Type: Knipselmap

Een meisje van 16

KNIPSELS:
[Top 40: Een meisje van 16]  1965, oktober 30 (datum van binnenkomst)
Nieuwe "protest"-song van Boudewijn de Groot  1965, november 18 - (donderdag)
Een jaar lang bleef Boudewijn de Groot op hetzelfde niveau hangen. Toen kwam de rage van Dylan, Donovan, Joan Baez, de Hootenanny, en daar gaat hij nu in mee. "In Nederland," zegt hij, "kun je ook liedjes schrijven zoals Dylan het doet. Je kunt er zelfs mee in de top-40 terechtkomen. Liedjes zoals "Meisje van 16" wil hij niet meer zingen. De begeleiding gaat hem te veel naar de beat en eigenlijk is het hele liedje één treurige smartlap. Zijn bedoeling is om steeds meer "protestsongs" te gaan zingen: dat genre is nog lang niet uitgeput, zeker niet bij het Nederlandse publiek.
[Top 40: Een meisje van 16]  1965, november 27 (datum van binnenkomst)
Boudewijn in zwart-wit  1965, december 30
Deze foto is een opname van Boudewijn de Groot, de zanger van bijvoorbeeld "Een meisje van zestien" en "De eeuwige soldaat".
Kerst vertelsel  1965, [december]
Deze brief vond Boudewijn de Groot op (!) het meisje van 16. We vonden hem de moeite van het publiceren waard. Aldus: Lieve Mams en Paps, Hier een briefje van jullie meiske. Nu ik ongeveer een maand weg ben, dacht ik opeens dat jullie nog steeds niets van me gehoord hebben. Het spijt me vreselijk, daarom dit briefje. Ik heb een zalige tijd gehad. Jan had wel geen geld maar jullie zult wel gemerkt hebben dat Pappa's geldkistje er niet meer stond. Dat staat nu hier. Ik schrijf deze brief erop. De kist is leeg, ik ook, want Jan is weggegaan omdat hij ruimte nodig had, zei hij. [...]
Boudewijn de Groot gaf er de brui aan  [1965 of 1966],
[De organisatie van het live-optreden in het Koetshuis te Enschede bleek] anders opgezet, dan de in een Schots-ruitpak gestoken De Groot bij zijn vertrek uit Amsterdam in gedachten had. Een niet voorziene overnachting in Enschede lag in het verschiet! Een aanbod om zich met een auto 's nachts naar de IJstad te laten brengen, sloeg de timide zanger af. "Ik ben bang in een auto". Het laatste optreden in de Trio-club in Hengelo begon dus met enige tegenzin. Toen het publiek in de kleine zaal van het Vios-gebouw het meisje van zestien uit een licht [genererende ?] microfoon had meegeneuried, wist Boudewijn het al. Ook hier vond hij niet zijn publiek. Na enkele songs van Dylan en een eigen protestsong afgeraffeld te hebben, verdween hij in de keuken van het VIOS-gebouw. Aandrang van organisator Th. Knippenberg - "ik ben helemaal ziek van beat; dit soort werk is het nu voor mij" - was verspild. Geen tweede serie liedjes dus voor het Hengelose publiek, dat zich nauwelijks gegrepen voelde. Een wat bewogen Jan Versteegh van de Trio-club maakte de jongens en meisjes duidelijk, dat de heer Boudewijn contractbreuk had gepleegd. De enige die zich zichtbaar bij de neus gevat voelde, was Th. Knippenberg.
Boudewijn beatzanger?  [1966?, januari?]
Boudewijn de Groot, 22 jaar, Chansonnier, protestzanger. Na 't 'Meisje van zestien' beatzanger.
[Hitweek:] Welke tévéprogramma's vind je goed?
[Boudewijn:] Shindig, maar je ziet er de laatste tijd steeds dezelfde mensen optreden. Fanclub vind ik rommelig en slecht gepresenteerd. Mijn aandeel erin vond ik ook tekort. Ik vind het overigens heel fijn om op te treden voor TV. Fijner dan bijv. op een beat-avond. Ik sta dan tussen allemaal beatgroepen en ik heb alleen maar 'Het meisje van 16' te brengen. Maar ik geloof dat ik meer de tienerkant opga. Op de LP die eind februari uitkomt staan behalve 6 chansons nog 4 protestsongs (o. a. vertaling van Ballad of Christelman van Donovan) en twee beatnummers. Nederland wordt eindelijk wat meer een Beatland.
Boudewijn de Groot is in  [1966, januari]
Boudewijn de Groot stemt zijn gitaar in de kleedkamer van het Haagse theater In de Steeg, terwijl opmerkelijk veel meisjes de zaal binnengaan. Boudewijn is in 'in', vooral sinds zijn plaatje 'Een meisje van zestien', Niettemin zingt hij in dit theater, samen in een programma met Ronnie Potsdammer, een geheel ander repertoire. Een repertoire van liedjes, die gemakshalve onder de noemer 'protest-songs' worden geveegd. [...]
[Boudewijn:] 'Ik voel me wel aangetrokken tot het satirische Nederlandse chanson, de teksten hebben wat te zeggen, ze ageren ergens tegen.' Toch wil Boudewijn niet de zanger van de 'boodschap' zijn. Als er een boodschap in zit, sta ik er wel achter, zegt hij, maar liet hoeven helemaal niet altijd protestsongs te zijn. Hij heeft geen bezwaar tegen commerciële nummers, zegt hij, als de tekst maar goed is. Zoals bij 'Een meisje van zestien'. Boudewijn de Groot is inmiddels 21 geworden, hij is getrouwd en is alweer een jaar vader. Hij heeft Heemstede als woonplaats verwisseld voor Amsterdam en probeert in de muziek een aangenamer broodwinning te vinden dan in het Amsterdamse warenhuis, waar hij werkte.
