Op dit moment is een nieuwe langspeelplaat in voorbereiding met
twaalf splinternieuwe liedjes, en dit keer zijn ze allemaal geschreven
door die twee jonge mensen, die samen het afgelopen seizoen zo'n enorme
carrière maakten. Een leerling van de Amsterdamse Filmacademie,
Lennaert Nijgh, en een ex-leerling, Boudewijn de Groot. Hoewel de plaat
dezer dagen werd opgenomen, komt hij pas in de herfst op de markt. En
zoals Boudewijn nu een hecht team heeft gevormd met Lennaert, zo heeft
hij het ook gedaan met producer Tony Vos,
die ook de nieuwe plaat voor zijn rekening neemt. Vele
liedjes van de plaat werden intussen het middelpunt van een heel
bijzonder televisieprogramma,
dat Boudewijn opnam met dezelfde regisseur en producer, die de meeste
liedjes van zijn vorige langspeler
op het scherm bracht: VPRO's
Rob Touber. En zo ligt er nu in de "ijskast" van de VPRO een
ampex-band en in de kluis van Philips een langspeelplaat, die grote
homogeniteit vertonen doordat een groepje jonge mensen er met
intelligentie en hart achter gingen staan. Een groepje dat elkaar
kènt en begrijpt. En da's nodig bij Boudewijn de Groot, want
hij is een van de weinige gasten van de hitparade, die hun "klanten"
vragen om goed en aandachtig te luisteren, niet alleen naar een
melodie, een ritme, maar ook naar een tekst.
Op 28 oktober komt de plaat en een boek
van Boudewijn en Lennaert uit onder dezelfde titel als hun pas
geleden uitgezonden TV-programma
'Voor de overlevenden'.
Dat is wel machtig hoor, zegt Lennaert als we hem in de
VARA-studio ontmoeten, drie dingen onder een titel. [...]
de protestsong heeft voor Lennaert al weer afgedaan. Ze hebben iets
nieuws moeten zoeken, een soort chanson, iets speciaals en dat is
dan: 'Voor de Overlevenden' geworden. 'Ik ben in februari met de
teksten hiervoor begonnen. M'n verkering was toen juist uit en daar
was ik erg kapot van. Boudewijn begrijpt dat niet. Hij is jong
getrouwd en heeft al een zoon. Hij heeft nooit liefdesverdriet gehad.
Zo komt het dat 'Voor de Overlevenden' wel wat moeilijkheden gaf.
Hij voelde sommige dingen niet aan. Dat hebben we bij de
protestsongs nooit gehad'.
Er komen 12 liedjes op de plaat. Ze hebben geen vaste volgorde maar
sluiten allemaal rond tot één onderwerp.
'Overleven. Het slaat niet op het lichamelijke overleven hoor. We
hebben het afgeleid van de uitdrukking 'Nou je overleeft het wel'.
Je overleeft een bepaald punt, of je doet dat niet. Dat is het punt
waarbij je je bewust wordt dat je volwassen bent. De idealen van
je jeugd zijn dan verloren gegaan, alles blijkt anders te zijn'.
Hij vindt het zelf ook erg moeilijk om zo maar even uit te drukken.
In januari was hij op dat punt en het greep hem aan.
'Het zogenaamde volwassen worden, dat vertrouw ik ook niet. Die
mensen zijn ook niet de overlevenden. Overlevenden zijn die mensen
die niet nadenken, die kreten slaken van 'Zo is het leven nu eenmaal'.
Dat zijn de mensen die zich erbij neer hebben gelegd. Ik leg me er
niet bij neer. Het is ook een protest, het zou allemaal beter kunnen,
dat is het protest'.
Of dit net zo zal aanslaan als hun andere songs weten ze niet, als
dat het geval is gaat Lennaert wel weer iets nieuws verzinnen.
HAARLEM, 9 nov. - Voor zanger Boudewijn de Groot en tekstdichter
Lennaert Nijgh was het maandag een bijzondere dag. In de Waag aan het
Spaarne in Haarlem, waar de zanger ruim twee jaar geleden zijn debuut
maakte, zijn een langspeelplaat en een boek,
beide onder de titel 'Voor de overlevenden' ten doop gehouden. De
plaat en het boek bevatten twaalf liedjes, die Boudewijn de Groot
regelmatig zingt. Elf hiervan zijn door Lennaert Nijgh geschreven
en één door Boudewijn de Groot. Op de bijeenkomst werd
ondermeer meegedeeld dat de Finse radio belangstelling heeft voor
Boudewijn de Groot en dat men reeds twee van zijn liedjes heeft
uitgezonden. Deze bijeenkomst markeerde de première van
Boudewijn-nieuwe-stijl. In bijgaand verhaal vertelt hij waarom hij
met zijn jeugd heeft afgerekend.
[bijgaand verhaal volgt t.z.t., zodra we dat opgespoord
hebben.]
Boudewijn de Groot wil niet langer een protestzanger genoemd
worden. Gistermiddag presenteerde de jonge Nederlandse zanger zich
in De Waag van Coby Schreier in een nieuwe gedaante ter gelegenheid
van het uitbrengen van een nieuwe langspeelplaat.
"Voor de overlevenden", luidt de titel van zijn nieuwe L.P.,
waarop Boudewijn de Groot twaalf Nederlandse chansons
zingt, die voor een groot deel afgestemd zijn op het jonge publiek
en die alle een grote romantische inslag hebben.
Elf van de twaalf liedjes werden geschreven door de 22-jarige
LENNAERT NIJGH, de tekstschrijver van bijna alle liedjes van
Boudewijn de Groot. Eén schreef hij
zelf. [...]
MAAR WAAROM geen protestliedjes meer? Boudewijn de Groot zegt:
"In feite ben ik nooit een echte protestzanger geweest. Omdat
ik wel eens liedjes heb gezongen, die een protest inhielden,
ben ik nog geen protestzanger. Maar een liedje zoals
"Welterusten, mijnheer de president",
dat een protest tegen de oorlog in Vietnam inhoudt, zou ik ook nu
weer zingen. Omdat ik erachter sta. Ik zing alleen liedjes, waar ik
zelf in geloof."
De woorden van Boudewijn de Groot worden bevestigd door
Lennaert Nijgh. Die zegt: "Tientallen liedjes, die ik heb
geschreven, heeft hij niet willen zingen, omdat zijn
instelling geheel anders is. Boudewijn de Groot is getrouwd en
heeft een kind en kijkt daardoor toch anders tegen het leven
aan."
In een volle Waag zong Boudewijn de Groot gistermiddag enkele
liedjes van zijn nieuwe L.P., waarover hij zegt: "We bezinnen
met deze plaat een beetje in de richting te komen waar we naar
toe willen.
Lennaert Nijgh: "De liedjes worden omschreven als
Nederlandse chansons uit gebrek aan
een betere benaming."
