[Boudewijn:] "Voor de negen teksten van Lennaert op
'Een nieuwe herfst' heb ik
viereneenhalf jaar moeten schooien. Met twee teksten van deze
kwaliteit per jaar zou ik genoegen nemen als ik niet zou leren
dat Lennaerts werktempo door iets prozaïsch als een
'deadline', mits door een buitenstaander, bijvoorbeeld een
platenmaatschappij, en niet door mij, drastisch kan worden
verhoogd. Nu de gang er weer een beetje inzit, hoop ik over
uiterlijk twee jaar een plaat met
alleen maar teksten van Lennaert uit te hebben."
"Dat is althans mijn droom. Is die vervuld, dan staat - zoals ik
in '2 Vandaag' al met enig gevoel
voor dramatiek memoreerde - niets me meer in de weg in het harnas te
sterven. Als het maar niet gebeurt op de komende tournee."
De goede ontvangst van de
nieuwe cd heeft hem weer vertrouwen
gegeven. Hij gaat zelfs weer op toernee, terwijl hij altijd heeft geroepen
dat zo'n trieste bezigheid te vinden. En er zijn plannen voor een
volgende cd, waarvoor hij samen met
Nijgh een trip op het programma heeft staan naar Ierland. "We willen een
cd maken met Ierland en de Keltische muziek als inspiratiebron. Dat
mystieke trekt ons enorm aan en zit hier en daar ook al op
Een nieuwe herfst."
Inmiddels is het toeren zelfs zó goed bevallen dat er
aan het eind van dit jaar een
tweede tournee gepland is.
Nadat hij zich de afgelopen dertien jaar voornamelijk bezighield met
het produceren van andermans platen, met acteren en het
vertalen van thrillers, is Boudewijn de Groot van plan zich
voorlopig weer met zijn eigen muziek bezig te houden. "Ik
krijg aan het eind van dit jaar nieuwe teksten van Lennaert
Nijgh, zodat er naar verwachting medio volgend jaar weer een
nieuwe cd uitkomt."
Boudewijn en Lennaert zijn weer helemaal terug. Na
Een nieuwe herfst,
zegt Boudewijn, werkt Lennaert nu heel voorzichtig met het
idee een nieuwe plaat te maken
geïnspireerd op DIE WINTERREISE van Schubert...
[Boudewijn:] "Ik hoop binnen afzienbare tijd een
cd uit te brengen met teksten van
Lennaert. Bij hem weet je nooit wanneer het materiaal er is. Maar als hij
eenmaal gaat zitten, komt er gelijk een boel uit."
Nijgh geniet van de belangstelling. Als hij maar niet 'op hoerentijd'
naar Hilversum hoeft (waardoor
Ontbijttelevisie
afviel), en als hij maar niet als een relikwie uit de jaren zestig wordt
gepresenteerd. Want hij is nog actief als columnist bij het Haarlems Dagblad
en volgend jaar komt een nieuwe cd uit
van Boudewijn de Groot met zijn teksten. Maar dan moeten ze hem niet te veel
op zijn huid zitten, want dan duurt het veel langer.
Hier was Lennaert Nijgh op een mooie, waardige wijze in het zonnetje
gezet. En dat nog wel door Amsterdammers. Nijgh zelf sprak na afloop over een
'onvergetelijke avond'. Hij beloofde
zijn gehoor 'de pen weer op te pakken'. Dat belooft wat.
Boudewijn de Groot beoefent zijn vak nog steeds met hart en ziel.
Geduldig wacht hij tot Lennaert Nijgh weer met een nieuwe stapel liedteksten
voor de deur staat. Daarna kan hij aan de slag: melodieën componeren
voor een nieuwe cd. [...]
"Wij werken al zo ontzettend lang samen. Dus als ik een plaat maak, dan
is dat met Lennaert. Maar het schrijven gaat niet altijd even vlot. Ik moet
gewoon wachten tot hij weer met teksten komt. Hij roept in ieder geval weer
dat er een plaat moet komen. Dat deed hij de vorige keer niet en toen duurde
het heel lang voor hij materiaal voor me had. Ik heb goede hoop dat het dit
jaar gaat lukken zodat ik aan de gang kan. Hem stimuleren van mijn kant heeft
weinig zin, want hij weet wel hoe graag ik wil. Dus ik wacht gewoon af."
"Ik ga echt gebukt onder de dwang te moeten schrijven," erkent [Lennaert]
en zijn tengere, getaande gelaat krijgt een oprecht gepijnigde uitdrukking.