Hee Boudewijn [artikel]  [1966, februari 25 - vrijdag]
[Via Ed Lautenschlager] is Boudewijn de Groot in "het chanson" terechtgekomen. En omdat ie een moderne jongen is, heeft hij zich niet beperkt tot cabareteske chansons-bij-de-gitaar, maar heeft hij zich laten inspireren door idolen van de platenkopende jeugd als bijvoorbeeld Bob Dylan en Donovan. Terwijl hij enkele jaren lang geen droog brood verdiende met zijn liedjes, en hij daarom halve dagen bij een warenhuis in het magazijn werkte om vrouw Anneke en kind Marcel in leven te houden, maakte hij eind vorig jaar een plaatje, dat hem in korte tijd succes, werk en dus ook een beter inkomen bezorgde. Phonogram kwam hem Aznavours "Une enfant" aanbieden, dat in Anglosaksische landen in vertaling al een hit was geworden. Boudewijns vriend Lennaert Nijgh schreef er een Nederlandse tekst voor, die "beter is dan de Engelse", zoals Boudewijn vindt. Die plaat werd een bestseller, bracht het tot de hoogste regionen van de en zo wonderwel bleek die stijl bij Boudewijns talent en stem te passen, dat er nu onlangs zelfs een 30-cm langspeelplaat op het Decca-label verscheen.
Mijn ontdekking was romantisch  [1966, februari 26 - zaterdag]
[AMSTERDAM, zaterdag] EEN nieuwe ster is gerezen aan het firmament van de Nederlandse tienerwereld. Het is de 21-jarige BOUDEWIJN DE GROOT en ik ben ervan overtuigd, dat wij binnenkort nog veel van deze jonge Amsterdamse zanger zullen horen. Zijn eerste succes behaalde hij met zijn plaat "Een meisje van zestien jaar", maar het is is hem niet komen aanwaaien en Boudewijn heeft hard moeten werken, voordat hij een eigen tv-programma kreeg, waarin we hem gisteren konden zien. [...] "Meisje van zestien" bracht Boudewijn de bekendheid. De aanbiedingen om op te komen treden kwamen binnen en de t.v. vroeg Boudewijn aan programma's mee te werken. Toch is Boudewijn ondanks zijn succes een aparte verschijning in de tienerwereld. Een stelregel van hem is, dat hij alleen maar liedjes met een Nederlandse tekst zingt. Ik vroeg hem naar de reden. Hij zei: "Omdat ik in Nederland woon. En omdat ik het kan. De meeste zangers en beatgroepen denken dat je geen liedjes met een Nederlandse tekst kunt zingen. Maar het kan heel goed. Je kunt niet alle liedjes in een vertaling zingen. Maar er zijn er genoeg, waarbij dit wel kan. Een liedje met een tekst als "A well respected man" van de KINKS, kan heel goed in het Nederlands gezongen worden. Ook een liedje als "Sound of silence.". Dat zijn liedjes met een bijzonder goede tekst, die wat dieper gaan dan de meeste andere teksten. Daarom zing ik alleen maar liedjes met een heel goede tekst. De melodie van een liedje hoeft niet eens zo goed te zijn. Als je maar geboeid wordt door de tekst. Je hebt natuurlijk ook liedjes met een bijzonder goede melodie en dan kan de tekst gerust een beetje minder goed zijn. Zoals een "Meisje van zestien". Dat is een liedje met een heel fijne melodie, maar de, tekst is eigenlijk een smartlap."
Zijn hobby is nu zijn vak  1966, februari
Liedjes als "Elégie Prénatale", "Strand", "Sexuele voorlichting" en "Refrein voor..." verschenen op Eepee's, evenals nog maar kort geleden het momenteel hoog op de hitparade staande "Meisje van zestien". Het zoveelste succes van Boudewijn de Groot, dat inmiddels al weer is achterhaald door een nieuw plaatje (met oude ballades) en dat nog deze maand zal worden overtroffen door zijn eerste L.P.
Boudewijn de Groot wil dat de mensen luisteren  1966, (in/omstreeks augustus?)
Met of zonder lang haar, Boudewijn heeft het klaar gespeeld om "in" te worden. En de onbekende leerling van de Filmacademie in Amsterdam, die "Per ongeluk" eens een liedje zong in een filmpje van een vriend, werd een ster. Zijn opvattingen van het leven, de manier waarop hij met vrienden en kennissen uit zijn kringetje omgaat, is er overigens geen cent door veranderd. Nog steeds is hij een jongen, die eerder een verlegen indruk maakt dan een geroutineerde. Hij lijkt slecht uit zijn woorden te kunnen komen, maar wie even dieper doorgraaft, merkt dat Boudewijn de Groot achter die verlegenheid niet minder goed weet wat-ie wil, wat-ie denkt. Moeilijk maar zorgvuldig, hakkelend, zèlf met geen woord tevreden, probeert hij zijn meningen uit te leggen. Die verlegenheid is er overigens de oorzaak van geweest dat hij in vele interviews nauwelijks of niet "uit de verf" kwam. Omdat het aandacht en goede wil vraagt de genuanceerde meningen van de troubadour van "Een meisje van zestien", maar ook van "Vrijgezel" en "Meneer de President" te begrijpen. [...]
En Boudewijn zegt over de aanvallen die op hem werden ondernomen om 'Meneer de President': "Er wordt inderdaad veel gezegd, dat protestzangers geld verdienen aan hun liedje en daar wordt dan hevig tegen... geprotesteerd. Dat is kolder, heus. Ik ben bijvoorbeeld al geen Protestzanger. Ik ben zanger, cabaretier, en ik heb een repertoire, dat voor alleen een heel klein deel uit protestliedjes bestaat. Verder zing ik cabaret, chansons en met dat hele repertoire verdien ik mijn brood. 'Meneer de President' stond een tijdje op de hitparade. Daar heb ik hem niet opgezet, daar draag ik geen schuld voor, dat nou uitgerekend een protestliedje zo goed werd verkocht. Natuurlijk, ik ben er blij om, want het betekent dat mijn mening over Johnson door heel, heel veel mensen wordt gehoord, dat velen erachter staan. Maar moet ik daarom zeggen: Mensen, alsjeblieft kóóp dat ding niet? Ik heb een gezin, goddank, en ik kan eindelijk eens wat voor mijn vrouw en kind kopen. Niet alleen door 'Meneer de President'. Oók door 'Het Meisje van Zestien', dat ervoor al op de hitparade stond en dat géén protestliedje was. Het gaat er, vind ik, verder om wat je met je geld doet." Wat Boudewijn met het geld doet, dat bij met zijn grote repertoire verdient, merkten miljoenen televisiekijkers naar de VPRO-uitzending 'Ton d'r op', want hij stelde maar liefst de hele onbrengst van zijn langspeelplaat ter beschikking van de actie.
Lennaert Nijgh [over overleven]  1966, oktober [28 ?]
