- bron: http://www.haarlemsdagblad.nl
Verleden week. Ik keerde per taxi terug van de stad naar mijn huis, als
altijd langs de oude vertrouwde route. En toen! Ineens stonden we stil
op de Schouwtjesbrug. Waar, althans in mijn belevenis, een dag eerder
nog de Pijlslaan begon, gaapte ineens een gat, slordig afgezet met
metalen hekken. Hier en daar staken betonnen rioolpijpen omhoog. Er
stond nog een soort van stoplicht bij, op rood natuurlijk, maar waar dat
voor dienen mocht was onduidelijk. Er viel immers niets meer te stoppen
of door te rijden.
Igor, één van mijn vaste taxichauffeurs, hief zijn handen dramatisch
ten hemel. Het is een aardige, kalme jongen met een brede rijstijl die
nog steeds een band doet vermoeden met de eindeloze steppen van zijn
land van herkomst, Rusland.
'Verdomski!' prevelde Igor.
Ik tuurde als een uit de boom gevallen uil naar de jongste verwoestingen
die in mijn geliefde Haarlem waren aangericht. Ditmaal waren ze wel heel
ver gegaan. Ik kon niet eens meer thuiskomen! De Van Oosten de
Bruynstraat, de Pijlslaan, de Stephensonstraat en alle aanpalende wijken
zijn voorlopig met wrede hand gescheiden van de rest van de stad. Het
gaat vier weken duren. Zeggen ze.
'Verdroesjka!'
Het moet toch echt niet veel gekker worden met het brave Haarlem. Er zou
van alles op de schop gaan, okee. Maar het zou allemaal vóór de
Floriade klaar zijn, weet u nog wel? En dan heb ik het niet over de
grote structurele gaten in het centrum, maar gewoon over de rest van de
stad. De klok van de Bavo zit trouwens ook nog steeds verstopt achter
steigerwerk, zodat ik nog steeds niet kan zien hoe laat het in als ik
in het centrum ben en voortdurend naar een café moet om de tijd te
vragen.
We staan in de rest van Nederland toch al bekend als houterig en
ontoegankelijk. Gisteren, op Koninginnedag, heeft de directeur van een
openbare school in Kampen het bestaan om de aubade te boycotten. Want de
aloude canon 'De klokken van Haarlem' zou te oubollig zijn en 'niet meer
van deze tijd'. Ga toch weg, enge ordinaire man! 'De klokken van Haarlem
die klinken zoet van toon / Van tingelingeling, van tingelingeling, van
tingelingeling, zo schoon!' Wat is daar in 's hemelsnaam mis
mee?
Nee, meneer de openbare oliebol uit Kampen kwam aandragen met 'De baas
van het journaal', uit Kinderen voor Kinderen. Was een zekere
Henk Westbroek indertijd niet met dat project bezig? Rot toch allemaal
op naar je goedkope republikeinse ballenbak!
Inmiddels stonden we nog steeds op de Schouwtjesbrug en staarden met
melancholieke blikken over de woeste steppen van Moedertje Haarlem,
waar een oude baboesjka vertwijfeld ronddwaalde met haar
rollator.
'Leonard Leonardovitsj, wat moet iek nu doen?'
'Igor Igorovitsj, ga dan maar linksaf. Over de Randweg, voor mijn
part!'
Ik barstte bijna in tranen uit.
'Leve onze goede Tsaar!'
'Da!' mompelde Igor en keerde de wagen op twee wielen. Waarna met een
idiote omweg langs de eeuwige bossen van Aerdenhout op weg gingen naar
mijn datsja, onder het gezamenlijk zingen van 'Ay, Kalinka!',
afgewisseld met de Klokken van Haarlem. Van tingelingeling, zo
schoon.
Wanneer, o wanneer, mijn goede vriend Poppowitsj, is dat gedonder met
die straten nou eindelijk eens afgelopen?
01 mei 2002
Inhoud op internet gezet met toestemming van Lennaert Nijgh.
De copyrights blijven onverkort geldig.
Transcripties kunnen overname-fouten bevatten. Correcties zijn welkom.