- transcriptie: Wim
LIESBETH LIST
Liesbeth List wordt als Elisabeth Driessen geboren op 12
december 1941 in
een gevangenenkamp in Bandung, Indonesië. Na de
bevrijding wordt het gezin herenigd, maar haar moeder
overleeft de ontberingen van het kamp niet en overlijdt in
1945. Zij en haar vader gaan terug naar Nederland, waar haar
vader met een andere vrouw trouwt, die echter niet goed met
Elly - zoals Liesbeth genoemd wordt - op kan schieten.
Als ze zeven is, gaat de familie Driessen op vakantie naar
Vlieland. Op de
boot hoort haar stiefmoeder bij toeval een dame over adoptie
praten met haar buurvrouw. De volgende dag heeft ze deze
mevrouw List opgezocht en haar gevraagd of haar
stiefdochter bij haar mag blijven. Eigenlijk wilde de
Vlielandse vuurtorenwachter en zijn vrouw een baby hebben,
maar toen ze Liesbeth zagen, zeiden ze meteen: Jij hoort bij
ons. En werd ze ook meteen Liesbeth genoemd.
Zelf zegt ze over die tijd in de HP/De Tijd: "Ik kreeg een
andere naam, een ander huis en andere ouders, en dat is mijn
redding geweest, al heb ik dat lang niet begrepen. Mijn vader
en zijn vrouw zijn geëmigreerd naar Zuid-Afrika, en hun
kinderen zijn allemaal slecht terechtgekomen: alcoholisme,
stukgelopen carrières, mislukte huwelijken,
tienerzwangerschappen... Mijn stiefmoeder was gek geworden
door de oorlog, ze zag demonen en is later gestorven in haar
eigen vuil. Mijn vader zag dat en heeft mij voor haar behoed
door mij weg te geven. Dat was een heldendaad, al heeft het me
tot mijn 35ste gekost om daar achter te komen."
Als kind wijdt ze zich graag aan haar hobbies tekenen,
literatuur en muziek. Ze bezoekt de HBS in Harlingen waar ze
tijdens een voorstelling Franse liedjes zingt in een nagemaakt
Parijs café. De Harlinger Courant is vol lof.
Aan het begin van de jaren 60 gaat Liesbeth List naar
Amsterdam om daar een opleiding te volgen aan de
modevakschool. Die studie is geen succes. Ze neemt een baantje
als secretaresse en volgt zanglessen van de even
vermaarde als gevreesde Bep Ogterop. Dit in combinatie met
haar basiskennis van het Franse chanson doet List kiezen voor
een zangcarrière.
Dan gaat het snel. Via het AVRO tv-programma Nieuwe Oogst komt
ze in de
Rob de Nijs Show terecht. Kort daarna
ontmoet
ze Ramses Shaffy en treedt toe tot diens ensemble. "Ik hoefde
maar een half liedje te zingen, toen was ik aangenomen." De
samenwerking is een succes en zal dat, met tussenpozen, tot in
de jaren tachtig blijven. Jarenlang trekken de showprogramma's
Shaffy Chantant en Shaffy Chantate volle zalen. Los daarvan is
List in 1965 zeer succesvol op het Knokkefestival. Regelmatig
loopt ze tegen
de juiste mensen aan. Na een ontmoeting met Mikis Theodorakis
neemt ze 'Liesbeth List zingt Theodorakis' op, met daarop de
Mauthausen-liederen en liedjes uit Brendan Behan's De
Gijzelaar.
In 1968 is ze het middelpunt van een tv-programma van Bob
Rooyens, die daarmee de persprijs krijgt van het prestigieuze
Gouden Roos Festival van Montreux.
In 1969 interpreteert ze het werk van Jacques Brel en neemt ze
Pastorale op, waarop een aantal liedjes van het duo
Nijgh/De Groot. Internationaal
georiënteerd werkt ze in 1972 samen met Rod McKuen en
Charles Aznavour. List's commerciële en artistieke
hoogtepunt ligt in de periode tussen 1969 en 1974, een tijd
waarin ze regelmatig de hitparade haalt, een
Edison ontvangt, eigen tv-shows heeft en buitenlandse tournees
maakt. Op haar albums toont
'La List' zich als het Nederlandse antwoord op
chansonnières als Juliette Greco en Barbara.
