De hommage had eigenlijk samen
moeten vallen met de uitgave van een boek met al zijn songteksten:
'Ik doe wat ik doe'. Wegens omstandigheden komt het boek echter pas in
september uit. Uiteraard zal maandagavond Boudewijn de Groot van de
partij zijn, maar ook mensen als Rob de Nijs, Ramses Shaffy en Liesbeth
List zullen op hun manier hun waardering voor de schrijver laten blijken.
Zo welbespraakt als de 55-jarige schrijver in zijn liedteksten is,
zo moeilijk vindt hij het om over zichzelf te praten. Hoewel hij de
hommage prachtig vindt, moet er volgens Nijgh ook niet te veel over
gezeurd worden. "Ik doe wat ik doe en meer valt er eigenlijk niet
over te vertellen." Het is dan ook niet voor niets dat het komende
verzamelboek ook de titel draagt van dit
hitje dat hij ooit voor zijn toenmalige
vrouw Astrid Nijgh schreef.
Het verzameld werk van Lennaert Nijgh is uit. 'Ik doe wat ik doe'.
Een kloek boek met klassiekers als
'Het Land van Maas en Waal' en
'Malle Babbe',
'Pastorale' en
'Meester Prikkebeen',
'Tante Julia'
en 'Testament'. Een gesprek met de Haarlemse
schrijver, die in de jaren zestig naam maakte met zijn teksten voor
Boudewijn de Groot. "Ik heb weinig met la-la-la en
na-na-na." [...]
"Ik heb voor Adèle Bloemendaal geschreven, voor Rob de Nijs,
voor Ramses Shaffy, maar het begon met Boudewijn en uiteindelijk schrijf
ik nu weer alleen voor Boudewijn. Wat moet jong talent nou met een oude
man als ik? Veel zal ik niet meer schrijven. Ik ben nooit een
veelschrijver geweest, maar ik heb er geen punt achter gezet. Mijn
verzameld werk is niet het einde. Het beste moet ik nog maken.
Er komen andere tijden."
'Ik doe wat ik doe', door Lennaert Nijgh. Uitgave: Nijgh en Van
Ditmar. 352 blz.
Prijs: f 69,90.
U hebt ze natuurlijk herkend: dit zijn flarden uit liedjes van
Boudewijn de Groot, en niet zomaar liedjes:
'Strand',
'Meester Prikkebeen', ze behoren tot het beste
wat in dit genre in het Nederlands is geschreven. Dat danken ze natuurlijk
aan De Groots muziek - maar evenzeer aan het talent van de tekstdichter
ervan, Lennaert Nijgh, zonder meer een van de grootste Nederlandse
liedjestekstschrijvers van deze eeuw. Hoezeer hij dat is, blijkt in
overvloed uit de meer dan 180 teksten die zijn verzameld onder de titel
Ik doe wat ik doe, nu als vierde deel in de fraaie 'Pluche'-reeks
van Nijgh (geen familie) & Van Ditmar verschenen
(1.399 frank). [...]
Nijgh heeft niet alleen veel geschreven, maar bovendien veel
verschillends, ook liederencycli en complete musicals (van het
door Vondels Gijsbrecht van Aemstel geïnspireerde
De engel van Amsterdam tot
de rockopera Ik Jan Cremer,
zodat niet alleen Boudewijn de Groot of Rob de Nijs, maar
bijvoorbeeld ook Jasperina de Jong en Liesbeth List (en zelfs
Miek en Roel) materiaal van hem hebben opgenomen. Zoals Kick
van der Veer, onder wiens redactie dit boek verschijnt, Nijghs
veelzijdigheid in zijn 'Verantwoording' typeert: 'woedende
politiek geladen liedteksten, poëtisch dromerige
sfeertekeningen, hartstochtelijke liefdesballades,
humoristische cabaretteksten', waarbij hij 'met elke vorm
overweg (kon): van klassieke rederijkersballade tot het vrije
vers'. Verder heeft hij nogal wat vertaald, van Leo
Ferré en Jacques Brel tot liederen uit de
Mauthausencyclus van Theodorakis.