"Er zitten wel allemaal dingen in mijn hoofd, maar als je een woord
opschrijft, klauwt het zich direct zo vast aan het papier. Dan begint het
verwoede gevecht met de materie, want alles verandert altijd in mijn teksten.
Ik moet mezelf met zweepslagen hiertoe
zetten. Het is Boudewijn ook verboden te zeuren. Ik ben voor mezelf al zo'n
beul, dan mag er niet ook nog iemand staan duwen."
[Lennaert:]
"Hoe Sterk Is De Eenzame Fietser uit
1971 voelde al als een comeback. Daar helpen we elkaar nog wel eens aan
herinneren. Is ook goed tegen de vrees dat 'we' uitgeschreven zijn. Maar
sinds 1996, toen Bo en ik met
'Een Nieuwe Herfst' bewezen dat we nog
net zo goed - beter!
- konden zijn als vroeger, is die
verdwenen. De twijfel niet, nee, maar die is noodzakelijk, om kunst te maken.
Daar houden Bo en ik ons maar aan vast, terwijl ons
nieuwe album vordert, traag doch gestaag,
net als 35 jaar geleden."
Het is al geruime tijd een diepgekoesterde wens van De Groot om een
nieuw album op te nemen met uitsluitend teksten van Lennaert Nijgh. Die
cd zou dan Andere tijden moeten gaan
heten, een begrip dat als een rode draad door het werk van het duo loopt.
Andere tijden of niet, Boudewijn de Groot is een artiest die blijft boeien.
[Meneer:] 't Is alweer vier jaar geleden dat ik zelf het woord tot u
heb gericht, in plaats van mijn zogeheten 'baas', de Heer Nijgh. Maar
geloof mij, ik [kan] niet anders. Het gaat met mijn brildragende huisgenoot
namelijk de verkeerde kant uit. [...]
Hij wil te veel ineens! Hij zal en moet opnieuw
liedjes schrijven voor die inmiddels
geheel grijs geworden zanger, die hier vroeger in huis gewoond heeft en die
een hekel had aan katten. Ach lieve help, u zou het eens moeten meemaken! Ik
wordt er naar van, hij loopt maar heen en weer en zucht en steunt en jammert
als een poes die jongen moet krijgen. En mijn bak wordt ondertussen niet
verschoond en wat dies meer zij.
Andere tijden' heet het nieuwe programma waarmee Boudewijn de Groot zulke
volle zalen trekt dat hij zijn tournee met een half jaar verlengt. Na de
zomer brengt hij ook weer een cd uit. [...]
'Andere tijden' heet zijn nieuwste programma, met een knipoog naar zijn
oude succesnummer 'Er komen andere tijden'. Die titel had hij eigenlijk
bedacht voor de cd die hij had willen koppelen aan z'n nieuwe show. Maar dat
album, waarvoor z'n favoriete schrijver Lennaert Nijgh de teksten had moeten
leveren, is er niet gekomen. Nijgh liet het afweten.
Alles heeft de zanger geprobeerd om zijn vriend aan het schrijven te
krijgen. ,,Je moet eens ophouden me achter de kont te zitten. Het komt wel
als het komt'', was steevast Nijghs reactie. Maar altijd was er wel weer een
excuus. De Groot: ,,Het is geen writers block, want hij schrijft nog wel, zij
het mondjesmaat. Het heeft wel te maken met angst, met
verantwoordelijkheidsgevoel. Mensen verwachten iets bijzonders van hem en hij
heeft moeite met het vinden van onderwerpen die volgens hem nog de moeite
waard zijn. Maar hij moet gewoon beginnen. Nu gaat hij ook de routine missen.
Laatst was ik zo kwaad dat ik riep dat het voor mij ook niet meer hoefde.
Toen schrok hij wel even, maar daarna kwam hij weer met allerlei dooddoeners
aan. Het is doodzonde van zijn talent.''
Vier teksten heeft hij nu van Nijgh voor de cd die hij in het najaar wil
uitbrengen, al heeft hij nog niet helemaal de hoop opgegeven dat het er meer
zullen worden. Jan Rot en Freek de Jonge zullen ook teksten leveren, terwijl
hij er zelf ook twee heeft geschreven. Hij is er wel tevreden over, al mist
hij de inbreng van Nijgh. ,,Het componeren van muziek bij Lennaerts teksten
gaat me makkelijker af, omdat er een muzikaliteit in zit die zich sneller aan
me opdringt en waarmee ik me verwant voel.'' [...]
