Type: Knipselmap

Een nieuwe herfst

KNIPSELS:
Vrienden van vroeger en nu  1994, december 8
- Waren jullie nog echt bevriend toen Boudewijn aanklopte?
NIJGH: "Gut... Hij woonde in Hilversum. Eind weg, hé. Wat deed-ie eigenlijk in die tijd? Hij stond in Tsjechov, die musical. En hij ging met... hoe héét ze nou... ik noem haar Kwak. Want ze doet de stem van Alfred Judocus Kwak. Enfin, het gaat nu heel plezierig tussen ons. We hebben in grote lijn een CD met nieuw materiaal klaar. De eerste sinds Van een afstand - vijftien jaar terug. Ik weet niet wanneer-ie uitkomt, hoor. Boudewijn heeft het druk. Hij gaat in 'Anne Frank' spelen. Hij is in de weer geweest met een plaat van Marcel, zijn zoon. En hij heeft een paar Nederlandse speelfilms gedaan - vraag me niet precies hoe en wat. Ik ben dat eh... een beetje kwijt." [...]
- Er waren ook perioden dat Boudewijn jou tevergeefs om teksten smeekte.
NIJGH: "Dan was ik met theater ofzo bezig."
- Dat moet hem kwaad hebben gemaakt.
NIJGH: "Oh, ongetwijfeld. Maar als ik werk aan dingen voor Jasperina de Jong, of aan een musical over Jan Cremer, kan ik niet óók.. begrijp je? Dat zijn totaal andere instrumenten, andere orgels, andere klavieren, andere registers."
- Op andere momenten had je een writer's block.
NIJGH: "Ja. De hele tweede helft van de jaren tachtig. En verder. Plotseling heb je een leeg hoofd: hallo, is daar iernand?"
- Hoe kwam dat?
NIJGH: "Weet een schrijver dat, meneer? Als je het wist, deed je er wel wat aan. Je kunt het alleen maar accepteren. Dat heb ik op mijn boot geleerd. Zolang je met de golven meegaat, blijf je heel. Drijf je. Als je je verzet, of die boot zelfs vast probeert te leggen, ga je naar de haaien. Je zit met watermassa's en krachten om je heen die niet te becijferen zijn." Een sardonische lachbui. "Aan dek blijven is al heel wat."
- Het afgelopen jaar kwam je produktie weer op gang.
NIJGH: "Ik heb een stuk of acht nummers geschreven. Volgens mij zit er soms een dwarse man in je hoofd. Dat kereltje heb ik op zijn kloten gegeven."
- Vertel eens wat over die nieuwe teksten.
NIJGH: "Alsjeblieft, zeg. Heel moeilijk, heel moeilijk, heel moeilijk, heel moeilijk."
- Ik heb me laten vertellen dat ze gaan over jullie onophoudelijke zoeken, het onvermogen je te binden, het eeuwig onderweg zijn.
NIJGH: "Dat zou je ons alletwee kunnen nadragen. Onrust."
Bespreking tribute-CD  1995, januari 14
Het grijsgelokte lentekind ziet er patent uit. Geen spoor van verval. De man die de Nederlandse popgeschiedenis verrijkte met klassieke hits als 'Een Meisje Van 16', 'Welterusten Mijnheer De President' en 'Het Land Van Maas En Waal' mag dan in 1984 zijn laatste plaat gemaakt hebben, stilgezeten heeft hij niet. In de sindsdien verstreken jaren roerde hij zich onder meer als acteur (in films van o.a. Pim de la Parra en Roeland Kerbosch en als hoofdrolspeler in de musical Tsjechov), producer (van o.a. Bram Vermeulen, Rowen Hèze en zijn eigen zoon Marcel), tv-programmamaker (voor de IKON) en vertaler van Engelstalige detectives. Zojuist rondde hij de repetities af voor de rol van Otto Frank in de toneelproduktie Het Dagboek Van Anne Frank (première 21 januari in Den Haag) en als klap op de vuurpijl wordt er hard gewerkt aan een splinternieuw album, geschreven in hernieuwde samenwerking met ouwe tekstgabber Lennaert Nijgh.
'Ik ben nog nooit uit mijn dak gegaan, waarom zou ik?'  1996, mei 25
Een Nieuwe Herfst is de titel van zijn net uitgekomen cd. Heimwee als rode draad? "Op deze plaat zeker meer dan in m'n vorige albums. Voor de overlevenden was natuurlijk ook een heimwee-plaat. Maar heimwee is niet de rode draad van mijn muziek, althans niet bewust. Nostalgie is wel een essentiële factor van mijn constitutie. Ik ben erg heimwee-gevoelig, erg verleden-gevoelig. Dat speelt zeker mee bij het kiezen van de teksten en bij het componeren en arrangeren van mijn muziek. Maar het is nooit de inzet van mijn repertoire."
"Jij zegt nu dat ik de zanger ben van het menselijk tekort, van afscheid en verlies. Ook dat betwist ik. Natuurlijk bezing ik het onvolledige, het niet haalbare, maar ik geef er wel altijd een positieve draai aan. De Hollandse mentaliteit die rond het woordje "maar" draait, staat mij niet aan. Een liedje begint positief en gaat dan langzaam op weg naar een negatief einde. Daar wil ik van af. Maalstroom was mijn laatste plaat van mitsen en maren. Maar zelfs op die plaat herken ik mij niet als beroepssomberaar. Trouwens, ik ben niet voortdurend met muziek bezig in mijn leven. Hoogstens kun je zeggen dat deze plaat een periode verwoord heeft waar ik doorheen ben gegaan. Ik zing dus ik besta, zo is het niet. Wel kan ik aan mijn platen aflezen wat er in mij is veranderd." [...]
"Natuurlijk wil ik geen anachronisme zijn. De dingen moeten kloppen. Maar ik heb het gevoel dat ik nog altijd op een podium kan staan. Wat dat betreft is er door de jaren heen niets veranderd. Dat komt ook doordat ik altijd al als een ouwe lul achter die microfoon heb gestaan. Statisch, alleen een gitaartje in de hand. Ik ben nooit een podiumdier geweest, ben geen Rolling Stone. Met mijn image ga je lang mee. Als ik nou mijn liedjes sta te zingen, heb ik niet het gevoel dat de vlag de lading niet dekt. Zelfs oude liedjes kunnen nog. Dan komt het lichaam toch weer op een of andere manier los te staan van de stem. Mijn nieuwe cd past bij mijn leeftijd. Ik heb nummers gemaakt met nog meer ingehouden geluk, nog meer ingehouden verlangen. Geen wrok, geen spijt, nee. Ik heb mezelf in mijn muziek natuurlijk ouder en ouder zien worden, maar daar zing ik niet over. Er is geen heimwee naar een vervlogen jeugd."