Wat die rederijkerij betreft: in de 'Toelichtingen' achterin,
waarin Nijgh zelf zijn scheppingen van verfrissend nuchter en
vaak geestig commentaar voorziet, is bij
'Zonder vrienden kan ik niet',
nog zo'n De Groot-klassieker, dit te lezen: "Ik was
inderdaad een rederijker. Dit is een acrostichon, net als het
Wilhelmus. Dus lezen wij in de letters waarmee de regels van
de coupletten beginnen: Janwillem, Ramses, Boudewijn en Lennaert.
Hetgeen aan de inhoud van de tekst niets bijdraagt, maar zeer zeker
ook niets afdoet." [...]
Wat Nijgh verder zo bijzonder maakt, legt inleider Jacques
Klöters goed uit in zijn voorwoord: "Het leven dat hij
beschrijft, is vaak een kunstmatig, literair leven, desnoods
uit een ander tijdperk. Weinig hitschrijvers hebben in hun
teksten zo dikwijls gerefereerd aan culturele iconen: Jeroen
Bosch, Leonardo, Papageno, Medea, Mozart, Freud, Tacitus,
zomaar wat namen uit zijn liedjes die door het hele volk
meegezongen zijn. Lennaert Nijgh leverde het bewijs dat een
lied niet simpel hoeft te zijn om een hit te worden."
Ik doe wat ik doe bevat overigens niet Nijghs complete
productie. Zo ontbreekt een van zijn bekendste creaties, het destijds
door Rob de Nijs de hitparade in gezongen
'Zet een kaars voor je raam vannacht'.
En wel hierom: 'Brandende kaarsen voor ramen zijn niet toegestaan.
Dit mede namens het verzekeringswezen," zoals de schrijver aan
Van der Veer meedeelde.
Dit voorbeeldig uitgegeven boek gaat vergezeld van een cd,
een heruitgave van de lp
De Razende Bol uit
1978, waarop Astrid Nijgh twaalf door Lennaert 'gerestaureerde'
traditionele vissersliederen en zeemansballaden zingt.
Op de dubbel-cd Ik doe wat ik doe
worden 36 van zijn beste teksten gezongen door onder meer Herman van
Veen, Joost Nuissl, Fred Piek en natuurlijk Boudewijn de Groot. Deze
fraaie cassette is een aanvulling op de gelijknamige tekstbundel, een
aflevering uit de Pluche-tekstdichtersreeks van Nijgh en Van Ditmar. Bij
dat boek hoort ook de cd De Razende Bol
uit 1979 van Astrid Nijgh.
De teksten van Lennaert Nijgh staan in het Nederlandse collectieve
geheugen gegrift, maar zijn plek was altijd in de coulissen. De recente
bundeling van zijn mooiste liedjes, Ik doe wat ik doe, is een
eerbetoon aan de man die Boudewijn de Groot en Rob de Nijs hun grootste
successen bezorgde.
[...] Als schrijver van liedjes voor
Jenny Arean, Liesbeth List, Rob de Nijs en vooral Boudewijn de Groot is
Lennaert Nijgh gewend dat het grote publiek zijn gevoelens en zijn
woorden aan anderen toeschrijft. Met de verschijning van zijn gebundelde
liedteksten krijgt hij de kans eens zelf in de schijnwerpers te staan,
maar hij verkiest de luwte. [...]
[Lennaert, over Boudewijn:] "Terwijl ik een lied schrijf, hoor
ik de melodie, vaak zelfs de instrumenten. Bij anderen heb ik dan nog wel
eens dat ik iets heel anders hoor als zij mijn tekst op muziek zetten,
maar bij Boudewijn is dat nooit gebeurd. Ik ben mijn muziek vergeten
zodra ik zijn melodie hoor," is het enige dat hij erover wil zeggen. En
over het stormachtige begin van hun carrière: "Als we een idee
hadden, voerden we dat direct uit. Het was soms alsof we samen de deur
uitstormden en op vier hoog bleken te zitten. We vielen dus af en toe
hard, maar dan stoften we onze kleren af en gingen door."
