- bron: http://www.haarlemsdagblad.nl
'Hoera, er is er één jarig, hoera! Dat kan je wel zien, dat is hij!'
Dat kun je helemaal niet zien. De jarige in kwestie, mijn reusachtige
huiskat Meneer, draait klagend rondjes om mijn voeten heen. Net als
altijd. Maar dat hij geen benul heeft van deze bijzondere datum, wil nog
niet zeggen dat ik het niet heb. Dus zing ik vrolijk verder.
'In Holland staat een huis (2 x),
In Holland staat een huis, jaja,
Van je tsjingela, tsjingela, hopsasa!
In Holland...'
Enzovoorts, enzovoorts. Vandaag is het feest, lieve mensen! Groot feest!
Meneer is jarig. Veertien jaar! De eerste helft van zijn leven heeft hij
bij zijn mooie vrouwtje doorgebracht, onder de voor mij onbegrijpelijke
naam 'Newman'. Zal wel iets met een filmster te maken hebben
gehad.
Goed. Nu even ernstig. Het gaat niet goed met Meneer. O, ja; begin van
dit jaar is hij nog naar de dierenarts getogen, van welk gebeuren ik u
uitgebreid bericht heb. Hem bleek niets ernstig te mankeren, behalve dat
hij, net als Z. H. de Paus, artrose heeft aan zijn knietjes. En daardoor
is veel mindere mate beweeglijk is. Stormde hij een paar jaar geleden
nog met een vrolijk 'boemberdeboem' de trap op, nu lazert hij er
'bloeberdebloep' vanaf met zijn dikke lijf. Meneer is en blijft nu
eenmaal een tien kilo-pluskat. Mede dankzij zorgvuldige voeding,
aangevuld met Pigge-poeier, is zijn lichamelijke toestand wel
geconsolideerd.
Maar er is meer aan de hand. Ik weet dat ik veel van mijn trouwe lezers
en lezeressen niets hoef uit te leggen: voor zover de mensen om mij heen
nog in leven zijnde ouders hebben, hoor ik daar alleen maar trieste
verhalen over. Meneer zijn verjaardag wordt overschaduwd door dezelfde
sluier, die over de laatste verjaardagen van mijn lieve ouders
lag.
Hij is wel heel erg aanhankelijk geworden, Meneer. De hele dag praat hij
zachtjes tegen mij. Tegen mij? Hij kan me in ieder geval geen seconde
missen. Als een dikke zwarte komma draait hij om mijn benen heen. Hij
kijkt me niet aan, zoals vroeger. Hij maakt alleen maar contact,
neus-broekspijp. Ik dans door mijn eigen huis, om maar niet op hem te
trappen.
Als ik een leeg bierflesje in de hoek van de keuken zet, bij de andere
lege flesjes, dan wiebelt Meneer eerst naar het lege flesje toe, al
monkelend.
'Mrwâow!'
Zijn dikke hoofd een beetje schuin, zoals je dat wel meer ziet bij oude
mannetjes.
Pas minuten later duikt hij weer op in de woonkamer. Het enige dat ik
goed kan doen, is televisie kijken op de bank. Na lang en onduidelijk
zeuren beklimt hij mij. Ik help hem, door hem bij zijn voorbeentjes te
pakken en hem met een zwaai aan mijn zijde te zetten. En dan begint het
grote feest.
Hij kijkt me nu wél aan, met zijn grote, nog steeds naïeve groene ogen.
En vleit zich als een enorme baby tegen me aan. Op de beeldbuis rumoert
van alles rond, fractievoorzitters en dergelijke. Het kan Meneer geen
bal schelen, Zijn wereld is de onze niet.
Buiten, aan het vogelhuisje, hangt een netje met Meneer z'n haar, waar
de koolmeesjes woest aan plukken, Want er dient genesteld te worden en
zo. Ik vroeg me in het begin nog af of kattenhaar niet één of andere
vieze lucht verspreiden zou, maar niks ervan: de vogeltjes nemen het
dankbaar af.
Ik blijf zitten, met Meneer verzaligd half boven op me. Met mijn vrije
hand zet ik de televisie uit. Buiten, boven de daken, wordt het al een
beetje licht.
Meneer kromt zijn handje, met de vroeger zo vervaarlijke nagels, om mijn
vinger heen. O, vreemd wonder: wat beweegt dit kleinste aller katachtige
roofdieren, wiens stamboom nog onduidelijker is dan die van de hond, om
zo dermate van een mens afhankelijk te raken?
Lieve Meneer, lief vriendje en huisgenootje, van harte gefeliciteerd. Je
bent zo dement als een deur, maar ik hoop dat je nog heel lang bij me
blijft.
14 mei 2002
Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.