Er is nog een tweede sleutel
[op Voor de overlevenden [LP stereo]]: Zoals
'Beneden alle peil' een algemene
situatie beschrijft, die de impuls geeft tot het afrekenen met
het verleden, zo ontketent 'Het land van Maas en Waal' bij
Boudewijn persoonlijk hele associatiereeksen, die tot ver in zijn
jeugd teruggaan.In een nogal absurde tekst 'met Jeroen beelden'
probeert Lennaert Nijgh die chaotiese assosiatieketens weer te
geven. De overige liedjes beschrijven verder de afrekening met het
verleden, waarbij hier en daar een derde fase een rol gaat spelen:
de toekomst. Maar hierover later. De afrekening met het verleden,
de jeugd, komt het scherpst tot uiting in het liedje
'Testament', waarvan de eerste regels
luiden: 'Ik maak het testament op van mijn jeugd, hoewel ik geen
geld of goed heb weg te geven. Deze situatie, het zich rekenschap
geven van de jeugd en de poging die herinneringen te verwerken,
om vervolgens als 'volwassene' (wat is dat?) het leven in te gaan,
is wel het hoofdthema van de plaat te noemen.
Voor het eerst na lange tijd staat deze week weer een Nederlandse
zanger aan de top van de hitparade. Het is BOUDEWIJN DE GROOT die met
zijn vrolijke liedje "Land van Maas en Waal" deze week de eerste
plaats bereikte.
Van dit plaatje worden op het ogenblik 10.000 exemplaren per week
verkocht. Een aantal dat door de uitbundige carnavalsdagen in het
zuiden van het land zo snel gestegen is.
Eva jr.: Er wordt hier en daar gemompeld dat
"Voor de overlevenden" slaat
op de overlevenden van een atoomoorlog. Klopt dat?
L. N.: Nee, daar klopt niets van. Het zijn geen biologische
overlevenden. Het is moeilijk uit te leggen. Als je begint, ben
je nog vol illusie's en idealen. Op een gegeven moment ontdek je
dat daar niets van over is gebleven. De mensen leggen zich erbij
neer. Ze worden van die gezapige uitzichtloze, verstandige mensen,
die men volwassen pleegt te noemen. Maar er is een kleine groep,
die zich toch verzet. Die probeert toch ergens voor te vechten,
om iedere keer weer illusies te hebben. Dat zijn de overlevenden.
Daarom is er in "Voor de Overlevenden"
veel kindertaal. Er is ook een tekst die ik heb gemaakt met de
gedachte in mijn hoofd aan de schilderijen van Jeroen Bosch. Er
staan geen protestsongs meer in. Boudewijn en ik hebben er een
hekel aan dat hij steeds protestzanger wordt genoemd.
Nederlands
populairste zanger, eigenlijk cineast staat op het punt met zijn
'Land van Maas en Waal' van de lp
'Voor de Overlevenden' (schok
van het volwassen worden overleefd hebbenden), nu ook op een
single uitgebracht, voor
de zoveelste keer de hitparade in te
vliegen. [...]
'Land van Maas en Waal'. [Boudewijn:] Tja, waarom zou
dat het ineens goed doen? Door het Hartewensfestival. Het heeft
een geinige tekst. Er wordt in gelachen, geschreeuwd. Het is een
meezinger. Ik weet niet of het een hit wordt, maar ik verwacht
het wel een beetje.
Hoe het was om met die artiesten te werken?
Leuk. Nee, laat ik nou eerlijk zijn. Eigenlijk was het niet zo
leuk. Tuurlijk, ze hadden succes, maar ik weet niet in hoeverre het
enthousiasme uit eerbied was. Ik vind die oudjes een beetje zielig.
Die mensen hebben al tientallen jaren achter elkaar hetzelfde
repertoire. Op zo'n leeftijd zou ik er onherroepelijk mee gestopt
zijn. Het zou
moeilijk zijn, maar het moest gewoon. Het publiek van het
Hartewensfestival lag me niet zo. Schoolmeisjes, erg enthousiast,
hopla met de beentjes, meer Teenbeatlezers weet je wel, hahaha. Ik
heb liever dat de mensen luisteren.'
Lennaert Nijgh is het geestelijke brein van tal van hits, zoals
"Een meisje van zestien jaar",
"Welterusten mijnheer de president"
en ook van "Land van Maas en Waal", dat op dit ogenblik het succes
van Boudewijn de Groot aan het worden is.
Over deze tekst zegt hij: "Het publiek blijkt het mooi te vinden.
Ik krijg tal van reacties. Overal hoor je het zingen.. Maar ik geloof,
dat er weinig mensen zijn die de tekst begrijpen. Ik heb het in een
roes geschreven. Het liedje roept de sfeer op van Jeroen Bosch. Een
fantasie van een soort paradijs. Het geeft beelden weer van het
schilderij van Jeroen Bosch. Maar ik heb er ook verscheidene
andere dingen in verwerkt, zoals een gedeelte uit het Wilhelmus.
En dat land van Maas en Waal, dat ergens in de Betuwe ligt, heeft
er helemaal niets mee te maken. Maar Boudewijn vond dat zo mooi
klinken; daarom heb ik het erin verwerkt."
Op Slot Loevestein, daar waar Maas en Waal tezamen stromen, zal
op 29 maart de eerste Gouden Plaat
van 1967 worden uitgereikt. 'Het land van Maas en Waal' van Boudewijn
de Groot is al enige weken ruim over de 100.000 verkochte exemplaren
heen. En dat zal gevierd worden.
Als een Nederlandse plaat de magische grens van de 100.000 haalt,
en dat gebeurt de laatste jaren steeds minder, dan betreft het
gewoonlijk een overgevoelig wijsje. Mijn Dagboek, Spiegelbeeld,
Harlekino, Ik heb eerbied voor jouw grijze haren, blinken niet uit
door originele visie of sprankelende melodie.
Maar er verandert de laatste tijd iets in ons nationale
hitbewustzijn. Ramses Shafty en 'Sammy' stonden enkele weken
bovenaan. Hij haalde de 100.000 net niet, kwam niet verder dan
een dikke 70.000. Boudewijn de Groot en 'Het land van Maas en
Waal' wel. En dat liedje heeft toch werkelijk geen simpele tekst.
Het begin werpt al direct problemen op voor degenen die gewend
zijn aan het rijmen van 'hou' op 'trouw': 'Onder de groene hemel,
in de blauwe zon speelt het blikken harmonieorkest in een grote
regenton...'
En dan: 'Ik loop gearmd met een kater voorop, daarachter twee
konijnen met een trechter op hun kop en dan de grote snoeshaan
die legt een glazen ei, wanneer je het schudt, dan sneeuwt
het op de Egmondse Abdij'.
