Type: Knipselmap

Voor de overlevenden [LP stereo]

KNIPSELS:
Boudewijn de Groot wil dat de mensen luisteren  1966, (in/omstreeks augustus?)
Op dit moment is een nieuwe langspeelplaat in voorbereiding met twaalf splinternieuwe liedjes, en dit keer zijn ze allemaal geschreven door die twee jonge mensen, die samen het afgelopen seizoen zo'n enorme carrière maakten. Een leerling van de Amsterdamse Filmacademie, Lennaert Nijgh, en een ex-leerling, Boudewijn de Groot. Hoewel de plaat dezer dagen werd opgenomen, komt hij pas in de herfst op de markt. En zoals Boudewijn nu een hecht team heeft gevormd met Lennaert, zo heeft hij het ook gedaan met producer Tony Vos, die ook de nieuwe plaat voor zijn rekening neemt. Vele liedjes van de plaat werden intussen het middelpunt van een heel bijzonder televisieprogramma, dat Boudewijn opnam met dezelfde regisseur en producer, die de meeste liedjes van zijn vorige langspeler op het scherm bracht: VPRO's Rob Touber. En zo ligt er nu in de "ijskast" van de VPRO een ampex-band en in de kluis van Philips een langspeelplaat, die grote homogeniteit vertonen doordat een groepje jonge mensen er met intelligentie en hart achter gingen staan. Een groepje dat elkaar kènt en begrijpt. En da's nodig bij Boudewijn de Groot, want hij is een van de weinige gasten van de hitparade, die hun "klanten" vragen om goed en aandachtig te luisteren, niet alleen naar een melodie, een ritme, maar ook naar een tekst.
Lennaert Nijgh [over overleven]  1966, oktober [28 ?]
Op 28 oktober komt de plaat en een boek van Boudewijn en Lennaert uit onder dezelfde titel als hun pas geleden uitgezonden TV-programma 'Voor de overlevenden'. Dat is wel machtig hoor, zegt Lennaert als we hem in de VARA-studio ontmoeten, drie dingen onder een titel. [...] de protestsong heeft voor Lennaert al weer afgedaan. Ze hebben iets nieuws moeten zoeken, een soort chanson, iets speciaals en dat is dan: 'Voor de Overlevenden' geworden. 'Ik ben in februari met de teksten hiervoor begonnen. M'n verkering was toen juist uit en daar was ik erg kapot van. Boudewijn begrijpt dat niet. Hij is jong getrouwd en heeft al een zoon. Hij heeft nooit liefdesverdriet gehad. Zo komt het dat 'Voor de Overlevenden' wel wat moeilijkheden gaf. Hij voelde sommige dingen niet aan. Dat hebben we bij de protestsongs nooit gehad'. Er komen 12 liedjes op de plaat. Ze hebben geen vaste volgorde maar sluiten allemaal rond tot één onderwerp. 'Overleven. Het slaat niet op het lichamelijke overleven hoor. We hebben het afgeleid van de uitdrukking 'Nou je overleeft het wel'. Je overleeft een bepaald punt, of je doet dat niet. Dat is het punt waarbij je je bewust wordt dat je volwassen bent. De idealen van je jeugd zijn dan verloren gegaan, alles blijkt anders te zijn'. Hij vindt het zelf ook erg moeilijk om zo maar even uit te drukken. In januari was hij op dat punt en het greep hem aan. 'Het zogenaamde volwassen worden, dat vertrouw ik ook niet. Die mensen zijn ook niet de overlevenden. Overlevenden zijn die mensen die niet nadenken, die kreten slaken van 'Zo is het leven nu eenmaal'. Dat zijn de mensen die zich erbij neer hebben gelegd. Ik leg me er niet bij neer. Het is ook een protest, het zou allemaal beter kunnen, dat is het protest'. Of dit net zo zal aanslaan als hun andere songs weten ze niet, als dat het geval is gaat Lennaert wel weer iets nieuws verzinnen.
[première van Boudewijn-nieuwe-stijl]  1966, november 10
HAARLEM, 9 nov. - Voor zanger Boudewijn de Groot en tekstdichter Lennaert Nijgh was het maandag een bijzondere dag. In de Waag aan het Spaarne in Haarlem, waar de zanger ruim twee jaar geleden zijn debuut maakte, zijn een langspeelplaat en een boek, beide onder de titel 'Voor de overlevenden' ten doop gehouden. De plaat en het boek bevatten twaalf liedjes, die Boudewijn de Groot regelmatig zingt. Elf hiervan zijn door Lennaert Nijgh geschreven en één door Boudewijn de Groot. Op de bijeenkomst werd ondermeer meegedeeld dat de Finse radio belangstelling heeft voor Boudewijn de Groot en dat men reeds twee van zijn liedjes heeft uitgezonden. Deze bijeenkomst markeerde de première van Boudewijn-nieuwe-stijl. In bijgaand verhaal vertelt hij waarom hij met zijn jeugd heeft afgerekend. [bijgaand verhaal volgt t.z.t., zodra we dat opgespoord hebben.]
"Ik zing alleen liedjes waar ik zelf in geloof"  1966, november
Boudewijn de Groot wil niet langer een protestzanger genoemd worden. Gistermiddag presenteerde de jonge Nederlandse zanger zich in De Waag van Coby Schreier in een nieuwe gedaante ter gelegenheid van het uitbrengen van een nieuwe langspeelplaat. "Voor de overlevenden", luidt de titel van zijn nieuwe L.P., waarop Boudewijn de Groot twaalf Nederlandse chansons zingt, die voor een groot deel afgestemd zijn op het jonge publiek en die alle een grote romantische inslag hebben. Elf van de twaalf liedjes werden geschreven door de 22-jarige LENNAERT NIJGH, de tekstschrijver van bijna alle liedjes van Boudewijn de Groot. Eén schreef hij zelf. [...] MAAR WAAROM geen protestliedjes meer? Boudewijn de Groot zegt: "In feite ben ik nooit een echte protestzanger geweest. Omdat ik wel eens liedjes heb gezongen, die een protest inhielden, ben ik nog geen protestzanger. Maar een liedje zoals "Welterusten, mijnheer de president", dat een protest tegen de oorlog in Vietnam inhoudt, zou ik ook nu weer zingen. Omdat ik erachter sta. Ik zing alleen liedjes, waar ik zelf in geloof."
De woorden van Boudewijn de Groot worden bevestigd door Lennaert Nijgh. Die zegt: "Tientallen liedjes, die ik heb geschreven, heeft hij niet willen zingen, omdat zijn instelling geheel anders is. Boudewijn de Groot is getrouwd en heeft een kind en kijkt daardoor toch anders tegen het leven aan."
In een volle Waag zong Boudewijn de Groot gistermiddag enkele liedjes van zijn nieuwe L.P., waarover hij zegt: "We bezinnen met deze plaat een beetje in de richting te komen waar we naar toe willen.
Lennaert Nijgh: "De liedjes worden omschreven als Nederlandse chansons uit gebrek aan een betere benaming."