[Lennaert] kent Boudewijn al twaalf jaar en Boudewijn ging hem ook voor naar de film-akademie. [Lennaert:] In m'n eerste film liet ik Boudewijn een liedje zingen met zijn gitaar. Ed Lautenslager zag deze film een jaar later en was direct enthousiast over Boudewijn. Hij wilde dat ik teksten voor Boudewijn ging schrijven en zo is het begonnen. Het werd toen een erg drukke tijd voor Lennaert, want naast z'n werk op de akademie moest hij ook teksten blijven schrijven. 'Het sukses begon met 'Een meisje van zestien', een vreselijk liedje, maar het kwam op de hitparade. Ik had het vertaald uit het Engels, er stond nog iets over God en zonde in, dat heb ik maar weggelaten'.
Boudewijn de Groot [20 vragen]  1966, [voorjaar?]
[Boudewijns] eerste plaat heette 'Strand'. Zijn best verkochte platen zijn 'Een meisje van zestien' en 'Zo maar een soldaat'. Pas verscheen Noordzee-Apocalyps - en zijn eerste langspeelplaat.
Waarom kan ik niet schrijven wat ik voel?  [1967, januari?]
'Het ergste dat me kan gebeuren is in de hitparade terecht te komen. Dat hoop ik nooit te bereiken,' zei hij nog geen twee jaar geleden. Hoe zit dat?
Boudewijn: Toen ik dat zei, was de hitparade uitsluitend bevolkt met zeer commerciële dingen, slechte teksten. Ik dacht: Als ik in de top veertig sta, hebben mijn liedjes slechte teksten. 'Meisje van zestien' kwam er. De melodie was goed, maar de tekst smartlappig. Dat vond ik meteen al. Zie je wel, dacht ik. Maar wat zou er gebeuren als de muziek fijn is en de tekst óók. Lennaert schreef 'Mijnheer de President'. Dat vond ik erg goed. Goed en commerceel kunnen best samengaan. Daar ben ik nu wel van overtuigd.
Het Nederlandse chanson verovert langzamerhand ons land  1967, [januari of februari?]
Lennaert Nijgh is het geestelijke brein van tal van hits, zoals "Een meisje van zestien jaar", "Welterusten mijnheer de president" en ook van "Land van Maas en Waal", dat op dit ogenblik het succes van Boudewijn de Groot aan het worden is.
Ik ben jaloers op Johnny Hoes  [1967, maart? april?]
[interviewer:] Meneer de President, dat vind ik een nogal naief tekstje... maar daar zit jij verder niet mee... Sta je er zelf nog steeds achter?
[Boudewijn:] Ja... Ik zing het nog steeds, ik ben het er nog altijd mee eens, tis een hele goeje tekst, de provo-mentaliteit zit er in, ja ik sta er achter godverdomme!
[interviewer:] Enne, haha, Het meisje van zestien?
[Boudewijn:] Daar heb ik nooit achter gestaan... Het zou oorspronkelijk de B-kant worden, op de A-kant zou een vertaling van The Universal Soldier komen, ik vond de melodie wel erg fijn... Ik zing op avonden ook nog wel eens liedjes waar ik niet achter sta, dat is uitsluitend voor publiek, een liedje zoals De dominee van Amersfoort, dat is een volkomen dwaas lied... Maar het heeft zijn sukses bewezen, en het publiek is dan weer gelukkig...
Brieven aan bekende Nederlanders  1967, [in/na maart]
Beste Boudewijn, Ik ben een fan van jou. Die plaat van "Het Land van Maas en Waal" machtig. Een meisje van 16 jaar is ook wel leuk. Ministers president slaap is ook hartstikke goed. Daaag en nog veel succes!
Marijke v. d. B., Gelderland.
Even rustpauze voor Bo en Len  [1968, augustus?]
Na wat eepee-werk verschijnt in 1965 de tweede single: Een meisje van zestien met op de achterkant Zomaar een soldaat, een vertaling van het Donovan-nummer The universal soldier. Het wordt een hit. Reden om na de single Noordzee 'n elpee te maken, waarop, naast enig vertaald werk van ondermeer Donovan en Paul Simon, het scherpe Welterusten, meneer de President staat, dat tevens op single wordt gezet. Toptien. Vanwege vooral dit nummer en de soldaat krijgt Bo het etiket "protestzanger" opgeplakt.
De Hollandse coalitie is hersteld  1972, januari 29
Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh gaan weer samenwerken. [...] Twee fenomenen die ons in de laatste jaren van het vorig decennium bezighielden met hits-van-eigen-bodem als "Strand", "Noordzee", "Welterusten, mijnheer de president", "Er komen andere tijden", "Een meisje van zestien", "Land van Maas en Waal", "Testament", "Vrienden van vroeger" en "Prikkebeen". Wat waren we er stuk van. De enorme brokken werden weggeslikt na "Vrienden van vroeger" en we hadden het knap zwaar met "Voor de overlevenden". Dat was nog eens Hollands werk waar je zonder schaamte stil van kon worden! Het duo Nijgh-De Groot had het helemaal en iedereen sprak plotseling vol trots over het "volwassen Nederlandse chanson". Dat was in de periode tussen 1966 en 1969.
Je moet de mensen in ieder geval bewegen  1972, januari 29
"Een meisje van zestien" werd door Lennaert vertaald uit het Frans. Boudewijn verdomde dat eerst te zingen. Logisch, want het klonk kommercieel en wie destijds op de Amsterdamse filmakademie het woord "kommercieel" gebruikte kon een asbak naar z'n kop krijgen. Lennaert Nijgh: "Dat was me een verzameling maffe filmfreaks! Hele klassen vol Godards en zo. Dat is nu veel beter, veel ambachtelijker. Toen "Welterusten, mijnheer de president" een hit werd... Ik herinner me de oeverloze discussies in de pers, wat een geouwehoer. [...]"
Blijft Boudewijn de Groot zich zelf?  1974, december
"Ik Ben Ik", de nieuwste single van ex-troubadour-bij-uitstek Boudewijn de Groot, waarop hij zijn zo bijzonder eigen levensopvatting verkondigt, heeft veel Boudewijn-fanatiekelingen aan 't schrikken gemaakt. Want... waar is het typische en zeer subtiele troubadour-soundje dat ieder nummer van Boudewijn kenmerkte, gebleven? Heeft meneer de Groot z'n "magic touch" verloren in de loop van de afgelopen woelige jaren? Of zoekt hij gewoon nieuwe wegen? We weten 't niet en we zullen er waarschijnlijk nooit achterkomen. Vast staat in ieder geval dat Boudewijn de Groot sinds 't overbekende meisje van 16 een stormachtige ontwikkeling, bestaande uit voortdurend hollen en stilstaan, tumult en stilte, heeft meegemaakt. Oordelen over artiesten heeft Popfoto nooit zo gelegen, maar mogen we zeggen dat de Boudewijn van vòòr 'Tante Julia' ons persoonlijk veel meer aansprak?