Dat is toch niet de gewone jukebox-kost. Niettemin krijgen
Hilversum 3 en Veronica niet genoeg van 'Het land van Maas en Waal'.
Bij Veronica vindt men het veelvuldig draaien van de plaat zelfs
een duidelijke aanwijzing dat men daar ook wel eens een plaat
pousseert waar men géén commercieel belang bij
heeft. [...]
Na het succes van 'Het land van Maas en Waal' hoeft Anneke
trouwens het ziekenfonds niet meer te betalen. Want 100.000
verkochte platen leveren de familie De Groot toch gauw 30 à
40.000 gulden op. Daarvan is kortgeleden een nieuwe flat ter
hoogte van Weesp betrokken.
BOUDEWIJN DE GROOT die volgende week de eerste
gouden plaat krijgt voor zijn
"Land van Maas en Waal", maakt binnenkort zijn debuut als acteur.
Boudewijn gaat de hoofdrol spelen in een
nieuwe speelfilm van
tekstschrijver Lennaert Nijgh en zal in deze film ook een
groot aantal nieuwe liedjes zingen.
Gistermiddag deed een nieuwe figuur zijn intrede in de
vaderlandse showbusiness: ridder Van Rappard, burgemeester van
Gorkum, ultra-conservatief en gewikkeld in een eenzame strijd
tegen het moderne verderf.
Hij reikte op het slot Loevenstein, waar Maas en Waal inderdaad
te zamen stromen, een gouden plaat
uit aan Boudewijn de Groot, omdat van diens 'Het land van Maas en
Waal' meer dan honderdduizend exemplaren zijn
verkocht. [...]
'Het land van Maas en Waal en de lp
'Voor de overlevenden' hebben
hem het afgelopen half jaar bijna zeventigduizend gulden opgeleverd.
De ontmoeting tussen Boudewijn de Groot en ridder van Rappard
op Loevestein was een culturele manifestatie. Voor platvloerse
festiviteiten leent de ridder als slotvoogd zijn kasteel niet
- en zichzelf nog minder. [...]
Boudewijn de Groot, die hier zijn
gouden - want honderdduizendvoudig
verkochte - plaat in ontvangst moet nemen, gelooft kennelijk niet erg
dat zijn vertolking van Het Land van Maas en Waal de culturele Van
Rappard-toets zonder meer kan doorstaan. Vijf minuten voor de
plechtigheid jaagt hij langs de buffetten. Hij snakt naar een oude
klare - of desnoods een jonge met angostura. Bij de middeleeuws
vermomde werkstudenten aan de bar schaft de fles echter niets
pittigers dan sherry en vermout.
Boudewijn de Groot, zanger, heeft deze week het bewijs
gekregen van zijn commerciële capaciteiten.
De traditionele, zakelijke erkenning - een
gouden plaat voor 'Land van
Maas en Waal' - kreeg hij daar waar Maas, Waal en Merwede tezamen
komen: slot Loevestein bij Gorinchem. Zijn platenmaatschappij
Phonogram - de enige die nog grootscheepse stunts op zijn
begroting heeft staan - bracht woensdagmiddag een
publiciteitsleger van 120 man (uit Gorinchem gehaald met de
Altena 2 op Loevestein in contact met de combinatie Boudewijn
de Groot - mr. L.R.J. ridder van Rappard, burgemeester van
Gorinchem en slotvoogd van
Loevestein. [...]
HET FEEST van Ridder van Rappard, pardon van Boudewijn de
Groot is afgelopen. De boot vaart terug naar Gorinchem, waar
in een plaatselijk café Inter Milaan al aan het
voetballen is. De stille Boudewijn is stil gebleven. Hij heeft
alleen bedankt en een paar cadeautjes uitgedeeld.
Praten vindt hij - zelfs op een rustiger moment ergens in
Amsterdam moeilijk: "Praten waarover? Wat ik wil? Wie ik ben?
M'n liedjes? Het wordt zo zwart-wit en dat is het niet". Het
is nog een overblijfsel uit zijn schuchtere periode, een jaar
geleden.
Toen een afwerende jongen van 21 die alleen maar aandacht
voor zijn liedjes had en het contact met het publiek tot het
uiterste beperkte. Nu: een ras-echte amusementsartiest die bij
het zingen van Land van Maas en Waal het publiek tot uitbundig
handgeklap opzweept.
De langspeelplaat
Voor de overlevenden van hem en
tekstschrijver Lennaert Nijgh is al 25.000 maal verkocht. Het
Land van Maas en Waal als single al meer dan honderdduizend maal.
Alleen aan die twee platen heeft Boudewijn de Groot in een half
jaar zeventigduizend gulden verdiend. Kortom, Boudewijn de Groot
is Phonograms beste paard van stal.
De laatste hitparader van Boudewijn de Groot is hard op weg
als een 'volkslied' populariteit te krijgen. Jong en oud, zingen
in café's, op scholen en in de straat dit makkelijk in het
gehoor liggende liedje. Op onze vraag her en der 'hoe men de tekst
vindt', worden doorgaans de schouders op gehaald en iets gemompeld
van 'Het is toch een prettig melodietje'. Als we dit overbrengen
op Boudewijn en er onze mening aan toevoegen, is zijn antwoord:
'Het is het mooiste wat Lennaert ooit geschreven heeft.
'Land van Maas en Waal' beschrijft
zo treffend die toestand van het ten einde raad zijn, het zo in
de rotzooi zitten, dat er eigenlijk geen uitweg meer is'. Of deze
tekstbedoelingen op al die tienduizenden kopers overkomen, moeten
we betwijfelen.
Hoe weet jij nu dat er van Land van Maas en Waal nou
100.000 verkocht zijn...
[Boudewijn:] Wacht even, dat is dus niet voor singels
alleen, maar ook voor de elpee
erbij, er zijn nu 25. 000 elpees verkocht, en 80.000 singels,
en de verkoop in België telt ook mee, daar werd ik erg goed
verkocht... Of die aantallen nou kloppen, ja god dat weet
natuurlijk niemand. Phonogram zei steeds, we zijn er nog niet.
En op een gegeven eigenlijk zeiden ze tegen mij, we hebben de
100.000 gehaald. Het doet me overigens niet zoveel zo'n gouden
plaat, het doet me veel meer dat van mijn volgende singel
Onder ons 7000 stuks op voorhand
verkocht zijn, en ik heb hem zelf nog geeneens gehoord...
Lennaert Nijgh. De naam klinkt intussen bekend in Nederlandse
oren. Hij is de man die Boudewijn de Groot van teksten voorziet.
De man áchter Boudewijn, verantwoordelijk voor de
poëzie die de langharige, hoogst individualistische bard
van deze gekke tijd met zoveel succes in klanken verpakt. Om
maar enkele titels te noemen:
Lied voor een kind dat bang is in 't donker,
en Beneden alle peil, en
Vrijgezel.
