Type: Knipselmap

Verdronken vlinder

KNIPSELS:
[Top 40: Verdronken vlinder]  1970, september 19 (datum van binnenkomst)
'Ik hou er natuurlijk iets aan over'  1977, februari 26
Boudewijn de Groot (32), de in zichzelf gekeerde pionier van het Nederlandse luisterlied, is gezwicht voor de morele pressie die er vanuit België op hem werd uitgeoefend. Na jarenlang een nogal teruggetrokken bestaan te hebben geleid, vertoont hij zich sinds november '76 weer 'live' aan het Vlaamse publiek. [...] Zij worden niet teleurgesteld. Boudewijn heeft grondig gerepeteerd met zijn tijdelijk in het leven geroepen Jeroen Bosch Band, kent alle teksten weer van buiten en de hits van weleer bruisen van vitaliteit. Noem ze maar op: Meisje van zestien, Aeneas nu, Het Spaarne, De Waterdrager, Ballade van de vriendinnen van een nacht, Beneden alle peil, De Noordzee, Verdronken vlinder, Testament, Jimmy, Als de rook om je hoofd is verdwenen. Anderhalf uur blijde herkenning.
Welterusten meneer Boudewijn de Groot  1983, november 22
Donderdag - 2 februari - treedt hij op in 't Speelhuis te Helmond. Boudewijn de Groot (39) brengt daar niet alleen zijn oude nummers, er is ook nieuwer werk bij. Het bijwonen van een van z'n eerste optredens, afgelopen vrijdag in Neerpelt, leerde dat werkjes als 'Verdronken vlinder', 'Jimmy', 'Het testament' en 'Land van Maas en Waal' nog steeds het meeste succes hebben en ook het meest overtuigend overkomen. [...] In een interview verklaarde De Groot onlangs niet geheel meer achter zijn oude repertoire te staan. "Liedjes als 'Testament' en 'Verdronken Vlinder', daar kom je eigenlijk niet onderuit, maar persoonlijk zing ik ze liever niet. 'Het Land van Maas en Waal' doe ik in elk geval niet," sprak onze man in een informatieve bui. En wat zingt hij dan als toegift? Juist 'Land van Maas en Waal' en ook 'Verdronken Vlinder' en 'Het testament'. Tsja, zoiets roept vragen op.
Boudewijn de Groot kiest voor meer pit  1983, november 30
Boudewijn de Groot Concert. Muzikale bezetting: Boudewijn de Groot (gitaar en zang), Jan Rietman (piano), Jan Vermeulen (bas), Hans Hollestelle (gitaar), Hans Jansen (toetsen), Louis Debij (drums). Gezien De Schouw Uden. 29 november 1983.
Boudewijn de Groot vergrijst. Niet alleen zijn haren, maar vooral zijn muziek, die is blijven staan in een ontwikkeling. Voor een gemêleerd publiek, dat gisteravond de zaal van De Schouw in Uden vulde, maakte dat blijkbaar niet eens zoveel uit. De driehonderd tieners, twens en alles wat daar boven komt, waren gekomen voor 'Het Spaarne', 'De Zwemmer', 'Jimmy' en 'Malle Babbe'. Allemaal nummers, die Boudewijn de Groot jaren geleden ook al speelde. Met de zes of zeven nieuwe liedjes had het publiek duidelijk meer moeite. En toch lijkt het tijdperk van 'Verdronken Vlinder' afgerond. Boudewijn de Groot heeft gekozen voor het hardere werk. Minder melodieus, maar directer. Een pluspunt is dat niet meteen. Het nieuwe materiaal mist alle ingetogenheid.
Boudewijn de Groot: nog steeds in de roulatie  1984, januari 7
Concert van Boudewijn de Groot met begeleiding van Jan Rietman (piano), Hans Janssen (synthesizer), Hans Hollestelle (gitaar), Jan Vermeulen (bas) en Louis Debij (slagwerk); vrijdag en zaterdagavond in de grote zaal van de Stadsschouwburg (Tilburg), 20.15 uur. [...]