'Ik hou er natuurlijk iets aan over'  1977, februari 26
Boudewijn de Groot (32), de in zichzelf gekeerde pionier van het Nederlandse luisterlied, is gezwicht voor de morele pressie die er vanuit België op hem werd uitgeoefend. Na jarenlang een nogal teruggetrokken bestaan te hebben geleid, vertoont hij zich sinds november '76 weer 'live' aan het Vlaamse publiek. [...] Zij worden niet teleurgesteld. Boudewijn heeft grondig gerepeteerd met zijn tijdelijk in het leven geroepen Jeroen Bosch Band, kent alle teksten weer van buiten en de hits van weleer bruisen van vitaliteit. Noem ze maar op: Meisje van zestien, Aeneas nu, Het Spaarne, De Waterdrager, Ballade van de vriendinnen van een nacht, Beneden alle peil, De Noordzee, Verdronken vlinder, Testament, Jimmy, Als de rook om je hoofd is verdwenen. Anderhalf uur blijde herkenning.
Boudewijn keert terug  1979, oktober 25
In 1969 maakte hij een afscheidstoernee door ons land. Voor het laatst, liet hij toen weten, zou hij Mijnheer de president, Een meisje van zestien en Het land van Maas en Waal voor het publiek zingen. De bedoeling was om verder Engelstalig repertoire te gaan brengen. Maar dat liep tenslotte op niets uit.
Programmaboek Concert III  1983,
Na een T.V.-optreden en nog een E.P., besloot Boudewijn z'n toekomst te zoeken in de muziek, zodat zijn filmstudie vooralsnog onbenul werd gelaten. Hij trad op in tal van cafés-chantant, jeugdclubs, kleinkunst-zolders en -kelders, terwijl hij onafgebroken bleef werken aan de opbouw van zijn repertoire. Zijn vierde opname 'Een meisje van zestien' kende een overdonderende belangstelling. Men ging overal zijn talent erkennen, men bewonderde zijn stijl en voordracht en langzaam maar zeker begon Boudewijn het écht druk krijgen. [...]
Boudewijn werd de reus in de nederlandstalige 'kleinkunst'. Meer nog: voor velen in de Lage landen betekende hij wat Bob Dylan was voor de Anglosaksische wereld en hij was een introduktie tot een internationaal (protest-)songrepertoire met liedjes als 'Welterusten meneer de president' en 'Er komen andere tijden'. Maar dat zijn repertoire in zijn geheel bij een gigantisch aantal mensen zeer dierbaar was en is, bewees vooral zijn L.P. 'Vijf jaar hits', een dubbelalbum waarvan sinds de release in 1972 ruim 250.000 exemplaren verkocht werden. Alle lievelingen van het publiek staan er dan ook op: 'Meisje van zestien', 'Welterusten meneer de president', 'Het Land van Maas en Waal', 'Testament', 'Meester Prikkebeen', enz...
Boudewijn de Groot: nog steeds in de roulatie  1984, januari 7
Als liedjeszanger trad hij op in wat toentertijd doorging voor het alternatieve circuit en kwam met het ene succesnumer na het andere. 'Meisjes van zestien', 'De eeuwige soldaat', 'De Noorzee', 'Testament' en 'Welterusten mijnheer de president'.
'Bloemen voor...' Lennaert Nijgh  1989, september 28
Zijn teksten maakten Boudewijn de Groot in de jaren zestig razend populair. Heel wat Nederlanders tussen de dertig en veertig jaar koesteren ongetwijfeld goede herinneringen aan liedjes als 'Het Land van Maas en Waal', 'Hoe sterk is de eenzame fietser', 'Een meisje van zestien' of 'Voor de overlevenden'
"Ik wil dóórklimmen. Bergop vallen er immers altijd minder doden dan bergaf"  1989, september 28 - donderdag
[Lennaert:] » In 1965 zijn we de liedjes in gerold met dat hitje : "Een meisje van zestien" van Charles Aznavour, dat ik uit het Frans had vertaald. We vonden het zelf niks. Boudewijn heeft toen nog op de hoes van dat plaatje geschreven : dit ééns, maar nooit weer. Wij waren van mening dat je het eigenlijk niet kon maken om je met zulke commerciële liedjes in te laten. Maar ja, we hadden geen cent te makken. »
Onze wortels zaten diep in de villawijk  1990, september 21
"Ons succes verbaasde ons ook niet zo, het bevestigde eenvoudig wat iedereen had voorspeld. Ik kwam net van de Filmacademie. We hadden drie singletjes gemaakt, heel puur, zang met gitaar. Zwaar geïnspireerd door Jaap Fischer en nogal schenenschopperig. Het eerste plaatje heette bijvoorbeeld 'Elégie prénatale' en het ging over buitenechtelijke kinderen. Het sloeg niet aan. Jaap Fischer was er al, hij werd gekocht door een vaste, beperkte kring jongeren - die zaten niet te wachten op onze liedjes. En voor het grote publiek was er geen reden om op onze muziek te vallen. Toen werd ons de keus gesteld door de platenmaatschappij: of jullie houden op, of jullie geven één keer toe aan de smaak van het grote publiek, dat wil zeggen jullie nemen een liedje op met een gemakkelijker tekst en met begeleiding van een orkest. Dan worden jullie een succes en daarna kunnen jullie doen wat je wilt."
Ze gingen op het aanbod in en streefden naar een huwelijk tussen het kwasi-intellectualisme van het Franse chanson en het brute geweld van de popmuziek. Nijgh vertaalde 'Meisje van zestien' ("een smartlap maar tóch van Charles Aznavour"), De Groot zong het begeleid door elektrische snaarinstrumenten en drum ("we hadden ons altijd verzet tegen dat elektrisch geweld, maar ik vond het best lekker gaan, met zo'n orkest"). Het werd zijn eerste hit en De Groot incasseerde die alsof het zijn goede recht was: "Ze hadden het beloofd, dus ze moesten wel."
