- bron: http://www.haarlemsdagblad.nl
Zoals ik u verleden week heb beloofd: nog meer nautische narigheid a/b
van het goede schip Jonge Jacob, voorheen UK 114.
Wegens de zorgwekkende toestand van mijn reusachtige huiskat Meneer ben
ik dit jaar voor het eerst in mijn zeemansloopbaan niet verder gekomen
dan de jachthaven van IJmuiden en in de vorige column riep ik het beeld
op van de schipper, in een lederen fauteuil op de jachtclub gezeten,
somber het zeegat uitstarend.
Het was achteraf gezien puur masochisme, deze hele onderneming. Ik werd
voortdurend verscheurd tussen het verlangen om de trossen los te gooien
en even een stukje langs de kust te gaan varen, heel even maar, richting
Zandvoort. Tegelijkertijd wist ik zeker dat mijn blik dan om de haverklap
westwaarts zou gaan. Engelandwaarts, liever gezegd. En dan zou ik over
dát onvervulde verlangen weer hevig gaan tobben. Om bij terugkeer in
Seaport Marina mijn plekje bezet te vinden, want zoals altijd in
augustus zijn ze daar dan bezig met voorbereidingen voor de natte HISWA,
wat veel gesleep met drijvende steigers en ander gedoe veroorzaakt.
Met mijn mobieltje belde ik de bemanning, te weten Maat Sparks op, die
bij Zeezicht bleek te zitten, net aan de andere kant van het duin voor
de jachtclub. Er hoste een Braziliaanse blotebillenband over de Kennemer
Boulevard, zowel blanke als zwarte bibsen tellend. Sparks kreeg ze net
in het oog en slikte bijna zijn telefoontje in van opwinding.
'Ga maar lekker meedoen, jongen!' zei ik vaderlijk en gaf me opnieuw
over aan mijn treurigheid. In de hemel zwierden en zwaaiden allerlei
fantastische vliegers rond. Ook dat is IJmuiden.
Alweer: wat viel er nu eigenlijk te klagen?
's Avonds gingen we stappen in IJmuiden. In het échte IJmuiden bedoel
ik, aan de voet van de vuurtoren. Naar het prettige café Bellevue.
Naar het nog véél prettiger café De Logger. Visjes eten bij Henk Schoorl.
En wederom: veel zuchten en smachten van de schipper, die zich alle
keren herinnerde dat het goede schip hier in de échte haven lag, lang
voordat Seaport Marina was aangelegd. De delicate geur van rotte vis,
teer, het eeuwige gekrijs en geschater van de meeuwen. Ook dat is
IJmuiden. IJmuiden, waar ik van hou.
'Varen is steeds afscheid nemen, onderweg zijn voor altijd'.
'Wat zeg je nou?' vroeg Maat Sparks, terwijl we door de
Middenhavenstraat liepen, de avondzon en de lange rode vuurtoren
tegemoet.
'O niks. Een regel uit een liedje,' mompelde ik en snoot toeterend mijn
neus.
Zo vlogen de vijf dagen van dit kortste aller vaarseizoenen om, een
mengsel van bitter zout en bitterzoet.
Ik zal u niet vervelen met wéér een citaat uit mijn logboek. De
terugtocht naar Spaarndam duurde iets langer dan de heenreis. Alle
bruggen functioneerden ditmaal naar behoren. Alweer: niets te
klagen.
De werkelijke droefenis kwam twee weken later, thuis door de
brievenbus.
Een rouwkaart. Uit Urk. De jonge Jacob was overleden. Jacob Woord, De
naamgever van mijn goede schip.
'Na een leven vol zorg en aandacht voor allen die hem dierbaar waren,
nam onze Hemelse Vader tot Zich, Zijn moegestreden kind...'
Zoals het op Urk betaamt heeft de begrafenis ('D.V.') inmiddels
plaatsgevonden na een dienst van Woord en Gebed in de gereformeerde
Bethelkerk.
Mijn gedachte gaan terug naar die warme dag in augustus 1969, toen
Astrid en ik het oude kottertje in een hoekje van de haven zagen liggen
en er meteen verliefd op werden. En naar die nog warmere augustusdag
van verleden jaar, toen ik weer in de Urker haven lag, toevallig met
Astrid aan boord. De inmiddels in een rolstoel zittende, niet meer tot
spreken bekwame, maar wel tot tranen geroerde Jacob, die nog één
keer zijn vaders scheepje heeft mogen zien.
Ik heb er een foto van, gelukkig. Daar is op te zien dat ik toen zelf
ook een ernstig brok in mijn keel trachtte weg te slikken.
Jacob Woord is 67 jaar geworden. Visserman was en is nog altijd een
zwaar beroep.
Eigenlijk vind ik dat ik me enorm moet schamen met al mijn romantische
larie en dichterlijk zelfmedelijden.
Het seizoen 2002 laat een bittere, niet met Beerenburg weg te spoelen
smaak achter.
Volgend jaar beter, besluit ik. Deo Volente.
11 sep 2002
© Copyright 2002 Haarlems Dagblad. Alle rechten voorbehouden
Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.