Was vroeger een gitaar voor 'Bo' (zoals ie zich in Duitsland laat noemen) voldoende, nu bedient hij zich van een een complete begeleidingsband, die laat horen, dat hij er is. In "Code' bijvoorbeeld (met muziek van Hennie Vrienten) is dat goed te merken, evenals in Boudewijns versie van 'Annabel' en 'Malle Babbe' en in het nummer 'De laatste vrouw'. Allemaal nummers, die de moeite waard zijn, maar het oud spul mag er ook nog altijd zijn. Gelukkig gaf Boudewijn daarvan in de toegift nog blijk: 'Verdronken vlinder' en 'Testament' zijn onverbrekelijk met hem verbonden.
'Uit mijn glorietijd heb ik een optimistisch minimum overgehouden'  1985, juni 26
[Lennaert:] 'Voor de overlevenden', de elpee waarvan er na 1965 duizenden werden verkocht, was niets anders dan een sublimatie van mijn eerste grote verloren liefde. Maar verdriet, evenals woede en angst, laat zich nu eenmaal het diepst in mijn moeders taal uitdrukken. En dat mag ik dan best Verdronken Vlinder noemen. Ons succes is eigenlijk heel simpel te verklaren: Boudewijn en ik wisten gevoelige zaken de juiste naam te geven toen er maatschappelijke vraag naar was. Vraag en aanbod bepalen de kulturele waarde. Dat heb je onlangs aan Herman Brood en Doe Maar gezien."
zonder titel [Nonsens!]  1987, november
Boudewijn de Groot, verantwoording voor de vertaling van de dialogen van 'Nonsens', is vooral bekend als troubadour van het Nederlandse lied. Zijn samenwerking met Lennaert Nijgh, die in de loop der jaren een groot aantal hits voor hem schreef, bracht meesterwerkjes voort zoals Welterusten meneer de president, Verdronken vlinder, Het Land van Maas en Waal etc. etc. Zijn glanzende carrière als popzanger leverde hem in 1967, 1968, 1973 en 1980 Edisons op, terwijl hij ook nog eens werd onderscheiden met de Gouden Harp van de Stichting Conamus.
Onze wortels zaten diep in de villawijk  1990, september 21
In 1973 maakte [Boudewijn] een volwassen comeback met Hoe sterk is de eenzame fietser. En toch roept zijn naam voornamelijk associaties op die worden gekleurd door de zwartwit-televisiebeelden van de tweede helft van de jaren zestig. We zien een sombere, nauwelijks bewegende jongen boos staan zingen, de ogen van boven en opzij afgeschermd door plat geborstelde zwarte krullen. Hij keert zich tegen een staatshoofd van een bevriende natie: 'Schrik maar niet te veel van al die dooie mensen / droom maar van de overwinning en van macht/ droom maar niet van al die vrome vredeswensen / Meneer de President, slaap zacht!'; en tegen ontrouwe vriendinnen: 'Maar jij denkt alleen maar aan je eigen heil / jij denkt alleen maar aan je eigen zaken / en dat is toch beneden alle peil'. Pure melancholie kon ook: 'Zo te sterven op het water / met je vleugels van papier'. [Verdronken vlinder] Of intiemer: 'Als ik groot ben wil ik even / groot en sterk zijn als de rest. / De poes vindt van niet. / Hij zegt 'ik kan hem niet verstaan'/ Als ik groot ben, is dat van de baan / want grote mensen praten niet met poezen'. [Voor de overlevenden [lied]]
Boudewijn de Groot: onbelast op het witte doek  1990, september 24
HILVERSUM - Punt één: het vraaggesprek kan beter niet gaan over zijn verleden als Nederlands meest beluisterde troubadour van de jaren zestig. Mocht dat toch gebeuren, dan zou het wel eens vervelend kunnen worden, waarschuwt de publiciteitsdame. "Want dan gaat Boudewijn zo'n beetje zwijgend zitten glimlachen! Hij heeft gewoon geen zin om het spelletje mee te spelen." Punt twee: hij is zeer stipt, dus wel op tijd willen komen.