Boudewijn de Groot: onbelast op het witte doek  1990, september 24
HILVERSUM - Punt één: het vraaggesprek kan beter niet gaan over zijn verleden als Nederlands meest beluisterde troubadour van de jaren zestig. Mocht dat toch gebeuren, dan zou het wel eens vervelend kunnen worden, waarschuwt de publiciteitsdame. "Want dan gaat Boudewijn zo'n beetje zwijgend zitten glimlachen! Hij heeft gewoon geen zin om het spelletje mee te spelen." Punt twee: hij is zeer stipt, dus wel op tijd willen komen.
Het valt allemaal reuze mee, te beginnen met het feit dat Boudewijn de Groot erg menselijk vijf minuten te laat arriveert en niet dichtklapt als zijn verleden even ter sprake komt. Het doet alleen niet meer zo terzake sinds hij drie jaar geleden is gestopt met muziek, omdat hij geen zin meer had in optredens. Wat hij wel steeds heeft gemerkt, is dat ook jongeren zijn liedjes van vroeger ('Het Land van Maas en Waal', 'Meisje van zestien', 'Testament', 'Mijnheer de President', 'Verdronken vlinder') vaak woordelijk uit het hoofd kennen. "Je zou het muzikale recycling kunnen noemen."
Vrienden van vroeger en nu  1994, december 8
- Hoe ontstonden de eerste nummers?
NIJGH: "Pfff.. Eerst deden we samen wat schoolrevue-werk. Toen maakten we een achtmillimeter-film waarin Boudewijn twee liedjes van hemzelf zong. Iemand riep dat er een bandje naar Phonogram moest, wat ons niks zei. Wij associeerden die maatschappij hoogstens met Anneke Grönloh: Soerabaja met je palmenstrand. We liepen in het zwart. We droegen bordeelsluipers. Dat stond duf - het equivalent van cool. Als je het woord commercieel gebruikte, moest je je bek gaan spoelen. We waren strenger in de leer - welke leer het dan ook mocht wezen. Uiteindelijk namen we Strand op, precies in de week dat The Beatles naar Nederland kwamen. We verwachtten er niets van. En terecht. Pas in '65, toen ik een vertaling had gemaakt van Aznavours Een meisje van zestien, braken we door. Vreselijke tearjerker trouwens."
- Waarom koos de 'alternatieveling' Nijgh dat chanson?
NIJGH: "Ik zag het kennelijk vrij ruim allemaal. Ikke... ik was gewoon geil op het feit dat ik iets kon. Ik was dag en nacht doordrenkt van de behoefte, nee, de morele verplichting om wereldberoemd te worden. Wát er ook gebeuren zou. En Boudewijn was mijn instrument om zo ver te komen, jaja."
Bespreking tribute-CD  1995, januari 14
Het grijsgelokte lentekind ziet er patent uit. Geen spoor van verval. De man die de Nederlandse popgeschiedenis verrijkte met klassieke hits als 'Een Meisje Van 16', 'Welterusten Mijnheer De President' en 'Het Land Van Maas En Waal' mag dan in 1984 zijn laatste plaat gemaakt hebben, stilgezeten heeft hij niet. [...]
[Boudewijn, over de uitvoering door The Nits op Als de rook is verdwenen...]
'Mm. (glimlacht) Een heel gewaagde uitvoering. Dat de tekst werkelijk tot de bare essence is teruggebracht, dat vind ik mooi. Ik denk dat ze uitgegaan zijn van: dat nummer is zo bekend, iedereen weet waar het over gaat, haha. Alleen maar dat meisje dat even zegt dat zij dat meisje is; ook een vondst trouwens. En dan Henk dus: heel mooi, dat hele droge 'arm kind'. Er zit zo'n eenzaamheid in dat nummer, Ja, ik vind het een prachtige versie. Zelf had ik er indertijd erg veel moeite mee om het te doen, ik vond het een smartlap, hoewel het arrangement me enorm aansprak. En het was natuurlijk toch uiteindelijk de poort naar een succesvolle carrière. Plus dat het me ook geholpen heeft van het alleen maar akoestische af te stappen. Een belangrijk nummer dus. Het staat voor een heleboel, In die zin is het me dierbaar.'
'Ik kan in het harnas sterven'  1996, juni 14
Nijgh: "Succes was inderdaad een vies woord. Ik kan dan ook met mijn hand op mijn hart verklaren dat ik er nooit naar heb gestreefd. Bo en ik deden gewoon wat we op het lyceum al deden: liedjes schrijven voor de gelegenheid. Alleen was de gelegenheid al gauw geen schoolfeest meer, maar plaatjes in de Top 40. Onze derde single was al een hit."
De Groot: "'Een meisje van zestien' was een zware concessie voor me. Elektrische gitaren waren volstrekt uit den boze, voor een beetje 'folkie'. Maar ik had al gauw door dat commercieel succes artistieke vrijheid gaf. Tussen '65 en '69 hebben we praktisch kunnen doen wat we wilden. Dat hebben we met dusdanig jeugdig enthousiasme gedaan, dat het een wonder mag heten dat er zoveel 'klassiekers' uitgekomen zijn. 'Testament', 'Het Land van Maas en Waal', 'Verdronken vlinder', 'Picknick', het hield niet op. We waren de hitmachine geworden waar we op school al op af hadden gegeven. En hij was volledig dolgedraaid. Net als wij trouwens."
'De mensen zijn me nooit vergeten'  1996, juli 13
Het ging ook allemaal vanzelf, blikt [Boudewijn] terug. Hij werd gevraagd om Meisje van zestien op te nemen, zijn eerste hit. Muziek hoorde bij het leven in die rumoerige jaren zestig, het was belangrijker dan nu, denkt hij. Nu zijn het de platenmaatschappijen die beslissen, popmuziek is een product geworden waarbij marketing een belangrijke rol speelt. Zelf had hij altijd het gevoel met iets nieuws bezig te zijn. Bijvoorbeeld op Picknick uit 1967 de plaat die achteraf gezien wordt als de Nederlandse tegenhanger van Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band van The Beatles en Their satanic majesties request van The Stones. Een plaat waarmee hij critici van Hitweek wilde paaien en die hij achteraf als zijn meest onpersoonlijke beschouwt. Of op Nacht en ontij waarop hij experimenteerde met elektronica. "Er was nog weinig geweest. Alles kon nog."
