Gebeurtenis: musical Nonsens van Dan Goggin, script, composities
en regie. Nederlandse bewerking: Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh.
Choreografie: Felton Smith. Decor. Huub van Gestel. Muzikale leiding:
Alan Evatis (viermans orkest). Met: Nelly Frijda, Milly Scott,
Nelleke Burg, Sylvia de Leur en Josine van Dalsum. Gezien in:
't Kielzog, Hoogezand. Bijzonderheid: dinsdag première in
Rotterdam. Publiek: 250. Verder in: Heerenveen (vanavond), Assen
(10 en 11 februari 1988), Meppel (24 maart), Drachten (26 maart),
Groningen (7 en 8 april).
Zo gek kun je het niet bedenken. Halverwege bedacht ik definitief
dat ik niet naar een musical in de traditionele vorm zat te kijken.
Toen had ik het opeens veel makkelijker en gaf me ongeremd over aan
het idee dat Nonsens - zoals de titel woordspelerig is vertaald uit
het Amerikaans - zich afspeelt in de hoek van volslagen kolder.
De dramatische opbouw is minnetjes. Er is een 'onmogelijk'
gegeven, dat in de loop van de avond nauwelijks wordt uitgewerkt.
Stel het je even voor: in een nonnenklooster zijn 48 religieuzen
door een foutje met de vissoep vroegtijdig naar hun Heer afgereisd.
Omdat er geen geld is voor de begrafenis van het hele regiment
worden vier overledenen voorlopig in de diepvries bijgezet. Vijf
nonnen, die het er levend hebben afgebracht, komen op het idee een
liefdadigheidsshow te organiseren om een keurige afwerking alsnog
mogelijk te maken. Dat vormt de bizarre aanleiding tot een reeks
cabareteske liedjes die worden verbonden door schamele dialogen
(of wat daarvoor door moet gaan).
Elders in het land schijnen al weer mensen gekwetst de zaal te
verlaten (welkome rel?), maar in Hoogezand repte niemand van een
godsgeklaagd schandaal of van een belediging der moederkerk. Waarom
zou je het serieus nemen? Het ligt zo voor het opscheppen: Boudewijn
de Groot en Lennaert Nijgh putten uit het wijwatervat alle voor de
hand liggende grappen in de context van hel, ziel, hemel en zaligheid.
Op het podium is het een komen en gaan van vliegend nonnenvolk.
De dames krijgen alle kans privé lol te trappen tegen de
achtergrond van een wat rommelig musicerend orkestje. Een dolle boel
dus. Vrijwel nergens is ruimte voor satire, maar met name Nelleke
Burg, Nelly Frijda en Milly Scott gaan prima tekeer. Josine van Dalsum
en Sylvia de Leur hebben met de zangopdrachten enige moeite.
ROTTERDAM - Je kunt ze wel eens in feestwinkels krijgen. Goedkope
plastic poppetjes die monniken voorstellen en waarbij de grap zich
met een druk op de kale schedel openbaart. Dan bolt er op een zekere
lichaamshoogte iets onder de habijt.
Is dat lachen? Bij een bevestigend antwoord bestaat er een goede
kans dat u tot de doelgroep van 'Nonsens' behoort, een van origine
Amerikaanse musical die op vergelijkbare wijze humor bedrijft met het
contrast tussen uiterlijke vroomheid en innerlijke spirit.
Niet dat de habijten in deze vrije produktie bollen, kan ook
moeilijk bij een verhaal waarin vijf nonnen centraal staan, maar
verder doen deze kloosterlingen toch ongeveer alles wat niet bij de
roeping past.
In elke nieuwe scene springt er een ander duiveltje uit het doosje.
Moeder Overste (Nelly Frijda) krijgt een lachkick, zuster Rudolf
(Josine van Dalsum) drijft de spot met het klassieke ballet, zuster
Marie Belle (Nelleke Bur) doet een ondeugend buikspreeknummer, Mary
Clementine (Milly Scott) zingt de longen uit het lijf en zuster Marie
Clementine (Sylvia de Leur) blijkt gek van de betere smartlap te zijn.
En dat alles in het kader van bonteavond-achtige inzamelactie.
