Type: Knipselmap

Picknick / De Tuin der Lusten

KNIPSELS:
Boudewijn de Groot: Ik zal pas rustig zijn als ik alles zelf doe  [1968, februari]
Ik: "Van je laatste lp 'Picknick' is kant 2 'De tuin der lusten' grandioos. En de tekst is geweldig beeldend, en surreëel."
B.: "Ik heb tegen Lennaert gezegd schrijf wat vrijer, cryptischer. Ik wou naar een belangrijker woordgebruik."
Ik: "Hoe vond hij dat?"
B.: "Ik geloof niet dat ie daar zo graag aan wou. Hij heeft gezegd als je mij m'n gang laat gaan, krijg je een heel andere tekst."
Ik: "Waarom schrijf je zelf niet?"
B.: "Ik kan 't niet. God ... ik moet." Stilte. "Hij is gewoon ideeënrijker. Ik kan wel zeggen doe nou es wat cryptischer, ik weet precies welk woordgebruik, ik weet het onderwerp maar ik kan gewoon niet schrijven." [...]
Ik: "Lennaert zei in een interview met Aad van der Mijn in Avenue: We zeggen dat Boudewijn en ik zijn vader en moedertje en Anneke kookt voor ons."
B.: "Dat is zo'n gezegde van hem. Dat zegt hij graag. 't Heeft nergens iets mee te maken."
Ik: "Hij dacht dat de intieme relatie voor jou misschien benauwend was."
B.: "Ik vind het inderdaad soms wel es benauwend om de ontwikkeling van ons. Om zo'n samenwerking te laten doorgaan moet de ontwikkeling van mij en Lennaert steeds met elkaar in overeenstemming zijn. Dat kan me wel benauwen."
Ik: "Hem benauwt het niet."
B.: (glimlacht): "Misschien omdat hij óf gelooft in een gelijke ontwikkeling of in flexibiliteit van Lennaert Nijgh. Met de laatste lp heeft hij bewezen een tekst te kunnen schrijven waar hij zelf in eerste instantie niet helemaal achter stond. Dat voordeel heeft Lennaert. 't Is toch ontzettend knap eigenlijk." Stilte. "Toen hij eraan begon..." Zwijgt. "Als hij kwam met een tekst, zei ik dat is het helemaal niet... En als hij er dan weer mee terug kwam, zei ik helemaal goed. Ik wilde nieuwe woord-combinaties, belangrijker woordgebruik."
Ik: "Jij maakt de muziek. hoe?"
B.: "Ik lees de tekst, ik sla op de gitaar de woorden aan en fluit erbij. Ik kan geen noot schrijven. Dan komen we bij elkaar, gaan praten met Paige over het arrangement. Soms heb ik een melodietje in m'n hoofd. Paige arrangeert goed, verzint tegenmelodietjes. Niet alleen dat ie ontzettend goed is in het maken van arrangementen, maar de omstandigheden waarin hij arrangeert. Het feit dat hij een man van 50 is, maar begrip heeft voor popmuziek en waarmee hij zich geïnteresseerd bezig houdt."
[Hitweek recensie: Prikkebeen / Eva]  [1968, maart?]
Even rustpauze voor Bo en Len  [1968, augustus?]
Na een hele poos, waarin [Boudewijn] steeds populairder wordt, verschijnt de single Picknick. Vervolgens ook de elpee van die naam, die zondermeer een openbaring mag worden genoemd. Echter: "Er zijn maar weinig mensen, die begrijpen, wat Lennaert en ik ermee bedoelen. We wilden er de ontwikkelingen van dat moment mee weergeven. De teksten zijn ook steeds "onbegrijpelijker" geworden. In werkelijkheid geven ze steeds beter weer wat denken en willen. Die elpee vormt met een heleboel instrumenten, gimmickjes, technische foefjes enz. het beeld van de ontwikkelingen, die er nu bereikt zijn in de muziek". Het in duet met Elly Nieman gezongen Meester Prikkebeen wordt als single een hit. Binnenkort verschijnt de nieuwe plaat, zijn eigen werkstuk Als de rook om je hoofd is verdwenen en de door ons in een vorige sJONGe sJONGe reeds aangekondigde a-kant Waterdrager. Het is eigenlijk een soort rustpauze. Die elpee zat zo vol met allerlei dingen, dat dit even iets rustiger is. De volgende elpee, dit najaar te verwachten, is ook rustig gehouden".
