Type: Knipselmap

Rondeel

KNIPSELS:
Haarlem heeft iets deftigs  1985, augustus 17
[Weergave van de tekst.]
[Lennaert:] In verschillende verwarde periodes heeft de hoer een grote rol in mijn leven gespeeld. De romantiek van zo'n vroege ochtend, in de warme buurt van Amsterdam. Het uur dat niet meer bestaat; door de invoering van de zomertijd is die sfeer tussen drie en vier uur 's morgens onherroepelijk weggesneden. Dan liep ik daar rond. Ik ben een solistische Haarlemmer; ik wandel daar maar wat, behoor tot geen enkel echelon. Een atmosfeer die zich als het ware buiten deze tijd afspeelt - dat klinkt ook sterk door in mijn teksten. Haarlem heeft iets deftigs; deftig, in de oorspronkelijke zin van het woord; voordat het gebruikt werd als bekakt, betekende het een niet zo swingende integriteit; dat puur Hollandse is in Haarlem uitermate gaaf bewaard gebleven.
Boudewijn de Groot kiest voor ordening  1996, juni 20
De combi De Groot-Nijgh levert wéér en nog steeds wonderschone liedjes op, maar krijgt nooit iets van een continue productie. Deadlines werken niet meer voor Nijgh. Negen van de veertien stukken op Een Nieuwe Herfst zijn door hem aangeleverd, maar liefst vier zoals Rondeel zijn van ouder datum. [...]
Een Nieuwe Herfst is vooral een evenwichtige plaat geworden, doordat De Groot in staat is gebleken de gedichten van Nijgh terughoudend te orkestreren en van merendeels trage, meeslepende melodieën te voorzien. Producer Jacob Klaasse zorgt voor opwindende arrangementen, een subtiele, vloeiende aanpak, waarin het Nijgh-materiaal mag contrasteren met de opgewektere liedjes die De Groot schreef op teksten van Herman Pieter de Boer (Vrolijke Violen), Ruud Engelander en Harm Schepers. Nijgh moet niks van die heerlijk oppervlakkige uitstapjes hebben, maar bijt liever het puntje van zijn tong af dan over de teksten van anderen te praten. Zo zondigt Vrolijke Violen tegen alle nauwsluitende taalkundige principes die Nijgh zelf hanteert. "Is dat zo? O!"
"De Roos is een sleutelnummer op deze plaat," geeft Nijgh toe. "Dáár ben ik mee bezig en niet met die teksten van anderen. Je zal gemerkt hebben dat De Roos een parafrase is op Dante, zoals het lied over de hoerenloper de titel Rondeel draagt en dus ook de vorm heeft van een rondeel. De Roos is geschreven voor één enkele vrouw. De laatste strofe bevat het statement, ja. Ik schreef vroeger dingen als Canzone 4711 en daarvoor bestaat net zo'n krachtig literair reglement als voor een rondeel. Het is strak van vorm, gevoelig van inhoud. Het is een uitdaging om een gedicht met het eind te beginnen. Als dat dan lukt, houd je iets over van de liefde." [...]
[Boudewijn:][...] In Rondeel komt Lennaert opeens met een heel opvallend statement over Haarlem, onze stad waar hij geboren is en die hij toch het minste kent van alle steden."
De stad zal schrikken van de De Hoerenloper. Niet dat ze 't niet wisten van Nijgh, maar ervoor uitkomen in de vorm van een thans op de plaat gezet liedje waarin je vertelt dat je er zoveel hebt liefgehad, dat is een andere zaak."
Lennaert Nijgh: "Mijn collega in deze, wijlen Ischa Meijer, zei altijd: wat maakt "t uit? Het is ook schijnheiligheid. Als je het vliegtuig neemt, komt niet zelden de helft van de andere rij op Schiphol naar je toelopen om je details van het vak te vertellen. Er zijn veel meer hoerenlopers dan je vermoedt. En ze weten het van elkaar. Jaja."
Samensteller van knipselmap en knipsels: Daniël




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email