BOUDEWIJN de Groot: "De liedjes bestaan eigenlijk uit drie genres: chanson, folk en beat. Het liefst zing ik een combinatie van deze drie genres." De liedjes op de plaat omschrijft hij als wrange liefdesliedjes.
De Nederlandse teksten van Lennaert Nijgh maakten bij Geert Lubberhuizen, directeur van de Bezige Bij, zoveel indruk, dat hij gelijktijdig met de plaat ook een boekje op de markt liet verschijnen, dat alle teksten bevat, die Boudewijn de Groot op die plaat heeft zongen. Hij zegt: "Het zal geen bestseller worden. Ik had de eerste plaat van Boudewijn gehoord en die vond ik erg goed. Het boekje is bedoeld voor de betere plaatbeluisteraar."
"De jeugd overleefd"  1966, [november]
TEKSTSCHRIJVER Lennaert Nijgh en zanger Boudewijn de Groot zijn - symbolisch weliswaar - gisteren een ander brok leven begonnen. Ze behoren tot "de overlevenden", een uiterlijk niet duidelijk herkenbare volksgroep, waarvoor ze zowel een langspeelplaat als een boekje hebben geproduceerd: "Voor de overlevenden". De doopplechtigheid in de Haarlemse Waag, waar Cobi Schreier een bloeiende cabarettaveerne exploiteert, was informeel maar daarom niet zonder betekenis. Geert Lubberhuizen, directeur van de Bezige Bij die het boekje uitgeeft, zei er dit over: "Het verschil, als ik het goed heb begrepen, tussen het boekje en de plaat, is dat op het boekje de naam van Lennaert Nijgh net zo groot staat als die van Boudewijn de Groot". Op de hoes van de plaat komt de naam van Lennaert Nijgh niet voor. De heren van Phonogram bloosden niet. Toch zijn elf van de twaalf liedjes op de plaat door Lennaert Nijgh geschreven. En dat geeft een duidelijke kijk op het artistieke huwelijk dat beiden (op de filmacademie) drie jaar geleden sloten. [...]
Aan "Voor de overlevenden" is door beiden ruim een half jaar gewerkt. Waarom zolang en waarom die titel? Twee vragen, die één blijken te zijn. Boudewijn de Groot: "Het heeft niets met dood te maken, maar alles met jeugd. Het is voor ons een afrekening en meteen afsluiting van die jeugd; wat somber, weemoedig, een verlies. Wat we hier aanbieden is voor degenen die daar overheen zijn gekomen, zoals wij dat in het afgelopen anderhalf jaar hebben gedaan." Die groei naar volwassenheid hebben beiden niet hetzelfde ervaren. Boudewijn is getrouwd, heeft een kind; Lennaert kent in zijn vrijgezellenstaat nog de labiele emotie van de verliefdheid en de daarop volgende teleurstelling. Lennaert: "Ik schrijf vaak liedjes die voor Boudewijn moeilijk te volgen zijn". Boudewijn: "Die liedjes zing ik dan ook niet. Romantiek is een pijnlijke zaak, het is de meest directe herinnering aan het verleden en die zijn we - volgens ons - met deze twaalf liedjes kwijt geraakt." Lennaert Nijgh: "Het overleven van die brandende verlangens hebben we op deze plaat en in dit boekje vastgelegd. Het is misschien gewaagd om een variant op de liturgie te gebruiken, maar: dit is mijn lichaam. Voordat we dit konden maken, hebben we - vooral ik - de nodige hellen doorgemaakt. Nu ligt het als een monument achter ons. We voelen ons rijp om liedjes voor en van nu te maken". Zo deden gisteren een jonge Haarlemmer en een jonge Amsterdammer belijdenis, leesbaar gemaakt door Phonogram.
De man achter Boudewijn  1966, [voorjaar/zomer?]
[Lennaert:] De teksten waar ik geheel achterstond, zijn nog nooit uitgevoerd. Die kan Boudewijn niet zingen. We verschillen te veel. De nieuwe langspeelplaat, dat wordt wel meer geëngageerd dan de vorige. Alle (twaalf) teksten zijn daarop van mij, geen vertalingen. Het wordt een moeilijker plaat dan de vorige, wel beter geloof ik. [...] 'Ik ben blij dat ik naast de liedjes de film heb om me uit te drukken. Wat ik tegen liedjes heb, is dat het zo'n klein en beperkt medium is. Ik wil soms een heleboel, dat kan dan niet daarin. Films zijn voor mij prettiger, verhalen kan ik me nog meer in uitdrukken. De teksten van de nieuwe lp staan op een hoger peil, dat is experimenteel. Het zijn haast gedichten, vind ik soms.' [...] "O ja, even iets anders: deze zomer verschijnt een boekje over Boudewijn en mij. Boudewijn schrijft over mij, ik over hem. Alle teksten van alle platen en ook die van de nieuwste lp staan erin. Voor de liefhebbers. We weten wel de titel van de nieuwe lp 'Voor de overlevenden'. De teksten horen nu allemaal bij elkaar, hoewel ze wel los gezongen kunnen worden. Ze hebben alle dezelfde strekking, dezelfde ideeëen. Geen protestsongs, geen actuele onderwerpen. Het is een plaat over het zich niet willen neerleggen, het niet willen aanvaarden van de werkelijkheid."
[bespreking tweede elpee]  1966, [november?]
Kort geleden verscheen de tweede LP van Boudewijn de Groot. Hieronder volgt een gesprek dat Bart van Heerikhuizen erover met Boudewijn had.
Pratend over de manier, waarop de LP geinterpreteerd moet worden, zegt Boudewijn: 'Wanneer Lennaert een liedje voor mij maakt, heeft hij een bepaalde situatie in zijn hoofd. Ik krijg die liedjes en ik moet dus meteen proberen te begrijpen, wat hij bedoelt en dan kijken of ik er achter kan staan. Maar ik geef ook een eigen interpretatie van wat ik denk, dat hij bedoelt. En dat kan dan een afwijking veroorzaken op bepaalde kleine punten van de interpretatie. De hoofdpunten, daar moet ik natuurlijk achter staan, anders kan ik het helemaal niet zingen. Maar dat maakt het voor mij wel wat moeilijk om erover te praten, want ik moet me telkens afvragen of hij het wel zo bedoelt als ik het zeg. Dit moet je je bij het lezen van wat verder volgt dus wel steeds bewust zijn.
Uitgangspunt voor de LP was 'Beneden alle peil', een nogal verbitterd liedje van een jongen, die het zeer kort geleden heeft uitgemaakt met een meisje, dat hem heeft bedrogen.
Boudewijn zegt: 'Dit is het voornaamste liedje van de LP. Het is namelijk het allereerste uitgangspunt, zijn situatie. Het zou ook mijn situatie kunnen zijn, omdat het een zeer algemene situatie is, t.w. het afscheid van een meisje dat hem bedrogen heeft. En vanuit die 'Beneden alle peil'-situatie, komt hij ertoe af te rekenen met het verleden. Dan komt hij dus in een nieuwe situatie terecht, zoals die beschreven is in 'Lied voor een kind dat bang is in het donker'. Dit liedje is het enige op de LP dat niet een terugdenken beschrijft aan een situatie in het verleden, maar die situatie zelf beschrijft, een flashback dus. Terwijl in dit liedje verder geen beschouwingen aan die situatie-van-toen worden verbonden, probeert de hoofdpersoon in de overige liedjes juist steeds om met dat verleden klaar te komen.