Ik ben helemaal geen wereldverbeteraar  1996, december 3 - (dinsdag)
Ook het derde project van 1996, een live-uitvoering met de originele orkestarrangementen van werk van albums als Voor de overlevenden, was niet van te voren gepland. Vanavond (3 dec 1996) geeft de 52-jarige zanger een eenmalig concert in het Amsterdamse Paradiso, met begeleiding van het Metropole Orkest en een grote groep bevriende muzikanten, onder wie Henny Vrienten, Jan Rot en Elly Nieman. Hoewel hij zijn carrière begon als zanger van cabaret-achtige akoestische liedjes werd een groot deel van zijn songs vanaf zijn eerste hit Een meisje van zestien (1965) regelmatig voorzien van orkestarrangementen. 'Heel sporadisch' had De Groot wel eens iets met een groot orkest gedaan. 'Vroeger met het Grand Gala Du Disc bijvoorbeeld, maar dat waren altijd maar een of twee nummers. Het was al heel lang een wens van mij om de arrangementen van Bert Paige, zoals die op de plaat staan, live uit te voeren. Maar ik ben niet iemand die Ahoy vult. En optreden met een groot orkest is erg duur. Maar nu deed de gelegenheid zich voor.
Boudewijn de Groot viert jubileum met veel violen  1996, december 4 - (woensdag)
[Bespreking Boudewijn de Groot in Paradiso] Teksten van 'Een meisje van 16' en 'Verdronken vlinder' werden overal in de zaal devoot meegepreveld.
Boudewijn en zoon  1996, december 4 - (woensdag)
De samenwerking tussen de uit de folkhoek afkomstige zanger en een groot orkest lijkt merkwaardiger dan hij is. Op het podium nam Boudewijn de Groot meestal genoegen met alleen een akoestische gitaar, maar op zijn platen doken vaak blazers en strijkers op. Al op 'Een meisje van zestien', in 1965 zijn eerste hit, deed een compleet orkest mee. In Paradiso opende Boudewijn de Groot met dat ooit van Charles Aznavour geleende nummer. Met zijn keurige tekst en houterige arrangementen klonk het charmant ouderwets.
In Paradiso  1996, december 6 - (vrijdag)
[Bespreking Boudewijn de Groot in Paradiso] In twee uur kwamen bekende nummers van toen en onlangs voorbij. De arrangementen waren passend, de orkestratie dwong De Groot feller te zijn dan in zijn indolente aard ligt, en de teksten bleken voor een deel nog mee te kunnen: Meisje van zestien ('zij gaf zich aan een vagebond'), Verdronken vlinder ('zo te sterven op het water met je vleugels van papier'), Onderweg ("t licht komt van ver, van lichtjaren her'), 'Prikkebeen' ('lapjeskat, muizenissen, rood cellofaan, draailier, sleutel van goud') samen met de vermoeiend blijmoedige Elly 'Kauwgomballenboom' Nieman. Boudewijns kwaliteit als componist kwam ook naar voren in liedjes die door anderen bekend zijn gemaakt, maar hier de bedoelde uitvoering kregen: Annabel (Hans de Booy kan inpakken) en Malle Babbe (exit Rob de Nijs).
Van Boudewijn de Groot en de dingen die blijven  1996,
Een Meisje Van Zestien (1965) De grote doorbraak van Boudewijn de Groot. Daarvoor had hij al twee singles gemaakt. Strand en Elegie Prénatale, maar die werden met gemengde gevoelens ontvangen. Want hij had het wel over een buitenechtelijk kind en over moeten trouwen, dat soort dingen.
Boudewijn de Groot: "De wat ouderen vonden dat te ver gaan. Er waren zelfs mensen van mijn eigen leeftijd die het maar schunnig vonden. De vooruitstrevende mensen vonden het wel leuk, dat sfeertje. Maar ja, dat gitaartje en dan nog dat Aerdenhouts accent, dat was toch ook weer niet echt progressief. En dan had je nog een groep van jongere muziekliefhebbers, maar die hoorden veel liever beatmuziek met veel instrumenten. Dus eigenlijk vond niemand het wat."
"Ik had me er al bij neergelegd dat ik iets heel anders zou gaan doen. Maar de producer zag er blijkbaar toch iets in, want hij zei: 'Als je nu iets commerciëlers doet, dan kent het publiek je naam en dan kun je daarmee iets doen dat je zelf echt goed vindt.' Maar ja, ik wilde niets weten van die halve smartlappen over meisjes die langs de kant van de weg liggen en ik wilde al helemaal niets weten van elektrische gitaren. Ik hield het liever bij m'n akoestische gitaar. Maar hij zei: 'Doe het nu maar, zo slecht is het niet.' En uiteindelijk gaf ik met gebalde vuisten en geklemde kaken toe. Ha, naar buiten toe was ik de integere artiest die zei: 'Ik sta er niet achter.' Maar dat was meer uiterlijk vertoon, want tegelijkertijd hoopte ik stiekem op een hit. Eigenlijk wilde ik maar één ding: beroemd worden."
"Bij de opnamen van die eerste plaatjes stond ik alleen met m'n gitaar in de studio. Nu was het allemaal veel grootser: er waren veel mensen bij, vreselijk spannend. En ik betrapte me erop dat ik het eigenlijk wel leuk vond, dat werken met die muzikanten en dat gehannes met zo'n arrangement. Ik zag dat dat hele puristische gedoe van mij, dat ik niets moest hebben van elektrische gitaren en slagwerk, eigenlijk op niks gebaseerd was. Het was meer 'n soort arrogantie dan dat ik er van nature echt achterstond. En de producer kreeg gelijk. Het werd een hit en ik kreeg meer ruimte om te doen wat ik zelf wilde."
De twijfels van een troubadour  1997, februari 7
De breuken tussen Boudewijn, Bo voor vrienden, en Lennaert zijn bijna even talrijk als de punten die hij achter zijn carrière zette, voor het eerst al in 1968. De Groot, op dat moment immens populair, was drie jaar eerder doorgebroken met de bescheiden hit Meisje van 16, een vertaling van Charles Aznavour's Un Enfant. Het jaar daarop was het echt raak met Welterusten, mijnheer de president. Boudewijn, net 21, werd van het ene op het andere moment een bekende Nederlander. Maar hij kon - zoals dat wel vaker gaat met té snel té beroemd geworden sterren - dit enorme succes niet aan en stortte totaal in.