[Top 100: Een nieuwe herfst]  1996, juni 8 (datum van binnenkomst)
'Ik kan in het harnas sterven'  1996, juni 14
De Groot: "Voor de negen teksten van Lennaert op 'Een nieuwe herfst' heb ik viereneenhalf jaar moeten schooien. Met twee teksten van deze kwaliteit per jaar zou ik genoegen nemen als ik niet zou leren dat Lennaerts werktempo door iets prozaïsch als een 'deadline', mits door een buitenstaander, bijvoorbeeld een platenmaatschappij, en niet door mij, drastisch kan worden verhoogd. Nu de gang er weer een beetje inzit, hoop ik over uiterlijk twee jaar een plaat met alleen maar teksten van Lennaert uit te hebben."
"Dat is althans mijn droom. Is die vervuld, dan staat - zoals ik in '2 Vandaag' al met enig gevoel voor dramatiek memoreerde - niets me meer in de weg in het harnas te sterven. Als het maar niet gebeurt op de komende tournee."
Boudewijn de Groot kiest voor ordening  1996, juni 20
Een Nieuwe Herfst is de eerste serieuze release in meer dan elf jaar tijd. Misschien is het wel de eerste volwaardige plaat die Boudewijn de Groot sinds 1973 heeft vervaardigd, om precies te zijn sinds Hoe Sterk Is De Eenzame Fietser. 'De Meester is Terug!' schreeuwen de advertenties van de platenmaatschappij.
Een deel van de opwindingen waardering voor de nieuwe plaat laat zich verklaren uit de hernieuwde samenwerking tussen Nijgh en De Groot, toch de Lennon & McCartney van de Nederlandse popmuziek. De coöperatie is hecht.
De combi De Groot-Nijgh levert wéér en nog steeds wonderschone liedjes op, maar krijgt nooit iets van een continue productie. Deadlines werken niet meer voor Nijgh. Negen van de veertien stukken op Een Nieuwe Herfst zijn door hem aangeleverd, maar liefst vier zoals Rondeel zijn van ouder datum. [...]
Een Nieuwe Herfst is vooral een evenwichtige plaat geworden, doordat De Groot in staat is gebleken de gedichten van Nijgh terughoudend te orkestreren en van merendeels trage, meeslepende melodieën te voorzien. Producer Jacob Klaasse zorgt voor opwindende arrangementen, een subtiele, vloeiende aanpak, waarin het Nijgh-materiaal mag contrasteren met de opgewektere liedjes die De Groot schreef op teksten van Herman Pieter de Boer (Vrolijke Violen), Ruud Engelander en Harm Schepers. Nijgh moet niks van die heerlijk oppervlakkige uitstapjes hebben, maar bijt liever het puntje van zijn tong af dan over de teksten van anderen te praten. Zo zondigt Vrolijke Violen tegen alle nauwsluitende taalkundige principes die Nijgh zelf hanteert. "Is dat zo? O!"
"De Roos is een sleutelnummer op deze plaat," geeft Nijgh toe. "Dáár ben ik mee bezig en niet met die teksten van anderen. Je zal gemerkt hebben dat De Roos een parafrase is op Dante, zoals het lied over de hoerenloper de titel Rondeel draagt en dus ook de vorm heeft van een rondeel. [...]"
"De enige tekst van Lennaert die uitbundig was, een liedje dat Over 25 Jaar heet, daar kreeg ik de muziek niet van rond," zegt De Groot. "Dat zou net als Land Van Maas en Waal een vrolijk lied, tussen aanhalingstekens, hebben opgeleverd. Nu is iedere tekst van Lennaert in een inlevend, ingetogen jasje gehesen. Het is een zuiver technisch verhaal: als ik geen veertien stukken tekst van hem krijg, moet ik de rest ergens anders vandaan zien te halen. Iedere plaat verdient afwisseling, vandaar dat nu de teksten van Herman Pieter de Boer of Harm Schepers anders klinken dan die van Lennaert. Als ik wel voldoende werk van Lennaert onder ogen zou krijgen, dan had ik een aantal van zijn teksten voorzien van steviger muziek. In dat geval zou het geheel wel wat minder afwisseling hebben geboden, maar misschien wel meer een geheel hebben gevormd."
"Ik heb bij deze plaat doelbewust voor meer ordening gekozen. Terwijl mijn vorige drie platen, vooral Maalstroom uit 1984, zijn ontstaan uit een behoorlijke mate van persoonlijke verwarring. Het gevolg van zelfgekozen, chaotische omstandigheden. Dat werkt dus voor mij niet, weet ik nu. Of dat het resultaat is van het feit dat ik mijn leven op een rijtje heb, weet ik niet. Ik ben in ieder geval veel meer geneigd mijn leven op een rijtje te zetten en te houden. Dat vormt een breuk met hoe ik jaren geleden was. Ik weet nu dat ik me niet gelukkig voel als ik steeds veranderingen toelaat in mijn leven. Dat gezoek naar het onstuimige vloeide voort uit een soort opgelegde nieuwsgierigheid. Tot een bepaalde leeftijd kun je je dat permitteren, maar als uiteindelijk blijkt dat zo'n speurtocht naar het echt onbestemde niet bij je karakter past, moet je daar mee ophouden."
"Die vertrouwdheid met de mensen om me heen, die veel stabielere basis zorgt er inderdaad voor dat deze plaat veel evenwichtiger is, eerlijk overkomt en dus beter wordt opgevangen dan bij de chaos van Maalstroom. Hoewel ik het materiaal van die plaat uniek vind.
'De mensen zijn me nooit vergeten'  1996, juli 13
Zijn haar is inmiddels zo grijs als een duif en dunt wat. Boudewijn de Groot, 52 inmiddels, ooit het lentekind van de Nederlandse popmuziek, is in de herfst van zijn carrière aanbeland. Een nieuwe herfst is de titel van zijn nieuwe cd waarop De Groot voor het eerst sinds jaren weer samenwerkt met zijn vriend en tekstschrijver Lennaert Nijgh.
Ondanks de titel van zijn nieuwe cd Een nieuwe herfst wil Boudewijn de Groot niets horen van een 'nieuwe start', of een 'afsluiting van een periode'. "Het is gewoon een titel. Elke plaat probeer ik een eigen identiteit mee te geven."
De plaat was eigenlijk bedoeld voor zijn 50ste verjaardag en dertigjarig jubileum als artiest. Het maken duurde echter wat langer dan De Groot gedacht had. Vier jaar geleden al vroeg hij Nijgh nieuwe teksten te leveren. Maar Nijgh zit inmiddels in de journalistiek en was zijn routine als tekstschrijver grotendeels kwijtgeraakt.
De Groot: "Het duurde en duurde. Ik ben toen in oude teksten van hem gaan rommelen en daaruit heb ik Een wonderkind van vijftig en Drie mandarijnen opgediept. Ook ben ik teksten aan anderen gaan vragen." Plots kwam Nijgh toch nog met een stapeltje teksten. De Groot was er blij mee. Hij zegt dat hij zich thuisvoelt bij de teksten van Nijgh. "Ze maken een bepaald gevoel bij me los. Ik heb ook heel bewust gezocht naar het geluid en de sfeer van vroeger."
