Voor de film 'Een tip van de sluier'
van zijn vriend Frans Bromet schreef Boudewijn de Groot een dikke drie
jaar geleden en was hij niet geheel tevreden. "We waren te zeer begrensd
door budget en tijd, maar 't is een goeie ervaring
geweest. [...] Voor mij is het op langere
termijn zaak om me daarin verder te bekwamen via
opdrachten. [...] Voorlopig echter
concentreer ik me nu op dit Duitse avontuur
en werk ik aan mijn volgende Nederlandse elpee."
[Boudewijn] heeft zijn studie in Los Angeles afgerond en toert
de komende wintermaanden door België en Nederland. Deze maand
startte hij zijn derde grote toernee in Antwerpen. De concertreeks is
mede bedoeld om de nieuwe elpee 'Maalstroom' te promoten. Zoals gezegd,
de muziek van deze elpee is verrassend pittig. Maar toch, het blijft
wennen, zeker zo'n nummer als 'Vreemde geluiden', waarbij aan het eind
overvloedig gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die een
synthesizer in zich heeft. Of het lied 'De Laatste Vrouw', de enige
overlevende van een kernoorlog. Meer ingetogen klinkt 'Draden', over
het dilemma waarin een Vietnam-veteraan verzeild raakt.
Vertel iets over het programma van het komende toernee?
Boudewijn: "Het programma zal een stuk of 6 à 8 nieuwe
nummers bevatten die "donker van kleur" zullen zijn. Aangezien ze op
de nieuwe LP komen, gaan ze over onzekerheid, verwarring, angst, maar
toch vertrouwen in de toekomst. Tot nu toe werden de nieuwe teksten
op één na door mij geschreven. Lennaert schreef die
ene tekst. Hetzelfde geldt voor de
muziek, met dien verstande dat Henny Vrienten, die bassist was bij
onze eerste concerttoernee in '76 en sindsdien met Doe Maar furore
heeft gemaakt in de Benelux, één compositie schreef."
Na nog wat elpees en een succescolle tournee stak Boudewijn de
oceaan over en ging zich in Amerika wijden aan een muziekstudie.
Nu is hij terug en stelt een nieuwe elpee
in het vooruitzicht.
[Boudewijn:] "Je hebt eindelijk je zin," zei iemand
toen hij begreep dat alle teksten
op één na door mijzelf
geschreven werden. Het klinkt lullig, maar er zit een kern van
waarheid in: Ik heb er altijd mijn zinnen opgezet alles zoveel
mogelijk zelf te doen. De frustraties van het verkeerd
geïnterpreteerd zien van ideeën, of het aanzien van
gemiste kansen (alles binnen mijn eigen opvattingen, natuurlijk)
werden bij iedere plaat groter. Leidden in feite op momenten al
tot beslissingen die inhielden dat ik platen gemaakt heb zonder
medewerking van de "vaste kern" uit het begin.
Dit steeds meer zelf doen, heeft nu geresulteerd in deze
elpee. En dat kon ook moeilijk anders, omdat het op deze plaat
gaat over twijfels en onzekerheden, chaos en angst. En
weliswaar zijn dat begrippen waar iedereen mee te maken heeft,
maar die uiteindelijk voortkomen uit persoonlijke ervaringen
en interpretaties. Ik denk niet dat Lennaert Nijgh over al
mijn twijfels en onzekerheden zou kunnen schrijven. En ik zou
niet over de zijne kunnen zingen.
Zoals al mijn platen gemaakt werden aan het eind van bepaalde
periodes, als weerslag daarvan, zo werd deze plaat gemaakt aan
het eind van een periode van relationele en financiële
chaos en "artistieke onzekerheden".
Hiermee wil ik per se niet zeggen, dat deze plaat handelt
over deze specifieke onderwerpen. Het gaat om de begrippen:
twijfel, onzekerheden, chaos, angst. En hoop. De sleutelwoorden
zijn: donker, licht, binnen, buiten, stad, regen, chaos.
