Uitgangspunt voor de LP was
'Beneden alle peil', een nogal
verbitterd liedje van een jongen, die het zeer kort geleden
heeft uitgemaakt met een meisje, dat hem heeft bedrogen.
Boudewijn zegt: 'Dit is het voornaamste liedje van de LP. Het
is namelijk het allereerste uitgangspunt, zijn situatie. Het
zou ook mijn situatie kunnen zijn, omdat het een zeer algemene
situatie is, t.w. het afscheid van een meisje dat hem bedrogen
heeft. En vanuit die
'Beneden alle peil'-situatie, komt
hij ertoe af te rekenen met het verleden. Dan komt hij dus in
een nieuwe situatie terecht, zoals die beschreven is in
'Lied voor een kind dat bang is in het donker'.
Dit liedje is het enige op de LP dat niet een terugdenken
beschrijft aan een situatie in het verleden, maar die situatie
zelf beschrijft, een flashback dus. Terwijl in dit liedje verder
geen beschouwingen aan die situatie-van-toen worden verbonden,
probeert de hoofdpersoon in de overige liedjes juist steeds om met
dat verleden klaar te komen. [...]
Lennaert Nijgh. De naam klinkt intussen bekend in Nederlandse
oren. Hij is de man die Boudewijn de Groot van teksten
voorziet. De man áchter Boudewijn, verantwoordelijk
voor de poëzie die de langharige, hoogst
individualistische bard van deze gekke tijd met zoveel succes
in klanken verpakt. Om maar enkele titels te noemen:
Lied voor een kind dat bang is in 't donker,
en Beneden alle peil, en
Vrijgezel.
En ook, natuurlijk:
Land van Maas en Waal, dat dit
jaar dé carnavalsschlager werd.