Het valt allemaal reuze mee, te beginnen met het feit dat Boudewijn de Groot erg menselijk vijf minuten te laat arriveert en niet dichtklapt als zijn verleden even ter sprake komt. Het doet alleen niet meer zo terzake sinds hij drie jaar geleden is gestopt met muziek, omdat hij geen zin meer had in optredens. Wat hij wel steeds heeft gemerkt, is dat ook jongeren zijn liedjes van vroeger ('Het Land van Maas en Waal', 'Meisje van zestien', 'Testament', 'Mijnheer de President', 'Verdronken vlinder') vaak woordelijk uit het hoofd kennen. "Je zou het muzikale recycling kunnen noemen."
"Wat overbleef, was het Indonesië-gevoel"  1992,
"Testament", "Verdronken vlinder", "Het land van Maas en Waal". Wie deze liedjes kent, weet ook wie Boudewijn de Groot is, maar voor degenen die hem nog niet kennen: hij was een van de belangrijkste zangers van de jaren zestig en zeventig en maakte klassieke LP's als "Voor de overlevenden", "Waar ik woon en wie ik ben" en "Hoe sterk is de eenzame fietser".
Vrienden van vroeger en nu  1994, december 8
[Boudewijn] lijkt er genoegen in te scheppen ongrijpbaar te zijn.
NIJGH: "Nou, een genoegen mag je het niet noemen. Hij is introvert - een benauwde jas die je niet zelf kiest. Ik lul graag. Ik ben ook altijd degene geweest die de initiatieven nam, de contacten legde. Mijn teksten waren er steeds eerder dan zijn muziek. Boudewijn zegt nu nog stupéfait te zijn over wat er is gebeurd - de hits, het succes. Land van Maas en Waal, Testament, Verdronken vlinder, hij stond erbij en keek ernaar."
Bespreking tribute-CD  1995, januari 14
[Boudewijn, over de uitvoering door Bettie Serveert op Als de rook is verdwenen...]
(bij de laatste noten) 'Net of opeens het kopje knakt. (grinnikt goedkeurend) Ja. Die groep valt of staat bij de zangeres. Het is heel erg sixties, hè, qua klank, echt westcoast. Een soort Jefferson Airplane. Heel sfeervol, voornamelijk door Carol. Een van Neerlands meest persoonlijke zangeressen. Ze zingt wat in Amerika nicely out of tune heet, wat ook die zanger van The Serenes heeft: niet vals, maar er steeds nét tegenaan, waardoor het een beetje huilerig klinkt zonder dat het een smartlap wordt. Een soort gele kleur stem. Of het nummer recht gedaan is? O ja, zeker. Het origineel heeft natuurlijk een ontzettend specifieke klank, vooral door het klavecimbel. Maar zoals het hier gespeeld wordt, met die door elkaar dwarrelende gitaren, zo is het eigenlijk geschreven. Dus eigenlijk staat mijn uitvoering verder van het origineel dan dit, maar dat is natuurlijk een kromme redenering.'
'Ik kan in het harnas sterven'  1996, juni 14
De Groot: "'Een meisje van zestien' was een zware concessie voor me. Elektrische gitaren waren volstrekt uit den boze, voor een beetje 'folkie'. Maar ik had al gauw door dat commercieel succes artistieke vrijheid gaf. Tussen '65 en '69 hebben we praktisch kunnen doen wat we wilden. Dat hebben we met dusdanig jeugdig enthousiasme gedaan, dat het een wonder mag heten dat er zoveel 'klassiekers' uitgekomen zijn. 'Testament', 'Het Land van Maas en Waal', 'Verdronken vlinder', 'Picknick', het hield niet op. We waren de hitmachine geworden waar we op school al op af hadden gegeven. En hij was volledig dolgedraaid. Net als wij trouwens."
Boudewijn de Groot in '2 Meter Sessies'  1996, [oktober?]
Jan Douwe Kroeske's '2 Meter Sessie' staat vanavond geheel in het teken van Boudewijn de Groot. [...] In de uitzending van vanavond speelt hij een van zijn oude nummers 'Verdronken Vlinder', samen met violiste Vera Beths. Daarnaast komt veel nieuw werk aan bod, waarbij een opvallende rol is weggelegd voor Boudewijn's zoon Jimmy, voor wie ooit het gelijknamige nummer schreef dat beter bekend is geworden als 'Hoe sterk is de eenzame fietser'. Ook zijn andere zoon, Marcel, neemt plaats in de band van De Groot, die verder is aangevuld met een tienkoppige strijkersgroep uit België
Boudewijn de Groot viert jubileum met veel violen  1996, december 4 - (woensdag)
[Bespreking Boudewijn de Groot in Paradiso] Teksten van 'Een meisje van 16' en 'Verdronken vlinder' werden overal in de zaal devoot meegepreveld.