En ook, natuurlijk: Land van Maas en Waal, dat dit jaar dé
carnavalsschlager werd.
Boudewijns liedjes met teksten van Lennart Nijgh worden nog
steeds ten onrechte protestsongs genoemd. Boudewijn is gedurende
zijn carrière regelmatig veranderd, zijn liedjes eveneens.
Voor het lied "Het land van Maas en Waal" heeft hij een
gouden plaat in ontvangst
mogen nemen uit handen van de Gorkumse burgemeester Ridder van
Rappard. Boudewijn, jong, energiek èn vader van twee
kinderen, heeft veel fans, ook oudere, die door hem bewezen zien,
dat jongens met lange haren toch nog in staat zijn iets goeds te
presteren.
Voor Boudewijn zijn alle brieven een stimulans voor de
voortzetting van zijn Nederlandse carrière.
Ik: "In 'Het land van Maas en Waal' zit een massa
radeloosheid."
B.: "Het is het absolute einde van alles, het in een staat
verkeren van gewoon niets meer te weten, de volledige black-
out. Het alles gehad hebben, alle narigheid, alle fijne dingen
gehad hebben en tegen elkaar afgewogen. De toestand van je
moet kiezen en niet weten wat precies. Een hersenspoeling. Een
toestand van nou spring ik driehoog het raam uit misschien zal
ik wat ik zoek op de stoep vinden. Dat lees ik uit Land van
Maas en Waal."
Na het bonte circus van vreemde typetjes dat door het "Land Van
Maas En Waal" trok, tovert Boudewijn de Groot ons nu een ander
zonderling typetje voor en wel "PRIKKEBEEN".
Van de vele hitwaardige nummers kiest men Land van Maas en Waal
om op single uit te brengen. Dat geschiedt precies in de
carnavalstijd en de plaat staat dan ook binnen de kortste keren
nummer één. "Als een plaat van mij één
komt, dan zit er iets fout. Dan wordt hij ook gekocht door mensen
die Toon Hermans kopen, en Heintje, en de Heikrekels. En dat is
niet de groep waarop ik mijn muziek richt. Ik richt het op een vrij
kleine groep, die ook naar de teksten luistert en die begrijpt. En
dat doen die mensen niet. Die zeggen: leuk melodietje, zingen mee,
stampen mee en hebben niet door wat er eigenlijk bedoeld wordt met
die tekst en hoe goed die eigenlijk is."
[Boudewijn] krijgt een dochter, Caya, geheten, een
gouden plaat voor Land van
Maas en Waal en Onder ons, komt in
de toptien.
In de commune van Boudewijn de Groot wonen drie jongens en drie
meisjes. Met de jongens experimenteert hij met nieuwe composities,
die helemaal zullen afwijken van het protestrepertoire waarmee hij
in ons land bekend werd. Zijn grootste succes was Lennaert Nijgh's
lied 'Land van Maas en Waal'.
Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh gaan weer
samenwerken. [...]
Twee fenomenen die ons in de laatste jaren van het vorig decennium
bezighielden met hits-van-eigen-bodem als
"Strand",
"Noordzee",
"Welterusten, mijnheer de president",
"Er komen andere tijden",
"Een meisje van zestien",
"Land van Maas en Waal", "Testament",
"Vrienden van vroeger"
en "Prikkebeen". Wat waren we er stuk
van. De enorme brokken werden weggeslikt na
"Vrienden van vroeger"
en we hadden het knap zwaar met
"Voor de overlevenden". Dat
was nog eens Hollands werk waar je zonder schaamte stil van kon
worden! Het duo Nijgh-De Groot had het helemaal en iedereen
sprak plotseling vol trots over het "volwassen Nederlandse
chanson". Dat was in de periode tussen 1966 en
1969. [...]
Hoe is er een eind gekomen aan de samenwerking? De Groot:
"Ik vond toen dat Lennaert teveel in hetzelfde straatje bleef
werken. Zijn teksten werden volgens mij te persoonlijk, te
weinig universeel. Hij begon het steeds meer over zijn eigen
moeilijkheden te hebben. Dat voortdurende spekuleren op en
etaleren van jeugdsentiment zag ik op het laatst niet meer zo
zitten. Ik zat midden in een ontwikkeling die een geheel
andere kant op ding." Welke kant? "Dat is heel moeilijk uit te
leggen. Het is iets dat op gevoel berust, het laat zich niet
in konkrete dingen vangen. In ieder geval wilde ik per
sé in het Engels zingen en om dat te realiseren zat ik
vol plannen. Ik wilde een groep beginnen met Jay Baar van Q'65
en Jaap Gerritsen van The Clungels. Hele maanden hebben we op
mijn boerderij in Dwingelo zitten repeteren en filosoferen
onder het motto: geld maakt niet gelukkig, vooral als je het
niet hebt. De groep is er nooit gekomen en mijn platen in het
Engels kun je gevoeglijk op een hoop gooien. Eerst heb ik -
maar dat was voor de breuk met Lennaert - "Land van Maas en Waal"
in het Engels opgenomen. Dat is wel
uitgebracht, maar daar bleef het bij. Een enorme flop voor
Baldwin. Later heb ik met o.a. Kees Kranenburg en Eelco Gelling
onder de groepsnaam Tower nog een paar Engelstalige songs
opgenomen. "In my life" was daar bij. Maar het was kommercieel
en artistiek geen sukses. Men gunde ons ook niet de kans. We
werden aangekondigd als supergroep en toen hadden noch Eelco,
noch ik er veel zin meer in."
Toch noemt Lennaert (29) deze met veel platen van edel metaal
gelauwerde activiteiten slechts een zijsprong. "Ik heb de
filmacademie gedaan. Evenals Boudewijn trouwens. Op de middelbare
school maakte ik al reeksen filmpjes. Ik was dan ook, zou je kunnen
zeggen, op weg naar een echte speelfilm, toen we met die liedjes
begonnen. Dat was meteen Succes met een hoofdletter.
Vooral "Het Land van Maas en Waal". En toen werd ik steeds sterker
door die stroom meegetrokken. Maar ik bleef bezig met drama. Een
speelfilm zie ik voorlopig niet zitten, en misschien wordt dat
nooit iets, maar ik wil op dramatisch gebied iets gaan doen. Dat
idee is hier," wijst op zijn kuivende haardos, "steeds door blijven
woelen." Hij werkt momenteel aan een
musical, ter gelegenheid van het
zevenhonderdjarig bestaan van Amsterdam volgend jaar. Jasperina
de Jong krijgt de hoofdrol. Het wordt een co-produktie van Lurelei
en de Stichting Nederlandse Opera.