Er is nog een tweede sleutel: Zoals 'Beneden alle peil' een algemene situatie beschrijft, die de impuls geeft tot het afrekenen met het verleden, zo ontketent 'Het land van Maas en Waal' bij Boudewijn persoonlijk hele associatiereeksen, die tot ver in zijn jeugd teruggaan.In een nogal absurde tekst 'met Jeroen beelden' probeert Lennaert Nijgh die chaotiese assosiatieketens weer te geven. De overige liedjes beschrijven verder de afrekening met het verleden, waarbij hier en daar een derde fase een rol gaat spelen: de toekomst. Maar hierover later. De afrekening met het verleden, de jeugd, komt het scherpst tot uiting in het liedje 'Testament', waarvan de eerste regels luiden: 'Ik maak het testament op van mijn jeugd, hoewel ik geen geld of goed heb weg te geven. Deze situatie, het zich rekenschap geven van de jeugd en de poging die herinneringen te verwerken, om vervolgens als 'volwassene' (wat is dat?) het leven in te gaan, is wel het hoofdthema van de plaat te noemen.
Boudewijn zegt: 'Ik wil in de eerste plaats, dat iedereen inziet, dat de situatie, die hier beschreven wordt, re-eel is en dat iedereen ook inziet dat er een grote kans bestaat dat ook zij, ofwel in die sutatie komen, ofwel zijn, ofwel geweest zijn. Ik vind de overgang van jeugd naar volwassenheid op het ogenblik namelijk een enorm belangrijk punt in ons bestaan. De jeugd, die zegt: 'Onze ouders begrijpen ons niet', zegt daarmee tevens: 'We zijn aan een soort volwassenheid toe', een eigen volwassenheid. Dat is ook een afrekening met vroeger. Ik zou vooral willen, dat ze zich die situatie wat redelijker bewust worden. Ik vind het namelijk niet passend bij de manier waarop ze zich voorstellen, om zomaar in het wilde weg te gaan schreeuwen; 'Onze ouders zijn allemaal klootzakken'. Als je dat met die woorden zegt, dan vind ik dat wat kinderachtig en inderdaad, daar voel ik me boven staan. Ik zou bij voorbeeld ook nooit de teksten van Armand kunnen zingen. Misschien zal dat, wanneer je het zo opschrijft wat hautain klinken, maar als je volwassen mensen onder het oog wilt brengen, dat je geen kind meer bent, moet je dat doen met hun eigen woorden. Dus niet zeggen: 'Vuile rot schoft', maar wat cerebraler, wat volwassener zeggen, dat je geen kind meer bent.
Bij dit volwassen-worden is het hoofdthema vooral de afrekening met de 'vrienden van vroeger'. Het liedje 'Ze zijn niet meer als toen', het enige op de LP waarvan ook de tekst door Boudewijn zelf is gemaakt, laat wat dat betreft weinig vragen open. 'Vroeger waren het vrienden, die vol idealen zaten en nu zijn het slappe zakken, die die idealen helemaal vergeten zijn en morgen zal het weer net zo zijn. De vrienden zullen weer zeggen: 'Och, wat heeft het eigenlijk allemaal voor zin om te protesteren of wat dan ook te doen,' vertelt Boudewijn en hij zingt: 'Het is het beste deze vrienden dus te mijden'. De overige vrienden, dat zijn degenen, die het volwassen-wordings-proces hebben overleefd zonder zichzelf en hun idealen te hebben prijsgegeven. Zij zijn het, die als publiek voor de plaat gedacht kunnen worden en op hen doelt de naam van de LP. Is dat dan eigenlijk niet een erg klein publiek? 'Nee', zegt Boudewijn, 'dat vind ik juist heel gevaarlijk om te zeggen, want hoewel het publiek, dat in dezelfde situatie verkeert als de zanger misschien erg klein is, is het publiek, dat de geschetste situatie nog moet bereiken of gekend heeft, aanzienlijk groter. En je moet niet vergeten, dat iedereen op het ogenblik veel vroeger rijp is en dus ook veel eerder in die situatie zit. En juist voor hen is het zo belangrijk, dat ze zich rekenschap geven van die situatie.'
'Naast jou' tenslotte, handelt in de toekomst en de zanger ziet daarin voor de tweede maal terug op het verleden, maar nu op het moment, waarvan 'Beneden alle peil' en dus de rest van de LP uitging. Hierdoor komt de hele zaak eigenlijk weer op losse schroeven te staan, de plaat blijkt de situatie, te beschrijven, waarop 'Naast jou' terug ziet, zoals 'Lied voor een kind, dat bang is in het donker' de situatie beschrijft, waarop 'Beneden alle peil' terug ziet. Maar in 'Naast jou' vindt de thematiek zijn afronding, want de zanger komt hierin tot de konklusie dat hij, ook in de toekomst, het meisje nooit zal kunnen vergeten en met die erkenning is zijn volwassenheid een feit en de cirkel gesloten. Er is weinig 'close-listening' voor nodig om tot de konklusie te komen, dat de grote veranderingen in de stijl en de teksten van de liedjes van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh gevolg zijn, ook bij hun, van een volwassen wordende visie.
Boudewijn de Groot wil geen etiket  1967, januari 14
Met hun nieuwe L.P. zijn Boudewijn en Lennaert zeer tevreden. Bert Paige en Ger van Leeuwen zorgden voor uitstekend arrangement van Boudewijns melodieën en hijzelf gaf met z'n zangstem de teksten van zijn vriend plus die ene van zichzelf precies datgene wat nodig is om ze over te brengen aan een publiek dat bereid is tot luisteren. Dat publiek groeit met de dag. Het is vooral een jóng publiek, dat nu gewend raakt aan liedjes met een inhoud die afwijkt van de versleten thema's van het geijkte hitrepertoire. De plaat draagt als verzameltitel Voor de overlevenden. Die kreet weegt wat zwaarder op de hand dan Lennaert en Boudewijn het bedoeld hebben. Je moet niet direct aan de atoombom, aan de derde wereldoorlog denken, al kan geen mens je dat kwalijk nemen als de wind uit hun rechtlijnig pacifistische hoek waait. Nee, met overlevenden zijn hier bedoeld: mensen, die ondanks het onvermijdelijk verlies van idealen en illusies toch willen blijven luisteren naar wat het leven zelf te zeggen heeft. Aanmatigend? Ja, dat zijn de beide vrienden wel degelijk. Boudewijn de Groot hoeft bepaald niet bang te zijn over één kam geschoren te worden met de bekende tienersterren. Daar zijn de teksten echt te intelligent voor!
Ik zie niet in waarom kunst niet commercieel kan zijn  1967, januari
Boudewijn en Lennaert. Hun namen worden meer dan ooit in één adem genoemd, nu er een boek, een langspeelplaat èn een televisieshow door het duo is gemaakt, die alle drie de naam "Voor de overlevenden" dragen. [...]