De toelichting op de liedjesteksten in Ik doe wat ik doe
geeft hier en daar ook inzage in hun complexe
band. [...]Lennaert Nijgh, Ik doe wat ik doe, gebundelde liedteksten,
Nijgh & Van Ditmar,
fl 69,90.
[De] discografie in het laatste hoofdstuk van Ik doe wat ik
doe laat een waslijst aan namen zien. Daaruit kunnen we ook opmaken
dat de teksten Nijgh, al dan niet in combinatie met muziek van Boudewijn
de Groot, bij jongere generaties nog altijd in trek zijn. Onder de acts
die de laatste jaren werk van hem opnamen, kom je namen tegen als Paul
de Leeuw (die o.a. Ik doe wat ik doe
en Aan de andere kant van de heuvels
coverde), De Dijk, Bettie Serveert, Tröckener Kecks, The Nits en
Rowen Hèze. Het fraai gebonden Ik doe wat ik doe verzamelt
alle liedteksten
die Nijgh door de jaren heen maakte. Een zinvolle uitgave, want door hun
verhalende karakter laten zijn pennevruchten zich ook prima lezen. Net
als de vorige uitgave in deze serie, de verzamelde teksten van Raymond
van het Groenewoud, gaat ook Ik doe wat ik doe vergezeld van een
CD. Niet van Lennaert, die naar verluidt het stemgeluid van een kraai
heeft, maar van zijn ex-vrouw Astrid Nijgh.
De Razende Bol verscheen
oorspronkelijk in 1979 en ging toen vrijwel ongemerkt voorbij.
Ten onrechte, zo menen de vroegere echtelieden. Dat mag dan zo
zijn, anno 2000 klinkt de plaat toch wat verouderd. Een betere
ondersteuning van het boek is de CD
Ik doe wat ik doe,
die in de platenwinkel apart te koop is. Hierop staan wel de
grootste hits (4). Boek en de identiek hieraan vormgegeven cd
vormen een prachtig monument voor de grootste levende
tekstschrijver in het Nederlandse taalgebied.
Lennaert Nijgh: Ik doe wat ik doe. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam.
f 69,90 (inclusief de cd
De Razende Bol van Astrid Nijgh).
Lennaert Nijgh is de grootste nog levende tekstschrijver in het
Nederlands taalgebied, daar zijn vriend en vijand het over eens.
Van de eerste mensensoort heeft het Haarlemse genie meer dan van de
laatste, dit ondanks het feit dat om zijn werk moet worden gebeden en
gesmeekt. Het beste daarvan is nu verzameld, in een boek (met bonus cd
'De Razende Bol') en een pluchen
2cd-box, beide getiteld 'Ik Doe Wat
Ik Doe' en op dezelfde wijze vormgegeven. Elf van de 36 (!) liedjes
op het dubbelalbum zijn nooit eerder op cd verschenen. Geen wonder dat
Nijghs favoriete tekst van eigen hand
er niet eens op staat... [...]
"De archeoloog die te zijner tijd
'Ik Doe Wat Ik Doe'
opgraaft, zal de indruk kunnen krijgen dat ik wel eens wat met Boudewijn
de Groot heb geschreven, maar hem moest inpassen in mijn drukke
werkzaamheden. Dat is de schuld, respectievelijk de verdienste, van
Jacques Klöters en Kick van der Veer, die boek zowel als
dubbelalbum hebben samengesteld en zich
hebben laten leiden door zorg voor liederen die misschien verloren waren
gegaan als ze niet nü, op de grens van twee millennia, waren
gebloemleesd. [...]"