In 1969 maakte hij een
afscheidstoernee door ons land. Voor het laatst, liet hij toen weten,
zou hij Mijnheer de president,
Een meisje van zestien en Het land van Maas
en Waal voor het publiek zingen. De bedoeling was om verder Engelstalig
repertoire te gaan brengen. Maar dat liep tenslotte op niets uit.
Na de glorieperiode rond 'Het land van Maas en Waal',
'Mijnheer de president',
'Testament' en
'Meester Prikkebeen' had Boudewijn de
Groot er in 1969 plotseling genoeg van en nam afscheid van zijn fans.
Donderdag - 2 februari - treedt hij op in 't Speelhuis te Helmond.
Boudewijn de Groot (39) brengt daar niet alleen zijn oude nummers, er
is ook nieuwer werk bij. Het bijwonen van een van z'n eerste optredens,
afgelopen vrijdag in Neerpelt, leerde dat werkjes als
'Verdronken vlinder', 'Jimmy',
'Het testament' en 'Land van Maas en Waal'
nog steeds het meeste
succes hebben en ook het meest overtuigend
overkomen. [...]
In een interview verklaarde De Groot onlangs niet geheel meer
achter zijn oude repertoire te staan. "Liedjes als
'Testament'
en 'Verdronken Vlinder', daar kom
je eigenlijk niet onderuit, maar persoonlijk zing ik ze liever niet.
'Het Land van Maas en Waal' doe ik in elk geval niet," sprak onze
man in een informatieve bui. En wat zingt hij dan als toegift? Juist
'Land van Maas en Waal' en ook
'Verdronken Vlinder' en
'Het testament'. Tsja, zoiets roept
vragen op.
Boudewijn werd de reus in de nederlandstalige 'kleinkunst'.
Meer nog: voor velen in de Lage landen betekende hij wat Bob Dylan
was voor de Anglosaksische wereld en hij was een introduktie tot
een internationaal (protest-)songrepertoire met liedjes als
'Welterusten meneer de president' en
'Er komen andere tijden'. Maar dat
zijn repertoire in zijn geheel bij een gigantisch aantal mensen
zeer dierbaar was en is, bewees vooral zijn L.P.
'Vijf jaar hits',
een
dubbelalbum waarvan sinds de release in 1972 ruim 250.000 exemplaren
verkocht werden. Alle lievelingen van het publiek staan er dan ook
op: 'Meisje van zestien',
'Welterusten meneer de president',
'Het Land van Maas en Waal', 'Testament',
'Meester Prikkebeen', enz...
Boudewijn de Groot, verantwoording voor de vertaling van de
dialogen van 'Nonsens', is vooral
bekend als troubadour van het Nederlandse lied. Zijn samenwerking
met Lennaert Nijgh, die in de loop der jaren een groot aantal hits
voor hem schreef, bracht meesterwerkjes voort zoals
Welterusten meneer de president,
Verdronken vlinder,
Het Land van Maas en Waal etc. etc. Zijn glanzende
carrière als popzanger leverde hem in 1967, 1968, 1973 en
1980 Edisons op, terwijl hij ook nog eens werd onderscheiden met
de Gouden Harp van de Stichting Conamus.
Zijn teksten maakten Boudewijn de Groot in de jaren zestig razend
populair. Heel wat Nederlanders tussen de dertig en veertig jaar
koesteren ongetwijfeld goede herinneringen aan liedjes als
'Het Land van Maas en Waal', 'Hoe sterk is de eenzame fietser',
'Een meisje van zestien' of
'Voor de overlevenden'
[Lennaert:] Boudewijn en ik zijn al een tijdje bezig om een
nieuwe lp te maken, maar dat is op
deze leeftijd iets ingewikkelder dan het toen was. Het wordt onze
eerste lp sinds "Van een afstand"
uit 1980, wat ik overigens een van de mooiste vind. Alleen, het punt
is, dat de mensen naar zijn concerten komen om successen als Het
Land van Maas en Waal te horen. Die moet je dan ook doen. Vroeger
wilde Boudewijn dat niet, nu is hij van die noodzaak doordrongen. Ik
bedoel, als je naar Parijs gaat, dan wil je de Eiffeltoren zien.
Verder kunnen we gewoon doen wat we willen, zoals we dat toen
óók deden. Of we het leuk vinden of niet, dat zien we
dan wel weer. Het dodelijkste is natuurlijk zelf-epigonisme, waar
veel artiesten op aandrang van de buitenwacht op den duur toch aan
toegeven. Een van mijn voorbeelden blijft Brel, omdat ie dat
juist niet deed. Toen ie al ziek was, heeft ie gezegd : "Ik heb
alles gezegd wat ik wilde. Streep eronder." Wat voor keuze heb je
anders als je je top hebt bereikt ? Doorklimmen natuurlijk, dat is
de enige oplossing - bergop vallen er
immers altijd minder doden dan bergaf -
en nooit achterom kijken. Je hebt namelijk je eigen concurrentie
geschapen, dat voel ik wel eens met een nummer als
Malle Babbe."
De Groot is tegenwoordig hoofdzakelijk vertaler van Engelse
detective-romans, maar hij gaat nog steeds af en toe het podium op om
voor een trouw publiek behalve wat nieuw werk, ook de oude bekende ten
gehore te brengen. Hij voert dan een lied als 'Het land van Maas en
Waal' in exact dezelfde toonsoort en hetzelfde tempo uit als ruim
twintig jaar geleden. [...]
Vanaf 'Meneer de President'
(in 1966) werd De Groot geklassificeerd als protestzanger. "Onzin,"
vindt hij. "Ik wilde niet protesteren, ik wilde mooie liedjes zingen,
verder niet. Ondanks mijn principes en mijn afkeer van
commercialiteit vond ik alles best als het ging om een liedje
dat me beviel. Zo zag niemand iets in 'Het Land van Maas en Waal'.
Het werd al helemaal niet beschouwd als potentiële carnavalshit,
want zoiets was ver beneden onze stand. Het stond op een lp en er zou
geen single van worden gemaakt, Toen werd me gevraagd mee te werken
aan het televisieprogramma op
oudejaarsavond en wel als laatste gast voor middernacht. Ik koos
'Het Land van Maas en Waal'. Niet om het te pushen, maar het was het
vrolijkste liedje van onze verder sombere, nieuwste plaat. Je hield
nu eenmaal beleefd rekening met het programma waar je in verscheen,
dat was in die tijd (1967) zo. Ik zong dat nummer net voor twaalven,
en iedereen zong mee: hoedjes, toeters, polonaise en het inderhaast
geperste singletje lag net op tijd voor carnaval in de winkels. Heus,
het stond me tegen om van mijn geloof af te vallen, maar aan de
andere kant deed dat vallen niet zo'n pijn."
