Maar veel van wat de zee belooft,
blijkt even later geschreven met zout water
en de wind veegt 't weer uit.
(Uit: Nautilus)
[Lennaert:] "Ik ben me heel goed bewust van de romantiek
die om zee heen hangt. Waar een belangrijk deel van de pleziervaart
ook op inspeelt. Toch is die romantiek niet platweg zo simpel dat je
kan zeggen: dat bestaat allemaal niet. Dat is maar landrottengein.
Zo simpel ligt het niet. Ik ken beroepszeevarenden en die hebben
toch echt een beetje last van romantiek. Je hebt ook onder de
zeevarenden negen-tot-vijf jongens. Ach, het is hetzelfde met de
krant. Je hebt onder krantejongens mensen die het altijd maar over
hun kleine meid hebben, en kerels die 's nachts nog effe doorhalen."
"Tegen De Wal wordt altijd sussend gezegd dat het helemaal niet
zo is dat zeelieden overal opduiken. En het is in een groot aantal
gevallen wel waar. Vroeger was het zelfs noodzaak. Mijn
overgrootvader was voor vier jaar weg als hij scheep ging. Dan
had je niet dat vrouwen meevoeren of overkwamen zoals nu. Zo
hebben ze tegenwoordig het tekort aan officieren opgelost."
"De zeevarenden vormden een heel apart soort volk, tot na de
oorlog. Eigenlijk zonder gezinsleven. Zonder privacy. Een rauw,
zwaar leven. Als je in de geschiedenis iets langer teruggaat, dan
kom je in de zeiltijd terecht. Een tijd met grote bemanningen en
levens die niets waard zijn. Altijd sneuvelden er wel een paar
onderweg. Die mensen werden geronseld. De Shanghai-techniek. Nou,
dat wijst er op dat het allemaal niet zo'n lolletje was. De grote
stroom lectuur in de negentiende eeuw over jongens die naar zee
moesten, was een soort bewust toegepaste propaganda. Vroeger ging
men niet naar zee, tenzij men een moord gepleegd had, of uit een
andere vorm van wanhoop. Anders deed je dat niet."
"Ja, ik koketteer er mee. Als ik bewust een beeld gebruik van
eilanden met tropische meisjes met rieten rokjes, dan doe ik
eigenlijk hetzelfde als cartoonisten in Playboy. Als jij eilandje
tekent met een palm erop, dan zijn dat pictogrammen die de lezers
zó oppakken. Misschien dat onze nazaten over tweehonderd
jaar zulke plaatjes alleen nog kunnen begrijpen met behulp van
indrukwekkende handboeken, zo ongeveer als wij naar Jeroen Bosch
kijken. Dat zijn ook geen clichés, maar
archaïsche beelden. Je hebt maar een paar dingen nodig om
je toeschouwers op een bepaald been te zetten."
"Hoe komt het dat we de indruk hebben dat de accordeon bij
de zeevaart hoort? Dat vinden we zelfs typisch voor dat milieu.
Je moet eens opletten bij commercials en zo. Als er sprake is
van de zee, dan komt die trekzak tevoorschijn. Dan creëer
je het sfeertje, dat iedereen oppikt. Waar komt dat nou vandaan?
Aan die echte zeemansliederen, de wailing song, komt zelden een
trekzak te pas. Toeval."