Eva jr.: Er wordt hier en daar gemompeld dat "Voor de overlevenden" slaat op de overlevenden van een atoomoorlog. Klopt dat?
L. N.: Nee, daar klopt niets van. Het zijn geen biologische overlevenden. Het is moeilijk uit te leggen. Als je begint, ben je nog vol illusie's en idealen. Op een gegeven moment ontdek je dat daar niets van over is gebleven. De mensen leggen zich erbij neer. Ze worden van die gezapige uitzichtloze, verstandige mensen, die men volwassen pleegt te noemen. Maar er is een kleine groep, die zich toch verzet. Die probeert toch ergens voor te vechten, om iedere keer weer illusies te hebben. Dat zijn de overlevenden. Daarom is er in "Voor de Overlevenden" veel kindertaal. Er is ook een tekst die ik heb gemaakt met de gedachte in mijn hoofd aan de schilderijen van Jeroen Bosch. Er staan geen protestsongs meer in. Boudewijn en ik hebben er een hekel aan dat hij steeds protestzanger wordt genoemd.
Eva jr.: Dat hebben jullie zelf in de hand gewerkt, door protestplaten uit te brengen, toen het protest juist in de mode was.
L. N.: Ja, dat is misschien wel zo, maar zijn liedjes zijn beslist geen protestsongs. Het zijn meer chansons, of luisterliederen. zoals ze in België zeggen.
Eva jr.: Het lokt natuurlijk allerlei vergelijkingen uit, als je net in dezelfde tijd als de protestprofeet Bob Dylan opeens een beatbegeleiding toe gaat passen . . .
L. N.: Dat was gewoon een grap. Wat ik wil zeggen is te moeilijk voor beat.
Waarom kan ik niet schrijven wat ik voel?  [1967, januari?]
Nederlands populairste zanger, eigenlijk cineast staat op het punt met zijn 'Land van Maas en Waal' van de lp 'Voor de Overlevenden' (schok van het volwassen worden overleefd hebbenden), nu ook op een single uitgebracht, voor de zoveelste keer de hitparade in te vliegen.
Het Nederlandse chanson verovert langzamerhand ons land  1967, [januari of februari?]
Een groot deel van zijn teksten is gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen. Lennaert Nijgh: "De teksten van Boudewijn's LP "Voor de overlevenden" heb ik geschreven nadat ik een nogal nare tijd achter de rug had. Dat kun je ook wel goed merken als je goed luistert. Je schrijft teksten in een sfeer van zelfvernietiging. Het is schrijven over je eigen ellende. Aan de teksten van "Voor de overlevenden" heb ik een half jaar gewerkt. Er zat een bepaalde lijn in de liedjes. Op de plaat is dat helemaal door elkaar gegooid. Zo'n platenmaatschappij vindt dat een lekker liedje aan het begin moet staan."
Ridder niet stil te krijgen  1967, [maart 28?]
'Het land van Maas en Waal en de lp 'Voor de overlevenden' hebben [Boudewijn] het afgelopen half jaar bijna zeventigduizend gulden opgeleverd.
De ridder in het Land van Maas en Waal  1967, [eind maart of begin april]
De langspeelplaat Voor de overlevenden van hem en tekstschrijver Lennaert Nijgh is al 25.000 maal verkocht. Het Land van Maas en Waal als single al meer dan honderdduizend maal. Alleen aan die twee platen heeft Boudewijn de Groot in een half jaar zeventigduizend gulden verdiend. Kortom, Boudewijn de Groot is Phonograms beste paard van stal.
Ik ben jaloers op Johnny Hoes  [1967, maart? april?]
[interviewer:] Hoe weet jij nu dat er van Land van Maas en Waal nou 100.000 verkocht zijn...
[Boudewijn:] Wacht even, dat is dus niet voor singels alleen, maar ook voor de elpee erbij, er zijn nu 25. 000 elpees verkocht, en 80.000 singels, en de verkoop in België telt ook mee, daar werd ik erg goed verkocht... Of die aantallen nou kloppen, ja god dat weet natuurlijk niemand. Phonogram zei steeds, we zijn er nog niet. En op een gegeven eigenlijk zeiden ze tegen mij, we hebben de 100.000 gehaald. Het doet me overigens niet zoveel zo'n gouden plaat, het doet me veel meer dat van mijn volgende singel Onder ons 7000 stuks op voorhand verkocht zijn, en ik heb hem zelf nog geeneens gehoord...
Waarheen met vacantie?  1967, [voorjaar? zomer?]
[Boudewijn:] Verder ga ik ieder jaar met mijn vrouw een paar dagen naar een vriend in Aerdenhout en daar gebeuren altijd de meest idiote dingen. Lennaert Nijgh komt dan ook altijd. De LP "Voor de Overlevenden" is daar o.a. ontstaan.
Uitslag Teenbeat Poll (1966-1967)  1967,
[2e plaats als LP van het jaar, maar ook 1e plaats als "LP van het jaar buitenland"]
Boudewijn de Groot: Ik zal pas rustig zijn als ik alles zelf doe  [1968, februari]
Ik: "Heb jij de richting aangegeven?"
B.: "Nee, Lennaert had even goed kunnen zeggen, we blijven bij de protestsongs. Nee, we zijn de kant van de overlevenden op gegaan."
Even rustpauze voor Bo en Len  [1968, augustus?]
Bo brengt een nieuwe plaat uit: Ken je dat land?, een utopisch lied, met de "china-sound", wat ondanks de uitmuntende tekst van b-kant Vrienden van vroeger niet de hitlijsten haalt. Er komt een tweede elpee: Voor de overlevenden waarin ook de zojuist genoemde single is opgenomen. Deze wordt voor Nederlands doen goed verkocht, maar hij breekt in België alle records. "Daar houden ze toch meer van het Nederlandse chanson met gitaar en zo, dan bij ons. Ik verkocht er altijd al beter dan hier". Van de vele hitwaardige nummers kiest men Land van Maas en Waal om op single uit te brengen. Dat geschiedt precies in de carnavalstijd en de plaat staat dan ook binnen de kortste keren nummer één. "Als een plaat van mij één komt, dan zit er iets fout. Dan wordt hij ook gekocht door mensen die Toon Hermans kopen, en Heintje, en de Heikrekels. En dat is niet de groep waarop ik mijn muziek richt. Ik richt het op een vrij kleine groep, die ook naar de teksten luistert en die begrijpt. En dat doen die mensen niet. Die zeggen: leuk melodietje, zingen mee, stampen mee en hebben niet door wat er eigenlijk bedoeld wordt met die tekst en hoe goed die eigenlijk is."
De Hollandse coalitie is hersteld  1972, januari 29
Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh gaan weer samenwerken. [...] Twee fenomenen die ons in de laatste jaren van het vorig decennium bezighielden met hits-van-eigen-bodem als "Strand", "Noordzee", "Welterusten, mijnheer de president", "Er komen andere tijden", "Een meisje van zestien", "Land van Maas en Waal", "Testament", "Vrienden van vroeger" en "Prikkebeen". Wat waren we er stuk van. De enorme brokken werden weggeslikt na "Vrienden van vroeger" en we hadden het knap zwaar met "Voor de overlevenden". Dat was nog eens Hollands werk waar je zonder schaamte stil van kon worden! Het duo Nijgh-De Groot had het helemaal en iedereen sprak plotseling vol trots over het "volwassen Nederlandse chanson". Dat was in de periode tussen 1966 en 1969.