Nodig, omdat de bouillabaisse uit de keuken van het klooster nogal
verkeerd uitpakte: 52 nonnen zaten aan hun laatste avondmaal. Vier van
de lichamen liggen in de vrieskast van het klooster op een begrafenis
te wachten. Geld ontbreekt, omdat Moeder Overste, één van
de vijf overleverden, de laatste cent besteedde aan een videorecorder.
De titel
'Nonsens' dekt uitstekend de lading. Schrijver, componist en regisseur
Dan Goggin grapt om te grappen. De musical maakt niet de indruk dat er
een appeltje met een katholieke achtergrond wordt geschild. Wel zal het
Amerikaanse succes van deze musical iets met de ontkerkelijking van de
maatschappij te maken moeten hebben. Denk je de 'gimmick' van de
dansende en zingende nonnen weg, dan blijft er bar weinig over:
clichématige melodieën en teksten die bepaald niet
overhellen van vindingrijkheid. Met veel goede wil valt er nog een
ode aan de Amerikaanse entertainment-traditie te ontwaren: van tapdans
tot televisiekwis, het komt er allemaal in voor.
De vijf
actrices slaan zich met een bewonderenswaardige inzet
doorheen. Vertalers Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh deden
hun uiterst best om het Amerikaanse jasje door een gelijkwaardig
Nederlands jasje te vervangene. Ook zij kunnen niet verhelpen dat
Nonsens amusement uit de feestwinkel is.
'Nonsens', musical met Sylvia de Leur, Milly Scott, Nelly Frijda,
Nelleke Burg, Josine van Dalsum. Geschreven, gecomponeerd en
geregisseerd door Dan Goggin. Nederlandse bewerking: Boudewijn de
Groot en Lennart Nijgh. Gezien: gisteravond schouwburg Nijmegen.
Nog te zien: 17 december: De Junushoff, Wageningen; 9 februari:
Schouwburg Lochem; 17 februari: Schouwburg Arnhem.
Het klooster is uitgestorven. Bijna alle zusters overleden aan
de boulliabaisse van keukenzuster Liduina. Een handjevol nonnen was
toevallig naar een bingo-avond in een naburig klooster en overlegtde
de soep.
Op de overgebleven nonnen rust de taak hun zusters te begraven,
maar ze komen geld tekort voor de laatste vier. Die zijn zolang
ingevroren, terwijl de overlevenden een inzamelingsactie op touw
zetten. Met zang en dans en tekst moeten zij het publiek dusdanig
amuseren dat de begrafenissen stijlvol plaats kunnen vinden.
De show verloopt bepaald niet vlekkeloos. Op het toneel wordt
gekissebist, moeder overste censureert, onderlinge verhoudingen en
persoonlijke verhalen worden als vuile was te drogen gehangen en
dit alles in een vrolijke atmosfeer.
In Amerika schijnt een 'nonnenrage' te heersen: een grap met
briefkaarten met nonnen die leuke teksten zeggen. Bedenker van de
kaarten was Dan Goggin, die in het verlengde van het succes de
musical 'Nonsens' schreef. Een musical zonder pretenties, hij is
alleen bedoeld om te amuseren.
Dat is wel gelukt, hoewel ik een groot gedeelte ervan erg flauw
vond. De grap zit hem in eerste instantie waarschijnlijk in de
tegenstelling: non - showgirl. Een balletdanseres in habijt op
spitsen, bijvoorbeeld. Of zingende, swingende nonnen in streng
zwart-wit. Op die grap bouw je geen hele voorstelling.
Boudewijn de Groot en Lennart Nijgh, die voor de vertaling
zorgden, deden meer spitsheid in de tekst verwachten. Sommige
woordspelingen waren heel leuk, maar het echte vuurwerk bleef uit.
Dubbelzinnigheden 'doen' het natuurlijk lekker uit monden van
hen die kuisheid zwoeren (een kookboek dat leert hoe je hete
capucijners klaar moet maken...) en ook de zuster die Zuster
Amnesia heet en haar geheugen verloor, is maar even leuk.