Ze trouwt met de schrijver Cees Nooteboom, die voor haar
vertalingen maakt en enkele platen produceert. In die tijd
ontdoet List
zich van haar frustraties en schuldcomplex die ze opgelopen
heeft in de kleine gemeenschap van Vlieland. Ze kan dan op
eigen benen staan en gaat bij Nooteboom weg. Achteraf zegt ze
dat ze de vuile was van dit huwelijk niet buiten wil hangen
omdat dat Nootebooms carrière zou kunnen schaden.
Ze treedt eind jaren 70 opnieuw in het huwelijk, met de
gewezen restaurateur Rob
Braaksma, en krijgt op haar 41ste een dochter, Elisah.
Ook als actrice weet List naam te maken. Ze speelt een rol in
de films 'De liefdeswacht' en "Mysteries' en staat in 1979
voor het eerst op de planken in het
stuk 'Bedden', samen met Dimitri Frenkel Frank
met wie ze ook enkele tv-programma's gemaakt heeft. In 1985
heeft ze een rol in Yvonne Keuls 'Jan
Rap en z'n maat'. Met Gerrie van der Klei zijn er plannen voor
een dertiendelige tv-show voor de KRO, maar daar worden
slechts proefopnames voor gemaakt.
Hoewel List jarenlang zonder platencontract zit, blijft ze
volop toeren, met solo-programma's, samen met Ramses, of in
producties als Musica 78, waarin ze samenwerkt met onder meer
Thijs van Leer, Toots Thielemans en Louis van Dijk.
Een breuk met haar vriend Ramses Shaffy volgt als deze
te veel in beslag genomen wordt door drank en pillen. Een
gezamenlijke voorstelling in Arnhem moet afgezegd worden omdat
Ramses niet in staat is op het podium te staan. Als Shaffy een
tijd in een ziekenhuis heeft gelegen en drooggelegd is, wordt
de band hersteld.
In 1987 vormt ze het
middelpunt van het ter gelegenheid van haar 25-jarig artiesten
jubileum uitgezonden tv-programma 'Een kwart eeuw kleinkunst'.
Twee jaar later maakt ze, voor het eerst sinds jaren, een
sobere en succesvolle tour de chant.
In 1991 hangt La List de harp aan de wilgen. De recensies over
haar one-woman-show zijn zeer negatief: List een waakvlam.
Vuurtoren gedoofd. Liesbeth List een braakmiddel.
Teleurgesteld trekt de zangeres zich terug van het podium.
In 1994 komt de zangeres weer helemaal terug
als ze samen gaat werken met de Arnhemse zanger Frank Boeijen.
Deze schrijft teksten voor haar, componeert en produceert de
cd 'Liesbeth List', die in september 1994 uitkomt. Ze krijgt
er een Edison voor.
Ook de volgende CD, 'Noach', wordt goed ontvangen. Als Boeijen
naar India afreist om zich te bezinnen, maakt Liesbeth List
een toernee met zijn begeleidingsgroep. Unaniem lovende
recensies over haar theaterprogramma Noach in het seizoen
1995/1996 zijn haar deel. In 1996 ontvangt ze voor haar gehele
oeuvre de Visser-Neerlandiaprijs. In dat jaar ook verlaat ze
Amsterdam en gaat in Hilversum wonen.
Een ander avontuur loopt minder florissant af. La List speelt
in 1997 een sloerie in de musical 'Eindeloos!', die in
tegenstelling tot de titel doet vermoeden een voortijdige dood
sterft omdat de belangstelling ervoor tegenvalt.
Een nieuwe toernee vangt eind 1998 aan en in het voorjaar van
1999 verschijnt een nieuwe CD. En weer
trekt het toneel. Liesbeth List speelt vol verve de
rol van Edith Piaf in een musical over deze Franse
zangeres.
Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09 |
|
|