- bron: http://www.haarlemsdagblad.nl
Verdrietige afdeling: Tutu, het Siamese katertje van mijn trouwe
varensgezel Maat Sparks, is niet meer. Met mijn eigen reusachtige
huiskat Meneer gaat het daarentegen naar omstandigheden redelijk
wel.
'Goeiegod, heeft die Nijgh het wéér alleen maar over beesten? Het gaat
in het leven toch in de eerste plaats om mènsen! Columnisten die niets
te melden hebben, schrijven over katten en honden. Of er geen mensen
bestaan. Balkenende! Hare Majesteit! Minister Heinsbroek! Allemaal
èchte mensen!' Ik hoor het de lezers denken. Maar ik hoor
meer.
'Ach, quatsch! Mensen... ze denken zeker dat ze beter zijn dan dieren!',
zou mijn lieve moeder gezegd hebben. En zoals een goede zoon betaamt,
luister ik naar haar en krijgt zij postuum haar zin.
Begin mei heb ik u in deze krant verteld hoe Maat Sparks een oplossing
dacht te hebben gevonden voor onze gemeenschappelijke perikelen. Want we
zouden met het goede schip naar Engeland gaan en hoe moest het dan met
onze bejaarde huisgenootjes? Sparks nam de kleine Tutu mee naar zijn
optrekje op een rotsachtig Grieks eiland. Daar zou de kleine kunnen
genieten van een onbezorgde oude dag, gekoesterd door lieve bevriende
mensen, de vele half gedomesticeerde Griekse katten en honden die Maat
Sparks zijn droomvilla frequenteerden en de warme zon van
Hellas.
Naïef, misschien. Want het heeft niet zo mogen zijn.
'Tutu's Grote Besluit', parafraseerde ik mijn geliefde kinderboek Bolke
de Beer. En de volwassenheid klopte hard en hevig op de deuren van ons
kinderparadijs.
Het leek weliswaar een tijdlang goed te gaan, maar terwijl ik in Haarlem
worstelde met groeiende twijfels aan de haalbaarheid van onze
Engelandvaart, nam Tutu op het verre Griekse eiland ernstig af in
gewicht. Om een lang verhaal enigszins te bekorten: verleden week sloeg
het noodlot toe. Maat Sparks vloog terug naar Holland, met Tutu. Ik
begin niet aan de vraag of het verantwoord is om met een bejaarde kat te
gaan slepen - ik ben zelf niks beter dan Sparks.
Sparks is nog even bij me over de vloer geweest, naar de eveneens
bejaarde, maar niettemin nog steeds reusachtige Meneer kijken. We reden
naar de Rietpol en inspecteerden het goede schip. We gingen vrolijk naar
het café, maar Sparks somberde ernstig en ik sprak hem vertwijfeld
moed in. Het heeft niet mogen baten. Toen ik alleen thuis was, ging de
telefoon. Tutu was dood.
De slag trof Meneer en mij ook. Verpieterd zat ik op de bank, terwijl
Meneer klagend door de kamer scharrelde.
In mijn verwarring wist ik niet beter te doen dan te vluchten - of was
het weer het kind in mij, dat voor de zoveelste keer hard wegliep voor
de werkelijkheid?
Ik besloot Tutu's heengaan te vieren met een maaltijd. In het restaurant
trof het nieuwe leven me vol in de maag. Frans van Cappelle, de eigenaar
van De Componist, bleek zojuist vader te zijn geworden van een zoon. Een
mènsenzoon, met de naam Max. Van harte gefeliciteerd, Frans!
Toen, ineens, verscheen buiten, voor de open deur van het restaurant,
een wit hondje. Een Maltezer leeuwtje. Van boven verlicht, als op een
schilderij van Hopper. Ik sperde mijn ogen open.
'Pitje!',' stamelde ik verrast. En het kind in mij nam definitief het
roer over.
Mijn grootmoeders hondje was er zo één. 'Petit' heette het beestje
en toen de Duitsers in de oorlog Scheveningen ontruimden en mijn ouders
gedwongen waren mijn grootmoeder in huis te nemen, nam ze Petit mee.
Toen bestond ik nog niet eens - maar in de schemer van mijn kinderjaren
kwam ik ze tegen als Oma Boven en Pitje. Van Pitje was niet veel meer
over dan een schor hoestend grijs gevalletje. Ik weet nog goed de stille
verwondering die ik voelde toen mijn moeder me op een zekere ochtend
mededeelde dat 'Pitje in de hemel was'. Mijn eerste kennismaking met de
dood.
'Is alles naar wens?', vroeg één van de stralende meisjes van
De Componist en ik schrok weer wakker. Ja, als altijd, heerlijk! Achter
haar rug stond Pitje op de drempel. Hij bestond echt, ik zweer het u.
Van wie was hij? Van iemand uit Ze Crack? Of uit d'Oude Floryn?
Het antwoord is aan de onsterfelijke goden...
23 jul 2002
© Copyright 2002 Haarlems Dagblad. Alle rechten voorbehouden
Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.