Tot de met uitsterven bedreigde soorten kunstenaars in het
Nederlandse taalgebied behoort De Tekstschrijver. Hij Die Niet
Zingt, Maar Alles Te Zeggen Heeft. Annie Schmidt, Guus Vleugel,
Willem Wilmink. En Lennaert Nijgh natuurlijk. Binnenkort
verschijnt zijn verzamelde werk onder de titel Tekst en Uitleg.
Een selectie uit ruim een kwart eeuw liedteksten is nu gebundeld.
Gistermiddag werd 'Tekst en uitleg' feestelijk ten doop gehouden in het
Haarlemse stadhuis. Vorige maand verschenen, eveneens bij uitgeverij
Conserve in Schoorl, van Lennaerts hand
'Moord en doodslag' (een bundeling van twaalf
geruchtmakende Nederlandse moordzaken) en
'Stad van Hout', een bloemlezing uit zijn
columns. [...]
Lennaert houdt er trouwens helemaal niet van oude koeien uit de
sloot te halen. "De bundeling van mijn liedteksten hebben ze me min
of meer moeten afdwingen. Ik vond het een vreselijk werk. Elk lied
van mij is een wereldje op zich. Het zijn diepe persoonlijke
ervaringen. Ik heb nooit liedjes geschreven om dingen van me af te
schrijven. Het enige dat ik van me afschrijf, zijn de belastingen.
Liedjes schrijven is de dingen zwart/wit zien. In mijn liedjes
vertel ik over mijn wanhoop en mijn dromen. Noodgedwongen moest ik
er nu voor die bundel weer doorheen en kwamen veel zaken die mij
destijds hevig hebben beroerd weer op me af. Dat was geen pretje."
HAARLEM - Het begon in een
kuil op het strand, laat Lennaert Nijgh in de eerste zin van zijn
boek Tekst en Uitleg weten. In die kuil begon zijn vriendschap
met Boudewijn de Groot en daarmee ook meteen zijn loopbaan als
tekstschrijver van liedjes. [...]
Voor Lennaert Nijgh is het een vreemde gewaarwording dat Tekst
en Uitleg, een overzicht van zijn liedteksten dat werd uitgegeven
door Conserve, op dit moment in de winkels ligt. Tenslotte verscheen
de laatste bundeling van zijn teksten in
1973. Sommige liedjes zijn 27 jaar oud. Dat zou ze, naar de normen
van de popmuziek, bijna prehistorisch moeten maken."
"Ik ben met lange tanden aan het boek begonnen", bekent hij.
"Ik kreeg er een testament-achtig gevoel van. Mijn mening is: wij
moeten vooruit, niet achteruit. Maar de markt is er, vooral in
Vlaanderen, waar zich de harde kern van onze volgelingen bevindt."
Cynisch vervolgt hij: vanwege de enorme vraag moesten wij wel.
"Ik heb geselecteerd aan de hand van het criterium: welke
teksten blijven overeind? Om het boek wat actueler te maken,
zijn er ook liedjes opgenomen die nooit zijn uitgevoerd. Al mijn
teksten voor het theater zijn weggelaten. Die bleken niet
lezenswaardig, zoals dat heet."
Op de kaft van het boek staat uitdrukkelijk dat het om
liedteksten gaat. "Het zijn geen gedichten", geeft Lennaert Nijgh
te kennen. "Zij zijn met een andere bedoeling geschreven. In zekere
zin had je een publiek van analfabeten. De luisteraar kon in de
oorspronkelijk vorm niets teruglezen. Dat was vaak het grootste
probleem in de Provo-tijd. Ik geloof niet dat er één
syllabe is blijven hangen." [...]
De obsessie van veel tieners anno 1991 voor de jaren zestig
vindt Nijgh maar eigenaardig. "Mij bevangt nog steeds verwarring",
schrijft hij in Tekst en Uitleg, "als jongeren vragen stellen over
de 'flower power', een tijdperk dat degenen die het net niet hebben
meegemaakt, mateloos schijnt te boeien. Ik weet nooit wat ik zeggen
moet als ze mij vragen hoe het was (...)."
Nijgh verklaart zich nader: "Hun beeld zit altijd net naast de
werkelijkheid. Tot 1968 gebeurde er weinig in Nederland. Het
klinkt raar, maar de jaren zeventig geven eigenlijk een beter
beeld van de jaren zestig. Dat is precies wat jongeren zich
voorstellen van die tijd.
De teksten van Lennaert Nijgh lagen in de jaren zeventig op ieders
lippen. Als huisschrijver van Boudewijn de Groot had hij grote
successen met nummers als 'Testament' en
'Land van Maas en Waal'. Maar het zag
er naar uit dat de samenwerking tussen de twee op dood spoor zat.
"Boudewijn was inmiddels met overgave aan een identiteitscrisis bezig,"
schrijft Nijgh in zijn boek 'Tekst en Uitleg'. "Zei hij eerst weinig,
nu zei hij niets meer, dook onder in de Amsterdamse 'sien' en wilde
niet meer zingen. Ik zocht andere mogelijkheden. In de door mij
vertaalde musical Salvation speelde
Rob de Nijs mee. Hij was een beetje aan het overeind krabbelen na een
stormachtige carrière die in een absoluut dieptepunt leek te
zijn beland." [...]
Nijgh: "Ik besloot een paar nummers voor Rob te schrijven. Toen
kregen de mensen in het vak genoeg van mij. Ik had belachelijke
ideeën, die Rob de Nijs lag er voorgoed uit bij het publiek. Ik
hield vol. Zelfs Wim Sonneveld kwam er aan te pas om mee te
helpen." [...]
'Jan Klaassen de trompetter'
verscheen in mei 1973 bij Editions Altona in Naarden. Tekst: Lennaert
Nijgh, muziek: Boudewijn de Groot. Het lied stond vier weken in de
Top Veertig en bereikte een dertigste plaats. Bronnen: Buma Stemra,
Hit Dossier, archief Wim van der Mark, collectie Guus Klein en de boeken
'Tekst en Uitleg' (Lennaert Nijgh) en 'Zilver'
(Rob de Nijs).