BOUDEWIJN de Groot: "De liedjes bestaan eigenlijk uit drie
genres: chanson, folk en beat. Het liefst zing ik een combinatie
van deze drie genres."
De liedjes op de plaat omschrijft hij als wrange liefdesliedjes.
De Nederlandse teksten van Lennaert Nijgh maakten bij Geert
Lubberhuizen, directeur van de Bezige Bij, zoveel indruk, dat hij
gelijktijdig met de plaat ook een boekje
op de markt liet verschijnen, dat alle teksten bevat, die
Boudewijn de Groot op die plaat heeft zongen. Hij zegt: "Het zal
geen bestseller worden. Ik had de eerste plaat van Boudewijn
gehoord en die vond ik erg goed. Het boekje is bedoeld voor de
betere plaatbeluisteraar."
TEKSTSCHRIJVER Lennaert Nijgh en zanger Boudewijn de Groot
zijn - symbolisch weliswaar - gisteren een ander brok leven
begonnen. Ze behoren tot "de overlevenden", een uiterlijk niet
duidelijk herkenbare volksgroep, waarvoor ze zowel een
langspeelplaat als een boekje hebben
geproduceerd: "Voor de overlevenden". De doopplechtigheid in de
Haarlemse Waag, waar Cobi Schreier een bloeiende cabarettaveerne
exploiteert, was informeel maar daarom niet zonder betekenis.
Geert Lubberhuizen, directeur van de Bezige Bij die het boekje
uitgeeft, zei er dit over: "Het verschil, als ik het goed heb
begrepen, tussen het boekje en de plaat, is dat op het boekje
de naam van Lennaert Nijgh net zo groot staat als die van Boudewijn
de Groot". Op de hoes van de plaat komt de naam van Lennaert Nijgh
niet voor. De heren van Phonogram bloosden niet.
Toch zijn elf van de twaalf liedjes op de plaat door Lennaert
Nijgh geschreven. En dat geeft een duidelijke kijk op het
artistieke huwelijk dat beiden (op de filmacademie) drie jaar
geleden sloten. [...]
Aan "Voor de overlevenden" is door beiden ruim een half jaar
gewerkt. Waarom zolang en waarom die titel? Twee vragen, die
één blijken te zijn. Boudewijn de Groot: "Het
heeft niets met dood te maken, maar alles met jeugd. Het is
voor ons een afrekening en meteen afsluiting van die jeugd;
wat somber, weemoedig, een verlies. Wat we hier aanbieden is
voor degenen die daar overheen zijn gekomen, zoals wij dat
in het afgelopen anderhalf jaar hebben gedaan."
Die groei naar volwassenheid hebben beiden niet hetzelfde ervaren.
Boudewijn is getrouwd, heeft een kind; Lennaert kent in zijn
vrijgezellenstaat nog de labiele emotie van de verliefdheid en
de daarop volgende teleurstelling. Lennaert: "Ik schrijf vaak
liedjes die voor Boudewijn moeilijk te volgen zijn".
Boudewijn: "Die liedjes zing ik dan ook niet. Romantiek is een
pijnlijke zaak, het is de meest directe herinnering aan het
verleden en die zijn we - volgens ons - met deze twaalf
liedjes kwijt geraakt." Lennaert Nijgh: "Het overleven van die
brandende verlangens hebben we op deze plaat en in dit boekje
vastgelegd. Het is misschien gewaagd om een variant op de
liturgie te gebruiken, maar: dit is mijn lichaam. Voordat we
dit konden maken, hebben we - vooral ik - de nodige hellen
doorgemaakt. Nu ligt het als een monument achter ons. We
voelen ons rijp om liedjes voor en van nu te maken".
Zo deden gisteren een jonge Haarlemmer en een jonge
Amsterdammer belijdenis, leesbaar gemaakt door Phonogram.
[Lennaert:] De teksten waar ik geheel achterstond, zijn
nog nooit uitgevoerd. Die kan Boudewijn niet zingen. We verschillen
te veel. De nieuwe langspeelplaat, dat wordt wel meer geëngageerd
dan de vorige. Alle (twaalf) teksten zijn daarop van mij, geen
vertalingen. Het wordt een moeilijker plaat dan de vorige, wel beter
geloof ik. [...]
'Ik ben blij dat ik naast de liedjes de film heb om me uit te
drukken. Wat ik tegen liedjes heb, is dat het zo'n klein en
beperkt medium is. Ik wil soms een heleboel, dat kan dan niet
daarin. Films zijn voor mij prettiger, verhalen kan ik me nog
meer in uitdrukken. De teksten van de nieuwe lp staan op een
hoger peil, dat is experimenteel. Het zijn haast gedichten,
vind ik soms.' [...]
"O ja, even iets anders: deze zomer verschijnt een
boekje over Boudewijn en mij. Boudewijn
schrijft over mij, ik over hem. Alle teksten van alle platen en
ook die van de nieuwste lp staan erin. Voor de liefhebbers. We
weten wel de titel van de nieuwe lp 'Voor de overlevenden'. De
teksten horen nu allemaal bij elkaar, hoewel ze wel los gezongen
kunnen worden. Ze hebben alle dezelfde strekking, dezelfde
ideeëen. Geen protestsongs, geen actuele onderwerpen. Het
is een plaat over het zich niet willen neerleggen, het niet
willen aanvaarden van de werkelijkheid."
Kort geleden verscheen de tweede LP van Boudewijn de Groot.
Hieronder volgt een gesprek dat Bart van Heerikhuizen erover
met Boudewijn had.
Pratend over de manier, waarop de LP geinterpreteerd moet
worden, zegt Boudewijn: 'Wanneer Lennaert een liedje voor mij
maakt, heeft hij een bepaalde situatie in zijn hoofd. Ik krijg
die liedjes en ik moet dus meteen proberen te begrijpen, wat
hij bedoelt en dan kijken of ik er achter kan staan. Maar ik
geef ook een eigen interpretatie van wat ik denk, dat hij
bedoelt. En dat kan dan een afwijking veroorzaken op bepaalde
kleine punten van de interpretatie. De hoofdpunten, daar moet
ik natuurlijk achter staan, anders kan ik het helemaal niet
zingen. Maar dat maakt het voor mij wel wat moeilijk om
erover te praten, want ik moet me telkens afvragen of hij het
wel zo bedoelt als ik het zeg. Dit moet je je bij het lezen
van wat verder volgt dus wel steeds bewust zijn.
Uitgangspunt voor de LP was
'Beneden alle peil', een nogal
verbitterd liedje van een jongen, die het zeer kort geleden
heeft uitgemaakt met een meisje, dat hem heeft bedrogen.
Boudewijn zegt: 'Dit is het voornaamste liedje van de LP. Het
is namelijk het allereerste uitgangspunt, zijn situatie. Het
zou ook mijn situatie kunnen zijn, omdat het een zeer algemene
situatie is, t.w. het afscheid van een meisje dat hem bedrogen
heeft. En vanuit die
'Beneden alle peil'-situatie, komt
hij ertoe af te rekenen met het verleden. Dan komt hij dus in
een nieuwe situatie terecht, zoals die beschreven is in
'Lied voor een kind dat bang is in het donker'.