HILVERSUM - Punt één: het vraaggesprek kan beter
niet gaan over zijn verleden als Nederlands meest beluisterde
troubadour van de jaren zestig. Mocht dat toch gebeuren, dan zou
het wel eens vervelend kunnen worden, waarschuwt de publiciteitsdame.
"Want dan gaat Boudewijn zo'n beetje zwijgend zitten glimlachen! Hij
heeft gewoon geen zin om het spelletje mee te spelen." Punt twee:
hij is zeer stipt, dus wel op tijd willen komen.
Het valt allemaal reuze mee, te beginnen met het feit dat
Boudewijn de Groot erg menselijk vijf minuten te laat arriveert en
niet dichtklapt als zijn verleden even ter sprake komt. Het doet
alleen niet meer zo terzake sinds hij drie jaar geleden is gestopt
met muziek, omdat hij geen zin meer had in optredens. Wat hij wel
steeds heeft gemerkt, is dat ook jongeren zijn liedjes van vroeger
('Het Land van Maas en Waal',
'Meisje van zestien',
'Testament',
'Mijnheer de President',
'Verdronken vlinder') vaak
woordelijk uit het hoofd kennen. "Je zou het muzikale recycling
kunnen noemen."
Het tv-programma
'Voor de overlevenden' geeft niet
alleen een muzikale terugblik op de roerige jaren zestig en zeventig
('Land van Maas en Waal', 'Noordzee',
'Meester Prikkebeen'), maar de
aanmerkelijk gekortwiekte De Groot geeft samen met zijn vaste
tekstdichter Lennaert Nijgh ook in alle oprechtheid een
hedendaagse kijk op die wilde haren-periode.
Oude 8 mm zwart/witfilmpjes uit
de privé-collectie van Lennaert Nijgh laten zien dat het
duo al heel vroeg creatief kon omgaan met tekst, muziek en film.
De filmpjes kwamen in het professionele circuit terecht en het
firmament ontfermde zich over een nieuwe ster.
Naast zijn journalistieke werkzaamheden voor het Haarlems
Dagblad, waarvoor hij wekelijks een column schrijft, werd
[Lennaert] de man van liedteksten voor bekende Nederlandse
artiesten. Veel van zijn werkstukken werden nationale bestsellers
zoals 'Zuster Ursula',
'Malle Babbe',
'Jan Klaassen de trompetter',
'Het Land van Maas en Waal', 'Prikkebeen',
en 'Zonder vrienden kan ik niet'.
Het vooral door Bob Dylan en Donovan aangewakkerde sociaal
commentaar van een lied als
Welterusten, Meneer De President
lijkt onlosmakelijk verbonden met de jaren zestig. Tegelijkertijd
schreef Nijgh ook teksten in meer bevlogen hippie-sferen.
Een voorbeeld daarvan is de hit van Boudewijn de Groot, Het
Land van Maas en Waal: [fragment]
Destijds werden Nijgh en De Groot naar aanleiding van dit nummer
beschuldigd van LSD-gebruik. De schrijver heeft het in de uitleg die
de teksten vergezeld [in Tekst en Uitleg],
liever over een 'prettig sigaretje' of een 'stevig pijpje'. Over LSD
en andere zwaardere hallucinerende drugs laat hij zich tijdens ons
gesprek niets ontvallen.
"Alcohol was toentertijd uit den boze," zegt Lennaert Nijgh.
"Wij zaten op de grond, smolten marshmellows in het kaarsvuur,
rookten wat en hadden de vreselijkste lachbuien."
Door net nuttigen van soft drugs als stuff, wiet en
marihuana onderscheidden Nijgh en zijn geestverwanten van,
wat hij noemt, 'het klootjesvolk.' "Je zou het een stellingname
kunnen noemen. Ik heb ooit drie weken onder een struik in het
Vondelpark gezeten. Omdat ze achter me aan zaten. Zo
paranoia was ik. Ik vond dat niet eng, ik vond het juist prachtig.
"Testament",
"Verdronken vlinder", "Het land van Maas
en Waal". Wie deze liedjes kent, weet ook wie Boudewijn de Groot is, maar
voor degenen die hem nog niet kennen: hij was een van de belangrijkste
zangers van de jaren zestig en zeventig en maakte klassieke LP's als
"Voor de overlevenden",
"Waar ik woon en wie ik ben" en
"Hoe sterk is de eenzame fietser".
[Boudewijn] lijkt er genoegen in te scheppen ongrijpbaar te zijn.
NIJGH: "Nou, een genoegen mag je het niet noemen. Hij is
introvert - een benauwde jas die je niet zelf kiest. Ik lul graag. Ik
ben ook altijd degene geweest die de initiatieven nam, de contacten
legde. Mijn teksten waren er steeds eerder dan zijn muziek. Boudewijn
zegt nu nog stupéfait te zijn over wat er is gebeurd - de
hits, het succes. Land van Maas en Waal,
Testament,
Verdronken vlinder, hij stond erbij
en keek ernaar."
Het grijsgelokte lentekind ziet er patent uit. Geen spoor van
verval. De man die de Nederlandse popgeschiedenis verrijkte met
klassieke hits als 'Een Meisje Van 16',
'Welterusten Mijnheer De President'
en 'Het Land Van Maas En Waal' mag dan in 1984 zijn
laatste plaat gemaakt hebben,
stilgezeten heeft hij niet.
De Groot: "'Een meisje van zestien'
was een zware concessie voor me. Elektrische gitaren waren
volstrekt uit den boze, voor een beetje 'folkie'. Maar ik had
al gauw door dat commercieel succes artistieke vrijheid gaf.
Tussen '65 en '69 hebben we praktisch kunnen doen wat we wilden.
Dat hebben we met dusdanig jeugdig enthousiasme gedaan, dat het
een wonder mag heten dat er zoveel 'klassiekers' uitgekomen zijn.
'Testament', 'Het Land van Maas en Waal',
'Verdronken vlinder',
'Picknick', het hield niet op. We waren
de hitmachine geworden waar we op school al op af hadden gegeven. En
hij was volledig dolgedraaid. Net als wij trouwens."
[Boudewijn:] "De enige tekst van Lennaert die uitbundig was,
een liedje dat Over 25 Jaar
heet, daar kreeg ik de muziek niet van rond," zegt De Groot. "Dat zou
net als Land Van Maas en Waal een vrolijk lied, tussen
aanhalingstekens, hebben opgeleverd. [...]"
Na zijn successen met Land van Maas en Waal,
Meester Prikkebeen en
Welterusten, meneer de president in de
jaren zestig kondigde hij in 1969 zijn afscheid aan. Hij brak met Nijgh
en trok zich terug op een boerderij in Dwingeloo waar hij met aan aantal
hippies en muzikanten een Engelstalige groep (The Tower) probeerde op te
zetten. Het project ging zoals De Groot het uitdrukt "in rook op".