Nederpop, hippies en muziekmafia  1997, juli
Het begint in 1964 met Strand (Je gaat er op de brommer heen / en ligt dan plat tot kwart voor één / dan ga je kijken naar een vrouw / die je wel graag versieren zou / dan krijg je ruzie met haar man / die toevallig boksen kan / en met je tanden in je hand / sjok je weer verder langs het strand) en daarna volgen talloze klassiek geworden nummers als Testament, Meisje van 16, Voor overlevenden, Prikkebeen, Het Land van Maas en Waal, Jimmy, Tante Julia en Malle Babbe. [...]
Playboy: Hoe is je carrière begonnen?
De Groot: Ed Lautenslager, die toen nieuwslezer was, zei: Als Lennaert de teksten schrijft en jij de muziek, dan maken we een bandje en daarmee ga ik dan naar Phonogram. Ik heb nooit in cafés of op straat hoeven optreden, ik had vrijwel meteen een hit met Meisje van 16.
Playboy: Wat betekende een hit toen?
De Groot: Geen idee. Ik weet wel dat ik voor een gouden plaat 100.000 singles moest verkopen en dat hebben we bij lange na niet gehaald. 20.000 misschien. Maar hij kwam in de hitparade en iedereen wist opeens wie ik was.
Getemde zwerver  1998, februari 21 - (zaterdag)
[Boudewijn:] Toch was ik toen niet erg gelukkig met mezelf. Je bent bekend, dus veel mensen hebben een mening over je. Als ze je fantastisch vinden, dan is de wereld een roze suikerspin. Maar als je tien seconden later hoort dat alles kut is, dan gaat alles op zwart. Tegen die negatieve reacties begon ik mij te wapenen. Op festivals had ik ook vaak te maken met het feit dat ik met mijn gitaartje en Nederlandse teksten detoneerde tussen de Engelstalige beatbands. Hits als 'Land van Maas en Waal' en 'Meisje van 16' waren herkenbaar, maar bij onbekendere nummers als 'Testament' en 'Verdronken Vlinder' kon ik worden uitgejouwd. Dat vond men zijige burgertruttenliedjes, zoetsappig gebeuzel. Zeker in die tijd was ik iemand die zich liet meevoeren door impulsen, stemmingen, buien - die behoorlijk negatief konden zijn. [...]
In 1977 kwam ik ertoe in Los Angeles te gaan wonen. Amerika was een jeugddroom. Bij aankomst werd aan al mijn verwachtingen voldaan: met de glooiende heuvels van Hollywood als decor voelde ik me net een filmster. Fantastisch. Ik heb daar ook een plaat gemixt. In de studio had natuurlijk niemand ooit van Bauwdewaain the Kroet gehoord, maar toen ik werd voorgesteld als de Nederlandse Bob DyIan werden er oren gespitst. De luikjes gingen open toen ik vertelde dat ik eh, acht gouden, twee platina en een diamanten plaat had gemaakt.
Die periode in Los Angeles kon niet verhinderen dat ik in een depressie raakte. Dat was rond mijn veertigste, al had dat weinig te maken met mijn leeftijd: zoiets doemt op en 't wordt onstuitbaar groter. Ik denk dat die mindere periode te maken had met de schaduw van de legende Boudewijn de Groot, de hitmaker met klassiekers als 'Meisje van 16', 'Tante Julia' en 'Eenzame Fietser'. Daar wilde ik vanaf. Ik voel de me benauwd. Opnieuw trok ik alle consequenties die maar mogelijk waren, opnieuw gooide ik het roer honderdtachtig graden om. Net als eind jaren zestig liet ik mensen in de steek: mijn vriendin en mijn derde kind.
Boudewijns 'huwelijk' zonder seks  1998, april 22 - (woensdag)
Boudewijn was al heel jong een ster geworden. Dat begon eerst heel voorzichtig met het lied Noordzee. Maar zijn eerste grote hit was Een meisje van zestien, een Nederlandse bewerking overigens van het bekende Bécaud-nummer Un Enfant. [Wim: moet natuurlijk Charles Aznavour zijn en de Franse titel is: Une enfant de seize ans.] Het werd de doorbraak voor De Groot en Nijgh. Er kwam een lp Apocalyps gevolgd door Voor de Overlevenden, waarop de legendarische hit Het land van Maas en Waal stond.
De wonderbaarlijke herrijzenis van Boudewijn  1999, maart 13
De chansonnier zingt zijn ballades over de verrukkingen en kwellingen van het kleine leven, verloren en herwonnen liefdes en de drang naar vrijheid die zelfs de grootste burgerman nog wel eens in zich voelt. Uit de zaal klinkt steeds meer gezucht en gekreun van herkenning. 'Oooh!' als Boudewijn De roos zingt: 'Nooit was een geur zo zoet, en nooit een huid zo zacht!' In het donker zingen en lispelen de fans de teksten mee, van de oude èn de nieuwe nummers. Woorden als 'eenzaam', 'vagebond' en 'goeie ouwe tijd' roepen onmiddellijk associaties van weemoed en verlangen op, zonder dat duidelijk is waar de tekst eigenlijk over gaat. Achter me zingt een dikke man luidkeels mee. Hij applaudiseert hard met zijn grote slagershanden en roept, als de zanger het over een schilderij van een mooie jonge vrouw door Frans Hals heeft, 'Mona Lisa!' Maar de tekst van Malle Malle Babbe kent hij, en dat zal hij laten merken ook.
Lintje voor Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh  1999, april 30
HAARLEM, 30 april - Een minutenlang durend applaus vult kort na het middaguur de statige ruimte van de Renaissancezaal in het Frans Halsmuseum. Het blije, waardering verkondigende handgeklap daalt neer over de hoofden van zanger/componist Boudewijn de Groot en tekstdichter Lennaert Nijgh. De troubadour en schrijver mogen zich vanwege hun verdiensten voor het Nederlandse lied sinds gistermiddag Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw noemen. [...] Veel onverwoestbare nummers van weleer passeren de revue: Een meisje van 16, Het land van Maas en Waal, Meester Prikkebeen, Hoe sterk is de eenzame fietser. Als muzikale onderbreking van de samenspraak der burgemeesters stuurt pianist Jacob Klaasse flarden van de bekende melodieën de feestende Renaissancezaal in. De spontane neiging om mee te zingen moet worden onderdrukt.