Zijn voorlaatste cd Maalstroom is van alweer twaalf jaar geleden. Boudewijn deed daarop alles zelf. Hij arrangeerde, schreef de muziek en de teksten en produceerde. Een geval van zelfoverschatting, denkt hij nu zelf. "Ik had net een studie arrangeren en componeren in Amerika afgerond. Maar in feite leer je alleen wat foefjes en trucjes. Het echte werk moet je in de praktijk leren en ik was gewoon niet zover. Ik heb mijn les wat dat betreft nu geleerd." Twaalf jaar is lang. De carrière van Boudewijn de Groot zit vol met lange absenties. "Zo zit ik in elkaar", meldt hij. "Als ik een bepaalde periode ergens mee bezig ben geweest, raak ik het zat, moet ik wat anders gaan doen." [...]
De goede ontvangst van de nieuwe cd heeft hem weer vertrouwen gegeven. Hij gaat zelfs weer op toernee, terwijl hij altijd heeft geroepen dat zo'n trieste bezigheid te vinden. En er zijn plannen voor een volgende cd, waarvoor hij samen met Nijgh een trip op het programma heeft staan naar Ierland. "We willen een cd maken met Ierland en de Keltische muziek als inspiratiebron. Dat mystieke trekt ons enorm aan en zit hier en daar ook al op Een nieuwe herfst."
Voor zijn vijftigste verjaardag kwam Een nieuwe herfst dan te laat, maar ter ere daarvan verscheen wel de tribute-cd Als de rook is verdwenen, een plaat waarop Nederlandse groepen als The Scene, De Dijk en Rowwen Hèze nummers van Boudewijn de Groot coverden. Een eerbetoon dat nog eens bevestigde hoe belangrijk Boudewijn de Groot is voor de Nederlandstalige muziek. Een belang dat wordt onderstreept door het feit dat zowel Hennie Vrienten als Ernst Jansz bij hem in de groep speelden voordat ze met Doe Maar begonnen. De Groot wil echter niets weten van een pionierspositie. "Peter Koelewijn is de pionier geweest", zegt hij beslist. "Ik heb misschien wat grenzen verlegd."
Boudewijn de Groot in '2 Meter Sessies'  1996, [oktober?]
Jan Douwe Kroeske's '2 Meter Sessie' staat vanavond geheel in het teken van Boudewijn de Groot. De man die midden jaren zestig een generatie achter zich kreeg met nummers als 'Welterusten meneer de president', 'Het land van Maas en Waal' en 'Meester Prikkebeen' kwam dit jaar terug met de plaat 'Een Nieuwe Herfst'. Goed uitgekiend, die come-back, want vorig jaar bracht de top van de vaderlandse popwereld een eerbetoon aan De Groot onder de titel 'Als de rook is verdwenen'.
Ik ben helemaal geen wereldverbeteraar  1996, december 3 - (dinsdag)
Zijn laatste cd verscheen tien jaar na zijn vorige. Recent kwam een fraaie bloemlezing uit en vanavond staat hij met groot orkest op de planken. Toch werkt Boudewijn de Groot niet aan een come-back. Hij is al zo vaak opnieuw begonnen. [...] Dit jaar verscheen er voor het eerst sinds Maalstroom (1984) weer een album. Een Nieuwe Herfst werd recent gevolgd door een fraai uitgegeven boekwerk met 4 cd's: Wonderkind aan het strand, met een bloemlezing uit zijn repertoire, van zijn eerste single Strand (1965) tot en met Een wonderkind van vijftig van zijn laatste plaat. 'Een toevallige samenloop van omstandigheden', zegt Boudewijn de Groot over de plotselinge drukte. [...]
Na de 'domper van Dwingelo' wendde hij zich in 1972 weer tot Lennaert Nijgh. 'Ik wilde weer terug naar de randstad, terug naar het Nederlandstalig, terug naar de mensen met wie ik gewerkt had. Het was voor mij een terugkeer in elke zin van het woord.' Met zijn recente plaat Een Nieuwe Herfst ligt het anders. 'Het voelt in ieder geval niet zo. Ik ben het gewend dat ik na verloop van tijd de draad toch weer oppik. Of dat nou drie jaar later is of tien jaar, dat maakt niet uit.'
Boudewijn de Groot viert jubileum met veel violen  1996, december 4 - (woensdag)
[Bespreking Boudewijn de Groot in Paradiso] Een comeback mocht het niet heten, want in al die jaren was hij nooit eerder in Paradiso of zelfs in Amsterdam te zien. Platen bleef hij altijd maken, al liet de eerder dit jaar verschenen cd 'Een nieuwe herfst' meer dan tien jaar op zich wachten.
Voor de overlevenden  1996/1997, december-januari,
Rob de Nijs, (1942) en Boudewijn de Groot (1944) zien er nog patent uit. Vader tijd heeft nog geen vat op ze gekregen. Over succes hebben de twee zangers evenmin te klagen. Rob de Nijs scoorde met 'Banger Hart' onlangs zelfs zijn eerste nummer 1-hit. Boudewijn de Groot doorbrak eerder dit jaar de stilte met het dankbaar ontvangen album 'Een Nieuwe Herfst'. Beiden zijn de komende tijd uitgebreid live te bewonderen en beiden kunnen terugzien op een lange carrière. Hun wegen kruisten zich. Toch zijn er ook contrasten. [...]
De samenwerking tussen Boudewijn de Groot en zijn tekstschrijver Lennaert Nijgh is even veelbesproken als vruchtbaar. Toch vertoont ook deze relatie enkele grote hiaten. Op "Een Nieuwe Herfst" is Nijgh echter weer van de partij. "Zijn teksten zijn mij op het lijf geschreven. We hebben een zelfde achtergrond. Het scheelt natuurlijk dat ik kan kiezen. Ik gebruik alleen teksten die ik zelf ook geschreven zou willen hebben."
Van Boudewijn de Groot en de dingen die blijven  1996,
Boudewijn de Groot zit inmiddels zo'n 32 jaar in het vak. Hij zong, schreef, produceerde, vertaalde, speelde in een film, een musical en een toneelstuk. En levert nu, na bijna twaalf jaar, gewoon weer een nieuw album af, Nieuwe Herfst. Alsof er niets gebeurd is. Op deze pagina's maakt De Groot een reis door zijn oeuvre. [...]
