Ik: "Van je laatste lp 'Picknick' is kant 2 'De tuin der lusten'
grandioos. En de tekst is geweldig beeldend, en surreëel."
B.: "Ik heb tegen Lennaert gezegd schrijf wat vrijer,
cryptischer. Ik wou naar een belangrijker woordgebruik."
Ik: "Hoe vond hij dat?"
B.: "Ik geloof niet dat ie daar zo graag aan wou. Hij heeft
gezegd als je mij m'n gang laat gaan, krijg je een heel andere
tekst."
Ik: "Waarom schrijf je zelf niet?"
B.: "Ik kan 't niet. God ... ik moet." Stilte. "Hij is gewoon
ideeënrijker. Ik kan wel zeggen doe nou es wat cryptischer,
ik weet precies welk woordgebruik, ik weet het onderwerp maar ik
kan gewoon niet schrijven." [...]
Ik: "Lennaert zei in een interview met Aad van der Mijn in
Avenue: We zeggen dat Boudewijn en ik zijn vader en moedertje
en Anneke kookt voor ons."
B.: "Dat is zo'n gezegde van hem. Dat zegt hij graag.
't Heeft nergens iets mee te maken."
Ik: "Hij dacht dat de intieme relatie voor jou misschien
benauwend was."
B.: "Ik vind het inderdaad soms wel es benauwend om de
ontwikkeling van ons. Om zo'n samenwerking te laten doorgaan
moet de ontwikkeling van mij en Lennaert steeds met elkaar in
overeenstemming zijn. Dat kan me wel benauwen."
Ik: "Hem benauwt het niet."
B.: (glimlacht): "Misschien omdat hij óf gelooft in
een gelijke ontwikkeling of in flexibiliteit van Lennaert Nijgh.
Met de laatste lp heeft hij bewezen een tekst te kunnen schrijven
waar hij zelf in eerste instantie niet helemaal achter stond. Dat
voordeel heeft Lennaert. 't Is toch ontzettend knap eigenlijk."
Stilte. "Toen hij eraan begon..." Zwijgt. "Als hij kwam met een
tekst, zei ik dat is het helemaal niet... En als hij er dan weer
mee terug kwam, zei ik helemaal goed. Ik wilde nieuwe
woord-combinaties, belangrijker woordgebruik."
Ik: "Jij maakt de muziek. hoe?"
B.: "Ik lees de tekst, ik sla op de gitaar de woorden aan
en fluit erbij. Ik kan geen noot schrijven. Dan komen we bij
elkaar, gaan praten met Paige over het arrangement. Soms heb
ik een melodietje in m'n hoofd. Paige arrangeert goed, verzint
tegenmelodietjes. Niet alleen dat ie ontzettend goed is in het
maken van arrangementen, maar de omstandigheden waarin hij
arrangeert. Het feit dat hij een man van 50 is, maar begrip
heeft voor popmuziek en waarmee hij zich geïnteresseerd
bezig houdt."
Na een hele poos, waarin
[Boudewijn] steeds populairder wordt, verschijnt de single
Picknick. Vervolgens ook de elpee van
die naam, die zondermeer een openbaring mag worden genoemd. Echter:
"Er zijn maar weinig mensen, die begrijpen, wat Lennaert en ik
ermee bedoelen. We wilden er de ontwikkelingen van dat moment mee
weergeven. De teksten zijn ook steeds "onbegrijpelijker" geworden.
In werkelijkheid geven ze steeds beter weer wat denken en willen.
Die elpee vormt met een heleboel instrumenten, gimmickjes,
technische foefjes enz. het beeld van de ontwikkelingen, die er
nu bereikt zijn in de muziek".
Het in duet met Elly Nieman gezongen
Meester Prikkebeen wordt als single een hit.
Binnenkort verschijnt de nieuwe plaat,
zijn eigen werkstuk Als de rook om je hoofd is verdwenen en de door
ons in een vorige sJONGe sJONGe reeds aangekondigde a-kant
Waterdrager. Het is eigenlijk een soort
rustpauze. Die elpee zat zo vol met allerlei dingen, dat dit even
iets rustiger is. De volgende elpee,
dit najaar te verwachten, is ook rustig gehouden".