De Hollandse coalitie is hersteld  1972, januari 29
Heimwee allerwegen dus, maar niet bij Boudewijn de Groot, die nauwelijks enige binding voelt met de Boudewijn van toen: "Ik heb nooit de ambitie gehad om veel platen te verkopen. Ik was aanvankelijk alleen maar erg blij dat ik door de teksten van Lennaert mijn muziek een funktie kon geven, maar toen dat gebeurd was ben ik uit een vreemd soort automatisme door blijven gaan. [...]"
Weinig binding dus met de Boudewijn van toen. Vandaar deze uitspraken:  [...] Over "Picknick": "Daar begon de kentering natuurlijk al, achteraf gezien. Die plaat was sterk tijdgebonden, zonder dat we dat zelf in de gaten hadden. We wilden er zelfs nog iets mee zeggen. Maar uiteindelijk was "Picknick" slechts een soort "Sgt. Pepper", maar dan vele klassen minder. Het publiek heeft dat volgens mij ook wel aangevoeld."
Je moet de mensen in ieder geval bewegen  1972, januari 29
[Lennaert Nijgh:] Na "Picknick, Tuin der Lusten" brak de poprage pas goed los. Het "Sgt. Pepper" van de Beatles, weet je nog? Wat hebben we op die plaat gezweet.... Boudewijn en ik, Bert Paige, Tony Vos.... Maar het werd alleen maar gezien als een verzameling surrealistische onzin. Ik heb het daar wel moeilijk mee gehad. Toen kwam ik eigenlijk voor het eerst tot het besef dat je op zo'n grammofoonplaat het nietige onderdeeltje bent van een hele produktie-unit. Voor het publiek kennis neemt van wat je eigenlijk bedoelt is het door de handen gegaan van een arrangeur, een producer, een technicus, een zanger. Met "Picknick, Tuin der Lusten" hebben we toch wel iets willen zeggen, maar goed....
"Tijd van poëzie is voor mij voorbij"  1975, september 24
[Boudewijn:] "De plaat die het minst persoonlijk is en die in feite zo "plastic" is als maar mogelijk is, heet Picknick. Ik heb daarvoor Lennaert gemanipuleerd tot het schrijven van teksten die in het teken van de tijd van de flower power etc. ervan stonden. Ik heb arrangeur Bert Paige gemanipuleerd tot arrangementen die de teksten geheel verdoezelden en tenslotte heb ik producer Tony Vos gemanipuleerd naar het gebruiken van allerlei elektronische foefjes. Enfin, het was een ervaring en het enige wat ik er nog mee te maken wil hebben is die ervaring."
Boudewijn de Groot [biografie 1944-1975]  1975, najaar
"Picknick" werd de derde LP, terwijl "Nacht en Ontij" het laatste hoogtepunt werd voordat het plotseling stil werd rond Boudewijn de Groot in 1969, een jaar nadat hij uitgeroepen werd tot de "Populairste Nederlandse zanger".
Waar hij woont en wie hij is  1975, najaar
Hitweek besteedde toen kennelijk nog wel redelijk veel aandacht aan Nederlandse zangers als Armand en jij?
[Boudewijn:] "Nou... eh... wél toen ik 'Picknick' maakte, maar daarvoor niet. Ik kwam er meer over de vloer dan dat ze over me schreven. En omdat ik daar veel over de vloer kwam... ik wilde namelijk zo ontzettend graag dat ze het goed vonden wat ik deed dat dat mede de oorzaak geweest is dat ik die elpee 'Picknick' gemaakt heb. Het was uiteindelijk één grote vleierij, en ik had ook het gevoel dat me niets meer kon gebeuren toen Willem de Ridder in de studio verscheen bij de opnames en steeds maar zei dat ie het fantastisch vond, dat ie het te gek vond... 'verre muziek' riep hij dan... Hij heeft zelfs aanwijzingen gegeven hoe het nog beter zou kunnen en ik voelde me safe, honderd procent safe. En uitgerekend die plaat is dan ook de minst persoonlijke geworden."
"[...] Ik kan je een hele elpee laten horen waarop nog geen tiende procent persoonlijkheid op staat. De hele 'Picknick' lp bijvoorbeeld, wat vreemd genoeg de enige elpee is die indertijd door Hitweek haast werd bejubeld, is uitgerekend de elpee waar niets persoonlijks op staat. De elpee is één grote stroom van invloed, van de Beatles tot en met Jimi Hendrix... Maar misschien wel op een 'verre' manier, zoals dat toen heette ha ha, gebracht..." [...]