De situaties zijn alleen van belang voor de liedjes zelf en
hebben verder weinig te maken met mijn persoonlijke leven: het
gaat om de sfeer, de emoties, het stemmingsbeeld. De enige
"filosofie" is: grijp niet terug op je zekerheden van het
verleden als ze een ontwikkeling vooruit in de weg staan. Dat
is alles.
Eventuele invloeden in tekst en muziek zullen ongetwijfeld
duidelijk zijn. De popmuziek van vandaag stimuleert me honderd
keer meer dan die van de zeventiger jaren. En via mijn studie
Filmmuziek kwam ik opeens vrij intensief in aanraking met de
klassieke muziek van het begin van deze eeuw.
Verder is ook het surrealisme niet ongemerkt aan de plaat
voorbijgegaan, kortom: niet alle invloeden zijn eigentijds, en
de plaat zal dat misschien niet helemaal zijn in vergelijking
met bepaalde muziek uit met name Engeland. 'MAALSTROOM' is echter
wel een logisch vervolg op de voorgaande elpees. En de meest
"eigen", ongetwijfeld. [...]
[biografie:] Afwisselend toerend in Nederland en
België, en studerend in Los Angeles (arrangeren en filmmuziek),
had Boudewijn weinig tijd voor het schrijven en opnemen van een
nieuwe elpee. Wel kon er een "live" album worden uitgebracht:
'Concert' (januari 1982).
Pas na de studie, zomer 1983, begon het schrijven aan de
teksten voor wat zou worden de elpee 'Maalstroom'. Terug in
Nederland werd daar de muziek bij gemaakt en uiteindelijk, na
een tournee van 80 voorstellingen, kon deze plaat opgenomen en
uitgebracht worden.
Opeens is Boudewijn de Groot weer in 't nieuws. Met een nieuwe elpee,
Maalstroom. En vandaag wordt hij veertig. Een gebeurtenis, die heel wat
Nederlanders 'n schokje zal geven. We worden ouder. Is het alweer twintig
jaar geleden dat die jongen met z'n lange manen, spijkerjekkie en z'n
gitaar zomaar opstond en de machtige president Johnson een bitter
welterusten durfde toe te bijten? [...]
Z'n veertigste verjaardag, vandaag, is voor Boudewijn minder
belangrijk dan z'n nieuwe elpee, Maalstroom, een plaat waar. hij twee
jaar geleden aan begon. Voor het eerst heeft hij in z'n twintig jaar
tellende carrière z'n zin gehad: vrijwel alles is van eigen hand.
Tekst, muziek, produktie. "Jarenlang heb ik gewerkt met uiterst kundige
mensen, die me echter telkens nét iets verkeerd begrepen. Soms
scheelde het maar 'n nuance, maar het gebeurde nooit precies zoals ik
het in m'n hoofd had. Nu wel. Dit is de meest 'eigen' plaat die ik tot nu
toe heb gemaakt," concludeert hij, zichtbaar tevreden met het eigen werk.
Het is stil geweest rond Boudewijn de Groot. In 1984 zette hij zijn
gitaar opnieuw aan de kant. Na zijn tiende plaat, Maalstroom, had hij er
weer even genoeg van. "Ik ben nu eenmaal zo, ik wil graag zo nu en dan
iets heel anders doen." Dat 'iets heel anders' bestond de afgelopen jaren
uit vertaalwerk uit het Engels (detectives), jeugdtelevisie, de produktie
van een plaat van Bram Vermeulen, het componeren van de muziek voor de
film Lost in Amsterdam en het zelf meespelen in de muziekfilm van Pim de
la Parra Let the
music dance.
Het grijsgelokte lentekind ziet er patent uit. Geen spoor van
verval. De man die de Nederlandse popgeschiedenis verrijkte met
klassieke hits als 'Een Meisje Van 16',
'Welterusten Mijnheer De President'
en 'Het Land Van Maas En Waal' mag dan
in 1984 zijn laatste plaat gemaakt hebben, stilgezeten heeft hij niet.
