| Gegenereerd door |
 |
Met de noordooster varen wij,
Daveren en Kales voorbij,
langs Pleimuiden moeten we zeilen
en langs zo menige klip of strand.
Zesendertighonderd mijlen,
eerdat wij zijn in het apenland,
zesendertighonderd mijlen,
eerdat wij zijn in het apenland.
Wanneer wij dan zijn opgelaveerd,
het eiland Ambrozius zijn gepasseerd,
ziet, wat wordt er ons dan geschonken,
man voor man een pintje wijn.
Vrolijk, wij zijn er nog lange niet dronken,
tot dat we in de Batavia zijn!
Vrolijk, wij zijn er nog lange niet dronken,
tot dat we in de Batavia zijn!
Van de Linie tot aan de Kaap
slachten wij zo menig schaap,
moeten aan land om water te halen,
daar dat vlug bederven zal.
Janmaat moet alles ten duurste betalen,
Janmaat krijgt weinig of niemendal,
Janmaat moet alles ten duurste betalen,
Janmaat krijgt weinig of niemendal!
Adieu mijn vader en moeder en al,
zusters en broeders al in het getal,
adieu mijn vrienden en welbeminden,
tot dat ik weldra komen zal.
Vrolijk, wat zullen we dansen en springen,
roepen: ons scheepje is weer aan wal!
Vrolijk, wat zullen we dansen en springen,
roepen: ons scheepje is weer aan wal!
Zo roepen wij,
zo roepen wij,
viva het matrozenleven!
Wij zullen elkander de hand maar geven!
Sterf ik dan op zee, 't is beter dan te land,
viva het matrozenleven in ons Nederland!
Sterf ik dan op zee, 't is beter dan te land,
viva het matrozenleven in ons Nederland!
Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.
|
|