bron: CD-boekje Klein ritueel
transcriptie: Daniël

De belleman

Langs de straten zwerft een melodie,
een deuntje vol melancholie,
dat vruchteloos aan deuren klopt
en bij elk venster even stopt.
Maar niemand luistert en het lijkt
of het liedje nooit een mens bereikt.
Daar komt de belleman
met zijn schellen an,
met zijn trommel op zijn rug.
Dan weer langzaam, dan weer vlug
gaat hij verder door de straat.
Geen deur die voor hem opengaat.
Hij is maar een komediant,
een onbegrepen hoempaklant,
met zijn zotskap en zijn fluit
en zijn rinkelend geluid,
verdwaald op aarde en berooid.
Naar de sterren kan hij nooit.
Die ouwe belleman,
met zijn schellen an,
met zijn tom-tom-tamboerijn
en zijn pak van bombazijn,
gaat hij verder door een wijk
die hem uitspuwt in het slijk.
De mensen hier doen aan cultuur,
als uiting van hoogconjunctuur.
Dat zijn ze aan zichzelf verplicht,
daarom blijft elke deur hier dicht.
Zo'n ordinaire muzikant
valt onherroepelijk door de mand.
Die ouwe belleman
met zijn schellen an,
hij weet niets van jazz of Bach
of wat van de mode mag.
Hij speelt alleen van hoempapa
en zelfs geen hond loopt hem daar na.
In de arme wijken van de stad,
waar men voor de kunst nooit centen had,
daar speelt de oude belleman
en alle kinderen dansen dan.
Al geeft ook hier geen mens hem geld,
hij voelt zich een theaterheld.
Die ouwe belleman
met zijn schellen an,
met zijn stenen rommelpot,
rondedansend als een zot.
Zo zien de arme mensen daar
pas wat hij is: een kunstenaar.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email