Als je de platen die je tot nu toe gemaakt hebt op een rijtje zet, en je plaatst ze een beetje in hun tijd, dan valt het op dat de platen heel duidelijk de kenmerken van die tijd met zich meedragen. Zoals 'Picknick' in de flower power periode valt, en 'Voor de overlevenden' in de tijd van de protestsong... en iemand anders suggereerde aan mij dat in de tijd dat de fiets populair werd en zaken als milieubewustzijn, kwam ook 'De eenzame fietser' op de proppen. En het laatste is misschien wat al te ver gezocht, maar na het Simplisme hou jij het op je laatste elpee [Waar ik woon en wie ik ben] ook maar simpel...
[Boudewijn:] "Ja, het Simplisme, ha ha... nee, het Simplisme heeft er niets mee te maken. Ik ben niet heer Groot."
Maar meer algemeen gesproken ben je toch behoorlijk... en dat kun je dan achteraf zeggen, het is nog de vraag of je dat bewust gedaan hebt... ben je toch behoorlijk trendbewust geweest.
[Boudewijn:] "Alleen bij 'Picknick' is dat vantevoren helemaal zo bedoeld, maar bij de rest was het niet inhaken op een trend... alleen die protestsongs zijn uiteraard geschreven in de pre flower power tijd, in de provotijd, dus uiteraard beïnvloed door een heel wereldprotest... dus wat dat betreft ook geschreven naar aanleiding van een trend... Maar behalve die twee is de rest uitsluitend spontaan gekomen en is er niet bewust ingehaakt op een rage... En die 'Eenzame fietser' heeft verder ook niets met milieu te maken."
'Ik hou er natuurlijk iets aan over'  1977, februari 26
Overlegde je dan niet van tevoren met Lennaert Nijgh waarover hij het in zijn teksten zou hebben?
[Boudewijn:] "Nee, zeker in het begin niet. Bij de eerste twee platen sowieso niet. Picknick is een plaat die wel van tevoren opgezet werd, omdat we alletwee nogal in die stroom van de Flower Power zaten, die toen een ontzettende kracht had. Zoveel kracht, dat er eigenlijk niks uit voortgevloeid is, omdat alle energie van die hele stroming in de stroming zelf opgebruikt werd. Wij hebben daar ook aan meegedaan en vanuit die opzet is Picknick geschreven, dus dat was wel een vooropgezette plaat."
Maalstroom [persbericht]  1984, april
'Picknick' werd de derde LP van het artistieke duo, zoals altijd geproduceerd door Tony Vos, maar Boudewijn's vierde LP 'Nacht en Ontij' werd de eerste LP zonder samenwerking met Lennaert Nijgh. [...]
Boudewijn: "'Hoe sterk is de eenzame fietser' was een plaat die aan de ene kant muziek bevatte waar ik met 'Voor de Overlevenden' en 'Picknick' mee bezig was en aan de andere kant muziek, waarmee ik verder wilde gaan."
"Eigenlijk bestaat er geen werkelijkheid voor mij"  1991, januari 26
Aan boord fikt de kachel op basis van een verraderlijk brandbaar mengsel en zet de wodka en de Beerenburg onze ingewanden in vuur en vlam. Het verleden duikt telkens op of we willen of niet. De jaren zestig, vroege jaren zeventig. De vrienden zonder wie je nog steeds niet kunt. In die songtekst duiken de namen op van het vriendenclubje van toen: Ramses, Boudewijn, Lennaert en...
[Lennaert:] "Jan Willem Schrofer. J.W.S. De huidige directeur van de Academie voor Beeldende Kunst. Drs. Schrofer. Hij woont in Heemstede, ik zie hem nog van tijd tot tijd terug. God, wat zijn we veranderd. Zijn ouders hadden een gigantisch huis laten bouwen in de Rietveld-stijl in Aerdenhout. De Berenklauw. Daar hebben we die lange hete zomer, de zomer van ons eindexamen doorgebracht. Dat zit achter die plaat (Picknick - red.), dat was het oord waar we schreven."
"Ik zal je die foto's wel eens laten zien. Henk van der Meyden zou er een moord voor doen. Foto's van situaties waar men probeerde hoe groot de douchecel was door er met z'n allen naakt in te kruipen. Jeroen, Herma, de hele bende, Ramses. Ach, die mooie tuin bij die Berenklauw. Je had er sproeiers die gevoed werden uit de vijver waarmee je van alles kon doen."
[Zonder vrienden kan ik niet staat op Voor de overlevenden [LP stereo]. Het is dus niet duidelijk of de redactie terecht naar de plaat Picknick / De Tuin der Lusten verwijst. DvE, 26-12-2001.]
