Zijn laatste cd verscheen tien
jaar na zijn vorige. Recent kwam
een fraaie bloemlezing uit en
vanavond staat hij met groot orkest op de planken. Toch werkt
Boudewijn de Groot niet aan een come-back. Hij is al zo vaak
opnieuw begonnen. [...]
Ook het derde project van 1996, een live-uitvoering met de
originele orkestarrangementen van werk van albums als
Voor de overlevenden, was niet van
te voren gepland. Vanavond (3 dec 1996) geeft de 52-jarige zanger
een eenmalig concert in het Amsterdamse Paradiso, met begeleiding van
het Metropole Orkest en een grote groep bevriende muzikanten, onder
wie Henny Vrienten, Jan Rot en Elly Nieman. Hoewel hij zijn
carrière begon als zanger van cabaret-achtige akoestische
liedjes werd een groot deel van zijn songs vanaf zijn eerste hit
Een meisje van zestien (1965)
regelmatig voorzien van orkestarrangementen. 'Heel sporadisch'
had De Groot wel eens iets met een groot orkest
gedaan. 'Vroeger met het Grand Gala Du Disc bijvoorbeeld,
maar dat waren altijd maar een of twee nummers. Het was al
heel lang een wens van mij om de arrangementen van Bert Paige,
zoals die op de plaat staan, live uit te voeren. Maar ik ben
niet iemand die Ahoy vult. En optreden met een groot orkest is
erg duur. Maar nu deed de gelegenheid zich voor.
Concert:
Boudewijn de Groot met het Metropole Orkest en gastoptredens van
Vera Beths, Elly Nieman, Jan Rot, Ernst Jansz en anderen. Gehoord:
3/12 Paradiso, Amsterdam. Theatertournee begint 8 januari in het
Parktheater, Alphen aan de Rijn.
Televisiecamera's maken meer kapot dan de concertganger lief is.
Niet het feestje van Boudewijn de Groot, maar de registratie daarvan
stond gisteren centraal in Paradiso. De 52-jarige zanger vierde zijn
dertigjarig artiestenjubileum, dat gepaard ging met de uitgave van de
CD-box 'Wonderkind aan het strand'.
Het podium nam ongeveer de helft van de zaal in beslag, omdat het
plaats moest bieden aan het Metropole Orkest. Het felle zaallicht bleef
de hele avond aan en daardoor ontstond de sfeer heel wat moeizamer dan
Boudewijn de Groot verdiende op grond van zijn indrukwekkende staat van
dienst en zijn onverminderde uitstraling.
Een comeback mocht het niet heten, want in al die jaren was hij
nooit eerder in Paradiso of zelfs in Amsterdam te zien. Platen bleef
hij altijd maken, al liet de eerder dit jaar verschenen cd
'Een nieuwe herfst' meer dan tien
jaar op zich wachten. Het idee met een orkest werd geboren omdat de
ingewikkelde arrangementen van platen als
'Voor de overlevenden' (1966) en
'Nacht en ontij' (1968) nog nooit
in hun volle glorie op het podium waren uitgevoerd. Rocknummers als
'Jimmy' en 'Annabel' klonken potsierlijk en het voor Rob de Nijs
geschreven feestlied 'Malle Babbe' werd
topzwaar door alle toeters en bellen.
Boudewijn de Groot is op zijn sterkst als hij de merendeels door
zijn vaste compaan Lennaert Nijgh geschreven teksten zo droog en
indringend mogelijk zingt. Soms was de orkestrale versiering op zijn
plaats, zoals in 'Meester Prikkebeen',
waarbij de oorspronkelijke zangeres Elly Nieman een gelukzalig
hippiegevoel opriep. Teksten van
'Een meisje van 16' en
'Verdronken vlinder' werden overal
in de zaal devoot meegepreveld. Het gedateerde
'Welteruste meneer de president'
bleef achterwege en uit de repertoirekeus bleek nergens meer dan
Boudewijn de Groot ooit als een Bob Dylan-achtige protestzanger
werd beschouwd. Gastoptredens van Jan Rot, zoon Jimmy en dochter
Caya ("van mijn kinderen moet ik het hebben"), Fay Lovski op
zingende zaag en Ernst Jansz op piano zorgden voor verstrooiing,
maar het was Vera Beths die de show stal toen ze een onvermoed
zigeunertemperament op haar viool losliet.
De opdringerige aanwezigheid van de televisiecamera's bereikte
een dieptepunt toen de regisseur het midden in een lied presteerde
om de zanger te onderbreken en hem opnieuw te laten beginnen.