De eindsong van Milly Scott gaat je door merg en been. De
liedjes die Sylvia de Leur zong ook, maar dan op een andere
manier: sopraan als zij is, zong ze opeens alt en wist geen
raad met de overgangen van borst- naar kopstem.
Verder heeft 'Nonsens' inderdaad weinig meer om het lijf
dan vijf frivole meiden die een show in elkaar flansen.
Boudewijn de Groot, verantwoording voor de vertaling van de
dialogen van 'Nonsens', is vooral bekend als troubadour van het
Nederlandse lied. [...]
Boudewijn vertelt dat hij hoopt in de toekomst nog een plaat
met balladen van Lennaert Nijgh op te nemen, maar dat hij daar
voorlopig mee wil wachten. Het vertalen van 'Nonsens' was voor
hem 'leuk en lastig', omdat er in de originele tekst veel met
woorden wordt gespeeld. "In de bewerking komt het erop aan niet
met voor de hand liggende woordgrappen te komen, maar humor die
het origineel recht doet en toch overkomt bij Nederlanders. In
het geval van 'Nonsens' betekent dat je je voortdurend af moet
vragen hoever je kunt gaan, zonder iemand te kwetsen. Wat dat
betreft heb ik het iets eenvoudiger gehad dan Lennaert, die
binnen de kontekst van een lied zo gevarieerd en origineel
mogelijk uit de hoek moest komen."
Boudewijn, door John van de Rest gevraagd voor de vertaling
van 'Nonsens', hernieuwt hiermee na tien jaar weer zijn
intensieve samenwerking met Lennaert Nijgh (hun laatste elpee
was het uit 1976 daterende
'Van een afstand') die dateert
vanaf het moment dat beiden op de Filmacademie zaten.
"De afgelopen jaren hebben we minder contact gehad, maar dat
neemt niet weg dat we toch op dezelfde golflengte zijn blijven
zitten. We voelen elkaar goed aan. Daarom stelde ik ook voor dat
hij de vertaling van de liedteksten voor zijn rekening zou nemen."
Voorlopig gaat Boudewijn de Groot door met vertalen. Eén
van zijn wensen is het vertalen van een toneelstuk, "omdat de
dialoog me kennelijk goed ligt".
Hoewel Lennaert Nijgh de Nederlandse lichte muziek in de loop
der jaren verrijkt heeft met tal van oorspronkelijke en verrassende
liedjes, is hij al enige tijd uitgekeken op het fenomeen 'popwereld'.
"Hoewel ik minder verbitterd ben in dat opzicht dan Boudewijn, houd
ik het voorlopig wel voor gezien. Dat heeft een aantal oorzaken. Ten
eerste is er bij de maatschappijen een soort machtsdenken ontstaan,
waarbij de kwaliteit van de teksten vrijwel geen rol speelt. Dat
heeft onder andere tot gevolg dat er voor een schrijver van
Nederlandse liederen geen droog brood meer te verdienen is."
"Stel je voor: ik schrijf een lied. Ten eerste moet ik me dan
afvragen wie dat dan zou moeten zingen. Daarbij komt dat het door
de gigantische teruglopende platenverkoop financieel ook niet
interessant meer is. De platen worden nauwelijks verkocht en
gedraaid. De opleving die er nu plaatsvindt door de verkoop van
cd's is leuk, maar de auteurs worden er naar verhouding nauwelijks
een cent wijzer van. Als je dan bovendien nog eens 25 jaar in het
vak zit en 17 jaar geleden al een Edison hebt gekregen voor je werk,
is het heilige moeten er een beetje af."
"Wat dat betreft ben ik ook blij met de opdracht, die ik heb
gekregen om de liedjes voor 'Nonsens' te vertalen. Theater is toch
het allerleukste dat er bestaat. Als je teksten voor een plaat maakt
of een boek schrijft, ben je veel afstandelijker bezig. Je doet je
werk, je levert het in en een tijdje later ligt het in de winkel.
Bij theater heb je continu gesprekken, soms confrontaties met anderen
die bij de produktie betrokken zijn. Dat is enorm stimulerend, je
groeit met het produkt mee. Je moet natuurlijk wel een enorm
incasseringsvermogen hebben, anders moet je er niet aan beginnen.