Heimwee allerwegen dus, maar niet bij Boudewijn de Groot, die
nauwelijks enige binding voelt met de Boudewijn van toen: "Ik heb
nooit de ambitie gehad om veel platen te verkopen. Ik was
aanvankelijk alleen maar erg blij dat ik door de teksten van
Lennaert mijn muziek een funktie kon geven, maar toen dat
gebeurd was ben ik uit een vreemd soort automatisme door
blijven gaan. [...]"
Weinig binding dus met de Boudewijn van toen. Vandaar deze
uitspraken: [...] Over
"Picknick": "Daar begon de kentering
natuurlijk al, achteraf gezien. Die plaat was sterk tijdgebonden,
zonder dat we dat zelf in de gaten hadden. We wilden er zelfs
nog iets mee zeggen. Maar uiteindelijk was "Picknick" slechts
een soort "Sgt. Pepper", maar dan vele klassen minder. Het
publiek heeft dat volgens mij ook wel aangevoeld."
[Lennaert Nijgh:] Na "Picknick, Tuin der Lusten" brak
de poprage pas goed los. Het "Sgt. Pepper" van de
Beatles, weet je nog? Wat hebben we op die plaat gezweet....
Boudewijn en ik, Bert Paige,
Tony Vos.... Maar het werd alleen
maar gezien als een verzameling surrealistische onzin. Ik heb
het daar wel moeilijk mee gehad. Toen kwam ik eigenlijk voor
het eerst tot het besef dat je op zo'n grammofoonplaat het
nietige onderdeeltje bent van een hele produktie-unit. Voor het
publiek kennis neemt van wat je eigenlijk bedoelt is het door
de handen gegaan van een arrangeur, een producer, een technicus,
een zanger. Met "Picknick, Tuin der Lusten" hebben we toch wel
iets willen zeggen, maar goed....
[Boudewijn:] "De plaat die het minst persoonlijk is en
die in feite zo "plastic" is als maar mogelijk is, heet Picknick.
Ik heb daarvoor Lennaert gemanipuleerd tot het schrijven van
teksten die in het teken van de tijd van de flower power etc.
ervan stonden. Ik heb arrangeur Bert Paige gemanipuleerd tot
arrangementen die de teksten geheel verdoezelden en tenslotte
heb ik producer Tony Vos
gemanipuleerd naar het gebruiken van allerlei elektronische
foefjes. Enfin, het was een ervaring en het enige wat ik er
nog mee te maken wil hebben is die ervaring."
"Picknick" werd de derde LP, terwijl
"Nacht en Ontij" het
laatste hoogtepunt werd voordat het plotseling stil werd rond
Boudewijn de Groot in 1969, een jaar nadat hij uitgeroepen
werd tot de "Populairste Nederlandse zanger".
Hitweek besteedde toen kennelijk nog wel redelijk veel aandacht
aan Nederlandse zangers als Armand en jij?
[Boudewijn:] "Nou... eh... wél toen ik 'Picknick'
maakte, maar daarvoor niet. Ik kwam er meer over de vloer dan dat
ze over me schreven. En omdat ik daar veel over de vloer kwam...
ik wilde namelijk zo ontzettend graag dat ze het goed vonden wat
ik deed dat dat mede de oorzaak geweest is dat ik die elpee
'Picknick' gemaakt heb. Het was uiteindelijk één
grote vleierij, en ik had ook het gevoel dat me niets meer kon
gebeuren toen Willem de Ridder in de studio verscheen bij de
opnames en steeds maar zei dat ie het fantastisch vond, dat ie het
te gek vond... 'verre muziek' riep hij dan... Hij heeft zelfs
aanwijzingen gegeven hoe het nog beter zou kunnen en ik voelde me
safe, honderd procent safe. En uitgerekend die plaat is dan ook
de minst persoonlijke geworden."
"[...] Ik kan je een hele elpee
laten horen waarop nog geen tiende procent persoonlijkheid op
staat. De hele 'Picknick' lp bijvoorbeeld, wat vreemd genoeg de
enige elpee is die indertijd door Hitweek haast werd bejubeld,
is uitgerekend de elpee waar niets persoonlijks op staat. De
elpee is één grote stroom van invloed, van de
Beatles tot en met Jimi Hendrix... Maar misschien wel op een
'verre' manier, zoals dat toen heette ha ha,
gebracht..." [...]