'Ik ben nog nooit uit mijn dak gegaan, waarom zou ik?'  1996, mei 25
Ineens was het op. Nijgh probeerde met de elpee Panick aansluiting te vinden bij de hippiemarkt. Die weg wilde De Groot niet blijven gaan. Hij trok zich terug, vluchtte naar Antwerpen. De breuk tussen de zanger en de tekstschrijver was voor herhaling vatbaar, zo zou later blijken. De succesvolle zanger dacht eraan met zijn artistieke handel te kappen. "Ik werd ook het onderwerp van een hetze in Hitweek. Armand en ik werden in dat blad tegenover elkaar gezet, zo'n beetje als de Beatles en de Stones. Armand was geaccepteerd, ik werd bestempeld als burgerlijk en truttig. Het is later weer rechtgetrokken, maar het heeft me wel geraakt."
'De mensen zijn me nooit vergeten'  1996, juli 13
Het ging ook allemaal vanzelf, blikt [Boudewijn] terug. Hij werd gevraagd om Meisje van zestien op te nemen, zijn eerste hit. Muziek hoorde bij het leven in die rumoerige jaren zestig, het was belangrijker dan nu, denkt hij. Nu zijn het de platenmaatschappijen die beslissen, popmuziek is een product geworden waarbij marketing een belangrijke rol speelt. Zelf had hij altijd het gevoel met iets nieuws bezig te zijn. Bijvoorbeeld op Picknick uit 1967 de plaat die achteraf gezien wordt als de Nederlandse tegenhanger van Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band van The Beatles en Their satanic majesties request van The Stones. Een plaat waarmee hij critici van Hitweek wilde paaien en die hij achteraf als zijn meest onpersoonlijke beschouwt. Of op Nacht en ontij waarop hij experimenteerde met elektronica. "Er was nog weinig geweest. Alles kon nog."
Ik ben helemaal geen wereldverbeteraar  1996, december 3 - (dinsdag)
Het oeuvre dat het duo Boudewijn de Groot-Lennaert Nijgh in die jaren samen schreef, weerspiegelt de snelle veranderingen in het muzikale klimaat van de sixties - van de folk en chanson van de eerste liedjes via de protestsong (Welterusten mijnheer de president) tot aan de psychedelische muziek van Picknick, die was geïnspireerd door Sgt. Pepper van The Beatles.
Van Boudewijn de Groot en de dingen die blijven  1996,
Eerst zong De Groot nog over Het Land van Maas en Waal ('67) en maakt hij nog Picknick ('67) die flower power plaat, met dat liedje, Meester Prikkebeen, een duet met Elly Nieman (van Rikkert). Maar De Groot begon genoeg te krijgen van zomaar wat liedjes zingen. Hij wilde wel 'ns wat anders. Een conceptplaat bijvoorbeeld. Nacht En Ontij verscheen.
In het harnas sterven  1997, januari 4 - (zaterdag)
[Boudewijn] "Ik weet niet waarom Wim Noordhoek in Hitweek de conclusie trok dat ik me had willen bevrijden van de 'aanstellerige teksten van Lennaert Nijgh', in ieder geval kwam het zo te staan in zijn recensie van 'Nacht En Ontij'. Ik kwam geregeld ter burele, dus ik zal heus wel aanleiding hebben gegeven tot een zo vergaand oordeel, maar als het zo is, heb ik het met succes verdrongen. Lennaerts frustratie was dat ik werd vereenzelvigd met wat hij als zijn verdienste zag, de mijne dat ik voortdurend werd geconfronteerd met publiek dat geen boodschap had aan de fijngevoeligheid van zijn teksten."
"Lennaert was er niet bij als ik van het podium werd gehoond door publiek dat 'beat' wilde. Net zo min als Tony Vos, onze producer. Of de kopstukken van onze platenmaatschappij. Allemaal wezen ze me voortdurend op de verkoopcijfers van onze platen. Met andere woorden: niet zeuren. Maar toen ik merkte dat ik het materiaal van 'Picknick' live met geen mogelijkheid kon waarmaken, begon ik te dreigen met stoppen met optreden. Dat was onder echte rocksterren toen trouwens hét statussymbool."
De twijfels van een troubadour  1997, februari 7
Engelstalige beatgroepjes waren in die dagen in opmars. De Groot wilde af van het Nederlandse lied en zag het imago dat Nijgh hem leverde niet meer zitten. Hij dweepte nog even met de flowerpower die net met wierook en Afghaanse jassen was binnengehaald. Dat leidde tot Picknick, de eerste Nederlandse psychedelische plaat, maar hij voelde nauwelijks verwantschap met de hippiebeweging. Het jaar daarop perste hij er nog Nacht en ontij uit, maar echt van harte ging het al niet meer.
