Ik speelde na de eerste 'Tsjechov' een rol in
'Het dagboek van Anne Frank', deed wat kleine optredens met een pianist,
bracht een nieuwe cd uit en toerde met
'Een Nieuwe Herfst'. Al die
activiteiten hebben ertoe bijgedragen, dat ik het nu aandurf om 'Tsjechov'
wat rijker te maken. Ik bedoel niet te zeggen dat ik King Lear zou kunnen
spelen. Maar ik ben in deze 'Tsjechov' wel meer acteur dan voorheen."
Toen De Groot genoeg kreeg van het etiket protestzanger, in een
identiteitscrisis terechtkwam en met Engelse teksten ging experimenteren,
ontstond hun eerste professionele verwijdering.
Nijgh ging zich op andere artiesten richten zoals Rob de Nijs en
hield zich bezig met de eerste grote Nederlandse musical
Ik, Jan Cremer. Dat de chemie
tussen hem en Boudewijn de Groot de tand des tijds doorstond, bleek
toen een hernieuwde samenwerking in 1996 leidde tot de
succesvolle cd en de
toernee Een nieuwe herfst.