Tekstdichter in de Orde van de Nederlandse Leeuw  1999, juli 10-17
Lennaert Nijgh zei ooit tegen Ischa Mijer dat hij al schreef voor hij kon schrijven. Toen hij vijf was, dicteerde hij al teksten, die zijn grootmoeder dan voor hem noteerde. Aan het einde van de middelbare begon op het Bloemendaalse strand de samenwerking met Boudewijn de Groot vorm krijgen, hetgeen al snel resulteerde in plaatjes als Meisje van 16 en Welterusten, meneer de president. Hun ster stond in één keer bovenin het popfirmament; de protestgeneratie had na Bob Dylan in Boudewijn de Groot nu ook een Nederlands idool. De Groot kon de druk van het snelle succes niet dragen en verbrak de samenwerking, zoals hij later nog wel vaker zou doen, om even zo vaak toch weer terug te keren. Er wordt wel gezegd dat Lennaert Nijgh de enige constante factor was in het wispelturige leven van Boudewijn de Groot.
[Programma-boek Tsjechov]  2000, januari
Met Meisje van zestien maakte Boudewijn de Groot zijn definitieve doorbraak. Hij was te zien op alle belangrijke festivals in Nederland en Vlaanderen en in een gestaag tempo verscheen de ene na de andere hitsingle en elpee. Voor de Overlevenden en Vijf jaar Hits brachten het maar liefst tot platina en diamant. Andere platen werden bekroond met goud. Nadat hij in 1968 was uitgeroepen tot Nederlands populairste zanger, trok hij zich een aantal jaren terug uit de 'showbusiness'.
Boudewijn de Groot speelt op zeker  2000, februari
Boudewijn de Groot, onder meer bekend van liedjes als 'Een meisje van zestien', 'Het land van Maas en Waal'en de protestsong 'Welterusten, mijnheer de president', staat voor de tweede maal in zijn carrière op het toneel als de Russische negentiende eeuwse schrijver Tsjechov. Hoewel de druk van de naderende première op 19 februari in de Goudse schouwburg groot is, vindt de zanger toch nog even tijd om tussen de repetities en het passen van kostuums door te praten over succes, vrije tijd en acteren in 'Tsjechov, de musical'.
De carrière van Boudewijn de Groot begint halverwege de jaren zestig met de hit 'Een meisje van zestien' en vanaf dat moment neemt de populariteit van de jonge zanger snel toe: jonge meisjes zwijmelen weg bij zijn ogen en stem. Ongewild wordt hij voorzien van het predikaat 'stem van de nieuwe generatie' en laten de media hem niet met rust. Maar ook tegenwoordig wordt hij nog beschouwd als een van de beste Nederlandstalige muzikanten. Gevangen door de publiciteit kiest de troubadour er echter regelmatig voor om een andere weg in te slaan en maakt hij in zijn leven soms een draai van honderdtachtig graden. De grote hoeveelheid aandacht verruilt hij eind jaren zestig bijvoorbeeld voor een commune in Dwingeloo en eind jaren zeventig gooit hij het roer weer zonder pardon om en vertrekt naar Los Angeles. "Ik heb er vaak zelf voor gekozen om me terug te trekken uit de publiciteit en heb zeker niet geprobeerd een zelfde mate van bekendheid te behouden," aldus De Groot.
Succes is dan ook niet zijn belangrijkste drijfveer. "Ik vind het belangrijker dat mensen mijn producten waarderen; ik heb succes niet nodig als geestelijk voedsel." Zo vindt hij het belangrijker dat tienduizend mensen zeggen 'dat is een geweldige cd' dan dat er honderdduizend worden verkocht aan mensen die hem 'gewoon goed' vinden. "Ik heb de laatste jaren trouwens tijdens het toeren gemerkt dat even uit de schijnwerpers zijn zelfs heel goed kan werken. Mensen kennen me nog wel degelijk en hebben het idee: Hij is er weer."
Radio 2-Gala: Eerbetoon aan Boudewijn de Groot  2000, maart 18
Gé Reinders is vanavond samen met onder meer Paul de Leeuw, Ruth Jacott en Acda & De Munnik te zien in het Gala van het Nederlandse lied. Een eerbetoon aan Boudewijn de Groot, die de eerste Radio 2 Zendtijd Prijs heeft gewonnen voor zijn oeuvre. De prijs bestaat uit een bronzen beeldje en dus een eerbetoon van collega-artiesten. Voor Gé Reinders een ideale gelegenheid om zijn favoriete De Groot-nummer te zingen. Reinders: "Voor mij is dat Avond. Het refrein is zo prachtig, mooi uitgespannen. Een aantal nummers van hem heeft mij erg geraakt, maar Zestien lentes vond ik akelig. Ik was toen een jaar of twaalf en het beeld van dat meisje langs de kant van de weg, vreselijk vond ik het. En het lied Meneer de president zorgde vroeger bij ons thuis voor veel commotie. Mijn broer was het helemáál niet eens met de inhoud. [...]"
Gala van het Nederlandse lied  2000, maart 18
[Over Het Radio 2 Gala van het Nederlandse Lied [2000]:] Het is niet voor het eerst dat artiesten een ode brengen aan Boudewijn de Groot. Dat gebeurde ook al op 20 mei 1994 toen hij vijftig jaar werd. Radio- en televisiemaker Jan Douwe Kroeske vroeg diverse bands en artiesten voor die gelegenheid een nummer van Boudewijn de Groot in een eigentijds jasje te steken. Met als resultaat het album 'Als de rook is verdwenen'. The Nits kwamen letterlijk met een 'Meisje van zestien', de experimentele band Shine vroeg Simon Vinkenoog om 'Captain Decker' te zingen, het Belgische dEUS vertolkte een wel heel onheilspellende 'Kinderballade' en de eveneens Belgische Arno Hintjes dramatiseerde 'Beneden alle peil' op meesterlijke wijze.
Lennaert Nijgh geniet van hommage  2000, april 3 - (maandag)
Boudy is Bo is Boudewijn. Al vijfendertig jaar, met de nodige onderbrekingen, vormen Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh een gouden koppel. Het begon met singles als Strand, Meisje van 16 en Welterusten mijnheer de president. Toen kwamen LP's als Voor de overlevenden en Picknick, en een paar jaar geleden de cd Een nieuwe herfst.
Popbibliotheek  2000, november
Lennaert Nijgh is natuurlijk bekend van zijn werk met Boudewijn de Groot, voor wie hij juweeltjes als Strand, Testament, Het Land van Maas en Waal en Meisje van zestien schreef.
Samensteller van knipselmap en knipsels: Daniël




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email