In 1994 werd De Groot vijftig. Bovendien zat hij dat jaar precies dertig jaar in het vak. En hij kreeg een cadeau: Als De Rook Is Verdwenen, een CD eerbetoon waarop Nederlandse en Belgische bands zijn nummers spelen. Zeer vereerd was hij. Zo zeer zelfs dat hij zelf een mystery track zong: Een Wonderkind Van Vijftig. Maar eigenlijk had hij zichzelf een ander cadeau toebedacht: een nieuw album van zichzelf en daaraan vast een tournee met een groot orkest. Alleen, dat zou veel te veel geld gaan kosten. Bovendien zat Lennaert Nijgh nog op meer inspiratie te wachten, wat betekende dat er niet genoeg teksten voorhanden waren. De plannen verdwenen in de koelkast. Tot nu. Bijna twaalf jaar na Maalstroom verschijnt Een Nieuwe Herfst, met veertien nummers, waaronder, jawel, Een Wonderkind Van Vijftig.
In het harnas sterven  1997, januari 4 - (zaterdag)
[Boudewijn:] "Natuurlijk word ik gestraft voor mijn ontrouw. Zwaar. Op de teksten voor 'Een Nieuwe Herfst' heb ik zes jaar moeten wachten. En toch: het liefst zou ik tot mijn dood elk jaar een plaat maken met uitsluitend teksten van Lennaert Nijgh. Ik meen wat ik de laatste tijd geregeld heb gezegd: niets hoeft me ervan te weerhouden in het harnas te sterven."
Boudewijn de Groot maakt nieuwe tournee tot een feest  1997, januari 17
Boudewijn de Groot met de try-out van 'Een Nieuwe Herfst'. [...] Een blik in het programma leert dat er uiteraard veel van de laatste cd 'Een Nieuwe Herfst' gespeeld wordt, daarnaast wat oudere nummers, weinig echt jeugdsentiment. Maar wie weet. [...] Boudewijn de Groot is omringd door een zevental musici, die werkelijk een dijk van een band vormen. Een paar sologitaristen om u tegen te zeggen en een violiste om te zoenen. Ze drukken een duidelijk stempel op het optreden. Het resultaat is wat minder subtiel dan op de cd, maar daar staat tegenover, dat het regelmatig feest is op het podium. En het is eveneens feest voor het publiek.
De twijfels van een troubadour  1997, februari 7
Boudewijn de Groot, voormalig tieneridool, protestzanger en lentekind van de Nederlandstalige popmuziek, is terug van weggeweest. Na lange tijd maakte hij weer een CD, Een nieuwe herfst. Met zijn nieuwe zeskoppige formatie, onder wie de ex-Doe Maar-leden Ernst Jansz en Jan Hendriks.
Andere tijden voor Boudewijn de Groot  1997, februari 13 - (donderdag)
Een nieuwe cd, een nieuwe begeleidingsband, een hernieuwde samenwerking met tekstschrijver Lennaert Nijgh, een cd-box met verzameld oud werk en een nieuw theaterprogramma met de titel Een nieuwe herfst. Boudewijn de Groot is terug. [...]
"Geboren in 1944 op Java in het jappenkamp Kramat." Zo luidt de eerste zin van de biografie bij zijn vorig jaar verschenen cd Een nieuwe herfst. De haardos is grijs geworden en misschien wat minder weelderig dan in de jaren van Meester Prikkebeen, maar hij zegt geen besef te hebben van zijn huidige leeftijd. "Met dit programma heb ik het idee op hetzelfde punt te zitten als 35 jaar geleden." [...]
Ook de vriendschap en samenwerking met Lennaert Nijgh tonen gelijkenis met een knipperlicht. Ze hebben al menig ruzie beslecht, maar ze hebben elkaar ook weer steeds opgezocht. Over de laatste hereniging in 1992 schrijft Boudewijn in het inlegboekje van de verzamelcd Wonderkind aan het strand: "Toch weer bij Lennaert op de stoep en deze keer zelfs al te letterlijk. Ik zocht een bed om in te slapen en een dak boven mijn hoofd. En ik wilde weer een plaat maken met alleen maar zijn teksten. Een bed en een dak waren geen probleem, maar tekstdichten lag al ver achter hem."
Na lang smeken, vloeken, vleien, grappen maken en deuren smijten is het er toch weer van gekomen. De Groot en Nijgh maakten met de cd Een nieuwe herfst in 1996 een fantastische comeback. De liedjes haalden weer het niveau van hun beste jaren. De Groot: "Vooral voor Lennaert was het een enorme opluchting dat de cd zo goed is ontvangen. Hij was bang dat zijn teksten niet meer zouden aansluiten bij de huidige tijd. De kunst is ook om de tijd waarin je leeft naar jezelf om te zetten, zonder dat het een kloon van je verleden is. De Golden Earring doet dat bijvoorbeeld heel goed, vandaar dat deze band nog altijd volle zalen trekt."
Meer dan alleen nostalgische roem  1997, februari 21
"Voor het eerst sinds dertien jaar weer met een band op tournee," schrijft De Groot in het programmaboek van 'Een nieuwe herfst', genoemd naar de cd waarmee hij vorig jaar zijn comeback als zanger maakte en waarvan deze theatertour het directe gevolg is.
'Bij de Stones hoop ik ook op Satisfaction'  1997, februari 21
Tekstschrijver Lennaert Nijgh en Boudewijn de Groot onderhouden al meer dan dertig jaar een 'knipperlichtrelatie.'. Voor 'Een nieuwe herfst' was er sprake van een jarenlange radiostilte. De Groot moest maandelang smeken en bedelen voor Nijgh aan het schrijven ging. "Deze keer is het ook anders," zegt De Groot, die vorig jaar met de ex-vrouw van Nijgh in het huwelijk trad. "Toen ik die laatste keer aan kwam zetten, was het voor Lennaert ook een hele overgang om weer teksten voor mij te schrijven. Hij zit er nu beter in, en het scheelt ook enorm dat 'Een nieuwe herfst' zo goed ontvangen is.
'Een nieuwe herfst' valt bijna naadloos in de rest van zijn repertoire en gaat met name over dat ene universele thema: de liefde. De Groot vindt het zelf 'een terugkeer naar de jaren zestig'. "Ik heb nooit in één stijl gepast, ik vond en vind het veel te leuk om met verschillende stijlen te experimenteren. Vroeger liet ik me te veel meeslepen door de gebeurtenissen van het moment en zeker in de jaren zestig waren die nogal eens overweldigend. Nu ga ik veel meer mijn eigen gang. Het zou ook niet geloofwaardig zijn als ik nu ineens ging grungen of housen. Ik kreeg toevallig net een bandje met een gabberversie van 'Malle Babbe'. 'Malle gabber' heet het. Ik heb geen idee van wie het is. Op zich wel leuk om te horen, ik vind het echter niet leuk dat ze propaganda maken voor XTC."
"Als luisteraar heb ik niet zoveel met house, hiphop, rap. Ik herken en erken het als de tijdgeest van de jaren '90. Maar voor mij is het een caleidoscoop van dingen die ik niet kan onderscheiden. Na de leegte van de jaren '80 is het wel goed dat er weer muziek is met bestaansrecht die op z'n eigen merites beoordeeld kan worden."
