Boudewijn: "Met
Een Wonderkind Van Vijftig
en ook De Drie Mandarijnen had
ik nooit veel, maar toen ik twee jaar terug met deze plaatproductie
aan de slag ging en bladerde door oude gedichten van Lennaert, zei
me dat verhaal van de onbegrepen dichter opeens wel alles.
Avond schreven we indertijd voor Rob de Nijs, maar was opgedragen
aan Anja, Lennaerts toenmalige vrouw, nu de
mijne."
Nijgh, inmiddels voor de zoveelste keer teruggekeerd van het
toilet, bromt vervaarlijk: "Onze relatie kent veel dubbele bodems."
Bijna twaalf jaar na
Maalstroom verschijnt
Een Nieuwe Herfst, met
veertien nummers, waaronder, jawel,
Een Wonderkind Van Vijftig.
"Nee, dat nummer gaat niet over mij, het is een tekst van Lennaert
over een schrijver uit de jaren dertig. De enige overeenkomst tussen
die schrijver en mij is dat we allebei twintig zijn geweest en op een
gegeven moment op ons vijftigste zijn beland. Maar verder: die schrijver
heeft geen succes, hij pleegt zelfmoord. En ik niet. Van Lennaert is ook
het nummer Avond. Dat schreef hij ooit voor z'n toenmalige vrouw.
Grappig: nu zing ik het met dezelfde bezieling voor míjn vrouw,
want dat is toevallig een en dezelfde: Anja. Lennaerts ex-vrouw."
[Bespreking 'Nieuwe Herfst Tournee']
Op het kleingemaakte podium (waarbij de apparatuur grotendeels aan het
zicht onttrokken is door een niet erg fraai maar wel zeer effectief
decor van metershoog getimmerde latjes waaraan de meeste
muziekinstrumenten hangen) vertolken zij met zijn achten zo'n 25
liedjes uit 32 jaar repertoire van Boudemjn de Groot. Dat zijn
ingetogen ballads (zoals het breekbare nieuwe lied
'De rover), maar ook veel uitbundiger en
vrolijker songs (zoals het bekende
'Tante Julia'), oude en recente teksten
van De Groots artistieke kompaan Lennaert Nijgh (zoals de klassieker
'Malle Babbe' en de nieuwe single 'Avond),
maar ook enkele eigen teksten (van de onderschatte elpee
'Maalstroom', uit 1984) en werk van
Herman Pieter de Boer, zoals 'Annabel', de Hans de Booij-hit waarvoor
Boudewijn de Groot indertijd de muziek schreef.
[Bespreking van Nieuwe Herfst Tournee: Gent (B)]
Boudewijn de Groot heeft met de jaren een groot deel van zijn
ondeugende onschuld ingeruild voor een groot pak levenswijsheid, maar
dat brengt wel met zich mee dat sommige van de nummers en de anecdotes
niet echt fris meer klonken. Het verhaal achter Avond zou trouwens niet
misstaan in een of andere soap zo bleek al gauw. Dat nummer schreef
vaste tekstschrijver Lennart Nijgh ooit voor zijn vrouw, en nu zingt
Boudewijn De Groot het voor diezelfde vrouw waar hij intussen mee
getrouwd is.
Gé Reinders is vanavond samen met onder meer Paul de Leeuw,
Ruth Jacott en Acda & De Munnik te zien in het
Gala van het Nederlandse lied. Een
eerbetoon aan Boudewijn de Groot, die de eerste Radio 2 Zendtijd Prijs
heeft gewonnen voor zijn oeuvre. De prijs bestaat uit een bronzen beeldje
en dus een eerbetoon van collega-artiesten. Voor Gé Reinders een
ideale gelegenheid om zijn favoriete De Groot-nummer te zingen. Reinders:
"Voor mij is dat Avond. Het refrein is zo prachtig, mooi
uitgespannen. Een aantal nummers van hem heeft mij erg geraakt, maar
Zestien lentes vond ik akelig. Ik was
toen een jaar of twaalf en het beeld van dat meisje langs de kant van de
weg, vreselijk vond ik het. En het lied
Meneer de president zorgde
vroeger bij ons thuis voor veel commotie. Mijn broer was het
helemáál niet eens met de
inhoud. [...]"
Het is niet voor het eerst dat artiesten een ode brengen aan Boudewijn
de Groot. Dat gebeurde ook al op 20 mei 1994 toen hij vijftig jaar werd.
Radio- en televisiemaker Jan Douwe Kroeske vroeg diverse bands en artiesten
voor die gelegenheid een nummer van Boudewijn de Groot in een eigentijds
jasje te steken. Met als resultaat het album
'Als de rook is verdwenen'. [...]
Zaterdag kunt u kijken naar een nieuw eerbetoon en nu is het de beurt aan
onder meer Stef Bos die een eigen versie zingt van
'Tip van de sluier', Gé Reinders met
'Avond', Henk Westbroek met de klassieker 'Jimmy', en Ruth Jacott die
zingt over de 'Verdronken vlinder'. De
artiesten worden begeleid door het Metropole Orkest onder leiding van
Dick Bakker.
[Lennaert, over Avond:] "Ook een voorbeeld
van de ironie van het lot. Dit lied gaat over Anja. Ik schreef het
in '73, toen ik net met haar samen was. Ze werd mijn tweede vrouw.
In '95 nam Boudewijn de Groot het op, toen hij net samen was, met Anja.
Ze werd zijn derde vrouw. Pas op de ochtend van hun huwelijk kwam Henk
van der Meyden aanhollen, omdat hij erachter was gekomen dat de derde
vrouw van Boudewijn mijn tweede ex-vrouw was. Wij lachen: "Beetje laat,
Henk. Huiswerk niet goed gedaan?"
"Er is nog iets met dit lied. In mijn stamcafé kwam ik begin
dit jaar een Hells Angel tegen die me vertelde: 'Ik heb al uw platen!'
Ik vond dat wel grappig. Twee weken later werd hij vermoord. En welk
nummer denk je dat er op zijn begrafenis werd gedraaid? Dat nummer over
Anja. 'Avond'. Dat doet wel iets met je."
De toelichting op de liedjesteksten in
Ik doe wat ik doe
geeft hier en daar ook inzage in hun complexe band. Zo schrijft
Nijgh [...] het liedje
Avond: "Toen ik dit nummer in 1973 voor Rob de Nijs schreef, was
ik net samen met Anja, die mijn tweede vrouw zou worden. Het lied ging
dus over haar. Toen Boudewijn het in 1995 zelf opnam, was hij ook net
samen met Anja, die zijn derde vrouw zou worden. Kortom, het lied gaat
niet over mijn tweede ex-vrouw of over Boudewijns huidige vrouw; het
gaat gewoon nog steeds over Anja."