Boudewijn en zoon  1996, december 4 - (woensdag)
[Bespreking Boudewijn de Groot in Paradiso] Opvallend was hoe goed de rest van zijn repertoire de tand des tijds doorstaan had. Waarbij wel opgemerkt dient te worden dat De Groot de protestsongs van weleer en het echte psychedelische werk maar thuis had gelaten. Geen 'Welterusten meneer de President dus, geen 'Picknick'. Maar wel liedjes als 'Verdronken vlinder' en 'Testament'; liedjes die behoren tot de klassiekers van de Nederpop.
In Paradiso  1996, december 6 - (vrijdag)
[Bespreking Boudewijn de Groot in Paradiso] In twee uur kwamen bekende nummers van toen en onlangs voorbij. De arrangementen waren passend, de orkestratie dwong De Groot feller te zijn dan in zijn indolente aard ligt, en de teksten bleken voor een deel nog mee te kunnen: Meisje van zestien ('zij gaf zich aan een vagebond'), Verdronken vlinder ('zo te sterven op het water met je vleugels van papier'), Onderweg ("t licht komt van ver, van lichtjaren her'), 'Prikkebeen' ('lapjeskat, muizenissen, rood cellofaan, draailier, sleutel van goud') samen met de vermoeiend blijmoedige Elly 'Kauwgomballenboom' Nieman. Boudewijns kwaliteit als componist kwam ook naar voren in liedjes die door anderen bekend zijn gemaakt, maar hier de bedoelde uitvoering kregen: Annabel (Hans de Booy kan inpakken) en Malle Babbe (exit Rob de Nijs).
Boudewijn de Groot maakt nieuwe tournee tot een feest  1997, januari 17
Boudewijn de Groot met de try-out van 'Een Nieuwe Herfst'. [...] Als dan op de valreep die hits van toen komen, weet je dat het eigenlijk niet meer hoeft. Kleinoden als 'Testament' en 'Verdronken vlinder' mogen in het doosje jeugdsentiment blijven. Ze hebben waardige opvolgers gevonden in prachtige nummers als 'De roos' en 'De Engel is gekomen'. Boudewijn de Groot is overtuigend, zoals hij altijd was, met muziek die vertrouwd klinkt, maar toch anders is. Laat de winter maar komen.
Meer dan alleen nostalgische roem  1997, februari 21
EMMEN - De roodzwart geblokte jas die hij dertig jaar droeg op de hoes van 'Voor de Overlevenden' hing hij aan een wand van het decor. Of we dat toch wel hebben gezien, vraagt Boudewijn de Groot na het slotapplaus aan zijn publiek in Theater De Muzeval in Emmen, waar zijn nieuwe theatertour woensdagavond begon. Vervolgens begint hij aan een blokje toegiftjes, waaronder ook liedjes van die vermaarde grammofoonplaat, zoals 'Testament', 'Verdronken vlinder' en 'Het Land van Maas en Waal'. Fans zingen de nummers hardop mee en op dat moment krijgt de avond zijn onvermijdelijke nostalgisch tintje. Toch is de gote kracht van dit theaterconcert juist dat de hoge kwaliteit van het afwisselend geheel het gemakkelijk wint van die goede herinneringen aan dat vroegere repertoire.
'Bij de Stones hoop ik ook op Satisfaction'  1997, februari 21
[Bespreking 'Nieuwe Herfst Tournee'] Bij het betreden van De Muzeval op woensdagavond krijgt De Groot wat 'de provincie' aangaat even gelijk. Het 'multifuncitonele' theater met zijn automatische schuifdeuren en kakelbonte inrichting maakt een verdronken vlinder van de bezoeker. Maar niets ten nadele van het Emmens publiek dat volgens de zanger opvallend snel los kwam.