"Het zou wel kunnen dat ik een agressieve rap-plaat gemaakt had als ik nu 20 was. Er is voor deze generatie weer voldoende om tegenaan te schoppen. Maar wij gedragen ons als heren van rond de vijftig. Als ik het ergens niet mee eens ben, dan zeg ik het wel in een gesprek of in een interview, maar niet in een lied. Dat zou niet meer geloofwaardig overkomen."
[Top 100: Een nieuwe herfst]  1997, maart 22 (datum van binnenkomst)
Boudewijn de Groot in de Vooruit te Gent  1997, mei
Boudewijn De Groot is altijd één van de grote namen geweest uit het kleine kleinkunstwereldje. Zijn liedjes worden al 30 jaar door jonge en oude mensen beluisterd. Voor een groot deel van die mensen is een concert van Boudewijn De Groot nooit meer dan een droom geweest, omdat hij midden jaren tachtig stopte met opnemen en optreden. Toch leefden de liedjes van Boudewijn De Groot in vele huiskamers verder. Het was dan ook een welkome verrassing voor de fans toen hij vorig jaar zijn come-back lanceerde met de CD Een nieuwe Herfst. De fans van de artiesten die hun gitaar aan de wilgen hebben gehangen, dromen allemaal wel stiekem van zo'n kans. Ik zelf bid al een hele tijd elke avond op mijn blote knietjes naast mijn bed voor een gezellige avond aan het kampvuur met Zjef Vanuytsel. [...]
[Bespreking van Nieuwe Herfst Tournee] Boudewijn De Groot speelde met zijn band die veelvuldig van instrumenten ruilde en wisselde een set met oude nummers, maar waar ook het recentste album Een nieuwe herfst duidelijk aanwezig was. Voor het eerste nummer verscheen hij alleen op het podium, en zong Babylon begeleid door strijkers die zich ofwel achter het podium verstopt zaten ofwel gewoon op band stonden. Het zal wel het laatste geweest zijn. Na dat eerste nummer wees hij ook op de symboliek die in het decor verwerkt zat, aan de muur hing immers het rood-zwart geblokte hemd van de hoes van Voor de overlevenden en wat verder de gitaar-koffer die op de hoes van Een nieuwe herfst te zien valt.
Nederpop, hippies en muziekmafia  1997, juli
Wie is de grootste popzanger die ons land heeft voortgebracht? De fameuze criticus Jip Golsteijn heeft in deze geen enkele twijfel: dat is Boudewijn de Groot, maar dan wel samen met tekstdichter Lennaert Nijgh. Golsteijn is niet de enige die De Groot recent grote lof heeft toegezwaaid. Eerst was er allerwegen enthousiasme voor zijn CD Een nieuwe herfst, zijn eerste sinds 1984 en daarna zwol de vloedgolf van bewondering nog verder aan bij het uitkomen van Wonderkind aan het strand, de box waarin op 4 CDs vrijwel de hele Boudewijn de Groot Story te horen is. [...]
Enige tijd na het verschijnen van hun Een Nieuwe Herfst vroeg Playboy De Groot om een interview. Guus Luijters: "Het dreigde een moeizame affaire te worden, want De Groot had na slechte ervaringen met een ander mannenblad eigenlijk niet veel zin. Ons eerste gesprek had wel iets van zo'n ronde tafelconferentie waar twee doodsvijanden geacht worden zich te verzoenen. Maar zie: bij een volgende ontmoeting was de lucht aanzienlijk opgeklaard en inmiddels is het zover, sprak hij trots, dat op Wonderkind aan het strand mijn naam met dank vermeld wordt. Boudewijn de Groot is een gesloten man, die als een oester maar moeilijk opengaat. Dat siert hem, want geklets en gekwek is er al genoeg op de wereld. Keren we nu terug naar dat eerste gesprek, dat al snel werd onderbroken door een telefoontje van een gemeenschappelijke vriend, platenproducer Hans Kusters:
Playboy: Wat is Hans Kusters van jou?
De Groot: In eerste instantie een goede vriend. Maar hij is ook mijn muziekuitgever en mijn platenbaas. Ik zit op zijn label. Hij regelt ook optredens. Hij coördineert mijn tournee en hij financiert dat. [...]
Playboy: Toen Een Nieuwe Herfst uitkwam, je nieuwe plaat, werd die geafficheerd als een come-back. Moet je voor een come-back niet eerst weg zijn geweest?
De Groot: Als je 12 jaar geen plaat maakt, dan ben je wel een soort van weggeweest. Maar ik zie zelf nooit iets als een come-back, ik zie het gewoon als doorgaan. Het is mijn manier van werken. [...]
Playboy: Zou je platenbaas niet graag elke twee jaar een nieuwe plaat willen?
De Groot: ja, maar zo werkt het dus niet.
Playboy: In plaats daarvan krijgen ze stiltes, veelbetekenende stiltes.
De Groot: Betekenen ze iets?
Playboy: Ze zullen wel ergens nodig voor zijn.
De Groot: Het zijn altijd stiltes na iets, nooit ervoor. Altijd omdat ik uitgekeken was op waarmee ik bezig was. Omdat ik daar een streep onder wilde zetten, er even niks mee te maken wilde hebben. En ik zeg dan niet: geef me twee jaar om me op te laden, dan komt er een nieuwe plaat. Ik ga dus niet zitten broeden. [...]
Playboy: Jullie hebben niet een vaste werkrelatie, zoals Van Kooten en De Bie.
De Groot: Dat had gekund, dat had eruit kunnen voortkomen, maar dat is niet gebeurd, omdat ik op een gegeven ogenblik dacht hem niet nodig te hebben.
Playboy: Wat gebeurde er?
De Groot: Ik moest zo nodig andere dingen. Ik dacht: ik kan het zelf wel, ik ben toch zeker artiest! Het moet vanuit de 'vibratie, weet je wel, de kosmische vibratie, te gek joh'. Dat was eind jaren '60. Daarvoor maakte ik mijn platen met een hecht groepje, met goed geschreven arrangementen en teksten van Lennaert en dat wilde ik niet meer. Ik wilde niet langer dat alles van tevoren vaststond, ik wilde het in de studio laten groeien. Wat ik wilde dat wist ik niet, maar dat zagen we dan wel. [...]
Playboy: De laatste plaat waaraan Lennaert Nijgh had meegewerkt, was uit 1973, De eenzame fietser. Zei hij niet: ga maar weer kosmisch vibreren toen je bij hem op de stoep stond?
De Groot: Nee, maar hij was natuurlijk wel met heel andere dingen bezig.
Playboy: Hoe moet ik me dat voorstellen?
De Groot: Nou, ik zei: To - ik noem hem altijd To - we moeten weer een plaat gaan maken, iedereen wil het, iedereen vraagt wanneer ga je weer een plaat met Lennaert Nijgh maken. Hij bromde toen zoiets van: wanneer moet dat dan? Zo snel mogelijk, zei ik en dat heeft toen dus een jaar of 3 geduurd.