Zelfs het hoemparitme van
'Het Land van Maas en Waal' kon er
geen onverdeeld uitbundige bedoening meer van maken. Jammer, want
Boudewijn de Groot heeft nog altijd genoeg te melden om aan het
voor hem gereedstaande warme bed van nostalgie te ontsnappen. Hij
is een chansonnier die kan floreren in de intimiteit van zijn
komende theatertournee. Zonder groot orkest, maar dat hebben de
liefhebbers dan al op tv gezien.
Boudewijn de Groot is maar weinig veranderd. Zijn stem klinkt
nog net als toen en ook uiterlijk is hij grotendeels hetzelfde
gebleven. Goed, zijn haar is inmiddels grijs, maar denk dat
haar een stuk langer, plak ook nog een snorretje onder zijn
neus en je hebt gewoon de Boudewijn de Groot zoals hij bekend
werd in de jaren zestig.
Wel veranderd zijn zijn fans. Echte meneren en mevrouwen zijn
het geworden. Slechts een enkeling onder veertigers die
gisteren Paradiso bevolkten, zag er uit als een oude hippie.
De rest zat keurig in het pak en leek geslaagd in de
maatschappij. "Dames en heren, wilt u alstublieft allemaal uw
autotelefoons en beepers afzetten," luidde het verzoek voordat
Boudewijn de Groot het podium betrad.
Raar maar waar: het was de eerste keer dat hij in Paradiso
stond. Sterker nog. de Haarlemse zanger had überhaupt nog
nooit in Amsterdam opgetreden. Hij maakte het goed met een
concert waarin hij niet alleen werd begeleid werd door het
Metropole Orkest, maar bovendien geassisteerd werd door een
heel leger van collega-muzikanten. Herman Brood deed voor de
verandering eens niet mee, maar verder leek iedere Nederlandse
popmuzikant van boven de veertig present.
De samenwerking tussen de uit de folkhoek afkomstige zanger en
een groot orkest lijkt merkwaardiger dan hij is. Op het podium
nam Boudewijn de Groot meestal genoegen met alleen een
akoestische gitaar, maar op zijn platen doken vaak blazers en
strijkers op. Al op
'Een meisje van zestien', in 1965
zijn eerste hit, deed een compleet orkest mee. In Paradiso opende
Boudewijn de Groot met dat ooit van Charles Aznavour geleende
nummer. Met zijn keurige tekst en houterige arrangementen
klonk het charmant ouderwets.
Opvallend was hoe goed de rest van zijn repertoire de tand des
tijds doorstaan had. Waarbij wel opgemerkt dient te worden dat
De Groot de protestsongs van weleer en het echte
psychedelische werk maar thuis had gelaten. Geen
'Welterusten meneer de President
dus, geen 'Picknick'. Maar wel liedjes
als 'Verdronken vlinder' en
'Testament'; liedjes die behoren tot
de klassiekers van de Nederpop.
In de onafzienbare rij gasten (een kleine greep: Jan Rot, Vera
Beths, Ernst Jansz, Fay Lovsky) kwamen ook Boudewijn de Groots eigen
kinderen voorbij. Zoon Jimmy als eerste. U herinnert zich de hoes van
'Hoe sterk is de eenzame fietser'.
Dat jongetje in het kinderzitje voorop de fiets van Boudewijn de
Groot? Die Jimmy dus. Hij is geen voetballer geworden, heeft
ook niet het bord voor zijn kop van de zakenman, maar is
muzikant. Samen met zijn vader zong hij een innig duet.
Andere zoon Marcel lag in het ziekenhuis, maar dochter Clara
deed wel mee. Ook zij. zong een duet met papa. Helaas raakte
de laatste de weg kwijt in zijn eigen tekst. Dat gebeurde
gisteren wel vaker. Ook kondigde De Groot een keer een heel
ander stuk aan dan vervolgens door het Metropole Orkest werd
ingezet. Zenuwachtig of slordig? Dat werd niet helemaal
duidelijk. Maar het vormde wel een mooi tegenwicht voor de
drukdoenerij van al die tv-lui om hem heen.
Want het optreden werd opgenomen voor de televisie en dat
zouden we weten ook. De zaallichten bleven het hele concert
aan. Zo'n op afstand bedienbare camera vloog doorlopend over
de hoofden van het publiek en halverwege stapte er opeens
doodleuk een meneer het podium op om De Groot iets in het oor
te fluisteren. De verbouwereerde zanger: "Ik krijg zojuist te
horen dat we dit nummer helemaal opnieuw gaan doen."