Hij bruist nog van ideeen. Behalve dat hij deze zomer hoopt de studio in
te gaan voor zijn nieuwe cd, komt er misschien ook een serie optredens met het
Limburgs Symphonie Orkest.
Met een gelouterde band toert Boudewijn de Groot weer door het land.
'Andere Tijden' heet het programma dat eigenlijk gekoppeld had moeten
worden aan een gelijknamig nieuw album met teksten van Lennaert Nijgh,
de dichter, met wie hij de afgelopen vier decennia al zo veel liederen
maakte. Dat is niet gelukt, Nijgh leverde slechts drie nummers. Een
teleurstelling voor De Groot, maar geen verrassing. "Dat is de rode
draad in mijn carrière. Het vergalt mijn leven niet, maar ik
vind het zo zonde van zijn onmetelijke talent." [...]
Het lag in de bedoeling dat de nieuwe theatertour
gekoppeld zou worden aan een album, vol met nieuwe teksten van Nijgh. Zo
verkocht De Groot 'Andere Tijden' ook aan de theaters. "Dat gebeurt
altijd al een jaar tevoren, toen dacht ik nog dat we het zouden redden.
Helaas, het is Lennaert niet gelukt. Het is een rode draad in mijn
carrière. Het vergalt mijn leven niet, maar ik vind het zo zonde
van zijn onmetelijke talent. Lennaert heeft zo vreselijk veel talent en
het enige wat hij er mee doet, is een column schrijven."
"Hij heeft altijd allerlei redenen om niet te schrijven. Een sterfgeval
in zijn omgeving of de ziekte van zijn poes. Maar als je wilt schrijven,
dan kun je daar toch omheen of juist daaróver schrijven? Het gaat
zo traag bij hem. Net alsof hij bang is. Als ik hem vertel dat iedereen
zo graag wil dat wij samen weer liedjes gaan maken, dan voelt hij zich
vereerd. Maar tegelijk benauwt hem dat zeer. Om zijn eigen tekst te
citeren: 'De last van het verleden weegt loodzwaar op zijn rug.' Hij
zegt dat hij wel bezig is, maar heeft het dan over vierkante eieren die
door ronde gaatjes moeten."
"Ik heb inmiddels drie teksten van hem, maar het is niet meer zoals het
was. Gaf hij zichzelf maar eens een schop onder zijn kont zodat hij er
echt eens voor gaat zitten. Laat dan vijfenzeventig procent minder zijn
wegens een gebrek aan routine, onzekerheid of wat dan ook, maar dan is
die overige vijfentwintig procent nog altijd te prachtig voor woorden."
Het gaan zitten om te schrijven, de technische kant, dat laatste dat
is altijd vreselijk, net als vroeger huiswerk op school. Het ei is vierkant
en het gaatje is rond. Ik ben lui. Vreselijk. Ik moet mezelf er echt toe
commanderen om te beginnen. Dat laatste stadium van een liedje, dat het op
papier moet. Gedanken sind frei, het idee is prachtig, het speelt door je
hoofd, maar je moet het bevriezen in bruikbare vorm, dat is het heftigst.
Componisten en tekstdichters vinden van elkaar dat de ander het
makkelijker heeft. Ik probeer nu weer veel voor Boudewijn te schrijven.
Met horten en stoten, het is een soort huwelijk zegt Boudewijn. Ik weet
niet hoe het tussen ons gaat, hoe dat werkt. Boudewijn werkt het liefst
met mij en ik het liefst met zijn muziek. Dat heeft een soort
geheimzinnigheid die wij zelf niet kunnen verklaren. Dat hoeft ook niet
verklaard te worden, dat heeft zichzelf bewezen. Boudewijn heeft een
tijdje in Amerika gezeten, ik heb uitstapjes gedaan, maar we zijn altijd
weer naar elkaar toe gegroeid. Anja, zijn huidige vrouw, dat was mijn
tweede vrouw. Ook dat is een bindend element. Tussen mij en Boudewijn
wringt het creatief. Hij roept dan dat schrijven geen dagelijkse routine
meer voor mij is. Dan zeg ik altijd weer: het is nooit een routine
geweest. Dat kan niet. Het kan geen routine zijn. Schrijven is eindeloos
gezwoeg en geschrap. Vooral laat, ik ben een nachtwerker. Gewurm, dat
getob. Uiteindelijk is het toch een soort discipline. Eigenlijk is een
tekst pas klaar als er muziek is en het is uitgevoerd. Maar toch, klaar
op papier is eitje gelegd, kakelen! Het geeft een soort push.
