bron: http://www.haarlemsdagblad.nl

Logboekje

Wat is er van mijn grootse vakantieplannen terechtgekomen? Ik zou, weet u nog wel, met mijn boot een tocht naar Engeland gemaakt hebben. Om u daar vervolgens in deze krant in geuren en kleuren van te verhalen.

'IOURNAEL ofte Gedenckwaerdige beschrijvinghe van de Merckwaerdiche Reyse van tGoede Schip genaempt JONGHE JACOB. Begrijpende veel wonderlijcke ende Gevaerlijcke saecken ons daer in wedervaren'. Of iets dergelijks. Maar het logboek aan boord blijkt bij uitwerking nauwelijks één A4-tje te beslaan.

Ik ben niet verder gekomen dan IJmuiden. Weliswaar een stukje in de goede richting, maar daar is het bij gebleven. Goed, het is mijn eigen weloverwogen keuze geweest - ik wilde mijn reusachtige, maar uitermate hulpbehoevende huiskat Meneer niet lang in de steek laten.

Zuchtend bekijk ik de schaarse nautische aantekeningen. Het reisverslag lijkt achteraf nog veel minder dan het is. Maar ik heb door de jaren heen mijn logboeken nooit opgeleukt met lollige mededelingen in de trant van 'de schipper heden dronken' of zoiets. Dus vul ik de karige gegevens maar een beetje met persoonlijke indrukken aan:

' - donderdag 8 augustus -

10:00 - a/b met Maat Sparks. wind var. [f-endremove] 3 Bf. 20ø wisselend bewolkt

10:45 - vertrek Rietpol

11:00 - in de sluis Spaarndam

11:20 - uit de sluis

12:00 - door brug A9'

Niet erg opwindend, dus. En ook niet bepaald flitsend snel. Toch wachtte meteen na het passeren van de hoge verkeersbrug over Zijkanaal C al het malheur. Op kanaal 18 van de marifoon ving ik het woord 'onderhoudsmonteur' op. Ja hoor, de splinternieuwe, op afstand bediende brug bij Buitenhuizen deed het niet en ze wisten niet hoelang het ging duren. En ik kan tussen de bruggen met mijn oude viskotter nergens goed aanleggen, zeker niet temidden van een vloot ranke plezierjachtjes. Maat Sparks huppelde intussen als een jong veulen het dek op en neer, zich nergens van bewust. 'Hoera! Varen! Naar Zee!' Zalig zijn de kinderlijken van geest, bedacht ik vloekend. Door de kijker speurde ik naar het bekende wagentje van de technische dienst, maar er was niks te zien. Waarschijnlijk was het de software van de brug. O, heerlijke technische vooruitgang!

Toch geschiedde er ineens een wonder:

'12:20 - door brug Buitenhuizen

13:10 - IJmuiden Kleine Sluis

13:18 - geschut

13:40 - Seaport Marina gemeerd.'

Nou, tot zover de heenreis. Op de fiets had het sneller gekund. Maar afgezien van het stukje Noordzeekanaal op volle kracht: ik heb er ook wel eens veel langer over gedaan omdat hetzij de sluis in IJmuiden even geen zin in mij had, hetzij de douane juist wel. Zin om de kleur van mijn gasolie te inspecteren, bedoel ik. Dus wat viel er eigenlijk te klagen?

Aan de loswal voor de sluis lag de 'Duyfken'. Die in Nieuw-Zeeland gebouwde replica van een kleine Oostindiëvaarder. Net zo lang als mijn goede schip, stelde ik vast. Goeiegod, wat een romantiek. Geen wonder dat de crew tijdens het overzeilen naar hier doodziek schijnt te zijn geweest. In de échte zeventiende eeuw kwamen ze meestal niet eens levend aan - of ze kwamen helemaal niet aan.

Dus nogmaals: wat viel er voor mij te klagen?

Na aankomst zat ik in een lederen chesterfield in de jachtclub en staarde somber tussen de pieren door. Waarom hier gestrand? Waarom niet het zeegat uit? Mijn telefoontje piepte in mijn binnenzak. Het thuisfront met berichten aangaande Meneer. Het oude mannetje maakte het goed. Ik hoorde ineens in gedachten mijn moeders stem: 'O, godzijdank!' In het westen zakte de zon langzaam naar een einder vol weemoed.

(Wordt vervolgd)

11 sep 2002


 © Copyright 2002 Haarlems Dagblad. Alle rechten voorbehouden

Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.




Gegenereerd door DVEGEN 3.2 op 2004-10-09
email