[Boudewijn:] "Jij zegt nu dat ik de zanger ben van het
menselijk tekort, van afscheid en verlies. Ook dat betwist ik.
Natuurlijk bezing ik het onvolledige, het niet haalbare, maar ik geef
er wel altijd een positieve draai aan. De Hollandse mentaliteit die
rond het woordje "maar" draait, staat mij niet aan. Een liedje begint
positief en gaat dan langzaam op weg naar een negatief einde. Daar wil
ik van af. Maalstroom was mijn laatste plaat van mitsen en maren.
Maar zelfs op die plaat herken ik mij niet als beroepssomberaar.
Trouwens, ik ben niet voortdurend met muziek bezig in mijn leven.
Hoogstens kun je zeggen dat deze plaat een periode verwoord heeft waar
ik doorheen ben gegaan. Ik zing dus ik besta, zo is het niet. Wel kan
ik aan mijn platen aflezen wat er in mij is veranderd."
De Groot: "Toen ik uit Dwingeloo terugkwam, dacht ik: dat
nooit meer. Had ik daarvoor jaren gesmacht naar afwisseling,
alleen om in een situatie terecht te komen waarin elke dag
sprekend op de vorige leek? Maar toen het met Lennaert weer
van een leien dakje ging - we schreven zelfs zoveel dat we
hofleverancier van Rob de Nijs konden worden - ervoer ik het
al net zo snel als vroeger weer als benauwend. Op deze rijpe
leeftijd kan ik wel toegeven dat me tegen het onvermijdelijke
verzette - het besef dat Lennaert en ik in gemeenschap en
vereniging tot de best mogelijke resultaten komen - maar toen
wist ik niets beters te doen dan zoveel mogelijk afstand
tussen ons te scheppen. Niet alleen figuurlijk door twee
platen - 'Waar ik woon en wie ik ben' en 'Maalstroom' - zonder
hem te maken, maar ook letterlijk, door in Los Angeles te gaan
wonen en werken."
Nijgh: "Ik moet toegeven dat die periodieke afstand niet altijd
door Bo wordt geschapen. Ik kan behoorlijk bokkig worden, als ik
me weer eens in de steek gelaten voel. In '83 heb ik hem bijna
gedwongen 'Maalstroom' alleen te doen, door geen letter uit mijn
handen te laten komen. En toch zag ik nog kans boos te worden toen
Bo concludeerde dat we toen kennelijk minder gemeen hadden dan ooit.
Dat maak ik zelf wel uit, snap je? Vragen, bidden, smeken, vloeken,
schelden, het helpt allemaal weinig als ik in zo'n stemming ben.
Geld, bijvoorbeeld de 80.000 gulden voorschot die ik kreeg
voor 'De Engel van Amsterdam',
werkt nog het beste, maar geld komt tussen vrienden natuurlijk
niet ter sprake, tenzij achteraf.
"Ik heb bij deze plaat doelbewust
voor meer ordening gekozen. Terwijl mijn vorige drie platen, vooral
Maalstroom uit 1984, zijn ontstaan uit een behoorlijke mate van
persoonlijke verwarring. Het gevolg van zelfgekozen, chaotische
omstandigheden. Dat werkt dus voor mij niet, weet ik nu. Of dat het
resultaat is van het feit dat ik mijn leven op een rijtje heb, weet ik
niet. Ik ben in ieder geval veel meer geneigd mijn leven op een rijtje
te zetten en te houden. Dat vormt een breuk met hoe ik jaren geleden was.
Ik weet nu dat ik me niet gelukkig voel als ik steeds veranderingen
toelaat in mijn leven. Dat gezoek naar het onstuimige vloeide voort uit
een soort opgelegde nieuwsgierigheid. Tot een bepaalde leeftijd kun je
je dat permitteren, maar als uiteindelijk blijkt dat zo'n speurtocht
naar het echt onbestemde niet bij je karakter past, moet je daar mee
ophouden."