Dit liedje is het enige op de LP dat niet een terugdenken
beschrijft aan een situatie in het verleden, maar die situatie
zelf beschrijft, een flashback dus. Terwijl in dit liedje verder
geen beschouwingen aan die situatie-van-toen worden verbonden,
probeert de hoofdpersoon in de overige liedjes juist steeds om
met dat verleden klaar te komen.
Er is nog een tweede sleutel: Zoals
'Beneden alle peil' een algemene
situatie beschrijft, die de impuls geeft tot het afrekenen met
het verleden, zo ontketent
'Het land van Maas en Waal' bij
Boudewijn persoonlijk hele associatiereeksen, die tot ver in zijn
jeugd teruggaan.In een nogal absurde tekst 'met Jeroen beelden'
probeert Lennaert Nijgh die chaotiese assosiatieketens weer te
geven. De overige liedjes beschrijven verder de afrekening met het
verleden, waarbij hier en daar een derde fase een rol gaat spelen:
de toekomst. Maar hierover later. De afrekening met het verleden,
de jeugd, komt het scherpst tot uiting in het liedje
'Testament', waarvan de eerste regels
luiden: 'Ik maak het testament op van mijn jeugd, hoewel ik geen
geld of goed heb weg te geven. Deze situatie, het zich rekenschap
geven van de jeugd en de poging die herinneringen te verwerken,
om vervolgens als 'volwassene' (wat is dat?) het leven in te gaan,
is wel het hoofdthema van de plaat te noemen.
Boudewijn zegt: 'Ik wil in de eerste plaats, dat iedereen
inziet, dat de situatie, die hier beschreven wordt, re-eel is
en dat iedereen ook inziet dat er een grote kans bestaat dat
ook zij, ofwel in die sutatie komen, ofwel zijn, ofwel geweest
zijn. Ik vind de overgang van jeugd naar volwassenheid op het
ogenblik namelijk een enorm belangrijk punt in ons bestaan.
De jeugd, die zegt: 'Onze ouders begrijpen ons niet', zegt
daarmee tevens: 'We zijn aan een soort volwassenheid toe', een
eigen volwassenheid. Dat is ook een afrekening met vroeger.
Ik zou vooral willen, dat ze zich die situatie wat redelijker
bewust worden. Ik vind het namelijk niet passend bij de
manier waarop ze zich voorstellen, om zomaar in het wilde weg
te gaan schreeuwen; 'Onze ouders zijn allemaal klootzakken'.
Als je dat met die woorden zegt, dan vind ik dat wat
kinderachtig en inderdaad, daar voel ik me boven staan. Ik
zou bij voorbeeld ook nooit de teksten van Armand kunnen
zingen. Misschien zal dat, wanneer je het zo opschrijft wat
hautain klinken, maar als je volwassen mensen onder het oog
wilt brengen, dat je geen kind meer bent, moet je dat doen met
hun eigen woorden. Dus niet zeggen: 'Vuile rot schoft', maar
wat cerebraler, wat volwassener zeggen, dat je geen kind meer
bent.
Bij dit volwassen-worden is het hoofdthema vooral de afrekening
met de 'vrienden van vroeger'.
Het liedje 'Ze zijn niet meer als toen', het enige op de LP
waarvan ook de tekst door Boudewijn zelf is gemaakt, laat wat
dat betreft weinig vragen open.
'Vroeger waren het vrienden, die vol idealen zaten en nu zijn
het slappe zakken, die die idealen helemaal vergeten zijn en
morgen zal het weer net zo zijn. De vrienden zullen weer
zeggen: 'Och, wat heeft het eigenlijk allemaal voor zin om te
protesteren of wat dan ook te doen,' vertelt Boudewijn en hij
zingt: 'Het is het beste deze vrienden dus te mijden'.
De overige vrienden, dat zijn degenen, die het
volwassen-wordings-proces hebben overleefd zonder zichzelf en
hun idealen te hebben prijsgegeven. Zij zijn het, die als
publiek voor de plaat gedacht kunnen worden en op hen doelt de
naam van de LP. Is dat dan eigenlijk niet een erg klein
publiek?
'Nee', zegt Boudewijn, 'dat vind ik juist heel gevaarlijk om
te zeggen, want hoewel het publiek, dat in dezelfde situatie
verkeert als de zanger misschien erg klein is, is het publiek,
dat de geschetste situatie nog moet bereiken of gekend heeft,
aanzienlijk groter. En je moet niet vergeten, dat iedereen op
het ogenblik veel vroeger rijp is en dus ook veel eerder in
die situatie zit. En juist voor hen is het zo belangrijk, dat
ze zich rekenschap geven van die situatie.'
'Naast jou' tenslotte, handelt in
de toekomst en de zanger ziet daarin voor de tweede maal terug op
het verleden, maar nu op het moment, waarvan
'Beneden alle peil' en dus de rest
van de LP uitging. Hierdoor komt de hele zaak eigenlijk weer op
losse schroeven te staan, de plaat blijkt de situatie, te
beschrijven, waarop
'Naast jou' terug ziet, zoals
'Lied voor een kind, dat bang is in het donker'
de situatie beschrijft, waarop
'Beneden alle peil' terug ziet.
Maar
in 'Naast jou' vindt de thematiek zijn
afronding, want de zanger komt hierin tot de konklusie dat hij,
ook in de toekomst, het meisje nooit zal kunnen vergeten en met
die erkenning is zijn volwassenheid een feit en de cirkel gesloten.
Er is weinig 'close-listening' voor nodig om tot de konklusie te
komen, dat de grote veranderingen in de stijl en de teksten van
de liedjes van Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh gevolg zijn,
ook bij hun, van een volwassen wordende visie.
Met hun nieuwe L.P. zijn Boudewijn en Lennaert zeer tevreden.
Bert Paige en Ger van Leeuwen zorgden voor uitstekend arrangement
van Boudewijns melodieën en hijzelf gaf met z'n zangstem de
teksten van zijn vriend plus die ene van zichzelf precies datgene
wat nodig is om ze over te brengen aan een publiek dat bereid is
tot luisteren. Dat publiek groeit met de dag. Het is vooral een
jóng publiek, dat nu gewend raakt aan liedjes met een
inhoud die afwijkt van de versleten thema's van het geijkte
hitrepertoire.
De plaat draagt als verzameltitel Voor de overlevenden. Die
kreet weegt wat zwaarder op de hand dan Lennaert en Boudewijn
het bedoeld hebben. Je moet niet direct aan de atoombom, aan de
derde wereldoorlog denken, al kan geen mens je dat kwalijk nemen
als de wind uit hun rechtlijnig pacifistische hoek waait. Nee,
met overlevenden zijn hier bedoeld: mensen, die ondanks het
onvermijdelijk verlies van idealen en illusies toch willen
blijven luisteren naar wat het leven zelf te zeggen heeft.