Jan Douwe Kroeske's
'2 Meter Sessie' staat vanavond
geheel in het teken van Boudewijn de Groot. De man die midden jaren
zestig een generatie achter zich kreeg met nummers als
'Welterusten meneer de president',
'Het land van Maas en Waal' en
'Meester Prikkebeen' kwam dit jaar terug met
de plaat 'Een Nieuwe Herfst'.
Bekendste nummer van
Voor de overlevenden is Het Land van
Maas en Waal, dat met zijn feestelijke orkestratie en surrealistische
tekst een van de klassiekers is uit het Nederlandse poprepertoire. In
het boekwerk bij Een wonderkind van
vijftig beschrijft De Groot hoe Lennaert Nijgh de tekst schreef met een
gevoel van zeshoog het raam uit. 'Wanhoop en verlangen' bepaalden
de sfeer van de songs - een liederencyclus met als thema de
'onbereikbare liefde'. Nijgh schreef ze voor een meisje aan wie
hij zijn hart verloren had.
[Bespreking Boudewijn de Groot in Paradiso]
Zelfs het hoemparitme van 'Het Land van Maas en Waal' kon er geen
onverdeeld uitbundige bedoening meer van maken. Jammer, want Boudewijn
de Groot heeft nog altijd genoeg te melden om aan het voor hem
gereedstaande warme bed van nostalgie te ontsnappen. Hij is een
chansonnier die kan floreren in de intimiteit van zijn komende
theatertournee. Zonder groot orkest, maar dat hebben de liefhebbers
dan al op tv gezien.
[Bespreking Boudewijn de Groot in Paradiso]
Toen was het afgelopen. Zogenaamd dan, want was er niet in de
vooraankondigingen gewag gemaakt van een uitbundige versie van
Het Land van Maas en Waal? Wij werden dus geacht voor de NCRV-camera's
publiek te spelen dat door het dolle heen om méér smeekt.
Hoera, Boudewijn en Bakker werden vermurwd weer het podium op te komen,
en toen ging het van 'we praten en we zingen en we lachen allemaal'.
Om twaalf uur 's nachts was aan de Weteringschans bijna een
polonaise ingezet, maar daar waren we te gezapig voor. De man die
buiten de Daklozenkrant verkocht, leek met zijn peptalk voor
zichzelf beter af dan wij.
Wat de zangers ook bindt is een mislukt uitstapje naar de Engelse
taal. Boudewijn de Groot maakte eind jaren zestig met de band The
Tower wat singles en schreef een vertaling van 'Het Land Van Maas
En Waal' ('The Land At Rainbow's End').
Rob de Nijs bracht in 1990 een Engelstalige CD uit ("Stranger
In Your Land"): "Die werd gewoon niet gedraaid. Blijkbaar hoort
De Nijs romantische liedjes in liet Nederlands te zingen en
niks anders."
Ook voor Boudewijn was het eens maar nooit weer. "Ik kan me
in die taal niet uitdrukken, zoals ik dat in het Nederlands kan.
Dat geldt ook voor mijn tekstschrijvers. Mijn muziek sluit
bovendien heel goed aan op Nederlandse teksten. Een andere
barrière is dat ik nooit de natuurlijke uitspraak van
een Brit of Amerikaan zal hebben. Dit zijn allemaal negatieve
aspecten, waar geen positieve tegenover staan. Daarnaast heb
ik niet de illusie dat er nog een doorbraak in het buitenland
in het verschiet ligt."
Eerst zong De Groot nog over Het Land van Maas en Waal ('67)
en maakt hij nog Picknick
('67) die flower power plaat, met dat liedje,
Meester Prikkebeen, een duet met Elly
Nieman (van Rikkert). Maar De Groot begon genoeg te krijgen van zomaar
wat liedjes zingen. Hij wilde wel 'ns wat anders. Een conceptplaat
bijvoorbeeld. Nacht En Ontij
verscheen. Die bestond uit twee gedeelten:
Babylon en Heksensabbath.
[Bespreking Nieuwe Herfst Tournee]
Vanavond zijn ze en masse speciaal gekomen voor die bekende
zanger van weleer, de vertolker van beroemd geworden liedjes
als Testament, Jimmy, Het land van Maas en
Waal of Prikkebeen. Voor die in Heemstede
opgegroeide jongen met zijn gitaar, die ruim dertig jaar geleden voor
het eerst de hoofden op hol bracht, in dit soort theaters in de
provincie, en die nu weer hier staat, voor het thuispubliek.
EMMEN - De roodzwart geblokte jas die hij dertig jaar droeg op
de hoes van 'Voor de Overlevenden'
hing hij aan een wand van het decor. Of we dat toch wel hebben gezien,
vraagt Boudewijn de Groot na het slotapplaus aan zijn publiek in
Theater De Muzeval in Emmen, waar zijn
nieuwe theatertour
woensdagavond begon. Vervolgens begint hij aan een blokje
toegiftjes, waaronder ook liedjes van die vermaarde
grammofoonplaat, zoals 'Testament',
'Verdronken vlinder' en 'Het Land van
Maas en Waal'. Fans zingen de nummers hardop mee en op dat moment krijgt
de avond zijn onvermijdelijke nostalgisch tintje. Toch is de gote kracht
van dit theaterconcert juist dat de hoge kwaliteit van het afwisselend
geheel het gemakkelijk wint van die goede herinneringen aan
dat vroegere repertoire.
[Bespreking van Nieuwe Herfst Tournee: Gent (B)]
Toen Boudewijn De Groot voor een tweede
en laatste keer terugkwam, had hij het publiek ook te melden dat
het optreden opgenomen was voor een eventuele
live-CD en stak toen de vlam
in de spreekwoordelijke pan met het opgewekte hoempa-pa van
Het land van Maas en Waal.
Het begint in 1964 met Strand (Je gaat
er op de brommer heen / en ligt dan plat tot kwart voor
één / dan ga je kijken naar een vrouw / die je
wel graag versieren zou / dan krijg je ruzie met haar man /
die toevallig boksen kan / en met je tanden in je hand /
sjok je weer verder langs het strand) en daarna volgen talloze
klassiek geworden nummers als Testament,
Meisje van 16,
Voor overlevenden,
Prikkebeen, Het Land van Maas en Waal, Jimmy,
Tante Julia en
Malle Babbe. [...]
Playboy: Wat is Hans Kusters van jou?
De Groot: In eerste instantie een goede vriend. Maar hij is ook
mijn muziekuitgever en mijn platenbaas. Ik zit op zijn label.