Je kunt het vergelijken met een trapezewerker; als je hoogtevrees
hebt, moet je niet in de nok van een tent gaan hangen. Ik ben ook
al vanaf mijn jeugd theatergek. Ik hoef alleen maar de geur van een
gordijn op te snuiven en ik ben verkocht. Het is dan ook geen toeval
dat in een van de door mij vertaalde liedteksten de romantiek van
Carré is binnengeslopen." [...]
De Nederlandse bewerking van de liedjes uit 'Nonsens' heeft hij
met veel plezier gedaan. "In alle musicals waar ik bij betrokken
was, kwamen op een of andere manier nonnen voor. Ik ben tijdens de
hongerwinter van '44 als niet-katholiek geboren in een katholiek
ziekenhuis. Mijn moeder was de eerste dagen zo verzwakt, dat ze
me niet eens kon zien. De eerste mensen die ik dus continu voor
ogen kreeg, waren nonnen. Ik denk dat dat op de een of andere
manier is blijven hangen. Bovendien is het natuurlijk niet zomaar
dat er zoveel nonnen opduiken in theaterprodukties. De non is
waanzinnig picturaal."
Lennaert Nijgh vertaalde in het verleden (als niet-jood) de
roman 'Mijn naam is Asher Levi' van
Chaîm Potok, die speelt in een orthodox-joods milieu.
"Ik kan me verdiepen in dingen, ook al heb ik van huis uit misschien
niet die achtergrond. Dat is ook een uitdaging voor mij, alhoewel
'Nonsens' natuurlijk niet gemaakt is met de instelling van een roman.
Ik hoop dat de Nederlandse kritiek dat kan inschatten."
"Nederlanders zijn nogal snel zwaar op de hand, en kunnen zich
in tegenstelling tot de Amerikanen moeilijk voorstellen dat een
produktie alleen maar wordt gemaakt om er plezier aan te beleven.
Bij ons moet het al gauw kunst zijn of een boodschap hebben. Toen
ik dat vertelde aan de schrijver Dan Goggin, viel hij haast van
zijn stoel van verbazing."
AMSTERDAM - "Wat u met ons mag delen, is de humor van een non."
Aldus een van de vijf nonnetjes uit de nieuwe Nederlandse musical
Nonsens. Ze zegt die hoopgevende zin aan het begin van de
voorstelling, maar na afloop ervan rest slechts de vraag: humor?
Wanneer, hoe laat, waar???
Op papier ziet het er allemaal zo mooi uit. Een doorslaand
Amerikaans succes, naar een Nederlandse situatie vertaald, grote
namen zowel in de cast als bij de mensen achter de schermen. Ga
maar na: Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh als bewerkers, Dan
Goggin (de schrijver zelf) als regisseur en vijf topvrouwen op
toneel. Nelly Frijda, Nelleke Burg, Sylvia de Leur, Milly Scott
en Josine van Dalsum, dat moet toch lachen worden?
Op voorhand leek Nonsens dan ook al dè grote
amusementsproduktie van het seizoen, maar het blijkt een en al
lucht en gescherm met grote namen. De leegheid van Nonsens,
het gebrek aan iedere originaliteit, dat is erg natuurlijk, maar
erger nog is het dat je aan die vijf prachtvrouwen kunt afzien dat
ze er zelf ook niet in geloven. Op opgefokte wijze wordt geprobeerd
toch maar vooral zo lollig mogelijk te zijn, want het publiek heeft
tenslotte niet voor niets die 25 piek per plaats betaald.
Nonsens deugt eigenlijk van geen kanten. Het verhaaltje
is te onbenullig voor woorden, de Nederlandse adaptie ervan een
aaneenschakeling van flauwe grappen en oerlelijke teksten. En dan
die muziek, vreselijk, alsof er een derderangs varieté-orkestje
zit te spelen. Gelukkig hebben de muzikanten allemaal een monnikkenpij
aan, dat scheelt tenminste nog in deze kersttijd.