Als je de platen die je tot nu toe gemaakt hebt op een rijtje
zet, en je plaatst ze een beetje in hun tijd, dan valt het op dat
de platen heel duidelijk de kenmerken van die tijd met zich
meedragen. Zoals 'Picknick' in de flower power periode valt, en
'Voor de overlevenden' in de
tijd van de protestsong... en iemand anders suggereerde aan mij dat
in de tijd dat de fiets populair werd en zaken als milieubewustzijn,
kwam ook 'De eenzame fietser'
op de proppen. En het laatste is misschien wat al te ver gezocht,
maar na het Simplisme hou jij het op je laatste elpee [Waar ik
woon en wie ik ben] ook maar simpel...
[Boudewijn:] "Ja, het Simplisme, ha ha... nee, het
Simplisme heeft er niets mee te maken. Ik ben niet heer Groot."
Maar meer algemeen gesproken ben je toch behoorlijk... en dat
kun je dan achteraf zeggen, het is nog de vraag of je dat bewust
gedaan hebt... ben je toch behoorlijk trendbewust geweest.
[Boudewijn:] "Alleen bij 'Picknick' is dat vantevoren
helemaal zo bedoeld, maar bij de rest was het niet inhaken op een
trend... alleen die protestsongs zijn uiteraard geschreven in de
pre flower power tijd, in de provotijd, dus uiteraard beïnvloed
door een heel wereldprotest... dus wat dat betreft ook geschreven
naar aanleiding van een trend... Maar behalve die twee is de rest
uitsluitend spontaan gekomen en is er niet bewust ingehaakt op een
rage... En die 'Eenzame fietser'
heeft verder ook niets met milieu te maken."
Overlegde je dan niet van tevoren met Lennaert Nijgh
waarover hij het in zijn teksten zou hebben?
[Boudewijn:] "Nee, zeker in het begin niet. Bij de eerste
twee platen sowieso niet. Picknick is een plaat die wel van tevoren
opgezet werd, omdat we alletwee nogal in die stroom van de Flower
Power zaten, die toen een ontzettende kracht had. Zoveel kracht,
dat er eigenlijk niks uit voortgevloeid is, omdat alle energie van
die hele stroming in de stroming zelf opgebruikt werd. Wij hebben
daar ook aan meegedaan en vanuit die opzet is Picknick geschreven,
dus dat was wel een vooropgezette
plaat."
'Picknick' werd de derde LP van het artistieke duo, zoals altijd
geproduceerd door Tony Vos, maar
Boudewijn's vierde LP 'Nacht en Ontij'
werd de eerste LP zonder samenwerking met Lennaert
Nijgh. [...]
Boudewijn:
"'Hoe sterk is de eenzame fietser'
was een plaat die aan de ene kant muziek bevatte waar ik met
'Voor de Overlevenden' en 'Picknick'
mee bezig was en aan de andere kant muziek, waarmee ik verder wilde gaan."
Aan boord fikt de kachel op basis van een verraderlijk brandbaar
mengsel en zet de wodka en de Beerenburg onze ingewanden in vuur en
vlam. Het verleden duikt telkens op of we willen of niet. De jaren
zestig, vroege jaren zeventig. De vrienden zonder wie je nog steeds
niet kunt. In die songtekst duiken de
namen op van het vriendenclubje van toen: Ramses, Boudewijn, Lennaert en...
[Lennaert:] "Jan Willem Schrofer. J.W.S. De huidige
directeur van de Academie voor Beeldende Kunst. Drs. Schrofer. Hij
woont in Heemstede, ik zie hem nog van tijd tot tijd terug. God,
wat zijn we veranderd. Zijn ouders hadden een gigantisch huis laten
bouwen in de Rietveld-stijl in Aerdenhout. De Berenklauw. Daar hebben
we die lange hete zomer, de zomer van ons eindexamen doorgebracht. Dat
zit achter die plaat (Picknick - red.),
dat was het oord waar we schreven."
"Ik zal je die foto's wel eens laten zien. Henk van der Meyden
zou er een moord voor doen. Foto's van situaties waar men probeerde
hoe groot de douchecel was door er met z'n allen naakt in te kruipen.
Jeroen, Herma, de hele bende, Ramses. Ach, die mooie tuin bij die
Berenklauw. Je had er sproeiers die gevoed werden uit de vijver
waarmee je van alles kon doen."
[Zonder vrienden kan ik niet staat op
Voor de overlevenden [LP stereo]. Het is dus niet
duidelijk of de redactie terecht naar de plaat
Picknick / De Tuin der Lusten verwijst. DvE, 26-12-2001.]