Je moet de mensen in ieder geval bewegen  1972, januari 29
[Lennaert Nijgh:] "Voor de overlevenden" is onze gaafste elpee geweest.
"Tijd van poëzie is voor mij voorbij"  1975, september 24
[Boudewijn:] "Een hele kant van de langspeelplaat [Waar ik woon en wie ik ben] is ontstaan uit gesprekken over de dingen waar ik vroeger mee bezig was, die kant zit vol met verwijzingen naar vroeger en hoe ik erover zing. Hoe dat was? Draaiend om de kern heen. Er bleef een visie in achterwege. Dat was allemaal beschrijvend en raakte me persoonlijk niet. Die oude platen maken niets duidelijk over mij, hoewel er misschien een parallel te trekken is tussen deze plaat en Voor de overlevenden."
Boudewijn de Groot [biografie 1944-1975]  1975, najaar
Na het verschijnen van de eerste LP van Boudewijn "Apocalyps" toonde een Amsterdamse boekuitgever grote belangstelling voor tekstschrijver Lennaert Nijgh. Het gevolg was dat naast de tweede LP van Boudewijn "Voor de Overlevenden" een boekje verscheen met dezelfde titel, waarin alle teksten waren opgenomen. Beide oorspronkelijke "Cinefielen" waren uitgegroeid, in nauwe samenwerking tussen woord en muziek, tot een der belangrijkste artistieke teams van die tijd.
Waar hij woont en wie hij is  1975, najaar
[Boudewijn:] "Het authentieke Nederlandse chanson wordt hier eigenlijk nauwelijks beoefend en gewaardeerd. Alleen uit pioniersoverwegingen interesseer ik me voor dit genre."
Nu, tien jaar later, plukken velen anderen de volrijpe vruchten van zijn gepionier; hij is niet meer alleen, zoals hij zelf antwoordt op de vraag wat er in die tien jaar veranderd is. "Het Nederlandstalige lied is een markt geworden." En verrassend genoeg heeft hij zelf een belangrijk aandeel van die markt in handen weten te houden. Alleen de lp 'Nacht en ontij' haalde geen oplage van meer dan 25.000 exemplaren, alle andere (een slordige tien in getal) gingen daar ruim overheen en 'Voor de overlevenden', 'Vijf jaar hits', en 'Hoe sterk is de eenzame fietser' kwamen zelfs dik boven de 50.000 uit, wat in Nederland wordt beloond met platina. [...]
Toen jij bezig was in die periode van 'Voor de overlevenden', was ook de tijd dat Armand populair werd. Heb je hem nog gekend?
[Boudewijn:] "Jazeker. Ik heb ook verschillende malen samen met hem opgetreden in één programma... en we werden trouw tegen elkaar uitgespeeld, vooral in Hitweek... De redaktie was zeer pro Armand en zeer tegen mij, en dat werd dan op gezette tijden doorgevoerd in de brievenrubriek waarin de ene keer Armand en de andere keer ik werd uitgescholden. En dat werd ook door de redaktie in stand gehouden... Ja, Armand was de opstandige jongen..."
Wat vond jijzelf van wat hij deed?
"Ik vond het ontzettend jofel... maar ik was in die tijd nog te veel in de sfeer van het intellektualisme... ik moest mooi klinkende teksten hebben en die had Armand niet. Hij zong nog net op rijm, maar dat was het dan ook wel. Voor mij was het geen poëzie en dat was wat ik wilde voor mezelf. Maar diep in mijn hart vond ik het goed wat Armand deed en zou ik willen dat ik het kon, en dat het vanuit mijzelf óók op die manier kon. Maar ik was te veel bezig met poëzie... als het maar mooi klonk." [...]
Als je de platen die je tot nu toe gemaakt hebt op een rijtje zet, en je plaatst ze een beetje in hun tijd, dan valt het op dat de platen heel duidelijk de kenmerken van die tijd met zich meedragen. Zoals 'Picknick' in de flower power periode valt, en 'Voor de overlevenden' in de tijd van de protestsong... en iemand anders suggereerde aan mij dat in de tijd dat de fiets populair werd en zaken als milieubewustzijn, kwam ook 'De eenzame fietser' op de proppen. En het laatste is misschien wat al te ver gezocht, maar na het Simplisme hou jij het op je laatste elpee [Waar ik woon en wie ik ben] ook maar simpel...
[Boudewijn:] "Ja, het Simplisme, ha ha... nee, het Simplisme heeft er niets mee te maken. Ik ben niet heer Groot."
Maar meer algemeen gesproken ben je toch behoorlijk... en dat kun je dan achteraf zeggen, het is nog de vraag of je dat bewust gedaan hebt... ben je toch behoorlijk trendbewust geweest.
[Boudewijn:] "Alleen bij 'Picknick' is dat vantevoren helemaal zo bedoeld, maar bij de rest was het niet inhaken op een trend... alleen die protestsongs zijn uiteraard geschreven in de pre flower power tijd, in de provotijd, dus uiteraard beïnvloed door een heel wereldprotest... dus wat dat betreft ook geschreven naar aanleiding van een trend... Maar behalve die twee is de rest uitsluitend spontaan gekomen en is er niet bewust ingehaakt op een rage... En die 'Eenzame fietser' heeft verder ook niets met milieu te maken."
Boudewijn keert terug  1979, oktober 25
DILBEEK/SCHIEDAM - "Jouw armen, liefste, zijn niet om te slaan. Je moet je handen niet tot vuisten maken..." Zacht, bijna fluisterend devoot, zingt de zaal de woorden mee. De voorzanger, het donkere lange haar getekend door enkele flarden grijs, begeleidt op de akoestische gitaar. Boudewijn de Groot is terug. Hoeveel jaar is het geleden dat Boudewijn dit beneden alle peil voor het eerst zong? Vijftien jaar misschien? Beneden alle peil, waarvoor Lennaert Nijgh de tekst schreef, staat op de langspeelplaat Voor de overlevenden. Boudewijn, in een rood geruit jasje, staart op de hoes peinzend de wereld in.
Programmaboek Concert III  1983,
Er was geen festival of chansonavond, of Boudewijn was de bejubelde zanger. In regelmatig tempo verschenen nu succesvolle singles en nog meer inslaande L.P.'s, waarvan 'Voor de overlevenden' waarschijnlijk het meest geliefd is. Deze en 'Hoe sterk is de eenzame fietser' werden bekroond met platina en diamant; de rest bracht het "slechts" tot goud.