Vijf vrouwen spelen nonnen die op hun beurt weer in een soort
schoolrevue spelen. Om geld op te halen voor een goed doel. Maar
het hadden net zo goed vijf huisvrouwen, leraressen of hoeren
kunnen zijn. Dan was het misschien nog leuk geworden. Van enige
satire naar de religie toe is geen sprake. Hoe anders was dat
jaren terug bij Jasperina, de Jong in Roll another one,
Wim Sonneveld met zijn Frater Fernantius en Fons Jansen in
zijn Lachende Kerk. Daar werd een amusante link gelegd
tussen het katholicisme en cabaret. Deze nonnen laten het bij een
beetje gezwier met hun niet lekker zittende nonnenjurkjes. Goed,
Nelly Frijda is af en toe grappig met haar droogkomische opmerkingen,
Josine van Dalsum speelt overtuigend de verlegen novice, Milly Scott
mag afsluiten met een hevig gezongen gospel, maar daar houdt het
daarmee op. Nelleke Burg en Syvlia de Leur proberen zo zichtbaar
leuk te doen, dat het niet om aan te zien is. Beledigend haast,
alsof ze op de meest makkelijke wijze hun geld willen verdienen.
Die meiden schijnen tijdens de repetities enorme lol met
elkaar gehad te hebben en de makers laten niet na om er in alle
toonaarden de nadruk op te leggen dat we er vooral niets meer
achier moeten zoeken dan louter amusement. Een 'onzinmusical',
zo wordt Nonsens in het programmaboekje omschreven.
Musical? Kom nou! Onzin? Wat een zelfkennis!
Voorstelling. Nonsens. Tekst en regie: Dan Goggin. Bewerking:
Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh. Spelers: Nelly Frijda,
Nelleke Burg, Milly Scott, Josine van Dalsum, Sylvia de Leur.
Nieuwe de la Mar Amsterdam t/m 10 januari. Op 12 en 13 januari
in schouwburg Velsen; 24 en 25 februari in schouwburg Haarlem.
'Nonsens' van Dan Goggin in een bewerking van Boudewijn de Groot
en Lennaert Nijgh. Met: Nelly Frijda, Milly Scott, Nelleke Burg,
Josine van Dalsum en Lia Bolten. Muzikale leiding: Alan Evans.
Gezien op 27 februari in de Leidse Schouwburg.
LEIDEN - Als gevolg van een fout van zuster Wina zijn enkele
tientallen nonnen door voedselvergiftiging om het leven gekomen.
Om de begrafenissen te kunnen bekostigen, organiseren vijf nonnen
een liefdadigheidsvoorstelling. Alleen al zo'n uitgangspunt
rechtvaardigt de titel 'Nonsens' volledig. Het is dan ook slechts
de wat macabere aanleiding voor een zorgeloos avondje pretentieloos
vermaak. De schouwburg is voor de gelegenheid omgetoverd tot de
aula van de Liduina Scholengemeenschap, waar de 'Kleine Zusters
van Schiedam' oftewel de 'Jonge Klaartjes' hun uitstapjes in de
showbusinesswereld presenteren.
De vijf Nederlandse nonnen dragen de voorstelling vooral met
hun enthousiasme. De mooiste rol speelt Nelly Frijda als
moeder-overste. Ze doet lekker gek, wordt zelfs een keer 'high',
maar over haar leesbrilletje heenkijkend houdt ze wel alles in
de gaten. Milly Scott kan vooral aan het slot van de voorstelling
schitteren, als zij met een dijk een stem de gospel 'Ziel en van
Zaligheid' ten beste geeft. Nelleke Burg is het ondeugende nonnetje,
dat het enige echte cabaretliedje mooi vertolkt. "De zusters
droegen streng zwart-wit / en dachten identiek. / Iets was toen
goed of iets was slecht, / wij waren katholiek".
Wegens ziekte van Sylvia de Leur speelde Josine van Dalsum de
rol van zuster Amnesia. Als de verstrooide non met geheugenverlies
is ze grappig en geloofwaardig, al zijn haar zangkwaliteiten wel
wat minder. Invalster Lia Bolte tenslotte moet het ook niet van
de zang hebben, maar van de dans. Dat komt goed uit, want de
novice Marie Rudolf, zeg maar aspirant-non, droomt naast haar
roeping tevens van een danscarrière.