Playboy: Bespreken jullie dan welke kant het op moet met die teksten?
De Groot: Hij komt altijd met teksten vanuit zijn eigen idee. Hij weet natuurlijk voor wie hij die teksten maakt, dus hij schrijft ze ook enigszins uit mijn naam, maar we hebben nooit van tevoren met elkaar bij elkaar gezeten.
Playboy: De plaat die uiteindelijk is gekomen heet Een Nieuwe Herfst een programmatische titel.
De Groot: Hoezo?
Playboy: Nou, een nieuwe lente, een nieuw geluid, een nieuwe herfst, dat wijst toch op een nieuw begin?
De Groot: De titel is pas later gekomen. Ik wilde de plaat oorspronkelijk Triangel noemen. De teksten sluiten ook aan op het verleden, het zijn teksten van iemand die heel vertrouwd is met het onderwerp. De onderwerpen had hij 30 jaar geleden ook. Jongen wordt verliefd op meisje, punt, maar 30 jaar geleden had hij ze niet op deze manier kunnen schrijven.
Playboy: Ze zijn op dezelfde manier poëtisch.
De Groot: Het zijn onmiskenbaar Lennaert-teksten, maar dan 30 jaar later.
Playboy: Wie kopen jouw platen?
De Groot: Ik weet het niet. Ik denk veel mensen van onze generatie, maar ik denk dat de jonge generatie hem ook wel koopt. En dat is meteen wat er op deze plaat is aan te merken. Hij zit in een overgangsfase. Hij mikt op mijn eigen generatie en lonkt tegelijkertijd naar de jeugd en dat geeft iets tweeslachtigs.
Playboy: Weten de kids wie je bent?
De Groot: Tijdens mijn vorige toernee, 10 jaar geleden, zaten er veel jonge mensen in de zaal en ik denk dat deze plaat nog altijd een relatief jong publiek zal aanspreken. Als ik vroeger langs een school liep, wist iedereen wie ik was. Nu kan ik rustig langs een school lopen. Maar mijn platen worden altijd over een langere periode verkocht. Ik ben nooit een artiest geweest die het moest hebben van pieken en die dan weer zo'n beetje weg was.
Playboy: Heb je een voorbeeld van het tweeslachtige karakter van Een Nieuwe Herfst.
De Groot: Zo'n nummer als Annabel. Dat heeft een heel poppy sound, alhoewel de nieuwe generatie een heel ander idee heeft over de sound van popmuziek.
Harmonie in de jaren 90  1997, december
Zo juist is de dubbel-cd 'Een hele tour' verschenen. Eén cd wordt gevuld met het optreden van Boudewijn de Groot samen met het Metropole Orkest in Paradiso. Een hoogtepunt in zijn dertigjarige carrière, zo zegt hij zelf. Voor een volle zaal speelde hij anderhalf uur lang klassiekers uit zijn inmiddels dertig jaar oude carrière samen met o.a. Fay Lovsky en Jan Rot. Ook deze cd staat inmiddels hoog in de hitparade. Dat is de derde succesvolle cd in twee jaar tijd, na de 'comeback'-cd 'Een nieuwe herfst' en de compilatiebox 'Wonderkind aan het strand'.
Tourboek 97/98  1997,
[Boudewijn:] Meer dan eens ook heb ik mijn heil gezocht bij andere tekstschrijvers, zonder me af te vragen hoe [Lennaert] daarover dacht. En eigenlijk pas twee, drie jaar geleden sloeg het heimwee naar het samen schrijven zoals we dat in de jaren '60 jaarlijks deden als een uitgehongerd dier toe. Met "Een Nieuwe Herfst" was het nog niet zo ver dat we weer een hele plaat samen maakten, maar binnen afzienbare tijd zal het toch gebeuren. En nu al, tijdens de Tour'97, heb ik het in de zalen voortdurend over Lennaert alsof we weer als vanouds "Van Gend & Loos" zijn.
Ik vertel over Haarlem, de lievelingsstad van Lennaert, over de onbereikbare liefdes die als een rode draad door zijn leven liepen en nog altijd lopen, over de Haarlemse hoeren, waar hij als chroniqueur natuurlijk ook over mee kan praten en die hij in de figuur van Malle Babbe onsterfelijk heeft gemaakt. Meer dan ooit betrek ik Lennaert bij de liedjes die ik zing. Want de Tour'97, waarvan op deze CD een groot deel te beluisteren is, gaat voornamelijk over "Een Nieuwe Herfst", de CD waarvoor ik uit heimwee en verlangen naar poëzie en zeggingskracht weer bij hem heb aangeklopt.
Hij heeft me teksten gegeven die weer gaan over een onbereikbare liefde, zoals ooit het geval was bij "Voor de overlevenden", en die Haarlem als decor hebben. En net als vroeger was het schrijven van muziek bij die teksten een fluitje van een cent. Een nummer als "De Roos" was binnen een kwartier klaar en is een van de allermooiste geworden die we ooit hebben geschreven. In "De Rover" hoor je de Haarlemse Damiaatjes, kleine klokjes die boven in de St. Bavo hangen en iedere avond tussen negen en halftien hun monotone, melancholieke melodietje van twee tonen laten horen. En zo schemert Lennaert als een soort sub-ego door de hele voorstelling heen.
Gewoonlijk wanneer ik ga touren vraag ik de muzikanten mee die op de meest recente plaat hebben gespeeld. Op "Een Nieuwe Herfst" waren dat voor een deel de jongens die ook Jan Rot begeleidden op zijn CD "Schout bij nacht", een van de beste Nederlandstalige platen die er gemaakt zijn. Zijn producer werd ook de mijne: Jakob Klaasse. En Jakob bracht dus broer Leon Klaasse op drums, bassist Peter van Straten en gitarist Jan de Hont mee naar de studio. Leon kon helaas wegens verplichtingen met The Pilgrims niet mee toen we Tour'97 startten, maar op aanraden van Peter zocht ik contact met Mark Stoop en dat was een gouden greep.
Getemde zwerver  1998, februari 21 - (zaterdag)
[Boudewijn:] Na al die jaren is duidelijk dat de combinatie Boudewijn de Groot-Lennaert Nijgh het best werkt. In de jaren zestig gingen we dag en nacht met elkaar om, ik heb hem een paar keer rigoureus verlaten, maar kwam altijd bij hem terug. Ik heb Lennaert wel eens mijn ideale partner genoemd, omdat hij mijn 'overspel' altijd heeft gepikt. Daar heb ik overigens wel zwaar voor geboet: op teksten voor mijn laatste cd 'Een Nieuwe Herfst' heb ik zes jaar moeten wachten. We hebben een absoluut wonderlijke en ondefinieerbare relatie. Ik heb ooit vijf jaar lang met hem onder een dak gewoond: nooit ruzie, maar ook nooit intieme gesprekken. In die zin kennen we elkaar eigenlijk nauwelijks. Ik ben nu getrouwd met Anja; zij was twintig jaar geleden de vrouw van Lennaert. Zo bizar zijn onze levens verknoopt.