Nederpop, hippies en muziekmafia  1997, juli
Playboy: Misschien heb ik nooit goed naar de tekst geluisterd. Maar Hoe sterk is de eenzame fietser is zo'n regel die zich in je kop nestelt. Als ik iemand in de wind door het landschap zie trappen, denk ik aan die regel. Jullie hebben wel voor meer regels gezorgd die zich in ons nationale onderbewustzijn hebben genesteld.
De Groot: Maar De eenzame fietser is niet van Lennaert Nijgh, dat is van Ruud Engelander.
Playboy: Het land van Maas en Waal...
De Groot: Dat is wel degelijk van Lennaert. Net als Testament, Verdronken Vlinder en Malle Babbe. Lennaert is altijd gezien, en dat is nog steeds zo, als een van de beste tekstdichters in de lichte muziek. Het zijn prachtige teksten en technisch heel muzikaal geschreven. Op een melodie.
Playboy: Ik dacht dat je de melodie pas schreef als de tekst klaar was.
De Groot: Hij schrijft zijn teksten op een eigen melodie. Misschien dat dichters als ze schrijven altijd een melodie horen, ik weet het niet.
Getemde zwerver  1998, februari 21 - (zaterdag)
[Boudewijn:] Toch was ik toen niet erg gelukkig met mezelf. Je bent bekend, dus veel mensen hebben een mening over je. Als ze je fantastisch vinden, dan is de wereld een roze suikerspin. Maar als je tien seconden later hoort dat alles kut is, dan gaat alles op zwart. Tegen die negatieve reacties begon ik mij te wapenen. Op festivals had ik ook vaak te maken met het feit dat ik met mijn gitaartje en Nederlandse teksten detoneerde tussen de Engelstalige beatbands. Hits als 'Land van Maas en Waal' en 'Meisje van 16' waren herkenbaar, maar bij onbekendere nummers als 'Testament' en 'Verdronken Vlinder' kon ik worden uitgejouwd. Dat vond men zijige burgertruttenliedjes, zoetsappig gebeuzel. Zeker in die tijd was ik iemand die zich liet meevoeren door impulsen, stemmingen, buien - die behoorlijk negatief konden zijn. [...]
Over een paar dagen sta ik met mijn band in het Concertgebouw. Een jongemannendroom. We krijgen fantastische reacties op onze tour, maar voor het grote publiek is Boudewijn de Groot nog steeds die jongen met de Spaanse gitaar. Nummers als 'Testament', 'Verdronken Vlinder' of 'Jimmy/De Eenzame Fietser' leven nog steeds heel sterk. Geen punt voor mij. De oude Bob Dylan was toch 'Blowing in the Wind', de Rolling Stones blijven verbonden met 'Satisfaction'. Ik vind het niet erg die klassiekers een plaats te geven in mijn nieuwe repertoire. Ik hoop wel dat nummers van nu, zoals 'Een Wonderkind van Vijftig' en 'De Roos', over twintig jaar ook klassiekers zijn. [...]
Het verleden. Ik heb iets met het verleden. Er zit iets Anton Pieckerigs in mij. Over het verglijden van de tijd voel ik soms een wanhopige machteloosheid. Dat je 'gisteren' niet kan terughalen... zó zonde. Niet dat ik heden en toekomst afzweer en maar domweg zit te somberen over de vergankelijkheid van het leven, maar ik heb zeker last van verzengende nostalgievlagen. Vraag niet waarom. Het overkomt me. Weet je waar ik van hou? Dingen die afgerond zijn. Ik woon in Heemstede, werk weer samen met Lennaert en sta op het podium nog immer 'Verdronken Vlinder' en 'Testament' te zingen. De cirkel is rond. Ik kan doodgaan of opnieuw beginnen. Móói vind ik dat.
De wonderbaarlijke herrijzenis van Boudewijn  1999, maart 13
In de jaren 60 en begin jaren 70 was hij de populairste vertolker van het Nederlandse lied. Iedereen kende De Eenzame Fietser uit het hoofd, iedereen dweepte met hem. Daarna ging het bergafwaarts. Hij verzoop in een Drentse commune, vertaalde jarenlang thrillers in Overveen en verdween naar Californië. Hij maakte lullige platen en trad in 1985 voor het laatst op als muzikant, en dan nog vooral in België. Wel dook hij op in twee succesvolle musicals (Tsjechov en Anne Frank), maar de legendarische zanger van Testament, Het Land van Maas en Waal, Meester Prikkebeen en Verdronken vlinder leek voorgoed verleden tijd.