Hij regelt ook optredens. Hij coördineert mijn tournee en hij
financiert dat.
Playboy: Hoelang kennen jullie elkaar?
De Groot: In 1965 hadden we al professioneel met elkaar te maken.
Hij werkte bij een muziekuitgever en daardoor zijn we elkaar toen uit
het oog verloren. Met muziekuitgevers wilde ik niks te maken hebben.
Dat was allemaal gajes.
Playboy: Wat is een muziekuitgever?
De Groot: Iemand die eenderde deel van je royalties opstrijkt en
die in ruil daarvoor geacht wordt je belangen te behartigen. Hij
hoort de belangen van je teksten en composities in de gaten te houden,
kijken of hij ze ergens anders kwijt kan, of er andere artiesten in
zijn geïnteresseerd. Hij zorgt ook dat de bladmuziek wordt
uitgegeven.
Playboy: En hij zorgt goed voor zichzelf.
De Groot: Veel te goed. Het is voor een muziekuitgever namelijk
mogelijk om niet alleen de melodielijn en de woorden op papier af te
drukken, hij kan er ook nog een pianopartijtje onder laten zetten. En
dat pianopartijtje heeft hij dan laten arrangeren. Die
arrangeur krijgt een percentage en dat gaat niet af van het
uitgeversaandeel, maar van het auteurs/componistenaandeel. Absolute
mafia-praktijken zijn dat, die door een aantal muziekuitgeverijen in
Nederland naar hartelust zijn toegepast. Nu nog kom ik op mijn
afrekeningen namen tegen van mensen waarvan ik nog nooit heb gehoord.
Die staan daar als rechthebbenden en het enige wat ze daarvoor hebben
gedaan, is jouw noten pikken. Als aankomend componistje denk je dat je
uitgever dat wel met je zal overleggen, maar zo gaat het niet. Er zijn
mensen echt rijk aan geworden. Als je zoals ik 30 jaar met een nummer
aanwezig bent, zoals Maas en Waal... Ik weet wat ik daaraan heb
verdiend, dus ik kan uitrekenen hoe zij daar hun zakken mee hebben gevuld.
Playboy: Maar dat soort dingen, daar trap je nu toch niet meer in?
De Groot: Nee, en bovendien wordt het ook niet meer gedaan, of het
is moeilijker geworden. Kusters heeft zich overigens nooit met dat
soort praktijken ingelaten.
Playboy: Het is het oude verhaal.
De Groot: Het komt er altijd op neer dat je jong en argeloos bent
en zo blij dat er een plaatje van je wordt gemaakt, dat je alles wel
wilt tekenen. [...]
Playboy: Misschien heb ik nooit goed naar de tekst geluisterd.
Maar Hoe sterk is de eenzame fietser is zo'n regel die zich
in je kop nestelt. Als ik iemand in de wind door het landschap zie
trappen, denk ik aan die regel. Jullie hebben wel voor meer regels
gezorgd die zich in ons nationale onderbewustzijn hebben genesteld.
De Groot: Maar De eenzame fietser is niet van Lennaert
Nijgh, dat is van Ruud Engelander.
Playboy: Het land van Maas en Waal...
De Groot: Dat is wel degelijk van Lennaert. Net als
Testament,
Verdronken Vlinder en
Malle Babbe. Lennaert is altijd
gezien, en dat is nog steeds zo, als een van de beste tekstdichters
in de lichte muziek. Het zijn prachtige teksten en technisch heel
muzikaal geschreven. Op een melodie.
Playboy: Ik dacht dat je de melodie pas schreef als de
tekst klaar was.
De Groot: Hij schrijft zijn teksten op een eigen melodie.
Misschien dat dichters als ze schrijven altijd een melodie horen,
ik weet het niet.
[Boudewijn:] Toch was ik toen niet erg gelukkig met mezelf.
Je bent bekend, dus veel mensen hebben een mening over je. Als ze je
fantastisch vinden, dan is de wereld een roze suikerspin. Maar als je
tien seconden later hoort dat alles kut is, dan gaat alles op zwart.
Tegen die negatieve reacties begon ik mij te wapenen. Op festivals had
ik ook vaak te maken met het feit dat ik met mijn gitaartje en
Nederlandse teksten detoneerde tussen de Engelstalige beatbands. Hits als
'Land van Maas en Waal' en 'Meisje van 16'
waren herkenbaar, maar bij onbekendere nummers als
'Testament' en
'Verdronken Vlinder' kon ik worden
uitgejouwd. Dat vond men zijige burgertruttenliedjes, zoetsappig gebeuzel.
Zeker in die tijd was ik iemand die zich liet meevoeren door impulsen,
stemmingen, buien - die behoorlijk negatief konden zijn.
Er kwam een lp Apocalyps
gevolgd door Voor de Overlevenden,
waarop de legendarische hit Het land van Maas en Waal stond.
Voor de Overlevenden klonk
prachtig, ook door de unieke arrangementen van Bert Paige. De naam van
Boudewijn de Groot was gevestigd!
De teksten van Lennaert Nijgh lagen in de jaren zeventig op ieders
lippen. Als huisschrijver van Boudewijn de Groot had hij grote
successen met nummers als 'Testament' en
'Land van Maas en Waal'. Maar het zag er naar uit dat de samenwerking
tussen de twee op dood spoor zat. "Boudewijn was inmiddels met overgave
aan een identiteitscrisis bezig," schrijft Nijgh in zijn boek
'Tekst en Uitleg'. "Zei hij eerst weinig, nu
zei hij niets meer, dook onder in de Amsterdamse 'sien' en wilde niet
meer zingen. Ik zocht andere mogelijkheden. In de door mij vertaalde
musical Salvation speelde Rob de Nijs
mee. Hij was een beetje aan het overeind krabbelen na een stormachtige
carrière die in een absoluut dieptepunt leek te zijn beland."
In de jaren
60 en begin jaren 70 was hij de populairste
vertolker van het Nederlandse lied. Iedereen kende De Eenzame
Fietser uit het hoofd, iedereen dweepte met hem. Daarna ging het
bergafwaarts. Hij verzoop in een Drentse commune, vertaalde jarenlang
thrillers in Overveen en verdween naar Californië. Hij maakte
lullige platen en trad in 1985 voor het laatst op als muzikant, en dan
nog vooral in België. Wel dook hij op in twee succesvolle musicals
(Tsjechov en Anne Frank), maar de legendarische zanger van
Testament, Het Land van Maas
en Waal, Meester Prikkebeen
en Verdronken vlinder leek
voorgoed verleden tijd. [...]