Boudewijns 'huwelijk' zonder seks  1998, april 22 - (woensdag)
Boudewijn: "Een motor is heerlijk. Ik geniet van de vrijheid die je voelt als je er op rijdt. De motor is snelheid en je hebt de wereld in je handen als je door het land racet." Dat heeft Boudewijn steeds gewild. Hij heeft altijd zelf willen sturen, maar die eenzame ritten waarin hij al zijn bagage uit het leven achter zich liet, duurden nooit zo lang. Meestal sprong Lennaert Nijgh weer achterop...
Dat gebeurde ook in 1995, ruim tien jaar na hun laatste samenwerking, toen er eindelijk een nieuwe De Groot/Nijgh-cd verscheen: Een nieuwe herfst. Er was veel overredingskracht nodig geweest om Lennaert zover te krijgen. Strafte hij de vrijbuiter Boudewijn zo? Het leek er wel op, maar de cd werd toen hij klaar was een succes.
Boudewijn en Lennaert kregen een plaats in de EREGALERIJ VAN DE NEDERLANDSE POPMUZIEK 1995. Er volgden nieuwe cd's, zoals Wonderkind aan het strand en ten slotte Een hele tour, een dubbel cd-box met tal van successen in de oorspronkelijke arrangementen van Bert Paige, die echt een monument is.
Boudewijn en Lennaert zijn weer helemaal terug. Na Een nieuwe herfst, zegt Boudewijn, werkt Lennaert nu heel voorzichtig met het idee een nieuwe plaat te maken geïnspireerd op DIE WINTERREISE van Schubert...
Leen uw oor aan Boudewijn de Groot  1999, maart 10
Na het Concertgebouw hoopt Boudewijn de Groot komende week ook Carré te vereren met een zevenmansband, die onder meer werk van zijn laatste cd zal spelen: 'Een nieuwe herfst.'
De wonderbaarlijke herrijzenis van Boudewijn  1999, maart 13
Toch gebeurde een wonder. De troubadour kwam als uit het niets terug. De manier waarop lijkt op een kerstverhaal. Waarin de hoofdpersoon na jaren van verwijdering aanklopt bij zijn, tussen lege drankflessen rondkruipende, vriend en bohémien en die zover krijgt weer wat van zijn veelgeprezen teksten af te staan. Gevolg van dat hernieuwde contact tussen De Groot en (Lennaert) Nijgh: de cd Een nieuwe herfst. Groot succes, glorieuze tournee. Nu heeft Boudewijn de Groot alweer bijna 250 uitverkochte optredens achter de kiezen. Nog negen keer, dan is het afgelopen. Voorlopig althans.
Lintje voor Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh  1999, april 30
HAARLEM, 30 april - Een minutenlang durend applaus vult kort na het middaguur de statige ruimte van de Renaissancezaal in het Frans Halsmuseum. Het blije, waardering verkondigende handgeklap daalt neer over de hoofden van zanger/componist Boudewijn de Groot en tekstdichter Lennaert Nijgh. De troubadour en schrijver mogen zich vanwege hun verdiensten voor het Nederlandse lied sinds gistermiddag Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw noemen.
Mede dankzij de aanwezigheid van Cobi Schreijer overbrugt het applaus met gemak een periode van ruim dertig jaar. Een gedenkwaardige periode van het eerste optreden van Boudewijn de Groot tijdens de befaamde Cobi Schreijer-bijeenkomsten in - toen - folkcentrum De Waag tot de uitreiking gisteren van deze hoge koninklijke onderscheidingen. Een periode van het opstandige Welterusten, mijnheer de president tot voorbij Een nieuwe herfst, de negende cd van het unieke duo. Met alle wel en wee daartussen. [...]
Het zijn niet alleen de wonderschone liederen waarvoor de samenleving het duo dank wil zeggen. Pop meet Nijghs scheppende en vertalende activiteiten op het literaire vlak breed uit. Van den Broek maakt melding van De Groots successen als acteur, onder meer in Het dagboek van Anne Frank en in de musical Tsjechov, en als componist en vertaler. Sinds kort werken de twee weer intensief samen op muziekgebied, hetgeen heeft geresulteerd in onder meer het album De nieuwe herfst. Deze cd levert De Groot en Nijgh een plaats op in de ’Eregalerij Nederlandse Popmuziek’. Uit de hernieuwde samenwerking komt verder de 4cd-box Wonderkind aan het strand voort. Een nieuwe tournee van Boudewijn de Groot met uitverkochte zalen vol razend-enthousiaste fans bewijst hoe tijdsbestendig de muziek van De Groot/Nijgh is. "De meesters zijn terug en dat is bij uitstek een moment hen te danken. Dit is een moment van markering, want het sprookje gaat verder,’’" zegt Pop.
Koning Boudewijn  1999,
"Het lijkt wel alsof ik terug naar mijn wortels wil," stelt [Boudewijn] zelf ietwat verbaasd vast. Een mens verwacht steevast een zaal Tante Julia's of, om het met zijn eigen schampere woorden te zeggen, "mensen die meenden het belangrijkste deel van hun leven in de jaren zestig te moeten slijten, de hippies dus". Maar neen. Alle leeftijden spiegelen zich aan Een nieuwe herfst, De Groots eerste plaat sinds 1984. Dramatisch, speels, melancholiek, ironisch, episch en plastisch. Met zweempjes mystiek, want nooit rechttoe rechtaan, muzikaal noch tekstueel. Het is altijd een beetje herfst in zijn universum, het jaargetijde van de poëten en gevoelige kleuren. Van een "nieuwe" herfst is dus niet echt sprake. Want Boudewijn de Groot is nog steeds de koning, dé Boudewijn de Groot, de eeuwige liedjesman.
[Programma-boek Tsjechov]  2000, januari
1996 was het jaar waarin ook weer de troubadour van zich liet spreken. In april verscheen de CD Een Nieuwe Herfst waarmee hij vanaf januari 1997 tot en met oktober 1999 langs de theaters toerde. Aan het begin van het seizoen 99-00 werd van dit succesvolle programma een televisie-registratie gemaakt.
Geen vlakke Tsjechov  2000, februari 10 - (donderdag)
[Boudewijn:] "Ik speelde na de eerste Tsjechov een rol in Het dagboek van Anne Frank, deed wat kleine optredens met een pianist, bracht een nieuwe cd uit en toerde met Een Nieuwe Herfst. Al die activiteiten hebben ertoe bijgedragen, dat ik het nu aandurf om Tsjechov wat rijker te maken. Ik bedoel niet te zeggen dat ik King Lear zou kunnen spelen. Maar ik ben in deze Tsjechov wel meer acteur dan voorheen".
