De Roos is een sleutelnummer op
deze plaat," geeft Nijgh toe.
"Dáár ben ik mee bezig en niet met die teksten van anderen.
Je zal gemerkt hebben dat De Roos een parafrase is op Dante, zoals
het lied over de hoerenloper de titel Rondeel
draagt en dus ook de vorm heeft van een rondeel. De Roos is
geschreven voor één enkele vrouw. De laatste strofe bevat
het statement, ja. Ik schreef vroeger dingen als
Canzone 4711 en daarvoor bestaat
net zo'n krachtig literair reglement als voor een rondeel. Het is
strak van vorm, gevoelig van inhoud. Het is een uitdaging om een
gedicht met het eind te beginnen. Als dat dan lukt, houd je iets
over van de liefde."
De Groot: "In De Roos is de laatste strofe bijna overbodig,
ze vertelt je wat je allang vermoedde.
Boudewijn de Groot met de try-out van
'Een Nieuwe Herfst'. [...]
Als dan op de valreep die hits van toen komen, weet je dat het eigenlijk
niet meer hoeft. Kleinoden als 'Testament'
en 'Verdronken vlinder' mogen in het
doosje jeugdsentiment blijven. Ze hebben waardige opvolgers gevonden in
prachtige nummers als 'De roos' en
'De Engel is gekomen'. Boudewijn de Groot
is overtuigend, zoals hij altijd was, met muziek die vertrouwd klinkt,
maar toch anders is. Laat de winter maar komen.
Boudewijn: "Ik herken in de teksten van Lennaert vaak het decor van
Haarlem en van onze jeugd: veel liedjes spelen zich immers hier af, zoals
'De reiziger',
'De rover',
'Malle Babbe' of 'De roos'."
[Boudewijn, over Boudewijn de Groot in Paradiso:]
Vera Beths speelt hier dezelfde solo als ze op de
Fietser-LP al liet horen, een solo
die bij de arrangementen hoort en dus van de hand van Bert Paige is.
In Paradiso streek ze ook de prachtige solo in "De roos", maar dit is
op CD komen te vervallen om niet te veel doublures te krijgen: hij
staat al op de Vooruit CD. [...]
[Lennaert] heeft me teksten gegeven die weer gaan over een
onbereikbare liefde, zoals ooit het geval was bij
"Voor de overlevenden", en die
Haarlem als decor hebben. En net als vroeger was het schrijven van
muziek bij die teksten een fluitje van een cent. Een nummer als "De Roos"
was binnen een kwartier klaar en is een van de allermooiste geworden
die we ooit hebben geschreven. [...]
Ernst Jansz en Jan Hendriks hebben al eerder met me meegespeeld. Jan
op de plaat "Van een afstand" en Ernst
natuurlijk op meer platen en bovenal als pianist gedurende een aantal
jaren van rondtrekken door Nederland en België. Jakob Klaasse maakt
het zevental compleet als muzikant. Bovendien spelen we op een aantal
nummers arrangementen die door hem zijn geschreven, zoals
"De Roos", "De Rover" en
"De Engel is gekomen"
(dat niet op deze CD staat).
[Boudewijn:] Over een paar dagen sta ik met mijn band in het
Concertgebouw. Een jongemannendroom. We krijgen fantastische reacties
op onze tour, maar voor het grote publiek is Boudewijn de Groot nog
steeds die jongen met de Spaanse gitaar. Nummers als
'Testament',
'Verdronken Vlinder' of
'Jimmy/De Eenzame Fietser' leven nog steeds heel sterk. Geen punt voor
mij. De oude Bob Dylan was toch 'Blowing in the Wind', de Rolling
Stones blijven verbonden met 'Satisfaction'. Ik vind het niet erg die
klassiekers een plaats te geven in mijn nieuwe repertoire. Ik hoop wel
dat nummers van nu, zoals
'Een Wonderkind van Vijftig' en
'De Roos', over twintig jaar ook klassiekers zijn.
De chansonnier zingt zijn ballades over de verrukkingen en
kwellingen van het kleine leven, verloren en herwonnen liefdes en de
drang naar vrijheid die zelfs de grootste burgerman nog wel eens in zich
voelt. Uit de zaal klinkt steeds
meer gezucht en gekreun van herkenning. 'Oooh!' als Boudewijn De
roos zingt: 'Nooit was een geur zo zoet, en nooit een huid zo zacht!'
In het donker zingen en lispelen de fans de teksten mee, van de oude
èn de nieuwe nummers. Woorden als 'eenzaam',
'vagebond' en
'goeie ouwe tijd' roepen onmiddellijk
associaties van weemoed en verlangen op, zonder dat duidelijk is waar
de tekst eigenlijk over gaat. Achter me zingt een dikke man luidkeels
mee. Hij applaudiseert hard met zijn grote slagershanden en roept, als
de zanger het over een schilderij van een mooie jonge vrouw door Frans
Hals heeft, 'Mona Lisa!' Maar de tekst van Malle
Malle Babbe kent hij, en dat zal
hij laten merken ook.