"Ik was nogal huiverig om weer op te treden in Nederland," zegt
de zanger. Het publiek was in de beginjaren van zijn carrière
als podiumartiest niet in beweging te krijgen, herinnert hij zich met
afschuw. "Hitjes als Het Land van Maas en Waal en
Meneer de President vonden
ze wel leuk, maar de rest, daar zaten ze niet op te wachten."
Tot zijn verbazing is het 30 jaar later, nu hij uitsluitend in
theaters optreedt, heel anders: het publiek staat op de
banken. [...]
Het optreden is een
sentimental journey van drie uur. Bij de meezingers
De engel is gekomen en Land van
Maas en Waal gaan de dikke man en zijn familie volledig uit hun dak.
Alles aan hem en zijn dikke zussen lilt en trilt, schudt en beukt in het
luchtledige. Een zee van rode schouwburgstoelen deint op en neer. "Maar
liever
dàt nog dan het bord voor z'n kop van de zakenman," zingen
we. "Want daar wordt-ie alleen maar slechter van." Bij
Testament klinkt er vanaf de voorste
rijen zowaar een spontaan vrouwenkoor op, een zoete, smachtende lokroep
van provinciale sirenes die alle schroom van zich afwerpen nu hun
droomman na 30 jaar weer is verschenen.
HAARLEM, 30 april - Een minutenlang durend applaus vult kort na
het middaguur de statige ruimte van de Renaissancezaal in het Frans
Halsmuseum. Het blije, waardering verkondigende handgeklap daalt neer
over de hoofden van zanger/componist Boudewijn de Groot en tekstdichter
Lennaert Nijgh. De troubadour en schrijver mogen zich vanwege hun
verdiensten voor het Nederlandse lied sinds gistermiddag Ridder in de
Orde van de Nederlandse Leeuw
noemen. [...]
Veel onverwoestbare nummers van weleer passeren de revue:
Een meisje van 16, Het land van Maas
en Waal, Meester Prikkebeen, Hoe sterk is de
eenzame fietser. Als muzikale onderbreking van de samenspraak der
burgemeesters stuurt pianist Jacob Klaasse flarden van de bekende
melodieën de feestende Renaissancezaal in. De spontane neiging om
mee te zingen moet worden onderdrukt.
Boudewijn de Groot is meer dan alleen de zanger van klassieke songs
als Het Land van Maas en Waal,
Mijn testament en Hoe sterk is de
eenzame fietser, of de zanger van beschouwende teksten als op zijn
laatste cd Een nieuwe herfst.
Het toneelspelen dat hij op de middelbare school leerde, voerde hem
uiteindelijk naar de echte Bühne. Hij speelde de vader van Anne
Frank in Het dagboek van Anne Frank. En in het begin van de jaren
negentig vertolkte hij de hoofdrol in de musical Tsjechov van
Robert Long en Dimitri Frenkel Frank.
Boudewijn de Groot, onder meer bekend van liedjes als
'Een meisje van zestien',
'Het land van Maas en
Waal' en de protestsong
'Welterusten, mijnheer de president',
staat voor de tweede maal in zijn
carrière op het toneel als de
Russische negentiende eeuwse schrijver Tsjechov. Hoewel de druk van de
naderende première op
19 februari in de Goudse schouwburg groot
is, vindt de zanger toch nog even tijd om tussen de repetities
en het passen van kostuums door te praten over succes, vrije
tijd en acteren in 'Tsjechov, de musical'.
The Beatles hadden in de jaren '60 hun Yellow
Submarine als lekkere meezinger, maar De Groots
Lááánd van Maas en Waal was zo mogelijk nog
leuker. "De man die het land van Maas en Waal een andere kleur gaf," zou
maestro Frits Spits later over hem zeggen. De kraker hielp De Groot direct
af van zijn imago als protestzanger, dat hij, onder protest, na de hit
Welterusten mijnheer de president
als etiket opgeplakt had gekregen. Samen met tekstschrijver Lenneart Nijgh,
maar ook zonder Nijgh maakte De Groot mooie songs (Als de rook...)
In Boudewijn de Groot en het Metropole Orkest schotelt de KRO
de kijker/luisteraar het beste van het voor Nederlandse begrippen
legendarische duo voor. [...]
Hij zingt onder meer 'Tuin der lusten',
'Een wonderkind van 50' en
'Verdronken vlinder'. Evenwel, de keuze
van de liedjes komt over als een zware maaltijd. De Groot werkt bepaald
geen zomers repertoire af. De somberheid van zijn liedjes past bij het
karakter van de zanger die zegt vrij ernstig te zijn. 'Ik ben geen
uitbundig persoon. Dat wil niet zeggen dat ik geen binnenpretjes heb.'
En zo is het met dit optreden ook: een binnenpretje. Het komt langzaam op
gang. Pas op het eind wordt het uitbundig als hij tot opluchting van het
publiek 'Het Land van Maas en Waal' zingt. Daarna is het ook meteen afgelopen.
Het verzameld werk van Lennaert Nijgh is uit.
'Ik doe wat ik doe'. Een kloek boek met
klassiekers als 'Het Land van Maas en Waal' en
'Malle Babbe',
'Pastorale' en
'Meester Prikkebeen',
'Tante Julia'
en 'Testament'. Een gesprek met de
Haarlemse schrijver, die in de jaren zestig naam maakte met
zijn teksten voor Boudewijn de Groot. "Ik heb weinig met
la-la-la en na-na-na."
Lennaert Nijgh is natuurlijk bekend van zijn werk met Boudewijn de
Groot, voor wie hij juweeltjes als
Strand,
Testament,
Het Land van Maas en Waal en
Meisje van zestien
schreef.
"De archeoloog die te zijner tijd
'Ik Doe Wat Ik Doe'
opgraaft, zal
de indruk kunnen krijgen dat ik wel eens wat met Boudewijn de Groot
heb geschreven, maar hem moest inpassen in mijn drukke werkzaamheden.
Dat is de schuld, respectievelijk de verdienste, van Jacques
Klöters en Kick van der Veer, die boek
zowel als dubbelalbum hebben
samengesteld en zich hebben laten leiden door zorg voor liederen
die misschien verloren waren gegaan als ze niet nü, op de grens
van twee millennia, waren gebloemleesd. Vandaar
'De Bark Van De Griffioen', in plaats van
'Land Van Maas En Waal'. Het is een visie. Waar zou
'De Kooi Beschermt De Vogel', dat Peter
Schön en ik ooit voor Fred Piek, de zanger van Fungus, hebben
geschreven, zonder Jacques en Kick gebleven zijn, nietwaar? Onder het
stof der eeuwigheid waarschijnlijk. Overigens heb ik ze ervan moeten
weerhouden nóg obscuurder te werk te gaan. Ze stelden soms
liedjes voor die ik niet eens meer herkende als van mijn hand, terwijl
ze toch echt van mijn harde schijf kwamen."