Nederpop, hippies en muziekmafia  1997, juli
Playboy: Hét blad was toen Hitweek. Wat vonden die van jou?
De Groot: Niks. Het was voor hun veel te veel VVD-muziek, te beschaafd. Armand sprak het Hitweek-publiek veel meer aan. Die ramde op zijn gitaar en schreeuwde zijn teksten. Wij hadden violen op de achtergrond. Ik moest met een psychedelische plaat komen om Hitweek ervan te overtuigen dat ik meetelde, haha, maar toen was het ook meteen goed raak. Picknick werd uitgeroepen tot de eerste Nederpop-elpee.
Playboy: Dat je zo'n plaat moest maken om mee te tellen, dat heb ik later de terreur van de vrijheid genoemd. Als je het niet leuk vond dat iemand aan je vriendin zat was je square.
De Groot: Dat heb ik nooit meegemaakt. Noch in actieve noch in passieve zin. Met de zogenaamde vrije liefde heb ik me ook nooit ingelaten. Ik werd er niet voor benaderd, ik ging er niet op af.
Playboy: Een beroemde, knappe zanger?
De Groot: Ik werd na een optreden nooit belaagd. Nooit natte plekken op stoelen. En wat dat square betreft, dat was een woord dat vooral door meelopers werd gebezigd.
Playboy: Veel blowers hebben geen flauw idee meer van wat er indertijd heeft plaatsgegrepen. Hoe zit dat met jou?
De Groot: Ik heb een goed geheugen. Ik kan me voorstellen als je zo'n hoes uit die tijd ziet, dat je dan denkt dat het confetti regende en iedereen voortdurend stoned was, maar daarnaast draaide de wereld ook door. Vanuit die wereld keek men naar de hippies zoals ik er nu naar kijk. Ik kan me niet voorstellen dat het toen zo was. Ik kan het eigenlijk alleen over de buitenkant hebben. Het innerlijke blijkt leeg, een glazen bol gevuld met wierook, maar toen leek het anders. Je leven was er vol van.
Playboy: Je was getrouwd. Was dat wel politiek correct?
De Groot: Dat was geen probleem. Het was vaak een gezinsgebeuren allemaal. Het was geen sekte, maar we deden wel aan een anti-autoritaire opvoeding, misschien is dat voor die kids wel niet zo goed geweest. Die kinderen zaten met ouders die stoned waren, die ze aan hun lot overlieten. Ze werden niet naar bed gestuurd, want dat was autoritair,
Lennaert Nijgh geniet van hommage  2000, april 3 - (maandag)
Boudy is Bo is Boudewijn. Al vijfendertig jaar, met de nodige onderbrekingen, vormen Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh een gouden koppel. Het begon met singles als Strand, Meisje van 16 en Welterusten mijnheer de president. Toen kwamen LP's als Voor de overlevenden en Picknick, en een paar jaar geleden de cd Een nieuwe herfst.
Het Portret: Lennaert Nijgh is zijn eigen strengste criticus  2001, februari 3 en 4
[Lennaert:] "Met de verkoop kwam de status. Tot dan waren we in onze eigen ogen chansonniers, hooguit 'folkies', geweest, nu werden we een soort popsterren. Met bijbehorende pretenties. 'Picknick' was ons antwoord op 'Sgt. Pepper'. Psychedelisch, weet je wel. Achteraf waren we beiden onszelf niet, maar Bo raakte het eerst in wat je een identiteitscrisis zou kunnen noemen. Ik hoefde al die onzin alleen te schrijven, hij moest hem over het voetlicht brengen. En niet voor verfijnde intellectuelen uit Buitenveldert, in een flat met wit interieur, met de poezen, rasecht uiteraard, op schoot voor de stereotoren, maar voor dronken boeren in Zaal Boerenvreugd in Aalsmeer. Dat vrat aan hem. Meer nog dan dat er meer over mijn teksten werd gezemeld dan over zijn muziek. Op een goed moment móest hij zijn eigen woorden wel bedenken om zichzelf niet te verliezen. Dat werd dus 'Nacht En Ontij'. Leuk was het niet voor me, maar als de breuk niet was gekomen was ik misschien geen beroepstekstschrijver geworden. Want als zodanig zag ik mezelf toen nog niet, het enorme succes ten spijt."
Samensteller van knipselmap en knipsels: Daniël




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email