Aanmatigend? Ja, dat zijn de beide vrienden wel degelijk.
Boudewijn de Groot hoeft bepaald niet bang te zijn over
één kam geschoren te worden met de bekende
tienersterren. Daar zijn de teksten echt te intelligent voor!
Boudewijn en Lennaert. Hun namen worden meer dan ooit in
één adem genoemd, nu er een boek,
een langspeelplaat èn een
televisieshow door het duo is
gemaakt, die alle drie de naam "Voor de overlevenden"
dragen. [...]
Eva jr.: Er wordt hier en daar gemompeld dat "Voor de
overlevenden" slaat op de overlevenden van een atoomoorlog.
Klopt dat?
L. N.: Nee, daar klopt niets van. Het zijn geen biologische
overlevenden. Het is moeilijk uit te leggen. Als je begint, ben
je nog vol illusie's en idealen. Op een gegeven moment ontdek je
dat daar niets van over is gebleven. De mensen leggen zich erbij
neer. Ze worden van die gezapige uitzichtloze, verstandige mensen,
die men volwassen pleegt te noemen. Maar er is een kleine groep,
die zich toch verzet. Die probeert toch ergens voor te vechten,
om iedere keer weer illusies te hebben. Dat zijn de overlevenden.
Daarom is er in "Voor de Overlevenden"
veel kindertaal. Er is ook een tekst
die ik heb gemaakt met de gedachte in mijn hoofd aan de schilderijen
van Jeroen Bosch. Er staan geen protestsongs meer in. Boudewijn en
ik hebben er een hekel aan dat hij steeds protestzanger wordt
genoemd.
Eva jr.: Dat hebben jullie zelf in de hand gewerkt, door
protestplaten uit te brengen, toen het protest juist in de
mode was.
L. N.: Ja, dat is misschien wel zo, maar zijn liedjes zijn
beslist geen protestsongs. Het zijn meer chansons, of
luisterliederen. zoals ze in België zeggen.
Eva jr.: Het lokt natuurlijk allerlei vergelijkingen uit, als
je net in dezelfde tijd als de protestprofeet Bob Dylan opeens
een beatbegeleiding toe gaat passen . . .
L. N.: Dat was gewoon een grap. Wat ik wil zeggen is te
moeilijk voor beat.
Nederlands
populairste zanger, eigenlijk cineast staat op het punt met zijn
'Land van Maas en Waal' van de lp
'Voor de Overlevenden' (schok van het volwassen worden overleefd
hebbenden), nu ook op een single uitgebracht, voor
de zoveelste keer de hitparade in te vliegen.
Een groot deel van zijn teksten is gebaseerd op werkelijke
gebeurtenissen. Lennaert Nijgh: "De teksten van Boudewijn's LP
"Voor de overlevenden" heb ik geschreven nadat ik een nogal nare
tijd achter de rug had.
Dat kun je ook wel goed merken als je goed luistert. Je schrijft
teksten in een sfeer van zelfvernietiging. Het is schrijven over
je eigen ellende.
Aan de teksten van "Voor de overlevenden" heb ik een half jaar
gewerkt. Er zat een bepaalde lijn in de liedjes. Op de plaat is
dat helemaal door elkaar gegooid.
Zo'n platenmaatschappij vindt dat een lekker liedje aan het begin
moet staan."
De langspeelplaat Voor de overlevenden van hem en
tekstschrijver Lennaert Nijgh is al 25.000 maal verkocht. Het
Land van Maas en Waal als single al
meer dan honderdduizend maal. Alleen aan die twee platen heeft
Boudewijn de Groot in een half jaar zeventigduizend gulden verdiend.
Kortom, Boudewijn de Groot is Phonograms beste paard van stal.
[interviewer:] Hoe weet jij nu dat er van
Land van Maas en Waal nou
100.000 verkocht zijn...
[Boudewijn:] Wacht even, dat is dus niet voor singels
alleen, maar ook voor de elpee erbij, er zijn nu 25. 000 elpees
verkocht, en 80.000 singels, en de verkoop in België telt
ook mee, daar werd ik erg goed verkocht... Of die aantallen nou
kloppen, ja god dat weet natuurlijk niemand. Phonogram zei steeds,
we zijn er nog niet. En op een gegeven eigenlijk zeiden ze tegen
mij, we hebben de 100.000 gehaald. Het doet me overigens niet
zoveel zo'n gouden plaat, het doet me veel meer dat van mijn
volgende singel Onder ons 7000 stuks
op voorhand verkocht zijn, en ik heb hem zelf nog geeneens gehoord...
[Boudewijn:] Verder ga ik ieder jaar met mijn vrouw een
paar dagen naar een vriend in Aerdenhout en daar gebeuren altijd
de meest idiote dingen. Lennaert Nijgh komt dan ook altijd. De LP
"Voor de Overlevenden" is daar o.a. ontstaan.
Bo brengt een nieuwe plaat uit:
Ken je dat land?, een utopisch
lied, met de "china-sound", wat ondanks de uitmuntende tekst van
b-kant Vrienden van vroeger
niet de hitlijsten haalt. Er komt een tweede elpee: Voor de
overlevenden waarin ook de zojuist genoemde single is opgenomen.
Deze wordt voor Nederlands doen goed verkocht, maar hij breekt in
België alle records. "Daar houden ze toch meer van het
Nederlandse chanson met gitaar en zo, dan bij ons. Ik verkocht
er altijd al beter dan hier".
Van de vele hitwaardige nummers kiest men
Land van Maas en Waal om op single
uit te brengen. Dat geschiedt precies in de carnavalstijd en de
plaat staat dan ook binnen de kortste keren nummer één.
"Als een plaat van mij één komt, dan zit er iets fout.
Dan wordt hij ook gekocht door mensen die Toon Hermans kopen, en
Heintje, en de Heikrekels. En dat is niet de groep waarop ik mijn
muziek richt. Ik richt het op een vrij kleine groep, die ook naar
de teksten luistert en die begrijpt. En dat doen die mensen niet.
Die zeggen: leuk melodietje, zingen mee, stampen mee en hebben
niet door wat er eigenlijk bedoeld wordt met die tekst en hoe
goed die eigenlijk is."
Boudewijn de Groot en Lennaert Nijgh gaan weer
samenwerken. [...]
Twee fenomenen die ons in de laatste jaren van het vorig decennium
bezighielden met hits-van-eigen-bodem als
"Strand", "Noordzee",
"Welterusten, mijnheer de president",
"Er komen andere tijden",
"Een meisje van zestien",
"Land van Maas en Waal",
"Testament",
"Vrienden van vroeger"
en "Prikkebeen". Wat waren we er stuk van.