Vorig jaar overleed Lennaerts vader, relatief kort na de dood van zijn
moeder. De klap die dat teweeg bracht, was hem aan te zien. Over de dood
van zijn ouders schreef Lennaert een paar hartverscheurend mooie columns
voor deze krant en twee ontroerende kerstverhalen. Ze waren het
eerbetoon van iemand die als een monnik in zijn eigen verleden en dat
van zijn ouders aan het graven was. Lennaert: ,,En dan blijkt dat het
geheugen toch ook met een schaar en lijmpot in elkaar is gezet. Het zit
allemaal ergens in mijn hoofd, maar in welk laatje?''
Ruimte voor liedteksten was er niet meer, al lag er dan de afspraak om
met Boudewijn de Groot te werken aan een nieuwe cd. Lennaert daarover:
,,Dat gáát nu toch niet?'' Afgelopen 4 mei om kwart voor acht
drentelde Lennaert in de rondte op de hoek van de Lange Veerstraat en de
Oude Groenmarkt in Haarlem. ,,Hoor toch!'', zei hij. Met grote,
betraande, blauwe ogen luisterde hij naar de klokken die de twee minuten
stilte van de dodenherdenking inluidden - de klokken van
zijn eigen, o zo vertrouwde, Oude Baaf. Het motregende.
Lennaert wilde ondanks zijn ernstige ziekte nog één keer
een album maken met zijn oude vriend. Maar de opnames daarvan werden gestaakt
omdat Lennaert in het ziekenhuis moest worden opgenomen. Boudewijn kon
gisteren niet reageren.
Nijgh was enorm kritisch op zijn teksten.
Zelf zei hij altijd dat hij maar één keiharde concurrent
had 'en dat ben ik'. Naarmate hij ouder werd, deed hij ook steeds langer
over het schrijven van teksten. Zijn column leverde hij altijd op tijd
in, maar De Groot liet hij soms eindeloos wachten. Om die reden moest de
zanger zelfs afzien van een nieuw album, dat hij had willen koppelen aan
het programma 'Andere tijden' waarmee hij dit jaar volle zalen trok.
Alles had hij geprobeerd om zijn vriend aan het schrijven te krijgen,
maar altijd was er wel een excuus: 'Meneer' was ziek of hij moest
onderhoud plegen aan zijn boot 'De Jonge Jacob', die regelmatig
figureerde in zijn colums en waarop hij veel van zijn teksten schreef.
"Het komt wel als het komt", was steevast de reactie van Nijgh, als De
Groot hem achter de vodden zat. Volgens de zanger was het geen
writer's block, maar leed Nijgh wel onder de druk dat de mensen
altijd iets bijzonders van hem verwachtten.
Boudewijn de Groot werkte de laatste tijd
naar tevredenheid samen met mensen als Freek de Jonge en Jan Rot, maar
toch wilde hij ook altijd de inbreng van Nijgh. "Het componeren van
muziek bij Lennaerts teksten gaat me makkelijker af, omdat er een
muzikaliteit in zit die zich sneller aan me opdringt en waarmee ik me
verwant voel", zij hij daarover eerder dit jaar in Trouw.
Vorig jaar overleden de ouders van
Lennaert Nijgh kort achter elkaar. Ruimte voor het schrijven van nieuwe
liedteksten was er niet meer. De melancholie droop er in zijn wekelijkse
column voor het Haarlems Dagblad van af. Alle liefde stopte hij
in zijn kat Meneer, die voor zijn lezers een bekende werd. Vorige week
is Meneer gestorven. Twee dagen later werd Nijgh met een maagbloeding in
het ziekenhuis opgenomen. Gisteren overleed hij, 57 jaar oud.
Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh
gingen, nadat ze elkaar enkele jaren na de eerste grote succesperiode
niet meer gezien hadden, sinds het begin van de jaren negentig als
broers met elkaar om. Ofschoon Lennaert het schrijven van liedjes al
jaren op een laag pitje had gezet omdat hij volgens eigen zeggen geen
inspiratie meer had, besloot hij begin dit jaar toch weer achter zijn
schrijftafel plaats te nemen om een aantal liedjes voor een nieuw
cd-album van Boudewijn te gaan schrijven. Die plannen werden echter
steeds weer naar voren geschoven, nadat Lennaert was gaan sukkelen met
zijn gezondheid. De liedjes voor Boudewijn de Groot zijn er tot groot
verdriet van de zanger dan uiteindelijk ook niet gekomen.