Maalstroom [persbericht]  1984, april
Het begon met de debuutsingle 'Strand', die insloeg als een bom; men herkende Boudewijn's talent, stijl en voordracht en Lennaert's onmiskenbare vermogen tot het schrijven van teksten. Dat ging zelfs zo ver dat na het verschijnen van de eerste LP 'Apocalyps' de Amsterdamse uitgeverij Bezige Bij belangstelling toonde en bij de tweede LP 'Voor de Overlevenden' een boekje uitbracht, waarin alle teksten waren opgenomen. [...]
Boudewijn: "'Hoe sterk is de eenzame fietser' was een plaat die aan de ene kant muziek bevatte waar ik met 'Voor de Overlevenden' en 'Picknick' mee bezig was en aan de andere kant muziek, waarmee ik verder wilde gaan."
'Uit mijn glorietijd heb ik een optimistisch minimum overgehouden'  1985, juni 26
Precies twintig jaar geleden maakte Lennaert Nijgh, via het melancholieke gezang van Boudewijn de Groot, zijn Testament op. Voor ons, Voor de Overlevenden beschreef hij zijn gesjochten relaties, opdat wij het beter zouden doen. Maar ook hield hij ons voor: Er komen betere tijden. Het is nu zomer 1985. Nijgh is inmiddels de 40 gepasseerd en is nog altijd non-konformist. In die hoedanigheid heeft hij zojuist de tekst voor de rockopera Ik Jan Cremer afgerond: "Het wordt een miljoenenprojekt. En of Cremer nu al of niet loodrecht op mijn verleden staat, maakt me niets uit." [...]
"[...] 'Voor de overlevenden', de elpee waarvan er na 1965 duizenden werden verkocht, was niets anders dan een sublimatie van mijn eerste grote verloren liefde. Maar verdriet, evenals woede en angst, laat zich nu eenmaal het diepst in mijn moeders taal uitdrukken. En dat mag ik dan best Verdronken Vlinder noemen. Ons succes is eigenlijk heel simpel te verklaren: Boudewijn en ik wisten gevoelige zaken de juiste naam te geven toen er maatschappelijke vraag naar was. Vraag en aanbod bepalen de kulturele waarde. Dat heb je onlangs aan Herman Brood en Doe Maar gezien." [...]
Haarlem heeft iets deftigs  1985, augustus 17
[Lennaert:] Ik was ongelooflijk ambitieus; moest per se wereldberoemd worden. tegelijkertijd leed ik onder een teloorgegane liefde. Daar is uiteindelijk die elpee Voor de overlevenden uit voortgekomen. Wanneer ik er nu op terugkijk - een man van veertig, inmiddels - denk ik: wat ben ik toch een ouwe lul geworden; dat allemaal tegelijkertijd: films, liedjes, allerlei persoonlijk leed - alles liep door elkaar; alles ontstond tegelijkertijd. Ik zou er veel voor over hebben om die energie, die power terug te krijgen.
Voor de overlevenden blijft overeind; die plaat is klassiek geworden; kennelijk is het me toen gelukt om particulier verdriet een algemeen geldende vorm te geven. Het was onze tweede elpee. Ik was toen tweeëntwintig. Boudewijn en ik hebben voor het laatst samengewerkt in '79. Het kan morgen weer gebeuren. Alleen, nu hebben we niet meer de tijd mee. [...]
Haarlem heeft iets deftigs; deftig, in de oorspronkelijke zin van het woord; voordat het gebruikt werd als bekakt, betekende het een niet zo swingende integriteit; dat puur Hollandse is in Haarlem uitermate gaaf bewaard gebleven.
In het begin waren mijn liedjes ook deftig; ik gebruikt graag klassieke vormen; op Voor de overlevenden staan acrostichons, rondelen; ook door de samenwerking met Boudewijn is het nooit platvloers geworden - daardoor lagen onze wortels te veel in de keurige middle class; elitair; Lenin was toch ook de zoon van een landedelman; het was niet het grauw dat de Bastille bestormde; de top van provo was ook afkomstig uit keurige gezinnen. [...]
Astrid is later lesbisch geworden; ze drijft nu een kroeg in Amsterdam; we hebben een broer-broer relatie ontwikkeld, kijken terug op een gedeelde jeugd. Mijn tweede vrouw, die elf jaar jonger was dan ik, heeft me op een gegeven ogenblik verlaten - daar was ik behoorlijk kapot van; ziek.
Boudewijn zei toen tegen me: Misschien dat je hierdoor weer wat moois schrijft. Maar zoiets als Voor de overlevenden komt maar één keer in je leven voor. Je wordt ouder, en het gaat allemaal niet gemakkelijker. Het gekke is: mijn scheppingsdrang trekt zich niets aan van wat het baasje zoal doet. Ik schrijf maar door. Ik heb altijd geschreven. Op mijn vijfde dicteerde ik mijn grootmoeder wat ik verzon. Ik schreef dus al voordat ik kon schrijven. Ik voel me nog steeds schrijver; ofschoon mijn medium - de grammofoonplaat - voorgoed verdwenen lijkt. Nou ja, als het schip zinkt, zul je moeten overstappen. God weet wat de toekomst me brengt. Ik ben er niet zo optimistisch over. Toen mijn huidige vrouw - een zangeres - nog muziekles gaf, heeft ze eens onderzocht hoe bepaalde liedteksten - onder andere van mij - op haar leerlingetjes overkwamen. Wel, er kwam bitter weinig over.
"Eigenlijk bestaat er geen werkelijkheid voor mij"  1991, januari 26
Wie met Lennaert praat over zijn teksten, die raakt als ooit dat veelbezongen meisje loos, die gaat uit varen. Over de kabbelende deining van zijn verwarrend bedrieglijke leven, scherend langs filosofische klippen van Scylla en Charybdis, ijlend door mistbanken die over het verleden van Boudewijn de Groot en ander Overlevenden hangen. [...]
Aan boord fikt de kachel op basis van een verraderlijk brandbaar mengsel en zet de wodka en de Beerenburg onze ingewanden in vuur en vlam. Het verleden duikt telkens op of we willen of niet. De jaren zestig, vroege jaren zeventig. De vrienden zonder wie je nog steeds niet kunt. In die songtekst duiken de namen op van het vriendenclubje van toen: Ramses, Boudewijn, Lennaert en...
[Lennaert:] "Jan Willem Schrofer. J.W.S. De huidige directeur van de Academie voor Beeldende Kunst. Drs. Schrofer. Hij woont in Heemstede, ik zie hem nog van tijd tot tijd terug. God, wat zijn we veranderd. Zijn ouders hadden een gigantisch huis laten bouwen in de Rietveld-stijl in Aerdenhout. De Berenklauw. Daar hebben we die lange hete zomer, de zomer van ons eindexamen doorgebracht. Dat zit achter die plaat (Picknick - red.), dat was het oord waar we schreven."
"Ik zal je die foto's wel eens laten zien. Henk van der Meyden zou er een moord voor doen. Foto's van situaties waar men probeerde hoe groot de douchecel was door er met z'n allen naakt in te kruipen. Jeroen, Herma, de hele bende, Ramses. Ach, die mooie tuin bij die Berenklauw. Je had er sproeiers die gevoed werden uit de vijver waarmee je van alles kon doen."