De enorme brokken werden weggeslikt na
"Vrienden van vroeger"
en we hadden het knap zwaar met "Voor de overlevenden". Dat
was nog eens Hollands werk waar je zonder schaamte stil van kon
worden! Het duo Nijgh-De Groot had het helemaal en iedereen
sprak plotseling vol trots over het "volwassen Nederlandse
chanson". Dat was in de periode tussen 1966 en 1969.
[Boudewijn:] "Een hele kant van de langspeelplaat
[Waar ik woon en wie ik ben] is ontstaan uit gesprekken
over de dingen waar ik vroeger mee bezig was, die kant zit vol
met verwijzingen naar vroeger en hoe ik erover zing. Hoe dat was?
Draaiend om de kern heen. Er bleef een visie in achterwege. Dat
was allemaal beschrijvend en raakte me persoonlijk niet. Die oude
platen maken niets duidelijk over mij, hoewel er misschien een
parallel te trekken is tussen deze plaat en Voor de overlevenden."
Na het verschijnen van de eerste LP van Boudewijn
"Apocalyps"
toonde een Amsterdamse boekuitgever grote belangstelling voor
tekstschrijver Lennaert Nijgh. Het gevolg was dat naast de
tweede LP van Boudewijn "Voor de Overlevenden" een
boekje verscheen met dezelfde titel,
waarin alle teksten waren opgenomen. Beide oorspronkelijke
"Cinefielen" waren uitgegroeid, in nauwe samenwerking tussen
woord en muziek, tot een der belangrijkste artistieke teams
van die tijd.
[Boudewijn:] "Het authentieke Nederlandse chanson
wordt hier eigenlijk nauwelijks beoefend en gewaardeerd. Alleen
uit pioniersoverwegingen interesseer ik me voor dit genre."
Nu, tien jaar later, plukken velen anderen de volrijpe
vruchten van zijn gepionier; hij is niet meer alleen, zoals
hij zelf antwoordt op de vraag wat er in die tien jaar
veranderd is. "Het Nederlandstalige lied is een markt
geworden." En verrassend genoeg heeft hij zelf een belangrijk
aandeel van die markt in handen weten te houden. Alleen de lp
'Nacht en ontij' haalde
geen oplage van meer dan 25.000 exemplaren, alle andere (een
slordige tien in getal) gingen daar ruim overheen en 'Voor de
overlevenden', 'Vijf jaar hits', en
'Hoe sterk is de eenzame fietser'
kwamen zelfs dik boven de 50.000 uit, wat in Nederland wordt beloond
met platina. [...]
Toen jij bezig was in die periode van 'Voor de overlevenden',
was ook de tijd dat Armand populair werd. Heb je hem nog gekend?
[Boudewijn:] "Jazeker. Ik heb ook verschillende malen
samen met hem opgetreden in één programma... en we
werden trouw tegen elkaar uitgespeeld, vooral in Hitweek... De
redaktie was zeer pro Armand en zeer tegen mij, en dat werd
dan op gezette tijden doorgevoerd in de brievenrubriek waarin
de ene keer Armand en de andere keer ik werd uitgescholden. En
dat werd ook door de redaktie in stand gehouden... Ja, Armand
was de opstandige jongen..."
Wat vond jijzelf van wat hij deed?
"Ik vond het ontzettend jofel... maar ik was in die tijd nog
te veel in de sfeer van het intellektualisme... ik moest mooi
klinkende teksten hebben en die had Armand niet. Hij zong nog
net op rijm, maar dat was het dan ook wel. Voor mij was het geen
poëzie en dat was wat ik wilde voor mezelf. Maar diep in mijn
hart vond ik het goed wat Armand deed en zou ik willen dat ik het
kon, en dat het vanuit mijzelf óók op die manier kon.
Maar ik was te veel bezig met poëzie... als het maar mooi
klonk." [...]
Als je de platen die je tot nu toe gemaakt hebt op een rijtje
zet, en je plaatst ze een beetje in hun tijd, dan valt het op dat
de platen heel duidelijk de kenmerken van die tijd met zich
meedragen. Zoals 'Picknick' in
de flower power periode valt, en 'Voor de overlevenden' in de
tijd van de protestsong... en iemand anders suggereerde aan mij dat
in de tijd dat de fiets populair werd en zaken als milieubewustzijn,
kwam ook 'De eenzame fietser'
op de proppen. En het laatste is misschien wat al te ver gezocht,
maar na het Simplisme hou jij het op je laatste elpee [Waar ik
woon en wie ik ben] ook maar simpel...
[Boudewijn:] "Ja, het Simplisme, ha ha... nee, het
Simplisme heeft er niets mee te maken. Ik ben niet heer Groot."
Maar meer algemeen gesproken ben je toch behoorlijk... en dat
kun je dan achteraf zeggen, het is nog de vraag of je dat bewust
gedaan hebt... ben je toch behoorlijk trendbewust geweest.
[Boudewijn:] "Alleen bij
'Picknick' is dat
vantevoren helemaal zo bedoeld, maar bij de rest was het niet
inhaken op een trend... alleen die protestsongs zijn uiteraard
geschreven in de pre flower power tijd, in de provotijd, dus
uiteraard beïnvloed door een heel wereldprotest... dus wat
dat betreft ook geschreven naar aanleiding van een trend... Maar
behalve die twee is de rest uitsluitend spontaan gekomen en is
er niet bewust ingehaakt op een rage... En die
'Eenzame fietser' heeft verder ook niets met milieu te maken."
DILBEEK/SCHIEDAM - "Jouw armen, liefste, zijn niet om te
slaan. Je moet je handen niet tot vuisten maken..." Zacht,
bijna fluisterend devoot, zingt de zaal de woorden mee. De
voorzanger, het donkere lange haar getekend
door enkele flarden grijs, begeleidt op de akoestische gitaar.
Boudewijn de
Groot is terug.
Hoeveel jaar is het geleden dat Boudewijn dit beneden alle peil
voor het eerst zong? Vijftien jaar misschien?
Beneden alle peil, waarvoor Lennaert
Nijgh de tekst schreef, staat op de langspeelplaat
Voor de overlevenden. Boudewijn, in een rood geruit jasje, staart
op de hoes peinzend de wereld in.
Er was geen festival of chansonavond, of Boudewijn was de
bejubelde zanger. In regelmatig tempo verschenen nu succesvolle
singles en nog meer inslaande L.P.'s, waarvan 'Voor de overlevenden'
waarschijnlijk het meest geliefd is. Deze en
'Hoe sterk is de eenzame fietser'
werden bekroond met platina en diamant; de rest bracht het "slechts"
tot goud.
Het begon met de debuutsingle 'Strand',
die insloeg als een bom; men herkende Boudewijn's talent, stijl en
voordracht en Lennaert's onmiskenbare vermogen tot het schrijven van
teksten. Dat ging zelfs zo ver dat na het verschijnen van de eerste LP
'Apocalyps' de Amsterdamse
uitgeverij Bezige Bij belangstelling toonde en bij de tweede LP 'Voor
de Overlevenden' een boekje uitbracht, waarin
alle teksten waren opgenomen. [...]