'Nihil obstat' - er is geen bezwaar; zo heette dat vroeger als
de roomskatholieke kerkelijke overheden hun toestemming verleenden
aan een of andere publikatie. 'Nonsens' is zo'n onschuldig
niemendalletje, dat geen mens er aanstoot aan zal nemen. De tijden
dat Wim Sonneveld met Frater Venantius nog opschudding kon
veroorzaken zijn voorbij. Grappig is dat de nonnen nonnen blijven
en het habijt niet verruilen voor wuftere gewaden, zelfs niet
voor het goede doel.
'Nonsens' is géén ijzersterke musical. 'Nonsens'
ademt de sfeer van het aloude patronaatsgebouw, waar goedbedoelende
nonnetjes een liedje en een sketchje presenteren. Nihil obstat dus!
Musical 'Nonsens', tekst en muziek Dan Goggin, bewerking
Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh. Choreografie Felton Smith.
Regie Dan Goggin. Met: Nelly Frijda, Milly Scott Josine van Dalsum,
Nelleke Burg en Lia Bolte. Première Rotterdam 17 nov. Te zien:
woensdagavond 13 april, Speelhuis in Helmond, aanvang 20.15 uur.
Echt een avondje uit, puur amusement: dat levert de nieuwe
musical 'Nonsens' op waarin vijf nonnen als een wervelwind over het
toneel suizen. Het enthousiasme van het vijftal werkt zo aanstekelijk
dat je na het Veni Creator Spiritus, het
eerste nummer, geamuseerd blijft kijken en luisteren naar de rest.
En dan gaat het soms van dik hout zaagt men planken. Maar och, denk
je dan, de zusters zijn bezig 'voor een goed doel'...
Het verhaal stelt niet zo veel voor al is het natuurlijk wel
een vondst: in het klooster van De kleine zusters van Schiedam is
een ramp gebeurd. Door de bouillabaisse, klaargemaakt volgens een
dodelijk recept, heeft een groot aantal nonnen het tijdelijke met
het eeuwige verwisseld. De begrafenis van al die nonnen kost nogal
wat geld. De beurs is leeg als er nog een paar over zijn. De
lichamen worden dan maar zo lang in de diepvrieskist opgeslagen.
Intussen hebben 'de vijf restanten van het klooster' de tijd om
geld in te zamelen. Dat gebeurt door een benefietvoorstelling
waaraan alle vijf meedoen.
'Nonsens' geeft een beeld van die voorstelling. Moeder-overste
(Nelly Frijda) richt zich rechtstreeks tot 'haar' publiek in de
zaal. Sorm ontaardt dat in moppentapperij op de oubollige,
circusachtige manier zoals Willy Alfredo en (soms) Wim Sonneveld
dat deden. Dat werkt niet in deze voorstelling. Voor de rest kan
het niet gek genoeg zijn. Met als hoogtepunten de
'Tapdans tegen de zonde',
'De Stervende Non' van Josine van
Dalsum op de spitzen, en de formidabele blues van Milly Scott:
'Ziel en Zaligheid' aan het slot van
de voorstelling.
Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh hebben de teksten geestig
vertaald, met her en der een flinke sneer naar de katholieke kerk.
Lekkere vlotte muziek, maar voor de rest geen artistieke hoogstandjes.
Goed gebracht puur amusement.
De première van de musical 'Tsjechov', gemaakt door Dimitri
Frenkel Frank en Robert Long, is op 26 september in de Amsterdamse
Stadsschouwburg. "Ik kende de musical helemaal niet, ik had er nog
niets van gehoord. Behalve dan dat liedje, De Meeuw, dat een hit werd
op de radio. Mijn enige contact met het musical-genre is wat vertaalwerk
geweest, samen met Lennaert Nijgh, voor de musical Nonsens. Maar
Tsjechov, nee. Ik kreeg de cd mee en het script en ben thuis aan de
slag gegaan. En al gauw leek het me erg leuk om mee te doen. Ik heb er
geen auditie voor gedaan of zo. Men ging er kennelijk van uit dat ik
dat wel zou kunnen," zegt hij met een bescheiden grijns.