[Zonder vrienden kan ik niet staat op Voor de overlevenden [LP stereo]. Het is dus niet duidelijk of de redactie terecht naar de plaat Picknick / De Tuin der Lusten verwijst. DvE, 26-12-2001]
"Wat overbleef, was het Indonesië-gevoel"  1992,
"Testament", "Verdronken vlinder", "Het land van Maas en Waal". Wie deze liedjes kent, weet ook wie Boudewijn de Groot is, maar voor degenen die hem nog niet kennen: hij was een van de belangrijkste zangers van de jaren zestig en zeventig en maakte klassieke LP's als "Voor de overlevenden", "Waar ik woon en wie ik ben" en "Hoe sterk is de eenzame fietser".
De eerste 50 jaar Lennaert Nijgh, De Overlevende  1995, januari 28 - zaterdag
Jan-Willem Schrofer
directeur van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam
"Vanaf 1962 tot en met 1966 zat ik zomers lang met een groepje in het huis van m'n ouders, De Berenklauw, in Aerdenhout. Daarbij zaten Jeroen Krabbé met zijn vriendin en latere vrouw Herma, Rudolf Lucieer, Boudewijn de Groot, Anneke Versteeg, Lennaert en ik. We waren een heel creatief clubje dat heel diepgaande gesprekken voerde. We hadden echt het idee dat wij de wereld anders gingen aanpakken. Wij wilden ons de wereld eigen maken en vonden onszelf de laatste overlevenden. Een plaat van Boudewijn heet daarom ook 'Voor de overlevenden'. De teksten op die plaat zijn een exacte beschrijving van de sfeer van toen. Ik kon altijd enorm genieten als ik zag hoe Lennaert aan het worstelen was met z'n teksten die hij in De Berenklauw schreef. Toen ik in Rotterdam ging studeren, heeft Lennaert mij regelmatig ellenlange brieven geschreven. Een deel van die brieven is later opgenomen in zijn boek 'Tobias of de ontdekking van het masturbariaat'."
'Ik ben nog nooit uit mijn dak gegaan, waarom zou ik?'  1996, mei 25
Een Nieuwe Herfst is de titel van zijn net uitgekomen cd. Heimwee als rode draad? "Op deze plaat zeker meer dan in m'n vorige albums. Voor de overlevenden was natuurlijk ook een heimwee-plaat. Maar heimwee is niet de rode draad van mijn muziek, althans niet bewust. Nostalgie is wel een essentiële factor van mijn constitutie. Ik ben erg heimwee-gevoelig, erg verleden-gevoelig. Dat speelt zeker mee bij het kiezen van de teksten en bij het componeren en arrangeren van mijn muziek. Maar het is nooit de inzet van mijn repertoire."
Ik ben helemaal geen wereldverbeteraar  1996, december 3 - (dinsdag)
Ook het derde project van 1996, een live-uitvoering met de originele orkestarrangementen van werk van albums als Voor de overlevenden, was niet van te voren gepland. Vanavond (3 dec 1996) geeft de 52-jarige zanger een eenmalig concert in het Amsterdamse Paradiso, met begeleiding van het Metropole Orkest en een grote groep bevriende muzikanten, onder wie Henny Vrienten, Jan Rot en Elly Nieman. Hoewel hij zijn carrière begon als zanger van cabaret-achtige akoestische liedjes werd een groot deel van zijn songs vanaf zijn eerste hit Een meisje van zestien (1965) regelmatig voorzien van orkestarrangementen. 'Heel sporadisch' had De Groot wel eens iets met een groot orkest gedaan. 'Vroeger met het Grand Gala Du Disc bijvoorbeeld, maar dat waren altijd maar een of twee nummers. Het was al heel lang een wens van mij om de arrangementen van Bert Paige, zoals die op de plaat staan, live uit te voeren. Maar ik ben niet iemand die Ahoy vult. En optreden met een groot orkest is erg duur. Maar nu deed de gelegenheid zich voor.
Bekendste nummer van Voor de overlevenden is Het Land van Maas en Waal, dat met zijn feestelijke orkestratie en surrealistische tekst een van de klassiekers is uit het Nederlandse poprepertoire.
Boudewijn de Groot viert jubileum met veel violen  1996, december 4 - (woensdag)
[Bespreking Boudewijn de Groot in Paradiso] Het idee met een orkest werd geboren omdat de ingewikkelde arrangementen van platen als 'Voor de overlevenden' (1966) en 'Nacht en ontij' (1968) nog nooit in hun volle glorie op het podium waren uitgevoerd.
In het harnas sterven  1997, januari 4 - (zaterdag)
Dertig jaar geleden had ik een vriendin. Ik had haar min of meer op mijn dak gestuurd gekregen door een vriend, die haar had helpen vluchten in het Midden-Europese land waar ze vandaan kwam. Ik was ook niet háár eerste keus. Het leven met een halve hippie, die zich in leven hield met uitzendbaantjes, in afwachting van een kans in de journalistiek, was niet haar idee van een kapitalistische zegening. Daarom maakte ze het op een avond uit. De volgende dag kwam ze erop terug. Vergeefse moeite. Ik was tot de conclusie gekomen dat een gebroken hart dat zich in één nacht had laten helen door 'Voor De Overlevenden' van Boudewijn de Groot onmogelijk het resultaat kon zijn van de verloren liefde van mijn leven.
Boudewijn de Groot moet hartelijk lachen om mijn verhaal. Lachen, ergens tussen verlegen en schamper in, is toch al zijn favoriete manier om een compliment te aanvaarden. Geen wonder dat het afweermechanisme nagenoeg is geperfectioneerd; Boudewijn de Groot heeft in zijn leven meer complimenten gekregen dan bijna iedereen van zijn leeftijd (52).
Meer dan alleen nostalgische roem  1997, februari 21
EMMEN - De roodzwart geblokte jas die hij dertig jaar droeg op de hoes van 'Voor de Overlevenden' hing hij aan een wand van het decor. Of we dat toch wel hebben gezien, vraagt Boudewijn de Groot na het slotapplaus aan zijn publiek in Theater De Muzeval in Emmen, waar zijn nieuwe theatertour woensdagavond begon. Vervolgens begint hij aan een blokje toegiftjes, waaronder ook liedjes van die vermaarde grammofoonplaat, zoals 'Testament', 'Verdronken vlinder' en 'Het Land van Maas en Waal'. Fans zingen de nummers hardop mee en op dat moment krijgt de avond zijn onvermijdelijke nostalgisch tintje. Toch is de gote kracht van dit theaterconcert juist dat de hoge kwaliteit van het afwisselend geheel het gemakkelijk wint van die goede herinneringen aan dat vroegere repertoire.
Boudewijn de Groot in de Vooruit te Gent  1997, mei
[Bespreking van Nieuwe Herfst Tournee: Gent (B)] Boudewijn De Groot speelde met zijn band die veelvuldig van instrumenten ruilde en wisselde een set met oude nummers, maar waar ook het recentste album Een nieuwe herfst duidelijk aanwezig was. Voor het eerste nummer verscheen hij alleen op het podium, en zong Babylon begeleid door strijkers die zich ofwel achter het podium verstopt zaten ofwel gewoon op band stonden. Het zal wel het laatste geweest zijn. Na dat eerste nummer wees hij ook op de symboliek die in het decor verwerkt zat, aan de muur hing immers het rood-zwart geblokte hemd van de hoes van Voor de overlevenden en wat verder de gitaar-koffer die op de hoes van Een nieuwe herfst te zien valt.