Koning Boudewijn  1999,
Toen Boudewijn de Groot drie jaar geleden centrale gast was op Nekka-Nacht, betekende dat zowat een comeback voor de man. Verdronken vlinder, Testament, Als de rook om je hoofd is verdwenen, Hoe sterk is de eenzame fietser... Het was al lang geleden. Maar de Nederlander is sindsdien nauwelijks nog van de theaterplanken van uitverkochte zalen weg te branden.
Gala van het Nederlandse lied  2000, maart 18
Het is niet voor het eerst dat artiesten een ode brengen aan Boudewijn de Groot. Dat gebeurde ook al op 20 mei 1994 toen hij vijftig jaar werd. Radio- en televisiemaker Jan Douwe Kroeske vroeg diverse bands en artiesten voor die gelegenheid een nummer van Boudewijn de Groot in een eigentijds jasje te steken. Met als resultaat het album 'Als de rook is verdwenen'. [...] Zaterdag kunt u kijken naar een nieuw eerbetoon en nu is het de beurt aan onder meer Stef Bos die een eigen versie zingt van 'Tip van de sluier', Gé Reinders met 'Avond', Henk Westbroek met de klassieker 'Jimmy', en Ruth Jacott die zingt over de 'Verdronken vlinder'. De artiesten worden begeleid door het Metropole Orkest onder leiding van Dick Bakker.
Zware maaltijd  2000, augustus 12-18
In Boudewijn de Groot en het Metropole Orkest schotelt de KRO de kijker/luisteraar het beste van het voor Nederlandse begrippen legendarische duo voor. [...] Hij zingt onder meer 'Tuin der lusten', 'Een wonderkind van 50' en 'Verdronken vlinder'. Evenwel, de keuze van de liedjes komt over als een zware maaltijd. De Groot werkt bepaald geen zomers repertoire af. De somberheid van zijn liedjes past bij het karakter van de zanger die zegt vrij ernstig te zijn. 'Ik ben geen uitbundig persoon. Dat wil niet zeggen dat ik geen binnenpretjes heb.' En zo is het met dit optreden ook: een binnenpretje. Het komt langzaam op gang. Pas op het eind wordt het uitbundig als hij tot opluchting van het publiek 'Het Land van Maas en Waal' zingt. Daarna is het ook meteen afgelopen.
Boudewijn de Groot in een nieuw jasje  2000, augustus 12-18
Vanavond zien we Boudewijn de Groot zelf aan het werk. De muziekspecial Boudewijn de Groot... en het Metropole Orkest is opgenomen in samenwerking met Radio 2. U hoort en ziet onder andere Verdronken vlinder, Malle Babbe, Jimmy, Tuin der lusten en Een wonderkind van 50. Ook deze versies bewijzen dat Boudewijn een artiest is die blijft boeien.
"Ik doe wat ik doe"  2000, september 28 - (donderdag)
[Lennaert:] "Ik ben ook wel eens opgebeld door ouders die me vroegen of ze twee regels van 'Verdronken vlinder' op de grafsteen van hun gestorven kind mochten zetten. Daar was ik kapot van. Net je kind verloren hebben en mij dan braaf toestemming vragen om die tekst te gebruiken. Natuurlijk!"
Het Portret: Lennaert Nijgh is zijn eigen strengste criticus  2001, februari 3 en 4
Vlak voor ik in de taxi stap, vraag ik Nijgh weer wat zijn favoriete nummer van eigen hand is. "De Reiziger", zegt hij, zonder enige aarzeling.
Wat? Niet 'Testament', 'Verdronken Vlinder', 'Malle Babbe' of 'Pastorale', door radioluisteraars vorig jaar nog verkozen tot het beste Nederlandstalige lied aller tijden? Ophouden nu je nog vóór staat, zegt de blik in Lennaert Nijghs ogen. Maar zelf zegt hij niets. Hij zou het beter verwoorden. Maar dat zou tijd vergen...
Samensteller van knipselmap en knipsels: Daniël




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email