Ineens was het op. Nijgh probeerde met de elpee Panick
aansluiting te vinden bij de hippiemarkt. Die weg wilde De Groot niet
blijven gaan. Hij trok zich terug, vluchtte naar Antwerpen. De breuk
tussen de zanger en de tekstschrijver was voor herhaling vatbaar, zo
zou later blijken. De succesvolle
zanger dacht eraan met zijn artistieke handel te kappen. "Ik
werd ook het onderwerp van een hetze in Hitweek. Armand en ik
werden in dat blad tegenover elkaar gezet, zo'n beetje als de
Beatles en de Stones. Armand was geaccepteerd, ik werd
bestempeld als burgerlijk en truttig. Het is later weer rechtgetrokken,
maar het heeft me wel geraakt."
Het ging ook allemaal vanzelf, blikt
[Boudewijn] terug. Hij werd
gevraagd om Meisje van zestien op te
nemen, zijn eerste hit. Muziek hoorde bij het leven in die rumoerige
jaren zestig, het was belangrijker dan nu, denkt hij. Nu zijn het de
platenmaatschappijen die beslissen, popmuziek is een product geworden
waarbij marketing een belangrijke rol speelt. Zelf had hij altijd het
gevoel met iets nieuws bezig te zijn. Bijvoorbeeld op Picknick uit 1967
de plaat die achteraf gezien wordt als de Nederlandse tegenhanger van
Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band van The Beatles en Their satanic
majesties request van The Stones. Een plaat waarmee hij critici van
Hitweek wilde paaien en die hij achteraf als zijn meest onpersoonlijke
beschouwt. Of op Nacht en ontij
waarop hij experimenteerde met elektronica. "Er was nog weinig geweest.
Alles kon nog."
Het oeuvre dat het duo Boudewijn de Groot-Lennaert Nijgh in die
jaren samen schreef, weerspiegelt de snelle veranderingen in het
muzikale klimaat van de sixties - van de folk en chanson van de eerste
liedjes via de protestsong
(Welterusten mijnheer de president)
tot aan de psychedelische muziek van Picknick, die was geïnspireerd
door Sgt. Pepper van The Beatles.
Eerst zong De Groot nog over
Het Land van Maas en Waal ('67)
en maakt hij nog Picknick ('67) die flower power plaat, met dat
liedje, Meester Prikkebeen, een duet
met Elly Nieman (van Rikkert). Maar De Groot begon genoeg te krijgen van
zomaar wat liedjes zingen. Hij wilde wel 'ns wat anders. Een conceptplaat
bijvoorbeeld. Nacht En Ontij
verscheen.
[Boudewijn] "Ik weet niet waarom Wim Noordhoek in Hitweek de
conclusie trok dat ik me had willen bevrijden van de 'aanstellerige
teksten van Lennaert Nijgh', in ieder geval kwam het zo te staan in
zijn recensie van 'Nacht En Ontij'.
Ik kwam geregeld ter burele, dus ik zal heus wel aanleiding hebben
gegeven tot een zo vergaand oordeel, maar als het zo is, heb ik het met
succes verdrongen. Lennaerts frustratie was dat ik werd vereenzelvigd
met wat hij als zijn verdienste zag, de mijne dat ik voortdurend werd
geconfronteerd met publiek dat geen boodschap had aan de
fijngevoeligheid van zijn teksten."
"Lennaert was er niet bij als ik van het podium werd gehoond
door publiek dat 'beat' wilde. Net zo min als
Tony Vos, onze producer. Of de
kopstukken van onze platenmaatschappij. Allemaal wezen ze me
voortdurend op de verkoopcijfers van onze platen. Met andere woorden:
niet zeuren. Maar toen ik merkte dat ik het materiaal van 'Picknick'
live met geen mogelijkheid kon waarmaken, begon ik te dreigen met
stoppen met optreden. Dat was onder echte rocksterren toen trouwens
hét statussymbool."
Engelstalige beatgroepjes waren in die dagen in opmars. De Groot
wilde af van het Nederlandse lied en zag het imago dat Nijgh hem
leverde niet meer zitten. Hij dweepte nog even met de flowerpower die
net met wierook en Afghaanse jassen was binnengehaald. Dat leidde tot
Picknick, de eerste Nederlandse psychedelische plaat, maar hij voelde
nauwelijks verwantschap met de hippiebeweging. Het jaar daarop perste
hij er nog Nacht en ontij uit, maar
echt van harte ging het al niet meer.