Boudewijn de Groot over Tsjechov  2000, februari 14
Boudewijn de Groot is meer dan alleen de zanger van klassieke songs als Het Land van Maas en Waal, Mijn testament en Hoe sterk is de eenzame fietser, of de zanger van beschouwende teksten als op zijn laatste cd Een nieuwe herfst. Het toneelspelen dat hij op de middelbare school leerde, voerde hem uiteindelijk naar de echte Bühne. Hij speelde de vader van Anne Frank in Het dagboek van Anne Frank. En in het begin van de jaren negentig vertolkte hij de hoofdrol in de musical Tsjechov van Robert Long en Dimitri Frenkel Frank. [...]
"Ik acteer in Tsjechov losser en speelser dan ooit. Mijn optreden in Anne Frank, mijn eigen tournee met de band van Een nieuwe herfst en ook de vorige versie van de musical hebben me veranderd. Vroeger kwam ik op, gitaar in de hand en speelde. Nu durf ik zelfs zonder gitaar op het toneel te staan. Aanvankelijk dacht ik dat ik veel had aan de fotoboeken met portretten van Tsjechov. Dat puntbaardje, het knijpbrilletje. Uiteindelijk hielp het niet; ik zag aldoor weer die aimabale man minzaam glimlachend met toegeknepen ogen. Hij was veel tragischer. Ik denk zelfs dat hij diep in zijn hart wilde acteren. Hij was het altijd oneens met Stanislavski. Misschien was hij wel een heel uitbundig en extravert acteur geweest, niet zo slepend-melancholiek zoals we zijn personages nu kennen. Ik probeer die uitbundiger Tsjechov te spelen."
Lennaert Nijgh geniet van hommage  2000, april 3 - (maandag)
Boudy is Bo is Boudewijn. Al vijfendertig jaar, met de nodige onderbrekingen, vormen Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh een gouden koppel. Het begon met singles als Strand, Meisje van 16 en Welterusten mijnheer de president. Toen kwamen LP's als Voor de overlevenden en Picknick, en een paar jaar geleden de cd Een nieuwe herfst.
Een Tsjechov met gevoel  2000, mei 25 - (donderdag)
[Boudewijn:] "Ik speelde na de eerste 'Tsjechov' een rol in 'Het dagboek van Anne Frank', deed wat kleine optredens met een pianist, bracht een nieuwe cd uit en toerde met 'Een Nieuwe Herfst'. Al die activiteiten hebben ertoe bijgedragen, dat ik het nu aandurf om 'Tsjechov' wat rijker te maken. Ik bedoel niet te zeggen dat ik King Lear zou kunnen spelen. Maar ik ben in deze 'Tsjechov' wel meer acteur dan voorheen."
Eeuwig heimwee  2000, augustus 12-18
Praten over jouw muziek kan nauwelijks zonder dat tekstschrijver Lennaert Nijgh wordt genoemd.
[Boudewijn:] "Wij werken al zo ontzettend lang samen. Dus als ik een plaat maak, dan is dat met Lennaert. Maar het schrijven gaat niet altijd even vlot. Ik moet gewoon wachten tot hij weer met teksten komt. Hij roept in ieder geval weer dat er een plaat moet komen. Dat deed hij de vorige keer niet en toen duurde het heel lang voor hij materiaal voor me had. Ik heb goede hoop dat het dit jaar gaat lukken zodat ik aan de gang kan. Hem stimuleren van mijn kant heeft weinig zin, want hij weet wel hoe graag ik wil. Dus ik wacht gewoon af."
En hoe gaat dat dan? Staat hij opeens voor de deur met een stapel liedjes?
"Eigenlijk wel. Op dat moment begint het voor mij pas. Dat is heerlijk. Ik heb bij de teksten van Lennaert nooit zoveel moeite om er een melodie bij te verzinnen. Hij schrijft vrij muzikaal."
En hoe ga je uiteindelijk te werk? Wacht je net zo lang tot er iets bij je opborrelt?
"Vroeger had ik daar een speciale methode voor. Ik hing de teksten aan de muur en ging er dan voor staan. Als er iets in me opkwam, floot ik het voor me uit en zo kwam ik tot een melodie. Later ben ik gewoon met mijn gitaar erbij gaan zitten en zong ik vanzelf iets. Bij de laatste plaat lukte dat wat minder. Toen ben ik die oude fluitmethode weer gaan proberen, maar het werkte jammer genoeg niet zo goed als vroeger."
Hoe komt dat?
"Er zitten minder melodieën in mijn hoofd die er per se uit moeten, zoals vroeger. Ik maak al zo lang muziek, dat het niet zo raar is dat die drang minder is."
Heb je nog bepaalde rituelen die inspiratie oproepen?
"Ik heb nooit iets gedaan om inspiratie te krijgen. Ik geloof daar niet in. De mooiste ideeën komen vaak op de meest onverwachte momenten. Op de fiets of onder de douche. Juist op tijdstippen dat je niet zo bewust zit te denken."
Lennaert Nijgh doet wat hij doet  2000, oktober 17 - (dinsdag)
Toen De Groot genoeg kreeg van het etiket protestzanger, in een identiteitscrisis terechtkwam en met Engelse teksten ging experimenteren, ontstond hun eerste professionele verwijdering. Nijgh ging zich op andere artiesten richten zoals Rob de Nijs en hield zich bezig met de eerste grote Nederlandse musical Ik, Jan Cremer. Dat de chemie tussen hem en Boudewijn de Groot de tand des tijds doorstond, bleek toen een hernieuwde samenwerking in 1996 leidde tot de succesvolle cd en de toernee Een nieuwe herfst.
Het Portret: Lennaert Nijgh is zijn eigen strengste criticus  2001, februari 3 en 4
[Lennaert:] "Hoe Sterk Is De Eenzame Fietser uit 1971 voelde al als een comeback. Daar helpen we elkaar nog wel eens aan herinneren. Is ook goed tegen de vrees dat 'we' uitgeschreven zijn. Maar sinds 1996, toen Bo en ik met 'Een Nieuwe Herfst' bewezen dat we nog net zo goed - beter! - konden zijn als vroeger, is die verdwenen. De twijfel niet, nee, maar die is noodzakelijk, om kunst te maken. Daar houden Bo en ik ons maar aan vast, terwijl ons nieuwe album vordert, traag doch gestaag, net als 35 jaar geleden."
Boudewijn de Groot Andere tijden  2001, mei
Sinds de muzikale terugkeer van Boudewijn de Groot een aantal jaren geleden met Een nieuwe herfst is de meester van de Nederlandse popmuziek eigenlijk niet meer weggeweest. Vorig jaar werd hij nog gelauwerd met de eerste Radio 2 Zendtijd Prijs - een prijs bestemd voor artiesten die van grote invloed zijn op de Nederlandse muziek.
Samensteller van knipselmap en knipsels: Daniël




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email