Boudewijn: "'Hoe sterk is de eenzame fietser' was een plaat die
aan de ene kant muziek bevatte waar ik met 'Voor de Overlevenden' en
'Picknick' mee bezig was en aan de
andere kant muziek, waarmee ik verder wilde gaan."
Precies twintig jaar geleden maakte Lennaert Nijgh, via het
melancholieke gezang van Boudewijn de Groot, zijn
Testament op. Voor ons,
Voor de Overlevenden beschreef hij zijn gesjochten
relaties, opdat wij het beter zouden doen. Maar ook hield hij ons
voor: Er komen betere tijden. Het
is nu zomer 1985. Nijgh is inmiddels de 40 gepasseerd en is nog
altijd non-konformist. In die hoedanigheid heeft hij zojuist de
tekst voor de rockopera Ik Jan Cremer afgerond: "Het
wordt een miljoenenprojekt. En of Cremer nu al of niet loodrecht
op mijn verleden staat, maakt me niets
uit."[...]
"[...] 'Voor de overlevenden', de
elpee waarvan er na 1965 duizenden werden verkocht, was niets
anders dan een sublimatie van mijn eerste grote verloren liefde.
Maar verdriet, evenals woede en angst, laat zich nu eenmaal het
diepst in mijn moeders taal uitdrukken. En dat mag ik dan best
Verdronken Vlinder noemen. Ons
succes is eigenlijk heel simpel te verklaren: Boudewijn en ik wisten
gevoelige zaken de juiste naam te geven toen er maatschappelijke vraag
naar was. Vraag en aanbod bepalen de kulturele waarde. Dat heb je
onlangs aan Herman Brood en Doe Maar
gezien." [...]
[Lennaert:] Ik was ongelooflijk ambitieus; moest per se
wereldberoemd worden. tegelijkertijd leed ik onder een teloorgegane
liefde. Daar is uiteindelijk die elpee Voor de overlevenden uit
voortgekomen. Wanneer ik er nu op terugkijk - een man van veertig,
inmiddels - denk ik: wat ben ik toch een ouwe lul geworden; dat
allemaal tegelijkertijd: films, liedjes, allerlei persoonlijk
leed - alles liep door elkaar; alles ontstond tegelijkertijd. Ik zou
er veel voor over hebben om die energie, die power terug te krijgen.
Voor de overlevenden blijft overeind; die plaat is klassiek
geworden; kennelijk is het me toen gelukt om particulier verdriet
een algemeen geldende vorm te geven. Het was onze tweede elpee. Ik
was toen tweeëntwintig. Boudewijn en ik hebben voor het laatst
samengewerkt in '79. Het kan morgen weer gebeuren. Alleen, nu hebben
we niet meer de tijd mee. [...]
Haarlem heeft iets deftigs; deftig, in de oorspronkelijke zin van
het woord; voordat het gebruikt werd als bekakt, betekende het een niet
zo swingende integriteit; dat puur Hollandse is in Haarlem uitermate
gaaf bewaard gebleven.
In het begin waren mijn liedjes ook deftig; ik gebruikt graag
klassieke vormen; op Voor de overlevenden staan acrostichons,
rondelen; ook door de samenwerking met Boudewijn is het nooit
platvloers geworden - daardoor lagen onze wortels te veel in de
keurige middle class; elitair; Lenin was toch ook de zoon van een
landedelman; het was niet het grauw dat de Bastille bestormde; de
top van provo was ook afkomstig uit
keurige gezinnen. [...]
Astrid is later lesbisch geworden; ze drijft nu een kroeg in
Amsterdam; we hebben een broer-broer relatie ontwikkeld, kijken
terug op een gedeelde jeugd. Mijn tweede vrouw, die elf jaar
jonger was dan ik, heeft me op een gegeven ogenblik verlaten -
daar was ik behoorlijk kapot van; ziek.
Boudewijn zei toen tegen me: Misschien dat je hierdoor weer
wat moois schrijft. Maar zoiets als Voor de overlevenden komt maar
één keer in je leven voor. Je wordt ouder, en het gaat
allemaal niet gemakkelijker. Het gekke is: mijn scheppingsdrang trekt
zich niets aan van wat het baasje zoal doet. Ik schrijf maar door. Ik
heb altijd geschreven. Op mijn vijfde dicteerde ik mijn grootmoeder
wat ik verzon. Ik schreef dus al voordat ik kon schrijven. Ik voel me
nog steeds schrijver; ofschoon mijn medium - de grammofoonplaat -
voorgoed verdwenen lijkt. Nou ja, als het schip zinkt, zul je moeten
overstappen. God weet wat de toekomst me brengt. Ik ben er niet zo
optimistisch over. Toen mijn huidige vrouw - een zangeres - nog
muziekles gaf, heeft ze eens onderzocht hoe bepaalde liedteksten -
onder andere van mij - op haar leerlingetjes overkwamen. Wel, er
kwam bitter weinig over.
Wie met Lennaert praat over zijn teksten, die raakt als ooit
dat veelbezongen meisje loos, die gaat uit varen. Over de kabbelende
deining van zijn verwarrend bedrieglijke leven, scherend langs
filosofische klippen van Scylla en Charybdis, ijlend door mistbanken
die over het verleden van Boudewijn de Groot en ander Overlevenden
hangen. [...]
Aan boord fikt de kachel op basis van een verraderlijk brandbaar
mengsel en zet de wodka en de Beerenburg onze ingewanden in vuur en
vlam. Het verleden duikt telkens op of we willen of niet. De jaren
zestig, vroege jaren zeventig. De vrienden zonder wie je nog steeds
niet kunt. In die songtekst duiken de
namen op van het vriendenclubje van toen: Ramses, Boudewijn, Lennaert en...
[Lennaert:] "Jan Willem Schrofer. J.W.S. De huidige
directeur van de Academie voor Beeldende Kunst. Drs. Schrofer. Hij
woont in Heemstede, ik zie hem nog van tijd tot tijd terug. God,
wat zijn we veranderd. Zijn ouders hadden een gigantisch huis laten
bouwen in de Rietveld-stijl in Aerdenhout. De Berenklauw. Daar hebben
we die lange hete zomer, de zomer van ons eindexamen doorgebracht. Dat
zit achter die plaat (Picknick - red.),
dat was het oord waar we schreven."
"Ik zal je die foto's wel eens laten zien. Henk van der Meyden
zou er een moord voor doen. Foto's van situaties waar men probeerde
hoe groot de douchecel was door er met z'n allen naakt in te kruipen.
Jeroen, Herma, de hele bende, Ramses. Ach, die mooie tuin bij die
Berenklauw. Je had er sproeiers die gevoed werden uit de vijver
waarmee je van alles kon doen."
