bron: inlegvel In het teken van de ram [LP]
transcriptie: Daniël

Alleen is maar alleen

Hij loopt langs de grachten
van donker Amsterdam,
geen mens om mee te praten,
hij heeft zoveel verlaten
en hij gaat nergens heen
Alleen is maar alleen.

Hij slentert over 't oude plein,
de toren slaat het halve uur
en in de verte lokt de schijn
van 't rode licht van avontuur.
Een meisje wenkt hem: kom er in,
en hij blijft staan, kijkt even op,
dan loopt hij door, hij heeft geen zin
in haar berekenende kop.
Toch aarzelt hij bij elke ruit,
een vrouw kan mooi zijn in dit licht,
toch zoekt hij niet de mooiste uit,
maar eentje met een lief gezicht -
ze lijkt op haar....

Hij krijgt geen liefde voor zijn geld,
maar wel de schijn van een moment
van tederheid, dat dubbel telt
wanneer je altijd eenzaam bent
en ze is echt en naakt en warm,
ze fluistert: lieverd, kom en blijf...
hij streelt de holte van haar arm
en zoekt beschutting bij haar lijf.
Heel even, met zijn ogen dicht,
denkt hij weer terug te zijn bij háár...
dan kijkt hij op: een vreemd gezicht -
het is niet waar....

De lucht wordt blauw als porcelein,
het laatste rode licht gaat uit
bij 't fluiten van de eerste trein,
als ze de deur achter hem sluit.
Daar staat hij op de stille gracht,
verdwaasd en suf en dichtgeklapt,
en zonder dekking van de nacht
voelt hij zich weerloos en betrapt.
Dan loopt hij verder en hij gaat
een hoek om, hij weet niet waarheen,
door weer een andere stille straat
en voelt zich nou meer alleen -
en zonder haar....

Hij loopt langs de grachten
van donker Amsterdam,
geen mens om mee te praten,
hij heeft zoveel verlaten
en hij gaat nergens heen
Alleen is maar alleen.


Teksten op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email