Tourboek 97/98  1997,
[Boudewijn:] Het idee om met groot orkest in het Amsterdamse Paradiso te gaan staan is niet uit hoogmoed geboren, maar uit pure noodzaak. Tijdens een voorbespreking voor de serie "Classic Albums", geproduceerd door Daniëls TV en uitgezonden door NCRV, werd me de vraag gesteld of ik een paar stukken van de elpee "Voor de overlevenden" live en in de oorspronkelijke bezetting zou kunnen uitvoeren. Het bleek een soort rode draad van die serie te zijn. Ik zei dat ik dat wel wilde, maar dat een groot deel van die oorspronkelijke bezetting inmiddels was overleden of niet meer te achterhalen. Op de plaat staat tenslotte een groot orkest en arrangeur Bert Paige, die helaas ook niet meer tot de overlevenden behoort, had daar enthousiast gebruik van gemaakt. Mijn allereerste voorwaarde was dat de originele arrangementen van Bert Paige gespeeld zou worden. Het concert moest een soort hommage aan hem worden. Drie jaar geleden, toen ik vijftig jaar mens en dertig jaar zanger was, had ik al het plan opgevat dit te vieren met een groot eenmalig optreden, begeleid door een groot orkest en met uitsluitend nummers die ooit waren gearrangeerd door Bert. Het probleem was dat de arrangementen niet meer als partituren bestonden: bij een grote schoonmaak had "men" alles bij het grof vuil neergezet. Een te krap budget, omdat het minutieus kopiëren van arrangementen vanaf een plaat een soort monnikenwerk is en dus een kostbare grap, was er dus de voornaamste oorzaak van dat het plan niet doorging. Een hommage zou er wel nooit van komen.
Op mijn eerste elpee staan nog maar een paar arrangementen, zoals van "Welterusten, mijnheer de President", "Apocalyps", "De dagen zijn geteld". Op "Voor de overlevenden" pakte Bert in volle glorie uit en stapte daarmee op een voetstuk waar niemand hem tot op heden van af heeft kunnen stoten. Of het nu voor vier instrumenten was of voor veertig, het maakte hem niet uit. Hij luisterde naar een liedje en naar wat Tony Vos (in die tijd mijn producer) en ik erover te zeggen hadden; hij hoorde de tekst en de muziek, begreep wat er moest gebeuren en bedacht vervolgens feilloos een wonderschone begeleiding. De meeste liedjes heb ik maar één keer met zijn arrangement kunnen zingen: in de studio tijdens de plaatopname. Daarom was het voorstel om een concert in Paradiso te doen een geschenk uit de hemel.
Uiteindelijk is het optreden meer geworden dan alleen maar het nog eens live en 'in de oorspronkelijke bezetting' uitvoeren van een aantal stukken van de Overlevenden-plaat. Er zijn nummers van andere elpees bijgekomen, er zijn zelfs in een enkel geval wat extra instrumenten toegevoegd aan die oorspronkelijke Paige-arrangementen, op nadrukkelijk verzoek van orkestleider Dick Bakker, om optimaal gebruik te maken van het orkest daar waar een lied dat beetje extra nog wel kon hebben. Maar het talent en vernuft en de bezieling van Bert Paige zijn overal hoorbaar. De Belgische arrangeur Marcel Peeters heeft zich waargemaakt als "de monnik" en alle details die Paige in zijn arrangementen had gestopt feilloos gehoord en opgeschreven. [...]
[Lennaert] heeft me teksten gegeven die weer gaan over een onbereikbare liefde, zoals ooit het geval was bij "Voor de overlevenden", en die Haarlem als decor hebben. En net als vroeger was het schrijven van muziek bij die teksten een fluitje van een cent. Een nummer als "De Roos" was binnen een kwartier klaar en is een van de allermooiste geworden die we ooit hebben geschreven. In "De Rover" hoor je de Haarlemse Damiaatjes, kleine klokjes die boven in de St. Bavo hangen en iedere avond tussen negen en halftien hun monotone, melancholieke melodietje van twee tonen laten horen. En zo schemert Lennaert als een soort sub-ego door de hele voorstelling heen.
Boudewijns 'huwelijk' zonder seks  1998, april 22 - (woensdag)
Er kwam een lp Apocalyps gevolgd door Voor de Overlevenden, waarop de legendarische hit Het land van Maas en Waal stond. Voor de Overlevenden klonk prachtig, ook door de unieke arrangementen van Bert Paige. De naam van Boudewijn de Groot was gevestigd! [...] Toen al kreeg hij voor 'Voor de overlevenden' zijn eerste Edison. Er kwamen nieuwe platen. [...] Totdat Boudewijn op een dag besloot, na zijn eerste kennismaking met Los Angeles voor het mixen van zijn plaat Voor de Overlevenden na zijn plaat Van een Afstand - de titel zegt het al - opnieuw uit te wijken naar Amerika. [Wim: Ach Henk, nou ga je toch wel heel erg de fout in. Voor de overlevenden is van 1966 en we zitten al ver in de jaren 70 met je verhaal.]
[Programma-boek Tsjechov]  2000, januari
Met Meisje van zestien maakte Boudewijn de Groot zijn definitieve doorbraak. Hij was te zien op alle belangrijke festivals in Nederland en Vlaanderen en in een gestaag tempo verscheen de ene na de andere hitsingle en elpee. Voor de Overlevenden en Vijf jaar Hits brachten het maar liefst tot platina en diamant. Andere platen werden bekroond met goud. Nadat hij in 1968 was uitgeroepen tot Nederlands populairste zanger, trok hij zich een aantal jaren terug uit de 'showbusiness'.
Lennaert Nijgh geniet van hommage  2000, april 3 - (maandag)
Boudy is Bo is Boudewijn. Al vijfendertig jaar, met de nodige onderbrekingen, vormen Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh een gouden koppel. Het begon met singles als Strand, Meisje van 16 en Welterusten mijnheer de president. Toen kwamen LP's als Voor de overlevenden en Picknick, en een paar jaar geleden de cd Een nieuwe herfst.
Het Portret: Lennaert Nijgh is zijn eigen strengste criticus  2001, februari 3 en 4
[Lennaert:] "Die [Filmacademie] opleiding, destijds voornamelijk tot werkloze, hebben we nooit in de praktijk kunnen brengen, omdat het succes van Bo's eerste elpee, waarvoor ik de teksten had geschreven, ons volkomen verraste. En bij de volgende, 'Voor de Overlevenden', ging het dak helemaal van het huis. Ik kon het niet geloven: dubbel platina, zoals het heette, voor een liederencyclus over onbereikbare liefde? Ik had het al onvoorstelbaar gevonden dat Bo begreep waar ik het over had!"
Samensteller van knipselmap en knipsels: Daniël




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email