"Die vertrouwdheid met de mensen om me heen, die veel stabielere basis
zorgt er inderdaad voor dat deze plaat
veel evenwichtiger is, eerlijk overkomt en dus beter wordt opgevangen dan
bij de chaos van Maalstroom. Hoewel ik het materiaal van die plaat uniek
vind.
Het is jammer dat je publiek niet ook luistert naar de muziek
die je maakt als je in verwarring bent. Het wordt aangehoord,
en als het in eerste instantie niets zegt, afgedaan. Ik vind
het jammer dat er niet gekeken wordt of er iets aan de hand is
op zo'n plaat. Kennelijk heb ik na al die jaren niet de status
of het imago van iemand die het waard is om naar te luisteren,
om het even wat hij maakt."
Zijn voorlaatste cd Maalstroom is van alweer twaalf jaar geleden.
Boudewijn deed daarop alles zelf. Hij arrangeerde, schreef de muziek
en de teksten en produceerde. Een geval van zelfoverschatting, denkt
hij nu zelf. "Ik had net een studie arrangeren en componeren in
Amerika afgerond. Maar in feite leer je alleen wat foefjes en trucjes.
Het echte werk moet je in de praktijk leren en ik was gewoon niet zover.
Ik heb mijn les wat dat betreft nu geleerd."
Twaalf jaar is lang. De carrière van Boudewijn de Groot zit
vol met lange absenties. "Zo zit ik in elkaar", meldt hij. "Als ik
een bepaalde periode ergens mee bezig ben geweest, raak ik het zat,
moet ik wat anders gaan doen."
Zijn laatste cd verscheen tien
jaar na zijn vorige. Recent kwam een fraaie
bloemlezing uit en vanavond staat
hij met groot orkest op de planken.
Toch werkt Boudewijn de Groot niet aan een come-back. Hij is al zo
vaak opnieuw begonnen. [...]
Dit jaar verscheen er voor het eerst sinds Maalstroom (1984) weer
een album.
Als kind wilde De Groot 'n beroemde filmster worden. Hij had erover
gelezen in de bladen. Daarin stonden van die gelukkige Amerikaanse
gezinnen met van die grote sleeën van auto's en van die grote
villa's. Dat fascineerde hem mateloos. Amerika was het beloofde land.
De Groot heeft er later dan ook twee keer gewoond. De eerste keer, in
'76, vertrok hij met vrouw en kind en bleef hij een jaar. Voornamelijk
om zich aan een muziekstudie te wijden en om te werken aan het album
Van Een Afstand, dat in '80
verscheen. Vlak daarna vertrok hij voor een tweede keer, alleen, voor
een periode van twee jaar. Hij pikte z'n studie aan de muziekschool
weer op en hij werkte er aan een nieuw album, Maalstroom. En
aangezien bij De Groot eens in de tien jaar de dingen nu eenmaal
helemaal anders moeten, besloot hij deze keer alles helemaal alleen
te doen: muziek maken, arrangeren, produceren. En teksten schrijven.
Een bezigheid die hij zeer serieus en gedisciplineerd aanpakte.
"Ik had van Gerard Reve gelezen dat hij altijd iedere dag om
negen uur opstond en dan net zo lang aan z'n bureau bleef zitten tot
er wat kwam. Dat leek mij wel wat. Dus 's ochtends vroeg zat ik aan
tafel en zei: 'Kom maar op'. Uren heb ik soms zitten wachten. En echt,
uiteindelijk kwam er altijd wel wat. Zo heb ik tien hele mooie teksten
geschreven."
"Ik had maar weinig geld, dus heb ik daar ontzettend zuinig geleefd.
Ik woonde in L.A. in een kamertje achterin een garage. En ik deed alles
op de fiets. Ik was uren onderweg, maar ik deed het graag, want het
was goedkoop. Bonen uit blik, dat was zo'n beetje m'n dagelijkse
maaltijd. M'n levensstandaard was erg laag. Maar ik was blij dat ik in
Amerika was."