DE TIJDEN VAN 'Er komen andere tijden'
zijn voorbij, want de tijden zijn inmiddels anders. Zoveel is
me deze week wel duidelijk geworden op twee achtereenvolgende
avonden. Maandag beleefde ik in het Concertgebouw de sensatie
deel uit te maken van het publiek bij de mezzo-sopraan Cecilia
Bartoli. [...]
zo jong als de mensen maandag oogden, zo grijs waren de duiven die
dinsdagavond Paradiso binnenwaaiden. Een man in pak loopt naar de
bar: 'Vijf spa alstublieft.' Boudewijn de Groot trad op ('Mijn
eerste concert in Amsterdam') met het Metropole Orkest onder
leiding van Dick Bakker, naast de vliegende camera van de
NCRV-televisie de enige die swingde.
In twee uur kwamen bekende nummers van toen en onlangs voorbij.
De arrangementen waren passend, de orkestratie dwong De Groot
feller te zijn dan in zijn indolente aard ligt, en de teksten
bleken voor een deel nog mee te kunnen:
Meisje van zestien
('zij gaf zich aan een vagebond'),
Verdronken vlinder
('zo te sterven op het water met je vleugels van papier'),
Onderweg
("t licht komt van ver, van lichtjaren her'),
'Prikkebeen' ('lapjeskat, muizenissen,
rood cellofaan, draailier, sleutel van goud') samen met de
vermoeiend blijmoedige Elly 'Kauwgomballenboom' Nieman.
Boudewijns kwaliteit als componist kwam ook naar voren in
liedjes die door anderen bekend zijn gemaakt, maar hier de
bedoelde uitvoering kregen: Annabel (Hans de Booy kan inpakken)
en Malle Babbe (exit Rob de Nijs).
Toen was het afgelopen. Zogenaamd dan, want was er niet in de
vooraankondigingen gewag gemaakt van een uitbundige versie van
Het Land van Maas en Waal? Wij
werden dus geacht voor de NCRV-camera's publiek te spelen dat
door het dolle heen om méér smeekt. Hoera, Boudewijn
en Bakker werden vermurwd weer het podium op te komen, en toen
ging het van 'we praten en we zingen en we lachen allemaal'.
Om twaalf uur 's nachts was aan de Weteringschans bijna een
polonaise ingezet, maar daar waren we te gezapig voor. De man die
buiten de Daklozenkrant verkocht, leek met zijn peptalk voor
zichzelf beter af dan wij.
Samenvattend: de tijden zijn in die mate veranderd, dat ik
maandag naar het Concertgebouw moest om me in Paradiso te weten,
en dinsdag naar Paradiso om tegen middernacht tegenachtige
matinee-voorsteiling met gitaargetokkel, strijkers en een zingende
zaag bij te wonen.
[Boudewijn:] Het idee om met groot orkest in het Amsterdamse
Paradiso te gaan staan is niet uit hoogmoed geboren, maar uit pure
noodzaak. Tijdens een voorbespreking voor de serie
"Classic Albums", geproduceerd door
Daniëls TV en uitgezonden door NCRV, werd me de vraag gesteld of
ik een paar stukken van de elpee
"Voor de overlevenden" live en in
de oorspronkelijke bezetting zou kunnen uitvoeren. Het bleek een
soort rode draad van die serie te zijn. Ik zei dat ik dat wel wilde,
maar dat een groot deel van die oorspronkelijke bezetting inmiddels
was overleden of niet meer te achterhalen. Op de plaat staat
tenslotte een groot orkest en arrangeur Bert Paige, die helaas ook
niet meer tot de overlevenden behoort, had daar enthousiast gebruik
van gemaakt. Mijn allereerste voorwaarde was dat de originele
arrangementen van Bert Paige gespeeld zou worden. Het concert moest
een soort hommage aan hem worden. Drie jaar geleden, toen ik vijftig
jaar mens en dertig jaar zanger was, had ik al het plan opgevat dit
te vieren met een groot eenmalig optreden, begeleid door een groot
orkest en met uitsluitend nummers die ooit waren gearrangeerd door
Bert. Het probleem was dat de arrangementen niet meer als partituren
bestonden: bij een grote schoonmaak had "men" alles bij het grof vuil
neergezet. Een te krap budget, omdat het minutieus kopiëren van
arrangementen vanaf een plaat een soort monnikenwerk is en dus een
kostbare grap, was er dus de voornaamste oorzaak van dat het plan
niet doorging. Een hommage zou er wel nooit van komen.