[Zonder vrienden kan ik niet staat op
Voor de overlevenden [LP stereo]. Het is dus niet
duidelijk of de redactie terecht naar de plaat
Picknick / De Tuin der Lusten verwijst.
DvE, 26-12-2001]
"Testament",
"Verdronken vlinder",
"Het land van Maas en Waal". Wie deze
liedjes kent, weet ook wie Boudewijn de Groot is, maar voor degenen
die hem nog niet kennen: hij was een van de belangrijkste zangers
van de jaren zestig en zeventig en maakte klassieke LP's als
"Voor de overlevenden", "Waar ik woon en wie ik ben" en
"Hoe sterk is de eenzame fietser".
directeur van de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in
Amsterdam
"Vanaf 1962 tot en met 1966 zat ik zomers lang met een groepje in
het huis van m'n ouders, De Berenklauw, in Aerdenhout. Daarbij zaten
Jeroen Krabbé met zijn vriendin en latere vrouw Herma, Rudolf
Lucieer, Boudewijn de Groot, Anneke Versteeg, Lennaert en ik. We waren
een heel creatief clubje dat heel diepgaande gesprekken voerde. We hadden
echt het idee dat wij de wereld anders gingen aanpakken. Wij wilden ons
de wereld eigen maken en vonden onszelf de laatste overlevenden. Een
plaat van Boudewijn heet daarom ook 'Voor de overlevenden'. De teksten op
die plaat zijn een exacte beschrijving van de sfeer van toen. Ik kon
altijd enorm genieten als ik zag hoe Lennaert aan het worstelen was met
z'n teksten die hij in De Berenklauw schreef. Toen ik in Rotterdam ging
studeren, heeft Lennaert mij regelmatig ellenlange brieven geschreven.
Een deel van die brieven is later opgenomen in zijn boek
'Tobias of de ontdekking van het masturbariaat'."
Een Nieuwe Herfst is de
titel van zijn net uitgekomen cd. Heimwee als rode draad? "Op deze plaat
zeker meer dan in m'n vorige albums. Voor de overlevenden was natuurlijk
ook een heimwee-plaat. Maar heimwee is niet de rode draad van mijn muziek,
althans niet bewust. Nostalgie is wel een essentiële factor van mijn
constitutie. Ik ben erg heimwee-gevoelig, erg verleden-gevoelig. Dat
speelt zeker mee bij het kiezen van de teksten en bij het componeren en
arrangeren van mijn muziek. Maar het is nooit de inzet van mijn repertoire."
Ook het derde project van 1996, een
live-uitvoering met de originele
orkestarrangementen van werk van albums als Voor de overlevenden,
was niet van te voren gepland. Vanavond (3 dec 1996) geeft de
52-jarige zanger een eenmalig concert in het Amsterdamse Paradiso, met
begeleiding van het Metropole Orkest en een grote groep bevriende
muzikanten, onder wie Henny Vrienten, Jan Rot en Elly Nieman.
Hoewel hij zijn carrière begon als zanger van cabaret-achtige
akoestische liedjes werd een groot deel van zijn songs vanaf zijn
eerste hit Een meisje van zestien (1965)
regelmatig voorzien van orkestarrangementen. 'Heel sporadisch'
had De Groot wel eens iets met een groot orkest
gedaan. 'Vroeger met het Grand Gala Du Disc bijvoorbeeld,
maar dat waren altijd maar een of twee nummers. Het was al
heel lang een wens van mij om de arrangementen van Bert Paige,
zoals die op de plaat staan, live uit te voeren. Maar ik ben
niet iemand die Ahoy vult. En optreden met een groot orkest is
erg duur. Maar nu deed de gelegenheid zich voor.
Bekendste nummer van Voor de overlevenden is
Het Land van Maas en Waal, dat met
zijn feestelijke orkestratie en surrealistische tekst een van de
klassiekers is uit het Nederlandse poprepertoire.
[Bespreking Boudewijn de Groot in Paradiso]
Het idee met een orkest werd geboren omdat de ingewikkelde
arrangementen van platen als 'Voor de overlevenden' (1966) en
'Nacht en ontij' (1968) nog
nooit in hun volle glorie op het podium waren uitgevoerd.
Dertig jaar geleden had ik een vriendin. Ik had haar min of meer
op mijn dak gestuurd gekregen door een vriend, die haar had helpen
vluchten in het Midden-Europese land waar ze vandaan kwam. Ik was ook
niet háár eerste keus. Het leven met een halve hippie,
die zich in leven hield met uitzendbaantjes, in afwachting van een
kans in de journalistiek, was niet haar idee van een kapitalistische
zegening.
Daarom maakte ze het op een avond uit. De volgende dag kwam ze
erop terug. Vergeefse moeite. Ik was tot de conclusie gekomen dat een
gebroken hart dat zich in één nacht had laten helen door
'Voor De Overlevenden' van Boudewijn de Groot onmogelijk het resultaat
kon zijn van de verloren liefde van mijn leven.
Boudewijn de Groot moet hartelijk lachen om mijn verhaal. Lachen,
ergens tussen verlegen en schamper in, is toch al zijn favoriete manier
om een compliment te aanvaarden. Geen wonder dat het afweermechanisme
nagenoeg is geperfectioneerd; Boudewijn de Groot heeft in zijn leven
meer complimenten gekregen dan bijna iedereen van zijn leeftijd (52).
EMMEN - De roodzwart geblokte jas die hij dertig jaar droeg op
de hoes van 'Voor de Overlevenden' hing hij aan een wand van het decor.
Of we dat toch wel hebben gezien, vraagt Boudewijn de Groot na het
slotapplaus aan zijn publiek in Theater De Muzeval in Emmen, waar
zijn nieuwe theatertour
woensdagavond begon. Vervolgens begint hij aan een blokje
toegiftjes, waaronder ook liedjes van die vermaarde
grammofoonplaat, zoals 'Testament',
'Verdronken vlinder' en
'Het Land van Maas en Waal'. Fans
zingen de nummers hardop mee en op dat moment krijgt de avond zijn
onvermijdelijke nostalgisch tintje. Toch is de gote kracht van dit
theaterconcert juist dat de hoge kwaliteit van het afwisselend
geheel het gemakkelijk wint van die goede herinneringen aan
dat vroegere repertoire.
[Bespreking van Nieuwe Herfst Tournee: Gent (B)]
Boudewijn De Groot speelde met zijn band die veelvuldig van instrumenten
ruilde en wisselde een set met oude nummers, maar waar ook het recentste
album Een nieuwe herfst duidelijk
aanwezig was. Voor het eerste nummer verscheen hij alleen op het podium,
en zong Babylon begeleid door strijkers die
zich ofwel achter het podium verstopt zaten ofwel gewoon op band stonden.