Playboy: Hét blad was toen Hitweek. Wat
vonden die van jou?
De Groot: Niks. Het was voor hun veel te veel
VVD-muziek, te beschaafd. Armand sprak het
Hitweek-publiek veel meer aan. Die ramde op zijn
gitaar en schreeuwde zijn teksten. Wij hadden violen op de
achtergrond. Ik moest met een psychedelische plaat komen om
Hitweek ervan te overtuigen dat ik meetelde, haha, maar
toen was het ook meteen goed raak. Picknick werd
uitgeroepen tot de eerste Nederpop-elpee.
Playboy: Dat je zo'n plaat moest maken om mee te
tellen, dat heb ik later de terreur van de vrijheid genoemd.
Als je het niet leuk vond dat iemand aan je vriendin zat was
je square.
De Groot: Dat heb ik nooit meegemaakt. Noch in actieve
noch in passieve zin. Met de zogenaamde vrije liefde heb ik
me ook nooit ingelaten. Ik werd er niet voor benaderd, ik
ging er niet op af.
Playboy: Een beroemde, knappe zanger?
De Groot: Ik werd na een optreden nooit belaagd.
Nooit natte plekken op stoelen. En wat dat square
betreft, dat was een woord dat vooral door meelopers werd
gebezigd.
Playboy: Veel blowers hebben geen flauw idee
meer van wat er indertijd heeft plaatsgegrepen. Hoe zit dat
met jou?
De Groot: Ik heb een goed geheugen. Ik kan me
voorstellen als je zo'n hoes uit die tijd ziet, dat je dan
denkt dat het confetti regende en iedereen voortdurend
stoned was, maar daarnaast draaide de wereld ook
door. Vanuit die wereld keek men naar de hippies zoals ik er
nu naar kijk. Ik kan me niet voorstellen dat het toen zo
was. Ik kan het eigenlijk alleen over de buitenkant hebben.
Het innerlijke blijkt leeg, een glazen bol gevuld met wierook,
maar toen leek het anders. Je leven was er vol van.
Playboy: Je was getrouwd. Was dat wel politiek
correct?
De Groot: Dat was geen probleem. Het was vaak een
gezinsgebeuren allemaal. Het was geen sekte, maar we deden
wel aan een anti-autoritaire opvoeding, misschien is dat voor
die kids wel niet zo goed geweest. Die kinderen zaten met
ouders die stoned waren, die ze aan hun lot overlieten. Ze
werden niet naar bed gestuurd, want dat was autoritair,
Boudy is Bo is Boudewijn. Al vijfendertig jaar, met de nodige
onderbrekingen, vormen Boudewijn de Groot en Lennaert
Nijgh een gouden koppel. Het begon met singles als
Strand,
Meisje van 16 en
Welterusten mijnheer de president.
Toen kwamen LP's als
Voor de overlevenden en
Picknick, en een paar jaar geleden de cd
Een nieuwe herfst.
[Lennaert:] "Met de verkoop kwam de status. Tot dan waren we
in onze eigen ogen chansonniers, hooguit 'folkies', geweest, nu werden
we een soort popsterren. Met bijbehorende pretenties. 'Picknick' was
ons antwoord op 'Sgt. Pepper'. Psychedelisch, weet je wel. Achteraf
waren we beiden onszelf niet, maar Bo raakte het eerst in wat je een
identiteitscrisis zou kunnen noemen. Ik hoefde al die onzin alleen te
schrijven, hij moest hem over het voetlicht brengen. En niet voor
verfijnde intellectuelen uit Buitenveldert, in een flat met wit
interieur, met de poezen, rasecht uiteraard, op schoot voor de
stereotoren, maar voor dronken boeren in Zaal Boerenvreugd in Aalsmeer.
Dat vrat aan hem. Meer nog dan dat er meer over mijn teksten werd
gezemeld dan over zijn muziek. Op een goed moment móest hij
zijn eigen woorden wel bedenken om zichzelf niet te verliezen. Dat
werd dus 'Nacht En Ontij'.
Leuk was het niet voor me, maar als de breuk niet was gekomen was
ik misschien geen beroepstekstschrijver geworden. Want als zodanig
zag ik mezelf toen nog niet, het enorme succes ten spijt."