Op mijn eerste elpee staan
nog maar een paar arrangementen, zoals van
"Welterusten, mijnheer de President",
"Apocalyps",
"De dagen zijn geteld". Op
"Voor de overlevenden" pakte Bert
in volle glorie uit en stapte daarmee op een voetstuk waar niemand
hem tot op heden van af heeft kunnen stoten. Of het nu voor vier
instrumenten was of voor veertig, het maakte hem niet uit. Hij
luisterde naar een liedje en naar wat
Tony Vos (in die tijd mijn producer)
en ik erover te zeggen hadden; hij hoorde de tekst en de muziek,
begreep wat er moest gebeuren en bedacht vervolgens feilloos een
wonderschone begeleiding. De meeste liedjes heb ik maar
één keer met zijn arrangement kunnen zingen: in de
studio tijdens de plaatopname. Daarom was het voorstel om een
concert in Paradiso te doen een geschenk uit de hemel.
Uiteindelijk is het optreden meer geworden dan alleen maar het
nog eens live en 'in de oorspronkelijke bezetting' uitvoeren van
een aantal stukken van de
Overlevenden-plaat. Er zijn
nummers van andere elpees bijgekomen, er zijn zelfs in een enkel
geval wat extra instrumenten toegevoegd aan die oorspronkelijke
Paige-arrangementen, op nadrukkelijk verzoek van orkestleider Dick
Bakker, om optimaal gebruik te maken van het orkest daar waar een
lied dat beetje extra nog wel kon hebben. Maar het talent en vernuft
en de bezieling van
Bert Paige zijn overal hoorbaar. De
Belgische arrangeur Marcel Peeters heeft zich waargemaakt
als "de monnik" en alle details die Paige in zijn arrangementen
had gestopt feilloos gehoord en opgeschreven.
Er is op voorstel van Daniëls Productions een aantal gasten
uitgenodigd, die ik heb kunnen laten meedelen in de feestvreugde.
Jan Rot vroeg ik omdat hij me ooit een briefje stuurde waarin stond
dat hij zo graag had meegedaan aan de door Jan Douwe Kroeske
geproduceerde tribute-CD
'Als de rook is verdwenen".
Hij zou dan "Naast jou" hebben gezongen,
wat zijn favoriete nummer uit mijn repertoire is. We hebben het in
Paradiso gebracht als roze liefdeslied en ook deze invalshoek, die
voor mij geheel nieuw is, maakte iets los bij het publiek.
Vera Beths speelt hier dezelfde solo als ze op de
Fietser-LP al liet horen, een
solo die bij de arrangementen hoort en dus van de hand van Bert
Paige is. In Paradiso streek ze ook de prachtige solo in
"De roos", maar dit is op CD komen te
vervallen om niet te veel doublures te krijgen: hij staat al op
de Vooruit CD.
Hans
Hollestelle wilde ik er graag bij hebben omdat hij al in
de jaren '60 meespeelde op mijn platen en in de jaren '80 in mijn
begeleidingsgroep. En vooral omdat hij de beste allround-gitarist
van Nederland is.
Als je "Prikkebeen" zingt in de
originele bezetting, hoort Elly Nieman daarbij. Zij bepaalt het
geluid van het 'mager meisje van plezier' nog steeds.
Het leek me interessant te horen hoe "Jimmy" klonk met een
solo op Hammondorgel in plaats van de klassieke gitaarsolo die
zo onverbrekelijk verbonden is met het nummer. En Pim Kops
(van De Dijk) is dan wat mij betreft de aangewezen toetsenist
om dat te doen. Ik moet zeggen, het werkt prima op die
manier.
Fay Lovsky kan prachtig zingen, dat weet iedereen. Ze bespeelt
ook ieder instrument dat ooit werd uitgevonden, waaronder de
zingende zaag. En die had ik nu juist nodig in
"Zonder vrienden kan ik niet". Ik
ben erg gelukkig en vereerd dat ze in die muzikaal zo bescheiden
maar bepalende rol heeft willen musiceren.
En dat Caya en Jim meededen spreekt voor zich. Bij een
belangrijke gebeurtenis als dit concert in Paradiso vraag je je
kinderen mee te doen. Wat talent heeft, moet een plaats krijgen. Met
Jim en Marcel heb ik vaker samen gezongen, maar Caya stond voor het
eerst als zangeres naast me. Waarschijnlijk was ik daarom zo onder
de indruk, dat ik halverwege mijn tekst kwijtraakte, Caya liet zich
niet uit het veld slaan en zong professioneel door. En zo staat het
natuurlijk ook op de CD. Marcel lag
in het ziekenhuis, dus we waren helaas niet compleet. We hebben zijn
stem en zijn gitaarspel dan ook niet op deze
CD kunnen vastleggen. Maar volgende
keer zijn we met z'n vieren.
Al met al ben ik blij dat het er na dertig jaar toch van gekomen
is: met het Metropole Orkest en de arrangementen van Bert Paige een
hele avond zingen in Paradiso.