"Ik ging terug naar Nederland om de plaat af te maken. Maar een
bijkomend probleem was dat ik in Amerika behoorlijk aan het snuiven
was geraakt. En dat is een foute manier om goed te functioneren,
tenminste voor mij. Mijn lijf kan er niet tegen. Ik ben dan veel te
wazig met de dingen bezig. En aangezien ik alles in de studio zelf
deed, ging het allemaal veel te traag. Het werd een plaat vol met
gemiste kansen. Ik weet zeker dat tachtig procent van het materiaal
goed is. Maar de uitwerking is slecht. Het had iets heel moois kunnen
worden en dat had ik kapotgemaakt. Dat neem ik mezelf bijzonder kwalijk."
Na het debacle van Maalstroom schreef De Groot lange tijd niets
meer. Het ligt nu eenmaal niet in zijn aard om na een mislukking
revanche te willen nemen. Hij denkt niet: goddomme, wat een blamage,
dat moet ik snel even rechtzetten. Nee, dat komt niet bij hem op. De
Groot denkt: laat maar gaan, Hij berust. Hij ziet wel wat er op afkomt.
En voorlopig was dat genoeg. Optreden in België bijvoorbeeld. En
vertalingen maken van boeken. En productiewerk in studio's. En, zoals
in '91, spelen in Tsjechov, de musical van Dimitri Frenkel Frank.
En spelen in het toneelstuk Het dagboek van Anne Frank. En
eerder al in die film van Pim de la Parra, Let the music
dance. [...]
Bijna twaalf jaar na Maalstroom verschijnt
Een Nieuwe Herfst, met
veertien nummers, [...].
In 1978 kwam Van een afstand
uit, met toch weer liedjes van Lennaert, zes jaar later gevolgd door
Maalstroom, die weer leek op Waar ik woon en wie ik ben. Maar ook
Maalstroom werd door het publiek met geen vinger aangeraakt en
Boudewijn zei in 1984 tegen Ischa Meijer dat hij er nu echt genoeg
van had. "Ik vind het zonde om nog langer professioneel muzikant te
blijven. Ik wil niet meer teren op de status van ex-idool. Ik ben
momenteel erg verdrietig."
De in Nederland toen nog steeds wereldberoemde zanger had ditmaal
definitiever dan ooit een streep onder zijn carrière getrokken.
Het was nu echt gedaan. In de jaren die volgden, wierp hij zich geheel
op het produceren en schrijven van filmmuziek, het vertalen van
thrillers (onder het pseudoniem Frank de Groot) en op het acteren. Hij
speelde Tsjechov in de gelijknamige musical van Dimitri Frenkel Frank
en vertolkte een hoofdrol in de film Let the Music Dance van voormalige
klasgenoot Pim de la Parra. Als troubadour was hij geheel uit beeld
verdwenen.
[Bespreking 'Nieuwe Herfst Tournee']
Op het kleingemaakte podium (waarbij de apparatuur grotendeels aan het
zicht onttrokken is door een niet erg fraai maar wel zeer effectief
decor van metershoog getimmerde latjes waaraan de meeste
muziekinstrumenten hangen) vertolken zij met zijn achten zo'n 25
liedjes uit 32 jaar repertoire van Boudemjn de Groot. Dat zijn
ingetogen ballads (zoals het breekbare nieuwe lied
'De rover), maar ook veel uitbundiger en
vrolijker songs (zoals het bekende
'Tante Julia'), oude en recente teksten
van De Groots artistieke kompaan Lennaert Nijgh (zoals de klassieker
'Malle Babbe' en de nieuwe single
'Avond), maar ook enkele eigen teksten (van
de onderschatte elpee 'Maalstroom', uit 1984) en werk van Herman
Pieter de Boer, zoals 'Annabel', de Hans de Booij-hit waarvoor
Boudewijn de Groot indertijd de muziek schreef.
Het begin van de jaren tachtig stond in het teken van grote tournees
door Nederland en Vlaanderen. Albums uit deze tijd waren de live
dubbel-elpee Concert, alsmede
zijn eerste en enige Duitstalige plaat
en de elpee Maalstroom.