Het zal wel het laatste geweest zijn. Na dat eerste nummer wees hij ook
op de symboliek die in het decor verwerkt zat, aan de muur hing immers
het rood-zwart geblokte hemd van de hoes van Voor de overlevenden en wat
verder de gitaar-koffer die op de hoes van
Een nieuwe herfst te zien valt.
[Boudewijn:] Het idee om met groot orkest in het Amsterdamse
Paradiso te gaan staan is niet uit
hoogmoed geboren, maar uit pure noodzaak. Tijdens een voorbespreking
voor de serie "Classic Albums",
geproduceerd door Daniëls TV en uitgezonden door NCRV, werd me
de vraag gesteld of ik een paar stukken van de elpee "Voor de
overlevenden" live en in de oorspronkelijke bezetting zou kunnen
uitvoeren. Het bleek een soort rode draad van die serie te zijn. Ik zei
dat ik dat wel wilde, maar dat een groot deel van die oorspronkelijke
bezetting inmiddels was overleden of niet meer te achterhalen. Op de
plaat staat tenslotte een groot orkest en arrangeur Bert Paige, die
helaas ook niet meer tot de overlevenden behoort, had daar enthousiast
gebruik van gemaakt. Mijn allereerste voorwaarde was dat de originele
arrangementen van Bert Paige gespeeld zou worden. Het concert moest
een soort hommage aan hem worden. Drie jaar geleden, toen ik vijftig
jaar mens en dertig jaar zanger was, had ik al het plan opgevat dit
te vieren met een groot eenmalig optreden, begeleid door een groot
orkest en met uitsluitend nummers die ooit waren gearrangeerd door
Bert. Het probleem was dat de arrangementen niet meer als partituren
bestonden: bij een grote schoonmaak had "men" alles bij het grof vuil
neergezet. Een te krap budget, omdat het minutieus kopiëren van
arrangementen vanaf een plaat een soort monnikenwerk is en dus een
kostbare grap, was er dus de voornaamste oorzaak van dat het plan
niet doorging. Een hommage zou er wel nooit van komen.
Op mijn eerste elpee staan
nog maar een paar arrangementen, zoals van
"Welterusten, mijnheer de President",
"Apocalyps",
"De dagen zijn geteld". Op "Voor de
overlevenden" pakte Bert in volle glorie uit en stapte daarmee op
een voetstuk waar niemand hem tot op heden van af heeft kunnen stoten.
Of het nu voor vier instrumenten was of voor veertig, het maakte hem
niet uit. Hij luisterde naar een liedje en naar wat
Tony Vos (in die tijd mijn producer)
en ik erover te zeggen hadden; hij hoorde de tekst en de muziek,
begreep wat er moest gebeuren en bedacht vervolgens feilloos een
wonderschone begeleiding. De meeste liedjes heb ik maar
één keer met zijn arrangement kunnen zingen: in de
studio tijdens de plaatopname. Daarom was het voorstel om een
concert in Paradiso te doen een
geschenk uit de hemel.
Uiteindelijk is het optreden meer geworden dan alleen maar het
nog eens live en 'in de oorspronkelijke bezetting' uitvoeren van
een aantal stukken van de Overlevenden-plaat. Er zijn nummers van
andere elpees bijgekomen, er zijn zelfs in een enkel geval wat extra
instrumenten toegevoegd aan die oorspronkelijke Paige-arrangementen,
op nadrukkelijk verzoek van orkestleider Dick Bakker, om optimaal
gebruik te maken van het orkest daar waar een lied dat beetje extra
nog wel kon hebben. Maar het talent en vernuft en de bezieling van
Bert Paige zijn overal hoorbaar. De
Belgische arrangeur Marcel Peeters heeft zich waargemaakt
als "de monnik" en alle details die Paige in zijn arrangementen
had gestopt feilloos gehoord en
opgeschreven. [...]
[Lennaert] heeft me teksten gegeven die weer gaan over een
onbereikbare liefde, zoals ooit het geval was bij "Voor de
overlevenden", en die Haarlem als decor hebben. En net als vroeger
was het schrijven van muziek bij die teksten een fluitje van een cent.
Een nummer als "De Roos" was binnen een
kwartier klaar en is een van de allermooiste geworden die we ooit
hebben geschreven. In "De Rover" hoor je
de Haarlemse
Damiaatjes, kleine klokjes die boven in de St. Bavo hangen en iedere
avond tussen negen en halftien hun monotone, melancholieke melodietje van
twee tonen laten horen. En zo schemert Lennaert als een soort sub-ego
door de hele voorstelling heen.
Er kwam een lp Apocalyps
gevolgd door Voor de Overlevenden, waarop de legendarische hit
Het land van Maas en Waal stond.
Voor de Overlevenden klonk prachtig, ook door de unieke
arrangementen van Bert Paige. De naam van Boudewijn de Groot was
gevestigd! [...]
Toen al kreeg hij voor 'Voor de overlevenden' zijn eerste Edison. Er
kwamen nieuwe platen. [...]
Totdat Boudewijn op een dag besloot, na zijn eerste kennismaking met
Los Angeles voor het mixen van zijn plaat
Voor de Overlevenden
na zijn plaat Van een Afstand -
de titel zegt het al - opnieuw uit te wijken naar Amerika.
[Wim: Ach Henk, nou ga je toch wel heel erg de fout in. Voor de
overlevenden is van 1966 en we zitten al ver in de jaren 70 met je
verhaal.]
Met Meisje van zestien maakte
Boudewijn de Groot zijn definitieve doorbraak. Hij was te zien op alle
belangrijke festivals in Nederland en Vlaanderen en in een gestaag tempo
verscheen de ene na de andere hitsingle en elpee.
Voor de Overlevenden en
Vijf jaar Hits brachten
het maar liefst tot platina en diamant. Andere platen werden bekroond
met goud. Nadat hij in 1968 was uitgeroepen tot Nederlands populairste
zanger, trok hij zich een aantal jaren terug uit de 'showbusiness'.
Boudy is Bo is Boudewijn. Al vijfendertig jaar, met de nodige
onderbrekingen, vormen Boudewijn de Groot en Lennaert
Nijgh een gouden koppel. Het begon met singles als
Strand,
Meisje van 16 en
Welterusten mijnheer de president.
Toen kwamen LP's als Voor de overlevenden en
Picknick, en
een paar jaar geleden de cd
Een nieuwe herfst.
[Lennaert:] "Die [Filmacademie] opleiding, destijds
voornamelijk tot werkloze, hebben we nooit in de praktijk kunnen brengen,
omdat het succes van Bo's eerste elpee,
waarvoor ik de teksten had geschreven, ons volkomen verraste. En bij de
volgende, 'Voor de Overlevenden', ging het dak helemaal van het huis. Ik
kon het niet geloven: dubbel platina, zoals het heette, voor een
liederencyclus over onbereikbare liefde? Ik had het al onvoorstelbaar
gevonden dat Bo begreep waar ik het over had!"